De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Ides Nicaise en Steven Groenez HIVA (K. U

Verwante presentaties


Presentatie over: "Ides Nicaise en Steven Groenez HIVA (K. U"— Transcript van de presentatie:

1 Democratisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen: trends en beleidsvragen
Ides Nicaise en Steven Groenez HIVA (K.U. Leuven) Hearing Vlaams Parlement 12/5/2010

2 Overzicht Democratisering: stand van zaken
verklaringen sociale ongelijkheid en sporen voor beleid Financiering van HO rendementen voor student, overheid en maatschappij evenwicht publiek-private financiering outputfinanciering Andere topics 12/05/2010

3 Onderwijsexpansie in 20°eeuw (Vlaanderen) mannen (links) vrouwen (rechts)
Geboortejaar 12/05/2010

4 Onderwijsexpansie algemeen arbeider mannen bediende hogere bediende
12/05/2010

5 Conclusies lange termijn evoluties
Democratisering 1: Onderwijskansen van alle sociale groepen zijn sterk verbeterd als gevolg van een structurele onderwijsexpansie. Democratisering 2: zijn de relatieve kansen verbeterd, is de kloof kleiner geworden? LSO: mannen en vrouwen vóór WOII HSO: mannen vanaf jaren ’60, vrouwen vanaf jaren ’80 HO: mannen nog niet, vrouwen vanaf jaren ’90 ? Kenniseconomie: Race tussen technologie en scholing Kan het onderwijs tegemoet komen aan de stijgende vraag naar hooggeschoolden? De onderwijsexpansie vertraagt: recrutering HO vertraagt en de ongekwalificeerde uitstroom stagneert (stijgt) Nee: stijgende loonkloof naar scholingsgraad Keerzijde: Toenemende werkdruk bij hooggeschoolden; laaggeschoolden verliezen aansluiting, groeiende sociale ongelijkheid Toekomst: Sociale ongelijkheid aanpakken is niet enkel een kwestie van sociale rechtvaardigheid maar wordt ook een maatschappelijke noodzaak 12/05/2010

6 Stagnerende recruteringskracht van HO mannen vrouwen
∆ Recruteringsvijver HO = % gediplomeerden HSO ◊ Recruteringskracht HO = %HO/%HSO-gediplomeerden Vader= arbeider Vader= Hogere bediende/kaderlid Kloof in recruteringsvijver verkleint, kloof in recruteringskracht blijft Gevolg van een verschillende expansie in het SO naar onderwijsvorm 12/05/2010

7 Positie in SO op 15 jaar (PISA-Vlaanderen 2003)
Lage SES Hoge SES 12/05/2010

8 Overgang secundair-hoger onderwijs
12/05/2010

9 Democratisering hoger onderwijs: Hoe?
Blijvende ongelijkheid, verklaring 1: gebrek aan liquide middelen Is voor velen alleen een intertemporeel probleem Vaststelling 1: Het huidige stelsel van studiefinanciering functioneert naar behoren voor de gemiddelde student maar ondersteunt onvoldoende de onderwijsparticipatie van personen met een lage financiële draagkracht Blijvende ongelijkheid, verklaring 2: onderinvesteringen tijdens de jeugd cfr. ongekwalificeerde uitstroom en diplomavereiste toegang HO Vroegtijdige investeringen meest kostenefficiënt om participatie te verhogen Vaststelling 2: Een ingrijpen aan de ingangspoorten van het hoger onderwijs volstaat niet. Blijvende ongelijkheid, verklaring 3: belang van interindividuele verschillen in risicoaversie Investeringen in HO zijn fundamenteel risicovol (succesvol afronden van studies én binnen welke termijn?) en onzeker (bij succes wat zal arbeidsmarktsituatie en inkomen zijn?). Personen met een lage financiële draagkracht zijn meer risico-avers Vaststelling 3: De huidige studiefinanciering ondervangt onvoldoende de risico-aversie van studenten Wil men via het stelsel van studietoelagen ook de participatie bevorderen, dan is het aanbevolen om ook een deel van de leefkosten en/of de indirecte kosten (het gederfde loon) te dekken. 12/05/2010

10 Het rendement van hoger onderwijs
Privaat rendement van een jaar HO meeropbrengst en meerkost tov diploma HSO puur monetair: Vlaanderen 8,9 % België 7,44% tal van niet-monetaire opbrengsten Sociaal rendement ≈ privaat rendement Fiscaal rendement 3,9% dus 100 € in ,90€ terug Effect overheidsingrijpen: subsidiëring van het privaat rendement Het feit dat de overheid zowel een positief fiscaal rendement boekt als het rendement van HO-participanten subsidieert, impliceert dat het de niet-participanten zijn die de rekening betalen. De huidige balans tussen private en publieke financiering van hoger onderwijs verbergt een belangrijke omgekeerde inkomenstransfer (van niet-participanten naar participanten). Bekeken vanuit overheidsstandpunt bestaan die kosten enerzijds uit directe kosten als subsidies aan studenten en onderwijsinstellingen en anderzijds uit opportuniteitskosten, met name de gederfde belastingsinkomsten tijdens het extra studiejaar. De voornaamste opbrengsten voor de overheid zijn de verhoogde belastings- en sociale zekerheidsinkomsten, ten gevolge van het hogere loon en de hogere werkzaamheidsgraad, en de verminderde uitgaven voor (werkloosheids)uitkeringen. 12/05/2010

11 Bestedingen aan hoger onderwijs
De landen zijn gerangschikt volgens de hoogte van de publieke uitgaven. Gemiddeld voor de EU-14 lopen de publieke uitgaven per student in het hoger onderwijs op tot 29% van het BNP/capita. De uitgaven per student in het hoger onderwijs in Vlaanderen liggen hoger dan het Europese gemiddelde. Specifiek voor de private studiekosten stellen we vast dat de overheidsondersteuning van gezinnen om de private studiekosten te betalen, de gezamenlijke uitgaven van de gezinnen overtreft. Aangezien deze ondersteuning nog sterker is in de meeste andere Europese landen, blijft de subsidiëring van de private subsidiekosten van de gezinnen wél onder het Europese gemiddelde liggen. [1] Volgens de OESO-gegevens zijn de uitgaven per student in België en Vlaanderen de op één na laagste in Europa. We zien echter een opmerkelijk verschil in de resultaten berekend voor Vlaanderen in 2000 en het lijkt weinig aannemelijk dat het verschil in referentieperiode dit verschil kan verklaren. Het is daarom aannemelijker te besluiten dat de uitgaven per student in het hoger onderwijs in Vlaanderen inderdaad boven het Europees gemiddelde ligt. De subsidiëring van de private subsidiekosten van de gezinnen daarentegen blijft onder het Europees gemiddelde liggen. [1] Merk op dat dit resultaat voor veel landen dubieus is gezien de beperkte en weinig volledige informatie die er momenteel voorhanden is met betrekking tot de private uitgaven aan onderwijs. 12/05/2010

12 Evenwicht private - publieke financiering
Privaat rendement HO is hoog en zal nog stijgen. Publieke uitgaven per student liggen boven het Europese gemiddelde. Privaat rendement van HO wordt gesubsidieerd door overheid. De meerkost van een jaar HO behoort tot laagste in Europa. Rechtvaardigheidsargument: omgekeerde inkomenstransfer → Ruimte voor verhoging van private bijdrage (inschrijvingsgeld)? Extra middelen voor een vroegtijdig ondersteuningsbeleid. Mag de participatie aan het hoger onderwijs niet ondergraven. Prijsgevoeligheid van studenten? Is laag Neemt toe naarmate het inschrijvingsgeld stijgt. Is aanzienlijk hoger bij de lagere inkomensgroepen. → Studietoelagestelsel omvormen tot een selectiever (lees krachtiger) instrument: hogere bedragen voor minder begunstigden. Een verhoging van de private bijdrage houdt immers het risico in dat ze participatie ontmoedigt, in het bijzonder bij studenten uit de lagere inkomensgroepen. In de race tussen technologie en scholing kan Vlaanderen zich geen terugloop in de deelname aan het hoger onderwijs veroorloven. Anderzijds vormen de zwakkere sociaaleconomische groepen de grootste wervingsreserve voor het hoger onderwijs. 12/05/2010

13 Te verkennen ? ‘Equity participation schemes’
Verhoogde inschrijvingsgelden én studieleningen (mét verzekeringselementen). Afbetaling lening is inkomensafhankelijk idee: terugbetalen als je genoeg verdient risico (niet slagen of niet genoeg verdienen): wordt gedragen dr overheid of met risicopremie Tov subsidies Doelmatiger: toegankelijk voor alle studenten en kan ook leefkosten dekken Vgl. met subsidies: minder publieke middelen voor bereiken van zelfde doel. Rechtvaardiger inkomensongelijkheid: de omgekeerde inkomenstransfer intergenerationeel perspectief (het tijdelijk financieringsprobleem). Aandacht voor studievoortgang leenaversie: aan schuld zijn ‘psychologische kosten’ verbonden. daarom belangrijk om subsidie-element te laten bestaan (voor doelgroepen). gepoolde inkomensrisico’s, minder geld nodig om risico-aversie uit te schakelen tov subsidiesysteem. 12/05/2010

14 Financiële implicaties van de massificatie (1)
Stelling 1: Om duurzame kwaliteit van hoger onderwijs te verzekeren in context van massificatie én financiële crisis zijn nieuwe middelen nodig => Verhoging inschrijvingsgelden (profijtbeginsel) gekoppeld aan verhoging studietoelagen en studieleningen (gelijke kansen). Studietoelagen zouden ook (een deel van) de indirecte studiekosten moeten dekken 12/05/2010

15 Financiële implicaties van de massificatie (2)
Stelling 2: outputfinanciering wakkert marktwerking in het hoger onderwijs aan => hoe polarisatie en afromingsgedrag bij instroom tegengaan ? Recht op inschrijving verankeren in HO ? Gewichtenregeling in subsidiëring studenten ? 12/05/2010

16 Andere topics Sociale voorzieningen: wapen in de concurrentie op de quasi-markt, of hefboom van democratisering? Flexibilisering van curricula Element van ‘zalm-model’… …mits voldoende trajectbegeleiding Toelatingsexamens ‘selectie-instrument versus signaal’ Sociale vorming van het HO-personeel i.v.m. sociale ongelijkheid in het HO i.v.m. visie op / strategieën voor democratisering 12/05/2010


Download ppt "Ides Nicaise en Steven Groenez HIVA (K. U"

Verwante presentaties


Ads door Google