Download de presentatie
GepubliceerdSandra Molenaar Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
2
Jesaja 55: 1 O, alle dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk.
3
1Korinthiers 11: 23 Want zelf heb ik bij overlevering van de Here ontvangen, wat ik u weder overgegeven heb, dat de Here Jezus in de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, een brood nam, 24 de dankzegging uitsprak, het brak en zeide: Dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zeide: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis. 26 Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.
4
Hoeveel jij moet hebben!
5
Exodus 3: 2 Daar verscheen hem de Engel des HEREN als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de braamstruik stond in brand, maar werd niet verteerd. 3 Mozes nu dacht: Laat ik toch dat wondere verschijnsel gaan bezien, waarom de braamstruik niet verbrandt. 4 Toen de HERE zag, dat hij het ging bezien, riep God hem uit de braamstruik toe: Mozes, Mozes! En hij antwoordde: Hier ben ik. 5 Daarop zeide Hij: Kom niet dichterbij: doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats, waarop gij staat, is heilige grond.
6
And it's usually when we are right at the end of our senses that God usually steps in, right at the end of our abilities. Meestal is het wanneer wij aan het einde van ons eigen kunnen zijn dat God er in stapt. Aan het einde van onze mogelijkheden W.M. Branham
7
6 Voorts zeide Hij: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. Toen verborg Mozes zijn gelaat, want hij vreesde God te aanschouwen. 7 En de HERE zeide: Ik heb terdege gezien de ellende van mijn volk, dat in Egypte is, en hun gejammer over hun drijvers gehoord, ja, Ik ken hun smarten. 8 Daarom ben Ik nedergedaald om hen uit de macht der Egyptenaren te redden ……….
8
Exodus 4: 1 Toen antwoordde Mozes, en zeide: Maar zie, zij zullen mij niet geloven, noch mijn stem horen; want zij zullen zeggen: De HEERE is u niet verschenen!
9
Exodus 4: 2 En de HEERE zeide tot hem: Wat is er in uw hand
Exodus 4: 2 En de HEERE zeide tot hem: Wat is er in uw hand? En hij zeide: Een staf.
10
9 En nu, zie, het gejammer der Israelieten is tot Mij doorgedrongen; ook heb Ik gezien, hoezeer de Egyptenaren hen verdrukken Nu dan, ga, Ik zend u tot Farao, om mijn volk, de Israelieten, uit Egypte te leiden. 11 Maar Mozes zeide tot God: Wie ben ik, dat ik naar Farao zou gaan en de Israelieten uit Egypte zou leiden? 12 Toen zeide Hij: Ik ben immers met u! En dit zal u het teken zijn, dat Ik u gezonden heb: wanneer gij het volk uit Egypte hebt geleid, zult gij God dienen op deze berg.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.