Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdRegina Meijer Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
2
Hoofdstuk 3 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 1 t/m 4
3
Stedelijke gebieden Hoofdstuk 3
4
Hoe zijn steden opgebouwd?
5
Stadsgeledingsmodellen
Modellen van Burgess, Hoyt en Harris / Ullman
6
Het model van Burgess (Chicago)
Nieuw is beter (woning)
7
Het model van Hoyt (op basis van meerdere Amerikaanse steden)
8
Central Business District
9
Den Haag
10
Rotterdam Kop van Zuid
11
Amsterdam
12
Amsterdam centrum Kalverstraat Leidse straat Winkels Horeca
Warenhuizen Discotheken
13
Grachtengordel Rijke mensen Notarissen Advocaten Hoge status
14
Jordaan en Rosse Buurt
15
Arbeidersbuurten 1890
16
Oud Zuid
17
Osdorp en Watergraafsmeer
18
Sloterdijk Kantoren Conferentiecentra HBO opleidingen
Goed bereikbaar per trein Overheid anti file
19
Zuidas
20
Welk van de modellen past het beste bij Amsterdam?
21
Paragraaf 2 De hoofdvragen zijn:
welke drie locatievraagstukken spelen een rol in en rondom steden? wiens belangen spelen mee bij de locatievraagstukken?
22
Steden Wat is het verschil tussen de reikwijdte en het verzorgingsgebied van een voorziening? Hoe zit dat dan met de drempelwaarde? Waarom willen veel voorzieningen zich in een stad vestigen?
23
De oude centra van steden, de binnensteden, kennen veel problemen.
De stedelijke distributie
24
Wiens belangen spelen bij de oplossing van dit probleem mee?
25
De binnenstad ondervindt concurrentie van een grootschalig koopparadijs buiten de stad
26
Alexandrium in Rotterdam is zo´n grootschalig koopparadijs.
Het verzorgingsgebied overlapt dat van andere winkelcentra. Alleen als het aanbod niet concurreert, maar juist iets extra´s biedt, kunnen de andere winkelcentra blijven bestaan!
27
Binnensteden hebben ruimtegebrek, ze zijn mooi, maar niet praktisch
28
De bereikbaarheid is soms slecht, zoals hier in Nijmegen
29
Daarom worden rond nieuwe verkeersknooppunten ook nieuwe centra ontwikkeld, zoals hier in Den Haag
30
Nieuwe infrastructuur en nieuwe stations (bv
Nieuwe infrastructuur en nieuwe stations (bv. RandstadRail) zijn aantrekkelijk voor bedrijven, vanwege de goede bereikbaarheid
31
Stadsgeledingsmodellen
Wat zijn dat ook alweer? Waarom worden ze gemaakt?
32
Centrale plaatsentheorie van Christaller
Om een elke voorziening kun je een denkbeeldige vijfhoek trekken, dit is de reikwijdte van de voorziening De aard van de voorziening bepaalt de grootte van de vijfhoek
33
Centrale plaatsentheorie van Christaller
Voorwaarden: Iedereen binnen een vijfhoek kiest voor de dichtstbijzijnde voorziening Iedereen is bereid even ver te reizen Er zijn geen hindernissen
34
Centrale plaatsentheorie van Christaller
Kritiek: Steden zijn uniek en niet allemaal gelijk Er zijn soms natuurlijke barrières Mensen hebben persoonlijke voorkeuren
35
Paragraaf 3 en 4 Nog een hoofdvraag:
Waarom zijn steden de motor van de kenniseconomie?
36
De stad is aantrekkelijk voor:
Tertiaire sector Zakelijke dienstverlening Kennisintensieve bedrijven Wat is in de kenniseconomie de belangrijkste productiefactor?
37
Steden bieden agglomeratievoordelen:
Lagere productiekosten Amstelveen Utrecht Investeringen door derden Leiden Amersfoort Delft Nijmegen Broedplaats voor creatieven En dit is de top 6 creatieve steden:
38
Universiteit van Amsterdam (UvA)
39
Universiteit van Amsterdam
Waarom wil de UvA misschien uit het centrum van de stad weg? Waarom wil de gemeente dat liever niet?
40
Een architectenbureau in een kerk!
Hoe draagt dit bij aan de creatieve stad?
41
Leegstand Steden zijn dus een gewilde locatie voor werk en studie, toch staan er in Nederland enorm veel kantoorpanden leeg Waarom?
42
Krakers? Kraak ‘Schijnheilig’ kunstenaarsproject
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.