Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
H1 Stichting of vereniging
Commerciële organisatie: Onderneming met als doel het maken van winst Vb: rechtsvorm: eenmanszaak, VOF, BV, NV Niet-commerciële organisatie: Organisatie met een ideëel doel Vb: rechtsvorm: stichting, vereniging
2
H1 Stichting of vereniging
Rechtspersoon = een organisatie met een rechtspersoonlijkheid. De organisatie kan mensen in dienst nemen, ontslaan, geld lenen etc. De rechtspersoon is aansprakelijk voor de schulden. Natuurlijke persoon = eenmanszaak; volledig aansprakelijk voor schulden
3
H1 Stichting of vereniging
= rechtspersoon zonder leden opgericht om m.b.v. Vermogen een bepaald niet-comm. doel te realiseren. algemeen bestuur benoemt zichzelf (=coöptatie) Oprichting bij notariële akte Inschrijven in handelsregister bij KvK Bestuur neemt alle besluiten Verplicht opmaken van jaarrekening
4
H1 Stichting of vereniging
= samenwerkingsvorm tussen 2 of meer personen die een bepaald niet-comm. doel willen realiseren. leden nemen deel aan besluitvorming (ALV) leden kiezen bestuur bestuur heeft dagelijkse leiding hoogste besluitvormingsorgaan is ALV
5
H1 Stichting of vereniging
Verschil stichting/vereniging: besluitvorming leden
6
H1 Stichting of vereniging
Financiering van niet-comm. organisaties: Ontvangsten: leningen voor financiering van vaste activa
7
H1 Stichting of vereniging
Subsidievormen: Inputfinanciering: organisatie krijgt wat nodig is (declaratiestelsel) Outputfinanciering:organisatie krijgt vergoeding op basis van prestaties die zij leveren. Lumpsumfinanciering: Budgetfinanciering:
8
H1 Stichting of vereniging
Huiswerk: t/m opgave 11 maken Leren t/m paragraaf 1.6
9
H1 Stichting of vereniging
Leasen: 2 soorten: Operational lease: Verhuurder (lessor) blijft economisch eigenaar Huurder (lessee) kan contract op korte termijn opzeggen Object staat niet op balans huurder
10
H1 Stichting of vereniging
Leasen: 2 soorten: Financial lease: Huurder is economisch eigenaar Contract niet tussentijds opzegbaar; lange looptijd Leasebedrag bestaat uit aflossing, rente en winst voor verhuurder Object staat op balans huurder Na afloop looptijd 3 mogelijkheden
11
H2 Ontvangsten en uitgaven
Balans: overzicht van bezittingen en het vermogen, waarmee de bezittingen zijn gefinancierd op 1 bepaald tijdstip. Balans Debet Activa Bezittingen Credit Passiva Vermogen
12
H2 Ontvangsten en uitgaven
Activa: Vaste Activa Langer dan 1 jaar in onderneming Vb: Vlottende Activa Korter dan 1 jaar in onderneming Liquide Middelen Bezittingen waarmee je kunt betalen
13
H2 Ontvangsten en uitgaven
Passiva: Eigen vermogen Permanent aanwezig Niet terugbetalen Vreemd vermogen: Lang Vreemd Vermogen: meer dan 1 jaar over beschikken Vb: Kort Vreemd Vermogen: Minder dan 1 jaar over beschikken
14
H2 Ontvangsten en uitgaven
Liquiditeitsbalans: balans met activa gerangschikt naar mate van liquiditeit en passiva naar de tijd dat men erover kan beschikken. Opgave 37,38 Balans Vaste Activa Vlottende Activa Liquide Activa Eigen Vermogen Lang Vreemd Vermogen Kort Vreemd Vermogen
15
H2 Ontvangsten en uitgaven
Overzicht van ontvangsten en uitgaven: overzicht van de verandering van de liquide middelen. heeft betrekking op een periode (geen tijdstip). op verschillende manieren presenteren: scrontovorm Opgave 39 t/m 43
16
H2 Ontvangsten en uitgaven
Begroting van ontvangsten en uitgaven: Overzicht van de verwachte ontvangsten en verwachte uitgaven in de komende periode. Opgave 44
17
H2 Ontvangsten en uitgaven
Liquiditeitsbegroting: Overzicht, waarin je kunt zien of de onderneming op korte termijn haar schulden kan betalen. Meestal voor periode van 1 jaar, opgedeeld in maanden of kwartalen. Opgave 45 t/m 48
18
H3 Kasstelsel vs periodetoerekeningsstelsel
overzicht van ontvangsten en uitgaven. Vindt op bepaald tijdstip plaats Geeft verandering in liquide middelen (kas,bank) Periodetoerekeningsstelsel: overzicht van baten (opbrengsten) en lasten (kosten) Vindt in een bepaalde periode plaats Geeft verandering in Eigen Vermogen
19
H3 Kasstelsel vs periodetoerekeningsstelsel
De Staat van Baten en Lasten = overzicht van baten(opbrengsten) en lasten(kosten) in een bepaalde periode. Andere termen: Resultatenrekening Exploitatierekening Opdracht (59), 60, 61 Baten Lasten
20
H3 Kasstelsel vs periodetoerekeningsstelsel
Ontvangsten/Uitgaven Geeft een verandering van Liquide Middelen (kas en/of bank)op de balans. Liq. Middelen nieuw = Liq.Mid. Oud +/- saldo ontvangsten/uitgaven Baten(Opbrensten)/Lasten (Kosten) Geeft een verandering van het Eigen Vermogen Eigen Vermogen nieuw = EV oud +/- saldo baten en lasten
21
H3 Kasstelsel vs periodetoerekeningsstelsel
Het periodetoerekeningsstelsel Ontvangsten/Uitgaven: Kijken naar het moment waarop de transactie plaatsvindt Baten/Lasten Kijken naar de periode waarop de baten of lasten betrekking hebben Gebruik bij het berekenen een tijdlijn (opgave 66)
22
H3 Kasstelsel vs periodetoerekeningsstelsel
Balans: Debet Credit Te vorderen ………. Vooruitbetaalde bedragen ……. Te betalen ………. Vooruit ontvangen ………….
23
H3 Kasstelsel vs periodetoerekeningsstelsel
Van ontvangsten/uitgaven naar baten/lasten vv: Contributiebaten = Contributieontvangsten – te vorderen contributie beginbalans + te vorderen contributie eindbalans Contributieontvangsten = Contributiebaten + te vorderen contributie beginbalans - te vorderen contributie eindbalans
24
H3 Kasstelsel vs periodetoerekeningsstelsel
Van ontvangsten/uitgaven naar baten/lasten vv: Contributiebaten = Contributieontvangsten – vooruit ontvangen contributie beginbalans + vooruit ontvangen contributie eindbalans Contributieontvangsten = Contributiebaten + vooruit ontvangen contributie beginbalans - vooruit ontvangen contributie eindbalans zie ook rente en huur
25
H3 Kasstelsel vs periodetoerekeningsstelsel
Van ontvangsten/uitgaven naar baten/lasten vv: Rentelasten = Renteuitgaven – nog te betalen rente beginbalans + nog te betalen rente eindbalans Huurlasten = Huuruitgaven + vooruit betaalde huur beginbalans - vooruit betaalde huur eindbalans
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.