Download de presentatie
1
Hoe maak je een werkstuk.
2
Stap 1 Kies een onderwerp.
Kies een onderwerp waar je zelf graag wat over wilt weten. SportVertel iets over de sport die je leuk vindt of over de sport waar jezelf bij bent. Muziekinstrument Als je op muziekles zit, kun je een spreekbeurt houden over het instrument dat je bespeelt. Beroep Je kunt je spreekbeurt houden over het beroep van je vader / moeder of iemand anders van de familie. Eten en drinken Alles wat maar met eten en drinken te maken heeft kun je gebruiken. Denk ook aan snoep of frisdrank. DierenMaak een spreekbeurt / werkstuk van je favoriete dier Bekende personen van nu of uit de geschiedenis Bijvoorbeeld: schilders (Van Gogh), uitvinders (Edison), personen (Anne Frank,Ali B, Mandela, Napoleon, Willem van Oranje, Johan Cruijf, enz.) Geschiedenisonderwerpen Kastelen, kloosters, Berlijnse muur, Griekse goden, Hunebedden, piramide. Ook kun je denken aan de geschiedenis van allerlei voorwerpen zoals: auto's, fiets, tv, enz. Aardrijkskundige onderwerpen Tornado's, vulkanen, aardbevingen, ozonlaag, vakantielanden, het land waar je vandaan komt. Natuurkundige onderwerpenMagneten, elektriciteit, vuur, enz. Hulporganisaties Bijvoorbeeld: Wereldwinkel, Amnesty International, Dokters van de Wereld Kids,Blindengeleidehonden, Artsen zonder grenzen, Zeehondencrêche Pieterburen, Rode Kruis. Verslaving en hulpverleningDrugs, alcohol, kindermishandeling, enz.
3
Stap 2 Verzamel informatie.
Beslis eerst wat je wil weten over het onderwerp. Je kunt de vragen gebruiken om een goed werkstuk te maken. Verzamel boeken, tijdschriften, folders en informatie van internet. Je kunt deze informatie meestal wel vinden in de bibliotheek of op school. Probeer ook wat spulletjes te zoeken die passen bij het onderwerp. (bijvoorbeeld: tennisracket, foto's, voetbalshirt, dingen uit de natuur) Je leest en bekijkt de boeken. Je beslist wat je gaat gebruiken, kies je onderwerpen. Maak hoofdstukken voor een duidelijk overzicht van je werkstuk.
4
Stap 3 Het werkstuk Let bij het schrijven op de volgende zaken:
Begin met het maken van een indeling van je werkstuk, maak een lijstje van hoofdstukken en schrijf per hoofdstuk kort op wat erin moet komen. Gebruik geen moeilijke woorden zonder ze uit te leggen. Jij weet nu al aardig wat af van je onderwerp maar anderen natuurlijk niet. Maak je zinnen niet al te lang. Zo maak je je werkstuk beter leesbaar. Gebruik plaatjes in je werkstuk om zaken te verduidelijken en om de boel wat kleurrijker te maken. Gebruik je spelling- en grammaticacontrole. Dat wil trouwens niet zeggen dat alle fouten eruit worden gehaald. Lees je stuk dus nog altijd minimaal één keer goed door en controleer op spelling, leestekens en hoofdletters. Zorg ervoor dat de titel van je werkstuk duidelijk is, zodat iedereen meteen weet waar het over gaat. Originele en grappige titels zijn natuurlijk leuk, maar onthoud dat je wel een goed cijfer wil halen! Schrijf geen zinnen over van het internet of een boek, maar probeer alles zoveel mogelijk in je eigen woorden op te schrijven.
5
Wat moet er allemaal in? De voorkant: plaatje, onderwerp en je naam en de groep waar je in zit. Voorwoord: waarom heb je het onderwerp gekozen. Inhoudsopgave: onderwerpen per hoofdstuk en paginanummers. Middenstuk: Alle hoofdstukken. Nawoord: wat heb je er van geleerd, wat vond je van het schrijven van het werkstuk, enz. Bronvermelding: waar heb je de informatie vandaan.
6
Heb je nog inspiratie nodig. Of wil je nog meer tips
Heb je nog inspiratie nodig? Of wil je nog meer tips? Kijk dan eens naar deze sites: jeugd/spreekbeurtwerkstuk.htm
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.