Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJosephus Mertens Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Onderhandelen Zakelijk Nederlands
2
Inleiding Wat is onderhandelen? Voorbeelden?
3
Een voorbeeld
4
Culturele verschillen
5
Culturele verschillen
6
Culturele verschillen
7
Structuur onderhandelingen
Voorbereiding onderhandelingen Standpunten verkennen Verschillen terugbrengen en concessies doen Onderhandelingen afronden
8
Voorbereiding onderhandelingen
9
2. Standpunten verkennen
10
3. Verschillen terugbrengen en concessies doen
11
4. Afronden onderhandelingen
12
Taal Standaardformuleringen in onderhandelingen
13
Taal
14
Argumentatie A: argument C: conclusie/standpunt
V: verbindende uitspraak
15
Argumentatie A: argument C: conclusie/standpunt
V: verbindende uitspraak
16
Argumentatie
17
Argumentatie
18
Signaalwoorden
20
Conclusie
22
Middel-doel
24
Oorzaak-gevolg
26
Opeenvolging
28
Opsomming
30
Reden
32
Samenvatting
34
Tegenstelling
35
Tegenstelling
37
Tijd “Kranten zijn vooralsnog een cultureel product.”
“Ik heb gebeld dat ik vooralsnog niet naar huis kom.” (= voorlopig)
39
Toegeving “Hoe het ook zij, historische ervaringen hebben
hun geleerd op hun hoede te zijn voor de meerderheid.”
41
Toelichting
43
Vergelijking
45
Voorwaarde
46
Redeneringen
47
Argumentatieschema’s
Causaliteitsargumentatie Eigenschap-oordeelargumentatie Pragmatische argumentatie Autoriteitsargumentatie Analogie-argumentatie Generalisering
48
Argumentatieschema’s
49
Argumentatieschema’s
Generalisering
50
Argumentatieschema’s
“Waar rook is, is vuur” “Er zullen volgend jaar weer veel huizen verkocht worden, want de rente blijft voorlopig laag.”
51
Argumentatieschema’s
Causaliteitsargumentatie “Waar rook is, is vuur” “Er zullen volgend jaar weer veel huizen verkocht worden, want de rente blijft voorlopig laag.”
52
Argumentatieschema’s
53
Argumentatieschema’s
Eigenschap-oordeelargumentatie
54
Argumentatieschema’s
Analogie-argumentatie
55
Argumentatieschema’s
56
Argumentatieschema’s
Pragmatische argumentatie
57
Argumentatieschema’s
“Wie onderhandelt, moet veel vragen stellen. Dat zeg ik niet alleen, maar dat zegt McCormack, van de wereldwijd bekende International Management Group, ook.”
58
Argumentatieschema’s
Autoriteitsargumentatie “Wie onderhandelt, moet veel vragen stellen. Dat zeg ik niet alleen, maar dat zegt McCormack, van de wereldwijd bekende International Management Group, ook.”
59
Spelregels argumentatie
Standpunten moeten verdedigd worden Argumenten moeten aanvaardbaar zijn Argumenten moeten relevant zijn
60
Standpunten moeten verdedigd worden
61
2. Argumenten moeten aanvaardbaar zijn
62
3. Argumenten moeten relevant zijn
63
Spelregels overtreden
Standpunten moeten verdedigd worden (vs) Ontduiken van de bewijslast (vs) bewijslast naar de tegenpartij schuiven (vs) stromanredenering (vs) fictief standpunt bestrijden
65
(vs) Stromanredenering
66
“We weten toch allemaal dat politici nooit de waarheid spreken.”
67
(vs) Ontduiken van de bewijslast
“We weten toch allemaal dat politici nooit de waarheid spreken.”
69
(vs) Bewijslast naar de tegenpartij schuiven
70
(vs) Ontduiken van de bewijslast
71
“Ik vind persoonlijk niet dat de vrijheid van meningsuiting in twijfel getrokken mag worden.”
72
(vs) Fictief standpunt bestrijden
“Ik vind persoonlijk niet dat de vrijheid van meningsuiting in twijfel getrokken mag worden.”
74
Spelregels overtreden
2+3. Argumenten moeten aanvaardbaar & relevant zijn (vs) verkeerd causaal verband (vs) vals dilemma (vs) valse analogie (vs) overhaaste generalisering
75
(vs) Vals dilemma “Wie niet voor ons is, is tegen onsé
76
“Wie niet voor ons is, is tegen onsé
77
(vs) Valse analogie “Harddrugs moeten gelegaliseerd worden. Alcohol is ook verslavend en dat kan je wel overal kopen.”
78
“Jongeren in Europa lezen niet meer
“Jongeren in Europa lezen niet meer. Dat hebben lezersonderzoeken op scholen in Frankrijk en Duitsland uitgewezen.
79
“Jongeren in Europa lezen niet meer
“Jongeren in Europa lezen niet meer. Dat hebben lezersonderzoeken op scholen in Frankrijk en Duitsland uitgewezen.
80
(vs) Overhaaste generalisering
“Jongeren in Europa lezen niet meer. Dat hebben lezersonderzoeken op scholen in Frankrijk en Duitsland uitgewezen. “Nederlands zijn nuchter en direct.” “Belgen zijn levensgenieters.” “Iedereen is omkoopbaar.”
81
“De werkloosheidcijfers in Oostenrijk zijn gestegen
“De werkloosheidcijfers in Oostenrijk zijn gestegen. Dat komt door de bezuinigingspolitiek van de nieuwe regering en de belastingsverhogingen.”
82
(vs) Verkeerd causaal verband
“De werkloosheidcijfers in Oostenrijk zijn gestegen. Dat komt door de bezuinigingspolitiek van de nieuwe regering en de belastingsverhogingen.”
83
Overtredingen
84
Andere overtuigingsmiddelen
Persoonlijke aanval Dreigen Inspelen op emoties
85
Andere overtuigingsmiddelen
86
Andere overtuigingsmiddelen
“Wie het gedrag van deze politicus in twijfel trekt, moet rekenen op consequenties.” “Het is aan jou. Je moet zelf beslissen of je dat rapport ter sprake brengt in de management teamvergadering, maar weinig collega’s zullen hier blij mee zijn.”
87
Andere overtuigingsmiddelen
88
Opdrachten Opdracht 9 Opdracht 17 Opdracht 21 (p )
92
Video Zie cd-rom
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.