Afschrijvingen.

Presentatie over: "Afschrijvingen."— Transcript van de presentatie:

1 Afschrijvingen

2 Balans Scooter € 3.500 E.V € 3.500

3 Als de scooter minder waard wordt, daalt de scooter in waarde.
Balans Scooter € 3.500 E.V € 3.500 Als de scooter minder waard wordt, daalt de scooter in waarde. Je wordt minder rijk  het EV neemt af  daling aan beide kanten

4 Als de scooter minder waard wordt, daalt de scooter in waarde.
Balans Scooter € 3.500 E.V € 3.500 Als de scooter minder waard wordt, daalt de scooter in waarde. Je wordt minder rijk  het EV neemt af  daling aan beide kanten Daling EV kan alleen als er kosten zijn: Balansmutatie/ journaalpost: afschrijvingskosten € …. Aan scooter € ….

5 Als de scooter minder waard wordt, daalt de scooter in waarde.
Stel: afschrijving = € 500 Balans Scooter € 3.500 € 3.000 E.V € 3.500 Als de scooter minder waard wordt, daalt de scooter in waarde. Je wordt minder rijk  het EV neemt af  daling aan beide kanten Nadeel van deze methode: de aanschafwaarde van de scooter is niet meer te zien op de balans. Is er een mooiere manier?

6 Stel: afschrijving = € 500 (percentage van de aanschafwaarde: 14,3%)
Balans Scooter € 3.500 Afschrijving scooter € € 3.000 E.V € 3.000 boekwaarde Dit wordt ook wel liquiditeitsbalans genoemd Voordeel: meer informatie: aanschafwaarde, afschrijvingen en boekwaarde zijn direct te zien. Balansmutatie/ journaalpost: afschrijvingskosten € 500 Aan afschrijving scooter € 500 Correctie op de oorspronkelijke waarde

7 20% van de aanschafwaarde Afschrijving jaar 1 20% van 10.000 = € 2.000
Stel machine € Afschrijven in 5 jaar 20% van de aanschafwaarde Afschrijving jaar 1 20% van = € 2.000 Afschrijving jaar 2 Afschrijving jaar 3 Afschrijving jaar 4 Afschrijving jaar 5 Geen restwaarde Stel machine € Afschrijven in 5 jaar: 20% van de boekwaarde Afschrijving jaar 1 20% van = € 2.000 Afschrijving jaar 2 20% van = € 1.600 Afschrijving jaar 3 20% van = € 1280 Afschrijving jaar 4 20% van = € 1.024 Afschrijving jaar 5 20% van = € 819,20 Restwaarde = € 3.276,80 – ( ,20)

8 Stel: na een jaar verkoop je je scooter voor € 3.150
Je krijgt er meer voor dan de boekwaarde (€ 3.000)  Je maakt winst op de verkoop van de scooter

9 Stel: na een jaar verkoop je je scooter voor € 3.150
Je krijgt er meer voor dan de boekwaarde (€ 3.000)  Je maakt winst op de verkoop van de scooter Kas € 3.150 Afschrijving scooter € Aan scooter € 3.500 Aan resultaat scooter € 150 Kas € 3.150 E.V € 3.150

10 Resultatenbegroting (Kosten en Opbrengsten) Liquiditeitsbegroting (Ontvangsten en Uitgaven) Aanschaf vaste activa Nee, bij de aanschaf worden geen kosten geboekt Ja, er wordt op een bepaald moment betaald Afschrijvingen Ja, het zijn elke periode kosten Nee, er wordt niets betaald