Download de presentatie
GepubliceerdFerdinand Smeets Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
14 februari 2014 Ondernemersplan - Financieel plan
2
Het financiële gedeelte van het ondernemersplan bestaat uit drie gedeelten:
investeringsplan = Hoeveel geld heb ik nodig financieringsplan = Hoe kom ik aan het geld exploitatiebegroting = Hoe zien mijn kosten en opbrengsten eruit
3
Het investeringsplan In het investeringsplan komt te staan wat je nodig hebt voor je bedrijf. De bezittingen worden opgedeeld in: - Vaste activa - Vlottende activa - Liquide middelen
4
Vaste activa Vaste activa zijn bezittingen die langer dan een jaar mee gaan. Voorbeelden zijn: - huisvesting (bijv. bedrijfspand) - inventaris - gereedschap - vervoermiddelen
5
Vlottende activa Vlottende activa zijn bezittingen die korter dan een jaar mee gaan. Voorbeelden zijn: - debiteuren - voorraad - aanloopkosten - voorfinanciering btw Op de investeringsbegroting mag je de voorraad als totaalpost noteren. Eventueel kun je op een extra bladzijde de voorraad uitsplitsen.
6
Liquide middelen Liquide middelen is geld dat op je bankrekening staat (giraal) of zich in je kas bevindt (chartaal). Om te kunnen kopen en verkopen is een bepaalde geldvoorraad op je bankrekening handig. Als je op markten e.d. gaat staan, moet je ook wisselgeld in e kas hebben.
7
Investeringsbegroting (voorbeeld)
Vaste activa € 0,- Vlottende activa € 0,- Voorraad € 600,- Debiteuren € ,- Voorgefinancierde btw € 126,- Aanloopkosten € 125,- +/+ Liquide middelen € 851,- Kas € ,- Bank € 100,- +/+ € 124,- +/+ Totaal te investeren € 975,-
8
Financieringsplan Uit je investeringsbegroting wordt duidelijk hoeveel geld nodig is om je bedrijf te starten. De volgende stap is om dit geld bij elkaar te krijgen! In het ‘gewone’ leven moet je denken aan: - eigen (spaar)geld = Eigen Vermogen - lening van bank en/of familie = Vreemd Vermogen
9
Financieringsplan Bij Jong Ondernemen bestaat je hele investeringsbedrag uit aandelenkapitaal. Je verkoopt aandelen voor € 15,- per stuk. Als je het totale investeringsbedrag deelt door € 15,- , dan weet het aantal aandelen dat minimaal verkocht moet worden. (maximum verkoop is 150 aandelen)
10
Financieringsplan In ons voorbeeld hadden we een investeringsbedrag van € 975,- Dus: € 975,- / 15 = 65 aandelen. De berekening van het aantal aandelen neem je op in je ondernemersplan als financieringsplan.
11
Exploitatiebegroting
In de exploitatiebegroting geef je aan wat je denkt dat gedurende het bestaan van je company de opbrengsten en kosten zullen zijn. Aan de hand daarvan kun je de toekomstige winst voorspellen. Ook kun je uitrekenen hoeveel producten je minimaal moet verkopen om je kosten weer terug te verdienen.
12
Exploitatiebegroting
Omzet = aantal te verkopen producten x verkoopprijs Inkoopkosten = aantal te verkopen producten x inkoopprijs Bruto winst = omzet - inkoopkosten Nettowinst (voor belasting) = bruto winst - exploitatiekosten
13
Exploitatiebegroting (voorbeeld)
Omzet (inclusief btw) € 1.492,50 (150 producten van € 9,95) Btw (21%) € 259,03 -/- Omzet (exclusief btw) € 1.233,47 Inkoopkosten (excl. btw) € 600,- -/- (150 producten van € 4,00) Bruto winst € 633,47
14
Exploitatiebegroting
Om de nettowinst te bepalen wordt de brutowinst verminderd met de exploitatiekosten. (= bedrijfskosten) Voorbeelden van exploitatiekosten zijn: (Let op: je aanloopkosten zijn nu een onderdeel geworden van de exploitatiekosten) Personeelskosten (inclusief loonbelasting) Verpakkingskosten Promotiekosten Reiskosten
15
Exploitatiebegroting
In het financiële plan geef je ook aan hoeveel het (verplichte) uurloon bedraagt, dat alle ondernemers krijgen uitbetaald. Op je exploitatiebegroting maak je een inschatting van alle uren van alle deelnemers van de company, gedurende de hele periode. Dit totaal aantal uren doe keer het uurloon. (inclusief 42% loonbelasting) (De loonberekening/uitbetaling van de ondernemers start vanaf het moment dat de aandeelhouders het ondernemersplan hebben goedgekeurd)
16
Exploitatiebegroting (voorbeeld)
Bruto winst € 633,47 Exploitatiekosten: Personeelskosten (incl. bel.) € 100,- Verpakkingskosten € 50,- Promotiekosten € 75,- Reiskosten € 75,- +/+ € ,-- -/- Nettowinst voor belasting € ,47 (= fiscale winst)
17
Exploitatiebegroting (voorbeeld)
Van je nettowinst moet je 23% vennootschapsbelasting afdragen. Netto winst (voor belasting) € 333,47 Vennootschapsbelasting (23%) € 76,70 -/- Netto winst (na belasting) € 256,77
18
Exploitatiebegroting (overzicht)
Omzet (inclusief btw) € 1.492,50 Btw (21%) € ,03 -/- Omzet (exclusief btw) € 1.233,47 Inkoopkosten (excl btw) € , /- Bruto winst € ,47 Exploitatiekosten: Personeelskosten € 100,- Verpakkingskosten € 50,- Promotiekosten € 75,- Reiskosten € 75,- +/+ € , /- Nettowinst (voor belasting) € ,47 Vennootschapsbelasting (23%) € ,70 -/- Netto winst (na belasting) € ,77
19
Nu kun je ook de verwachte winst per aandeel uitrekenen:
Over 65 aandelen mag je € 256,77 winst verdelen. Dat betekent dus € 256,77 / 65 = € 3,95 winst per aandeel. In procenten: € 3,95 x 100% = 26% winstuitkering. 15
20
Break-even afzet Om quitte te draaien zal je minimaal je exploitatie kosten moeten goed maken. Dit heet break-evenpoint. Je boekt dan geen winst en ook geen verlies. Break-even afzet = exploitatie kosten verkoopprijs - inkoopprijs In ons voorbeeld: € 300 , = stuks. € 8,22 – € 4,00 (Hierbij gaan we ervanuit dat de onverkochte producten retour kunnen, dan wel minimaal de inkooprijs opbrengen)
21
Break-even omzet De break-even omzet bepaal je door de break-even afzet te vermenigvuldigen met de verkoopprijs. 71 producten x € 9,95 = € 706,45 (incl. btw)
22
V R A G E N ?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.