Download de presentatie
1
Interculturele communicatie
2
Wat is cultuur en wat is interculturele communicatie?
Interculturelee communiceren met de zes basiswaarden van Hall Werken met de culturele dimensies van Hofstede Van culturele aanvaring tot culturele synergie Interculturele sensitiviteit als groeiproces
3
laagcontext
4
hoogcontext
6
Hoog/laag http://www.youtube.com/watch?v=-QpLZi1m_aw Verschil!
8
Opdracht Creëer een interactief verhaal met daarin verwerkt de theorie die wordt behandeld tijdens de hoorcolleges. Boek: Interculturele communicatie van ontkenning tot wederzijdse integratie.
9
Synopsis
11
Wat is een synopsis? Voor dit vak maak je een synopsis voor een film, boek, of toneelstuk. Andere woorden voor een synopsis zijn behalve samenvatting, ook wel uittreksel, beknopte weergave, overzicht, korte beschrijving.
12
Het verhaal in een notedop
13
Ovr wie gaat het en waar gaat het over?
14
Welk Genre?
20
Logline Het verhaal in een zin.
De reis van een jongen op zoek naar zijn vader. Bert komt terug in zijn geboorte dorp om een geheim te ontrafelen Een prins op zoek naar ware liefde en vindt die op een heel andere plek dan hij gedacht had. De zin dient de essentie weer te geven van het verhaal.
22
Plot point In televisie en film is een plot point een moment in het verhaal dat het een totaal andere wending kan geven. Het kan van alles zijn van een event tot het ontdekken van een nieuw karakter, of motief in de film.
23
Wat is een synopsis niet
Geen herhaling van jouw verhaal of roman Het is geen reclame tekst Het is geen flaptekst (een flaptekst is de tekst die achterop een boek staat en waar het begin van het verhaal in het kort beschreven wordt)
24
SCHRIJFTRAJECT
25
SCENARIOSCHRIJVEN = STRUCTUREREN
26
Van logline tot outline Van outline tot synopsis
THE WRITING FLOW Formulering idee Toetsing idee Van idee tot logline Van logline tot outline Van outline tot synopsis
27
SCENARIOSCHRIJVEN = STRUCTUREREN
IDEE > THEMATIEK, GENRE LOGLINE > VERHAAL(TJE) > SYNOPSIS KARAKTERISERING (KARAKTEREIGENSCHAPPEN EN MOTIVERING) DRAMATISERING (KARAKTERS OP ELKAAR BETREKKEN) DOEL EN MOTIEF, VERTELPERSPECTIEF EN PLOT MINI-TREATMENT (EERSTE FASE STRUCTURERING)
28
THEORIE | SYD FIELD | 3-AKTEN-OPZET
29
SCENE * Eenheid van plaats, tijd en handeling.
* Begint met scenehoofding: duiding van plaats en tijd. PLAATS: waar de scene zich afspeelt, op welke lokatie. TIJD: wanneer de scene zich afspeelt. HANDELING: wat er in de scene gebeurt, ofwel: de actie (handeling).
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.