Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
De scheidende Ondernemer
Enkele gevolgen voor de inkomstenbelasting mr. Annamarie Majoor
2
Inhoud Partnerregeling Huwelijksvermogensrecht
Scheiding en Winst uit onderneming Scheiding en Winst uit aanmerkelijk belang Scheiding en TBS Scheiding en Pensioen
3
Partner regeling Art 5a AWR
Niet van tafel en bed gescheiden Echtgenoten Ongehuwde Samenwoners die een notarieel samenlevingscontract hebben A en B zijn getrouwd maar leven duurzaam gescheiden. B woont samen met C en heeft een samenlevingscontract. In maart wordt verzoek echtscheiding ingediend. In september is echtscheiding formeel rond Gehuwden hoeven niet op hetelfde adres ingeschreven te staan. Lattende echtgenoten kwalificeren nog steeds als partners voor deze regeling. Samenwoners daarentegen kwalificeren pas als partners als ze een samenlevingscontract hebben en op hetzelfde adres staan ingeschreven in het GBA Als in maart 2013 het echtscheidingsverzoek wordt ingediend, dan zijn A en B tot dat moment partners. Daarna kan B geen partner zijn met C omdat hij nog getrouwd is. Vanaf sept is hij partner van C
4
Geldt ook bij einde partnerschap
Partner in de loop van het jaar? Dan ook partner in de eerste maanden als men op hetzelfde adres staat ingeschreven. Geldt ook bij einde partnerschap Man en vrouw zijn gehuwd, wonen in hetzelfde huis maar leven duurzaam gescheiden.Eind 2012 verzoek echtscheiding ingediend, in aug 2013 echtscheidingsbeschikking. Man en vrouw wonen ongehuwd samen. In maart 2013 verbreken ze hun notarieel samenleveingscontract. Verder varandert er niets Eerste voorbeeld: ze blijven partners Tweede voorbeeld: ze blijven partners Kan natuurlijk wel allerlei andere fiscale gevolgen hebben. Want bij eerste voorbeeld is de huwelijksgemeenschap inmiddels verdeeld en dat heeft misschien wel allerlei gevolgen voor de eigen woning regeling
5
Partnerregeling art 1.2 IB
Op hetzelfde adres ingeschreven én: Samen een kind Kind van de ander erkend Opgenomen in pensioenregeling Samen eigendom woning (hoofdverblijf) Op woonadres ook kind ingeschreven van ten minste een van beiden tenzij er een zakelijke huurovereenkomst is In het voorafgaande kalenderjaar reeds partner
6
Voorbeelden A en B hebben in mei 2012 verzoek echtscheiding ingediend, maar blijven in hetzelfde huis wonen. In augustus 2013 wordt de echtscheiding definitief. Medio 2016 verhuist de man naar een huurwoning. Man en vrouw wonen ongehuwd samen. Hun samenlevingscontract wordt in maart 2012 ontbonden Zelfde voorbeelden als net voor de AWR. Hier zie je dat de IB regeling nog verder gaat. Voor de AWR bleven ze in het jaar waarin het partnerschap werd ontbonden nog partners, maar op grond van de rgeling dat ze het voorgaande jaar partners waren én nog steeds op hetzelfde adres staan ingeschreven, blijven ze partners tot het moment dat een van beiden het huis verlaat.
7
Man en vrouw zijn getrouwd maar wonen al jaren duurzaam gescheiden
Man en vrouw zijn getrouwd maar wonen al jaren duurzaam gescheiden. Hebben beiden hun eigen woning. Tot 2011 kwaificeerden ze niet als partner, want ze leefden duurzaam gescheiden. Maar miv 2011 kwalificeren ze weer wel als partner.
8
Huwelijksvermogensregime
Algehele gemeenschap van goederen Huwelijkse voorwaarden Koude uitsluiting Beperkte gemeenschap Periodiek verrekenbeding Finaal verrekenbeding Algehele gemeenschap van goederen. Alles gemeenschappelijk, uitz uitsluitingsclausule en verknochte goederen Koude uitsluiting: helemaal geen gemeenschap van goederen, alles blijft pive. Evt uitz: pensioen Beperkte gemeenschap:er is een prive deel en een gemeenschappelijk deel, bijv inboedel of woning Verrekenbedingen verzachten de huwelijkse voorwaarden Periodiek: Je spreekt over een periodiek verrekenbeding (of Amsterdams verrekenbeding) als aan het einde van elk jaar het resterende saldo op de en/of rekening eerlijk wordt verdeeld. Bij het periodiek verrekenbeding kiezen jullie ervoor de privé-vermogens gescheiden te houden en de inkomsten uit arbeid aan het einde van elk jaar te verrekenen. Die verrekening is gebaseerd op de gezamenlijke en/of rekening, waarop alle inkomsten uit arbeid worden gestort en waarvan de vaste lasten worden betaald. Finaal:Bij een scheiding of een overlijden verdeel je dan het gezamenlijke vermogen volgens dezelfde methode die je ook had toegepast als je in gemeenschap van goederen getrouwd was geweest. Een aantal zaken kun je buiten deze verdeling houden. Zoals het vermogen dat je voor het huwelijk al had en het vermogen dat je geërfd hebt of dat je op een andere manier geschonken is. Je kunt overigens ook gebruikmaken van het finaal verrekenbeding als je je tijdens je huwelijk niet aan het periodiek verrekenbeding hebt gehouden. Sterker nog, de rechter zal je daartoe veroordelen als je dat niet gedaan hebt. Je kunt dus de volgende situatie krijgen.
9
Periodiek verrekenbeding
Partijen verdelen periodiek onverteerd gebleven inkomsten Inkomsten? Afhankelijk van afspraken. Bijv arbeidsinkomsten, rente, dividend, winst uit onderneming DGA: opgepotte winsten? Niet uitgevoerd? Dan bij einde huwelijk alsnog verrekening
10
voorbeeld Hans en Pauline zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Er is gekozen voor koude uitsluiting met een periodiek verrekenbeding. Inkomsten uit arbeid worden, na verrekening van de kosten van de huishouding, bij helfte verdeeld. Hans had bij aanvang van het huwelijk een vermogen van € en het vermogen van Pauline bedroeg bij aanvang van het huwelijk € Na 15 jaar huwelijk besluiten ze om te gaan scheiden. Ze hebben tijdens het huwelijk nooit periodiek afgerekend. Hans heeft aan het einde van het huwelijk een vermogen van € en het vermogen van Pauline aan het einde van het huwelijk is € Het blijkt onmogelijk om gegevens terug te halen om alsnog alle jaren de periodieke verrekening met terugwerkende kracht uit te voeren. Nu wordt gesteld dat de aanwas van het vermogen tijdens het huwelijk voor 50% aan beide partners toekomt. Het vermogen van Hans is tijdens het huwelijk met € toegenomen, het vermogen van Pauline is tijdens het huwelijk met € toegenomen. In totaal is het vermogen tijdens het huwelijk dus met € toegenomen. Ieder heeft hier voor 50% recht op. Pauline heeft dus een vordering op Hans van € , als gevolg van het niet uitvoeren van het periodieke verrekenbeding.
11
Finaal verrekenbeding
Partijen komen bijv. overeen om bij het einde van het huwelijk ieders vermogen zo te verdelen als ware er een gemeenschap van goederen Werking kan beperkt worden tot einde huwelijk door overlijden
12
Voorbeeld Erik en Petra zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Ze hebben gekozen voor koude uitsluiting met een finaal verrekenbeding bij scheiden en overlijden. Op enig moment besluiten Erik en Petra om te gaan scheiden. Erik heeft op dat moment een vermogen van € en Petra heeft op dat moment een vermogen van € Er wordt nu gedaan alsof er een gemeenschap van goederen was (let op: er ontstaat niet echt een gemeenschap van goederen). Ieder zou bij een gemeenschap van goederen recht hebben op de helft van het totale gezamenlijke vermogen. Dat zou dus in deze situatie totaal € zijn, waarbij ieder recht heeft op € Erik moet dus naar aanleiding van de scheiding nog € aan Petra betalen.
13
Huwelijksvermogenrecht miv 1-1-2012
Veranderingen: Informatieplicht Aangaan/wijzigen hv zonder rechter Ontbinding vanaf moment indienen verzoek 4. Beide echtgenoten zijn bestuursbevoegd voor zaken niet op naam 5. Beleggingsleer: rendementen op eigen vermogen vallen niet in de gemeenschap Partijen zijn voortaan verplicht elkaar te informeren over het eigen vermogen en het bestuur daarvan. Geen verantwoording, enkel informeren Bij het aangaan of wijzigen van de huwelijkse voorwaarden staande het huwelijk komt de rechter er niet meer aan te pas, de notaris kan alles regelen Tot 2012 was het moment van inschrijving van de echtscheiding in de basisadministratie doorslaggevend. Nu dus al vanaf het moment van indienen van het verzoek. Let wel, dit heeft ook fiscale gevolgen voor bijvoorbeeld termijnen van doorschuifregelingen. Bijv doorschuiven ab claim; nu moeten de aandelen binnen twee jaar na ontbinding overgaan Staan zaken op naam, dan is degene op wiens naam het staat bestuursbevoegd. Geldt niet voor huwelijkse voorwaarden Voorbeeld; A krijgt schenking met uitsluitingsclausule van Na tien jaar is dit dan is dit alleen van A
14
Vergoedingsrechten Introductie beleggingsleer (Art 1.87 BW)
“indien een echtgenoot ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot een goed dat tot zijn eigen vermogen zal behoren, verkrijgt of indien ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot een schuld ter zake van een tot zijn eigen vermogen behorend goed wordt voldaan of afgelost, ontstaat voor de eerstgenoemde echtgenoot een plicht tot vergoeding”.
15
Dat vergoedingsrecht ‘beloopt een gedeelte van de waarde van het goed op het tijdstip waarop de vergoeding wordt voldaan’. Ofwel de echtgenoot/schuldeiser heeft geen nominale vordering, maar een aan de waarde van het goed gekoppelde verbintenisrechtelijke aanspraak jegens de andere echtgenoot, die gerechtigd is tot dat goed.
16
Voorbeelden A koopt een woning voor euro en betaalt hiervan euro uit eigen privémiddelen en euro uit door zijn echtgenoot B beschikbaar gestelde privémiddelen. De woning wordt eigendom van A. De andere echtgenoot (B) heeft recht op een vergoeding, die ingevolge artikel 1:87 lid 2 onder a BW gelijk is aan een kwart van de waarde van de woning op het tijdstip waartegen de vergoedingsvordering wordt afgerekend. Indien A na tien jaar overgaat tot vergoeding en de waarde van de woning dan 1 miljoen euro bedraagt, is de vergoeding voor B euro. Indien A echter al na twee jaar tot voldoening was overgegaan en de waarde van de woning toen gedaald was tot euro, had B slechts recht op euro vergoeding.
17
voorbeeld A en B zijn op huwelijkse voorwaarden gehuwd. A leent B € 250,000 voor de aankoop van een tweede woning op zijn naam. Tot 2012 had A recht op terugbetaling € 250,000 Vanaf 2012 recht op waardeontwikkeling pand (positief en negatief)
18
Woning is €350,000 waard geworden.
A heeft recht op € 350,000 Woning is € 150,000 waard geworden. A heeft recht op € 150,000
19
Verkrijgt hierdoor het economisch eigendom van 1/6 woning?
A heeft bedrijfspand van € 200,000. Verbouwing pand € 100,000. Betaalt zelf € en krijgt van B ook € Verkrijgt hierdoor het economisch eigendom van 1/6 woning? Overdrachtsbelasting? TBS? (verschil tussen oude regeling en regeling vanaf 2012 Nee, goedkeuring Staatssecretaris dat heffing OVB achterwege kan blijven. Zou bijv ook kunnen als er verrekenbedingen worden aangegaan door aangaan of wijzigen huwelijkse voorwaarden. Of zelfs als samenwoners afspraken maken over verrekenbedingen waarmee economisch eigendom over zou gaan….
20
Gevolgen bij scheiding?
A en B gaan scheiden. Door verzoek echtscheiding geen partner meer, dus einde tbs. Pand is inmiddels €480,000 waard. B heeft recht op 1/6, dus € 80000 Afrekenen??
21
Onduidelijkheid Art 1:87 BW
Prof. mr. dr. P.G.H. Albert WFR 2012/678 Indirect economisch belang / geen goederenrechtelijke werking mr. dr. N.C.G. Gubbels WPNR 2012/6913 p.12 Direct economisch belang Interessante discussie. Hoe ver gaat de beleggingsleer? Albert verwijst naar de jurisprudentie over Zou fijn zijn als er vanuit de wetgever duidelijkheid zou komen
22
Geld gebruikt voor investering?
Met toestemming echtgenoot? Dan beleggingsleer Geen toestemming? Beleggingsleer, maar nooit minder dan nominaal bedrag Partijen kunnen beleggingsleer uitsluiten. Leg dit (zo nodig notarieel) vast! Kan heel vervelend uitpakken. Stel dat A een bedrag van € 50,000 krijgt van B om een tweede huis aan te schaffen, maar hij koopt er aandelen mee. En vervolgens dalen de aandelen tot € 10,000. Dan kan A dit verlies niet afwentelen op B
23
Goed uit elkaar houden Huwelijksgemeenschap Verrekenbeding
Moet bij scheiding verdeeld worden Verrekenbeding Alleen verbintenisrechtelijke aanspraak Vergoedingsrechten beleggingsleer
24
Scheiding en winst uit onderneming
Meewerkende partner Meewerkaftrek vervalt Partner als werknemer Ontbinden arbeidsovk Evt overdracht (deel) onderneming (art 3.59) Gevolgen ondernemer Gemeenschap van goederen Huwelijkse voorwaarden
25
Onderneming valt in een huwelijksgemeenschap
Gevolgen duurzaam gescheiden gaan leven Eenmanszaak Geen fiscale gevolgen Man-vrouw vennootschap Man gaat alleen met de onderneming door. Vrouw draagt haar onderneming over aan de man. Afrekenen? Toepassen art. 3.63? Als de vrouw stopt als ondernemer omdat partijen uit elkaar gaan, dan staakt zij haar onderneming. Als dit gebeurt voordat de huwelijksgemeenschap wordt ontbonden (dat is wanneer het echtscheidingsverzoek wordt ingediend), is het de vraag of er afgerekend moet worden of dat er een doorschuifmogelijkheid is. Nu de ontbinding van de huwelijksgemeenschap wel gefacilieerd wordt neem ik aan dat in dit geval art 3,63 van toepassing kan zijn. Voorwaarden art 3,63 is 36 maanden en overdragen aan voortzetter.
26
Ontbinding en verdeling huwelijksgemeenschap
Eenmanszaak Art 3.59 lid 1 fictieve overdracht Art 3.59 lid 2 verplichte doorschuiving: heffing blijft achterwege Drie mogelijkheden: Toedeling aan ondernemer Toedeling verdeeld tussen echtelieden Toedeling aan echtgenoot (niet-ondernemer)
27
Toedeling aan ondernemer zelf
Art 3.59 Fiscaal geruisloos Maar bij verdeling moet de ondernemer wel tegen de WEV afrekenen met zijn echtgenoot. Rekening houden met latente belastingclaim Overbedelingsschuld. Is dit een ondernemingsschuld? HR: nee, want fiscale positie wijzigt niet.
28
Toedeling aan beiden Als echtgenoot de onderneming als ondernemer gaat voortzetten, art 3.59 voor deel dat krachtens huwelijksvermogensrecht toekomt Meer dan de helft naar echtgenoot: oorspronkelijke ondernemer moet afrekenen over meerdere
29
Toedeling aan echtgenoot
Art 3.59 doorschuiving voor helft ondernemingsvermogen, over andere helft afrekenen Overbedelingsschuld voor echtgenoot is ondernemingsvermogen; fiscale positie wijzigt wel
30
Man-vrouw vennootschap
Iedere vennoot behoudt zijn firma aandeel Geen fiscale gevolgen Evt. een van beiden stille vennoot Evt. rechtsvorm wijzigen in CV Geen fiscale gevolgen, wel aanpassing vennootschapsovereenkomst
31
Man-vrouw vennootschap
Onderneming wordt volledig toebedeeld aan één vennoot Einde samenwerking vóór ontbinding hg: Zelfde als bij eenmanszaak Einde samenwerking ná ontbinding hg: Eerst art 3.59, daarna art 3.63 Evt. schuld is ondernemingsschuld
32
FOR Bij art 3.59 ook doorschuiving FOR
Bij art 3.63 alleen als FOR overgaat op partner Let op! Beëindiging samenwerking nadat men gescheiden is gaan leven en echtscheidingdverzoek is ingediend? Geen partners meer, dus afrekenen over FOR Naar CV? Afrekenen over FOR voorzover dat meer is dan OV
33
Onderneming valt niet in een gemeenschap
Economisch belang Gevolgen? Bijv. geld investeren in onderneming als zodanig Medegerechtigde? Bijv. geld investeren in verbouwing bedrijfspand TBS? Bij scheiding afwikkeling economisch belang Doorschuifregeling? Het is nog steeds onduidelijk in hoeverre de beleggingsleer van art 1,87 gevolgen heeft voor bijv de winst uit onderneming. Als een echtgenoot investeert en medegerechtigde wordt, dan is er bij scheiding geen doorschuifregeling. Stel dat de echtgenoot investeert in de verbouwing. Wordt hij dan economisch eigenaar van dat deel van het pand. Verdwijnt dat deel dan van de belans van de onderneming. Afrekenen?
34
Koude uitsluiting Elke gemeenschap uitgesloten, geen enkele verrekening? Als de situatie ongewijzigd blijft (ondernemer houdt volledige onderneming) dan heeft dit geen fiscale gevolgen Onderneming wordt na de scheiding (mede) voortgezet door echtgenoot-niet ondernemer? Dan geen doorschuifmogelijkheid ex art 3.59
35
Wel wenselijk? Dan staande huwelijk beperkte gemeenschap aangaan voor ondernemingsvermogen.
In dat geval kan er bij scheiding de helft van het ondernemingsvermogen geruisloos doorgeschoven worden (art 3.59)
36
Man-vrouw vennootschap
Overdracht firma-aandeel kan geruisloos ogv art 3.63. 3-jaarstermijn geldt dan niet Wel afrekenen over FOR (kan alleen aan partner worden overgedragen)
37
Verrekenbeding Overdracht (deel) onderneming door verrekenbeding? Dan geen art 3.59 Voorwaarde art 3.59 is dat een huwelijksgemeenschap wordt ontbonden Evt schuld is geen ondernemingsschuld, maar box 3
38
Scheiding en aanmerkelijk belang
Wanneer AB? Al dan niet tezamen met partner voor minimaal 5% aandeelhouder Meesleep- en meetrekregeling A en B bezitten elk 4% aandelen in BV Z. Gehuwd, koude uitsluiting. A en B zijn beiden ab-houder
39
Invloed huwelijksvermogensrecht
Voor partners geldt samentelbepaling Gekozen huwelijksgoederenregime bepaalt wie ab-houder is Gemeenschap van goederen: beiden ab-houder Huwelijkse voorwaarden: alleen degene die de aandelen bezit Gevolgen trouwen? Op grond van huwelijksvermogensrecht kan de echtgenoot ab-houder worden. Dit itt het objectieve ondernemerschap van art 3.4 IB
40
X is 100% ab-houder van BV X. Gaat trouwen in gemeenschap van goederen
Art 4.16 lid 1 , e vervreemding 50% aandelen Art 4.17 neemt vervreemding terug Art 4.39 verkrijgingsprijs wordt doorgeschoven Art 4.38 afrekenen op verzoek Art 4.22 waarde aandelen wev Trouwen buiten gemeenschap van goederen heeft voor de abhouder geen gevolgen. Ook aankoop ab aandelen staande huwelijk heeft geen gevolgen. Alleen eigen aandelen tellen!
41
X en Y gaan trouwen, koude uitsluiting
X heeft 50% aandelen BV Z Y heeft 3% aandelen BV Z X en Y gaan trouwen, koude uitsluiting Y was geen ab-houder, wordt dat nu door het huwelijk wel.
42
Einde van fiscaal partnerschap
Verzoek om echtscheiding ingediend en niet meer op hetzelfde adres ingeschreven= einde fiscaal partnerschap. Samentelbepaling telt niet meer Kan leiden tot fictieve vervreemding A en B buiten gemeenschap gehuwd. A heeft 98% van aandelen, B heeft 2%. A en B zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. A en B bezitten ieder 3% aandelen BV X. Vorige voorbeeld, beiden 4% aandelen. Beiden geen ab-houder meer
43
Fictieve vervreemding
Verschil tussen verkrijgingsprijs en WEV aandelen is belast Op verzoek blijft afrekening achterwege (art 4.40) Fictief AB-houder kan zelf afrekenmoment kiezen Zodra is afgerekend behoren de aandelen tot box 3 Ook verlies uit ab-mogelijk
44
Gemeenschappelijk inkomensbestanddeel
Inkomen uit ab is gemeenschappelijk inkomensbestanddeel, vrije toerekening tussen partners Geen partner meer, dan geen samentelbepaling meer Wel keuze voor partnerschap in jaar van einde partnerschap (art 2.17 lid 7)
45
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap
Verzoek tot echtscheiding leidt tot ontbonden gemeenschap Vervreemding als de verdeling afwijkt van gerechtigdheid tot huwelijksgoederengemeenschap X en Y waren in gemeenschap van goederen getrouwd X krijgt alle ab-aandelen toebedeeld? Dan vervreemding van Y aan X Waardebepaling aandelen kan behoorlijk ingewikkeld zijn en vooral ook tot veel discussie leiden
46
Doorschuifregeling Art 4.17 neemt bij een verdeling de vervreemding terug als: De verdeling binnen twee jaar na het ontbinden van de huwelijksgoederengemeenschap heeft plaatsgevonden Er geen sprake is van sfeerovergang
47
Verdeling binnen twee jaar
Onbinding huwelijksgemeenschap op moment dat verzoek tot echtscheiding wordt ingediend. Dat was voor 2012 het moment dat de echtscheiding werd ingeschreven Let dus op de termijn! Op verzoek is verlenging van de termijn mogelijk, bijv overmacht of bij uitblijven standpunt Belastingdienst over waardebepaling aandelen. Aan twee jaarstermijn is voldaan als er sprake is van een partiele verdeling Sfeerovergang : aandelen gaan tot een ondernemingsvermoge behoren of de aandelen worden toebedeeld aan In het buitenland wonende echtgenoot
48
Afrekenen op verzoek Art Gezamenlijk verzoek indienen Bijvoorbeeld als er sprake is van een verlies uit ab, of als er nog te verrekenen verliezen zijn Kiezen voor afrekenen betekent geen recht op enige uitstel- of kwijtscheldingsfaciliteit Uistel- of kwijtscheldingsfaciliteit : bijv bij vervreemding aan in buitenland wonende partner, dan conserverende aanslag met na 10 jaar vrijval
49
Overbedelingsschuld Als de overbedelingsschuld is toe te rekenen aan de verkregen aandelen, dan is de rente over deze schuld in box 2 aftrekbaar. De overbedelingsvordering valt in box 3 Zijn er ook nog andere zaken verdeeld, dan pro rata toerekenen
50
Huwelijkgemeenschap AB:
Huis € Hypotheek € AB-aandelen € Tweede woning € A krijgt huis/hypotheek, B krijgt AB-aandelen en tweede woning. Overbedelingsschuld B waarvan 2/3 toe te rekenen is aan de ab-aandelen
51
Huwelijkse voorwaarden en verrekenbedingen
X heeft 100% aandelen BV Z. Getrouwd met Y op huwelijkse voorwaarden met een finaal verrekenbeding Einde huwelijk: Y heeft recht op waardeverrekening van de ab-aandelen. Wordt zij hierdoor ab-houder? Nee, onderdelen 4.6 en 4.8 Besluit BLKB2012/101M Ook ingeval de andere echtgenoot ingevolge het verrekenbeding jaarlijks of na ontbinding van het huwelijk recht heeft op verrekening van de waardeaangroei van de aandelen, wordt deze dus niet als aanmerkelijkbelanghouder aangemerkt.
52
De overdracht van ab-aandelen aan de andere echtgenoot is een gewone vervreemding en dus belast
Dit geldt dus ook als de aandelen worden overgedragen om te voldoen aan de verrekeningsvordering Art is niet van toepassing Wel evt uitstel van betaling (art 25 lid 9 IW)
53
Afrekenen voorkomen? Voor echtscheiding een beperkte huwelijksgoederengemeenschap aangaan voor de ab-aandelen Art 4.17 overgang krachtens huwelijksvermogensrecht is geen vervreemding Deze wijziging kan sinds 1 januari 2012 door notariële akte
54
Scheiding en TBS Alleen TBS als er sprake is van verbonden persoon:
De partner Het minderjarig kind Bij OTBS ook alle bloed- en aanverwanten in de rechte lijn Als de belpl het minderjarige kind is dan zijn zijn ouders, hun partners (aanverwantschap) en diens minderjarige kinderen verbonden personen
55
Einde TBS Bij echtscheiding vooral omdat er geen sprake meer is van verbonden persoon Eindafrekening Onder bepaalde voorwaarden belastingclaim doorschuiven (art. 3.98d)
56
Mogelijkheden TBS aan ondernemer (3.91) TBS aan ab-vennootschap (3.92)
Partner/mv-firma Geen partner TBS aan ab-vennootschap (3.92) eigendom vermogensbestanddeel (wel of niet in huwelijksgemeenschap) Wie is ab-houder?
57
Art. 3.91 Indienen echtscheidingsverzoek/apart gaan wonen
Geen verbonden persoon meer, dan einde tbs Afrekenen Verzoek om uitstel van betaling (art 25 lid 14 IW) Vermogensbestanddeel gaat naar box 3 Verdelen huwelijksgemeenschap Heeft geen fiscale gevolgen Als partijen gaan scheiden en geen partners meer van elkaar zijn kan dat gevolgen hebben voor henzelf (als zij vermogen ter beschikking stellen) maar ook voor anderen, namelijk als aan hen vermogen ter beschikking wordt gesteld.
58
TBS aan ondernemer/niet partner
A en B zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Ze hebben een pand dat tegen een te lage prijs aan de onderneming van hun kind ter beschikking wordt gesteld=OTBS. Beiden voor de helft tbs Partijen gaan scheiden, verzoek ingediend en gaan apart wonen Gevolgen?
59
Art. 3.95 jo art 3.59 overdracht van de helft
Lid 2 neemt overdracht terug als deze wordt voortgezet Als dan later de huwelijksgemeenschap wordt verdeeld en alles wordt toebedeeld aan A, dan is de helft van B’s aandeel geruisloos doorgeschoven. Maar de ander helft niet! Dus afrekenen over ¼ van het totale pand
60
huwelijkse voorwaarden
Koude uitsluiting Bij ontbinding huwelijk: Einde verbonden personen, afrekenen, geen doorschuifregeling, betalingsregeling, naar box 3 Finaal verrekenbeding Bij verdeling ogv verrekenbeding: geen gevolgen
61
TBS aan AB-vennootschap
Gevolgen bij scheiding afhankelijk of ab-aandelen tot een huwelijksgemeenschap behoren. Na indiening echtscheidingsverzoek telt namelijk alleen nog het eigen ab-bezit Stel A en B hebben ieder 4% ab-aandelen. Tijdens huwelijk samentelbepaling, dus beiden ab-houder. Na scheiding ieder 4%, dus geen ab-houder meer en dus ook einde tbs
62
Voorbeelden Gevolgen bij ontbinding huwelijk?
Pand en ab-aandelen behoren tot huwelijksgemeenschap Pand behoort tot huwelijksgemeenschap, ab-aandelen tot privévermogen man. AB-aandelen behoren tot huwelijksgemeenschap, pand tot privévermogen man Gevolgen bij ontbinding huwelijk?
63
Artikel 3.98d Verdeling huwelijksgemeenschap waartoe ter beschikking gesteld vermogensbestanddeel behoort binnen twee jaar na ontbinding huwelijksgemeenschap, is gewen vervreemding mits: Tbs wordt voortgezet Afrekenen op verzoek
64
Verdeling huwelijksgemeenschap (pand en aandelen in gemeenschap)
Aandelen en pand worden volledig aan man toebedeeld Geen fiscale gevolgen Aandelen worden aan de man en pand aan de vrouw toebedeeld Geen artikel 3.98 want vrouw zet tbs niet voort (zij is geen ab-houder meer) Aandelen en pand worden bij helften verdeeld Als r ten tijde van het indienen van het verzoek al afgerekend is, dan zit het pand al in box 3 en is er geen belaste vervreemding. Voor degene die nu zowel de aandelen als het pand heeft, ontstaat er weer een tbs.
65
Verdeling huwelijksgemeenschap alleen pand valt in gemeenschap ab-aandelen privé vermogen man)
Toedeling pand aan man Vrouw had bij indienen verzoek echtscheiding al afgerekend. Box 3 Toedeling pand aan vrouw Man moet afrekenen. Geen art 3.98d omdat de vrouw de tbs niet voortzet.
66
Verdeling huwelijkgemeenschap ab-aandelen valt in gemeenschap, pand is privé vermogen man
Aandelen worden toebedeeld aan man Geen gevolgen, hij blijft de tbs voortzetten Aandelen worden toebedeeld aan de vrouw Man is geen ab-houder meer, einde tbs, afrekenen
67
Ongehuwd samenwonenden
Samenwoning beëindigd? Geen verbonden personen meer: Afrekenen, geen doorschuifregeling, betalingsregeling Als de samenwoner zelf ook ab-houder is, dan heeft de verbreking van de samenwoning geen gevolgen
68
Echtscheiding en pensioen
Boon/Van Loon arrest (HR NJ 1982,503) Pensioenrechten moeten bij echtscheiding worden verrekend (afhankelijk van huwelijksgoederenregime) Waarde van de aanspraken ten tijde van de echtscheiding (dus ook voorhuwelijkse periode) Slechts recht op waarde desbetreffende deel, niet op pensioen zelf Mogelijkheden: oa contante afrekening, toedeling vermogensbestanddeel, recht op toekomstige uitkering pensioen, lijfrenteverzekering
69
Wet Verevening pensioenrechten bij echtscheiding
Op 1 mei 1995 ingevoerd Regelend recht Huwelijksgoederenregime speelt geen rol Alleen van toepassing op gehuwden Ook pensioen in eigen beheer valt onder Wet VPS Na melding aan uitvoeringsorgaan heeft men recht op deel van elke uit te betalen termijn
70
Artikel 1:94 vierde lid BW Pensioenrechten waarop de Wet VPS van toepassing zijn, vallen niet in de gemeenschap.
71
Conversie Aanspraak op ouderdoms- en nabestaandenpensioen worden omgezet in een ouderdomspensioen op eigen leven In sommige gevallen kan conversie worden afgedwongen (bijv bij leeftijdsverschil van 11 jaar)
72
Pensioen in eigen beheer
Na echtscheiding ongewenst: afhankelijk van de BV van de ex-echtgenoot. Kan afstorting bij verzekeraar worden afgedwongen? JA (HR 9 februari 2007, NJ2007/484) Kan problemen opleveren omdat reserve vaak lager is dan commercieel nodig is. Gelden niet meer aanwezig? Kan leiden tot privé aansprakelijkheid dga Continuïteit van onderneming in gevaar door afstorting? Dan afstorting niet afdwingbaar Hof Den Bosch 15 januari BV was al failliet gegaan. Man stelde dat pensioen n eigen beheer alleen administratief was, er had nooit premie feitelijk gestort. Beslissing: faillissement is onrechtmatige daad, man moest vrouw schaeloosstellen
73
Fiscale gevolgen pensioenverdeling
Aanspraak op pensioenverzekeraar of conversie Overdracht is belaste vervreemding, maar geen sanctie bij vervreemding aan (gewezen) echtgenoot. Uitkeringen belast Aanspraak op ex-echtgenoot Echtgenoot moet deel van zijn uitkering afdragen aan ex-echtgenoot. Aftrekbaar ogv art 6.3 lid 1 onderdeel a Wet IB ,belast ogv art 3.101 Verrekening van pensioenrechten oa: Door som ineens (aftrek art 6.3 lid 1 letter d / belast 3.102, derde lid letter a) Door pensioenafdracht (aftrek art 6.7 / belast art 3.105) Door verhoging alimentatiebetalingen (aftrek als alimentatie / belast als pu) Door storting koopsom lijfrente (aftrek als persgeb aftrek/ lijfrenteregime box 1) Partijen kunnen beslissen op een andere manier dan in de Wet VPS of PW de pensioenaanspraken te verdelen. Bijv de pensioenaanspraken bij de een en toedeling van een ander vermogensbestanddeel bij de ander. Waarom belast? Omdat er inkomsten worden verrekend en geen vermogen. Lijfrente geeft formeel problemen maar ga er vanuit dat het de bedoeling van de wetgever is dat de koopsom aftrekbaar is als onderhoudsverplichting en dus persoonsgebonden aftrek en dat door de verwijzingen in art 6.6 tweede tm vijfde lid het lijfrente regime uit box 1 op de verkregen polis en de afwikkeling daarvan van toepassing is
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.