Download de presentatie
1
be
2
Linkerzijde balans Bezittingen (wat heb je met je geld gedaan)
Activa (synoniem) Investeringsbegroting(wat heb je nodig aan middelen)
3
Vast of vlottend Vaste activa (langer dan een jaar) Grond (slijt niet)
Gebouwen (langer dan een jaar) Inventaris (idem) Auto’s (wordt op afgeschreven) Dpm ( idem)
4
Vlottende activa (korter dan een jaar in org.)
Voorraad (binnen een jaar verkocht) Debiteuren( geld binnen een jaar opeisbaar) Liquide middelen(verzamelnaam voor kas, bank en giro) direct opeisbaar
5
rechterzijde van de balans
Schulden (Eigen vermogen en vreemd vermogen) Creditzijde(synoniem) Passiva (synoniem)
6
Vaste passiva (langer dan een jaar beschikbaar)
Eigen Vermogen (eigen inbreng, of aandelen geplaatst) Vreemd vermogen Lening (looptijd langer dan 1 jaar) Voorzieningen (voor onderhoud dpm) Hypotheek op pand Obligatielening (lening bij vermogensverschaffers; los van banken)
7
Vlottende passiva (korter dan een jaar)
crediteuren (leverancierskrediet) rekening courant krediet (’rood staan’ bij de bank) dividend (uit te keren winst aan eigenaren) belastingen tantièmes (winstbonus personeel)
8
/ Totale activa -/- v v = e.v
Gelijk zien waaraan besteed en waar het geld vandaan komt Geld van familie is geen eigen vermogen Bank= rek.courantkrediet (oftewel lopende rekening)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.