Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdPetra Smit Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Betuigd door een vuurkolom.
2
Exodus 3:2 Daar verscheen hem de Engel des HEREN als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de braamstruik stond in brand, maar werd niet verteerd.
4
Exodus 3:12 Toen zeide Hij: Ik ben immers met u!
5
Exodus 20:19 En zij zeiden tot Mozes: Spreek gij met ons, dan zullen wij horen; maar God spreke niet met ons, opdat wij niet sterven.
6
20 Maar Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, want God is gekomen om u op de proef te stellen, en opdat er vrees voor Hem over u kome, dat gij niet zondigt.
7
Deuteronomium 5:24 Zie, de HERE, onze God, heeft ons zijn heerlijkheid en zijn grootheid getoond, en zijn stem hebben wij gehoord uit het midden van het vuur; op deze dag hebben wij gezien, dat God spreekt met een mens, en dat deze toch in leven blijft.
8
25 Maar nu, waarom zouden wij sterven? Want dit grote vuur zal ons verteren; als wij nog langer de stem van de HERE, onze God, horen, zullen wij sterven.
9
26 Want welke sterveling is er, die de stem van de levende God heeft horen spreken uit het midden van het vuur, zoals wij, en die in leven is gebleven?
10
27 Nader gij en hoor alles wat de HERE, onze God, zegt, en breng gij dan alles aan ons over wat de HERE, onze God, tot u spreekt; dan zullen wij het horen en doen.
11
28 Toen de HERE uw woorden hoorde, terwijl gij tot mij spraakt, zeide de HERE tot mij: Ik heb de woorden van dit volk gehoord, die zij tot u spraken; het is goed, alles wat zij gezegd hebben.
12
29 Och, hadden zij steeds zulk een hart om Mij te vrezen en om al mijn geboden te onderhouden, opdat het hun en hun kinderen voor altoos wel mocht gaan!
13
DE HERE IS ÉÉN! Deuteronomium 6:4 Hoor, Israel: de HERE is onze God;
14
Handelingen 9: 3 En terwijl hij daarheen op weg was, geschiedde het, toen hij Damascus naderde, dat hem plotseling licht uit de hemel omstraalde; 4 en ter aarde gevallen, hoorde hij een stem tot zich zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?
16
5 En hij zeide: Wie zijt Gij, Here? En Hij zeide: Ik ben Jezus, die gij vervolgt. 6 Maar sta op en ga de stad binnen en daar zal u gezegd worden, wat gij doen moet. 7 En de mannen, die met hem reisden, stonden sprakeloos, daar zij wel de stem hoorden, maar niemand zagen.
17
15 Maar de Here zeide tot hem: Ga, want deze is Mij een uitverkoren werktuig om mijn naam te brengen voor heidenen en koningen en de kinderen Israels;
18
Galaten 1: 8 Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.