De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Aangifte successie- en schenkingsrecht in de praktijk Mr. Bert Alink

Verwante presentaties


Presentatie over: "Aangifte successie- en schenkingsrecht in de praktijk Mr. Bert Alink"— Transcript van de presentatie:

1 Aangifte successie- en schenkingsrecht in de praktijk Mr. Bert Alink

2 Onderwerpen Aangifte schenkingsrecht Aangifte successierecht
Wanneer aangifte? Wie doet aangifte? Waarover aangifte Soms aangifte recht van overgang Aangifte successierecht

3 Wanneer schenkingsrecht
Geheven van de waarde van al wat Door schenking wordt verkregen van iemand,die ten tijde van die schenking Binnen het Rijk woonde

4 Begrip schenking Schenking omvat De gift (art. 7: 186, lid 2 BW)
“formele schenking” “materiële bevoordeling” E.e.a. voor zover art. 13 SW n.v.t. De voldoening aan een natuurlijke verbintenis (art. 6:3 BW) Zie echter vrijstelling art. 33, lid 1, 12o SW NIET bevoordeling als gevolg van verwerping nalatenschap

5 Woonplaats Art. 4 AWR Fictieve woonplaats
Naar omstandigheden vast te stellen Fictieve woonplaats Nederlander die binnen 10 jaar na metterwoon verlaten een schenking doet Ieder die binnen een jaar na het metterwoon verlaten een schenking doet

6 Wanneer aangifte schenkingsrecht
Indien schenkingsrecht is verschuldigd Omvang schenking Vrijstellingen Artikel 33 SW Bedrijfsopvolgingsfaciliteit Uitnodiging tot aangifte door inspecteur Aan begiftigde (=belastingplichtige), art. 6 AWR Aan schenker (art. 40 SW) Binnen door inspecteur gestelde termijn (art. 6, lid 3 AWR), maar niet eerder dan twee maanden na einde kalenderjaar van schenking (art. 46 SW)

7 Wie doet aangifte schenkingsrecht
Ieder die is uitgenodigd tot het doen van aangifte (art. 7 AWR) Begiftigde en schenker kunnen gezamenlijk aangifte doen (art. 40, lid 2 SW) In de aangifte moet domicilie worden gekozen (art. 42 SW) Alle correspondentie van de inspecteur wordt naar dit adres gezonden

8 Soms recht van overgang
Schenking door iemand die ten tijde van de schenking niet in Nederland woonde Van binnenlandse vermogensbestanddelen (art. 5, lid 2 SW) Onroerende zaken in Nederland Ondernemingsvermogen in Nederland Rechten op aandelen in de winst van onderneming met leiding in Nederland Niet uit dienstbetrekking Niet uit effectenbezit Op verzoek toch heffing van schenkingsrecht mogelijk

9 Successierecht Geheven van de waarde van al wat
Krachtens erfrecht wordt verkregen Door het overlijden van iemand, Die ten tijde van dat overlijden Binnen het Rijk woonde

10 Wanneer successierecht
Verkrijging krachtens erfrecht Als erfgenaam Als legataris Als lastbevoordeelde Wanneer verkrijger Wettelijk erfrecht Testament Info Centraal Testamentenregister Notaris

11 Wanneer aangifte successierecht
Indien successierecht is verschuldigd Omvang verkrijging Vrijstellingen Artikel 32 SW Bedrijfsopvolgingsfaciliteit Uitnodiging tot aangifte door inspecteur Aan verkrijger (=belastingplichtige), art. 6 AWR Binnen door inspecteur gestelde termijn (art. 6, lid 3 AWR), maar niet eerder dan acht maanden na het overlijden (art. 45 SW)

12 Wie doet aangifte successierecht
Ieder die is uitgenodigd tot het doen van aangifte (art. 7 AWR) Verkrijgers kunnen gezamenlijk aangifte doen (art. 39 SW) Erfgenamen moet ook gegevens verstrekken m.b.t. verkrijgers die geen erfgenaam zijn In de aangifte moet domicilie worden gekozen (art. 42 SW) Alle correspondentie van de inspecteur wordt naar dit adres gezonden

13 Soms recht van overgang
Erflater woonde ten tijde van het overlijden niet in Nederland Erflater heeft binnenlands vermogen nagelaten: Onroerende zaken in Nederland Ondernemingsvermogen in Nederland Op verzoek toch heffing van successierecht

14 Fictieve verkrijgingen
De begrippen schenking en verkrijging krachtens erfrecht schieten soms tekort Daarom uitbreiding belastbaar feit met ficties: artt. 6 t/m 17 Diverse vragen op het aangiftebiljet zijn bedoeld om toepassing van deze bepalingen te beoordelen

15 Voorvragen aangifte Persoonlijke omstandigheden Testament/codicil
Huwelijkse staat/samenwonen Huwelijksgoederenregime Verdeling eerdere nalatenschap (Vooroverleden) Kinderen Overige nakomelingen rechte lijn Testament/codicil

16 Fictieve verkrijgingen
Vraag 13 aangiftebiljet Vergunningen en aanspraken Erflater “bewaarde” goederen voor derden Erflater heeft iets schuldig erkend Erflater heeft tijdens leven vermogen overgedragen Verblijvings-, toedelings- of overnemingsbedingen Schenkingen binnen 180 dagen voor overlijden Levensverzekering en derdenbeding Andere ficties Vraag 14 aangiftebiljet Vruchtgebruik en fidei-commis

17 Fictieve verkrijgingen
Afstand van huwelijksgemeenschap (art. 6 SW) Langstlevende echtgenoot doet namens erflater afstand van zijn aandeel in de huwelijksgoederengemeenschap Kan dat? Gevolgen voor heffing successierecht

18 Fictieve verkrijgingen
Beding bij huwelijksvoorwaarden (art. 7 SW) Schuldigerkenning of kwijtschelding onder voorwaarde van overleving (art. 9 SW) Verblijvings-, toedelings- of overnemingsbeding (art. 11 SW) Samenhang van deze artikelen blijkt uit Art. 9, lid 4 SW Art. 11, lid 5 SW

19 Beding bij huwelijksvoorwaarden (art. 7 SW)
Ziet op verrekeningsbedingen Facultatief of verplicht Wederkerig of eenzijdig Alles wat aan de l.l. meer toekomt dan de helft van de huwelijksgemeenschap wordt geacht te zijn verkregen krachtens erfrecht

20 Schuldigerkenning en kwijtschelding (Art. 9 SW)
Indien tijdens leven een koopoptie is toegekend, uitvoerbaar bij vooroverlijden, wordt het desbetreffende vermogensbestanddeel feitelijk niet verkregen krachtens erfrecht Op grond van artikel 9 toch heffing van successierecht Artikel 9 niet van toepassing bij verblijvings-, overnemings- of voortzettingsbeding tussen deelgenoten (let op art. 11)

21 Verblijvings-, toedelings- of overnemingsbeding
Art. 11SW Lid 1: aandeel van een erflater in goederen Lid 2: goederen Lid 5: familierelatie Praktijk: samenwoners en vennootschap onder firma of maatschap

22 Verblijvings-, toedelings- of overnemingsbeding (2)
Artikel 11 SW niet van toepassing: Ten aanzien van bedingen in huwelijksvoorwaarden (dan art. 7 SW) Bij verkrijging buiten de familiekring Verkrijger mag niet zijn: Echtgenoot; Bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad of hun echtgenoten Verkrijger als bedoeld in artikel 24, lid 2 SW (samenwoner)

23 Pakketjesbepaling (Art. 8 SW)
Voorbeeld Erflater bezit een waardevolle piano Na zijn overlijden blijkt op de piano een etiketje te zijn geplakt met mededeling dat de piano eigendom is van Jan (toevallig ook een van de erfgenamen?)

24 Genotsrechten (Art. 10 SW)
Praktijk: ouders verkopen het door hen bewoonde woonhuis aan hun kinderen onder voorbehoud van een recht van vruchtgebruik of gebruik en bewoning ouders erkennen uit vrijgevigheid een bedrag schuldig aan hun kinderen. Er wordt geen rente bedongen opeisbaarheid

25 Schenkingen kort voor overlijden (art. 12 SW)
Al wat binnen 180 dagen voorafgaande aan het overlijden is geschonken wordt geacht krachtens erfrecht te zijn verkregen Verrekening van het betaalde schenkingsrecht

26 Levensverzekeringen (art. 13 SW)
Overeenkomst van levensverzekering Met verzekeringsmaatschappij Met anderen: Eigen BV (aanstaande) echtgenoot Kinderen Derdenbeding Vb. nabestaandenpensioen “Leven”-hypotheek/spaarhypotheek

27 Levensverzekeringen Iets aan het vermogen van erflater onttrokken
Premieschenking Kruislings afsluiten Zie ook HR 11 juli 2008, nrs en (NTFR 2008/1388 en 1389)

28 Aflossing hypotheek Begunstiging Betalingsopdracht

29 Pensioen-BV (art. 13a SW) Aandelen pensioen BV in handen van erflater
Vrijval verplichting => waardestijging in boedel Aandelen pensioen BV in handen van derden, bv. Kinderen Vrijval verplichting => waardestijging niet in de boedel => toch belastingheffing: systematiek

30 Recht van overgang Art. 15 SW
Recht van overgang alleen verschuldigd bij verkrijging van met name genoemd binnenlands vermogen Eenmanszaak Aandelen in BV Verkoop onroerende zaak kort voor overlijden Eenmanszaak is binnenlands vermogen. Aandelen in BV niet, want vallen onder de term effecten. Heffing van overdrachtsbelasting kan worden voorkomen door onroerende zaak kort voor overlijden te verkopen aan de kinderen. Vordering of contanten zijn immers geen binnenlands vermogen.

31 Waarover heffen? Artikel 5 SW Recht van successie Recht van overgang
Wat wordt verkregen onder aftrek van schulden, legaten en lasten Recht van overgang Waarde van binnenlandse bezittingen na aftrek binnenlandse schulden (def. N lid 3 en 4) Recht van schenking Wat wordt verkregen onder aftrek van lasten en verplichtingen waardoor derde wordt gebaat

32 Waarde Hoofdregel: waarde in het economische verkeer (artikel 21, lid 1 SW) Uitzonderingen: Ondernemingsvermogen: waarde in het economische verkeer met inbegrip van de voor overdracht vatbare goodwill. Waarde wordt minimaal gesteld op liquidatiewaarde (artikel 21, lid 4 SW) Economische eenheid: w.e.v. met inachtneming van deze omstandigheid (artikel 21, lid 5 SW) Zelfbewoning geen waardedrukkende factor (artikel 21, lid 11 SW) Voorzettingswaarde: zie besluit 23 november 2006, CPP2006/1894M Economische eigendom bij een ander: art. 5, lid 6 Artikel 21, lid 4 SW brengt met zich mee dat ondernemingsvermogen doorgaans wordt gewaardeerd naar de going-concernwaarde. Artikel 21, lid 5 SW komt niet zo vaak aan de orde. Als voorbeeld kan worden gedacht aan een vierspan of een set Ming-vazen. Niet de waarde van de paarden/vazen afzonderlijk is van belang. Ook de meerwaarde die voortvloeit uit de omstandigheid dat sprake is van een eenheid moet in aanmerking worden genomen. Let op: successierecht is een verkrijgingsbelasting en dus is niet de waarde van hetgeen de erflater nalaat van belang, maar de waarde van hetgeen wordt verkregen. Als men dus een paard erft dat bij de erflater behoorde tot een vierspan kan de verkrijger niet profiteren van het daaruit voortvloeiende voordeel en zal dus slechts de waarde van het enkele paard in aanmerking genomen kunnen worden.

33 Ontbindende of opschortende voorwaarde
Anders dan bij andere belastingwetten wordt bij de heffing van successierecht, recht van overgang of schenkingsrecht geen rekening gehouden met een ontbindende of opschortende voorwaarde Zie ook artikel 21, lid 2 en 7) Artikel 53 SW: herrekening van de verschuldigde belasting bij vervulling voorwaarde

34 Schulden Als schulden kunnen voor de heffing van het successierecht, naast de kosten van de uitvaart, in aanmerking worden genomen: Materiële belastingschulden (art. 20, lid 3) Latente belastingschulden (art. 20, lid 5 en 6): In ondernemingsvermogen begrepen stille reserves (20%) In ondernemingsvermogen begrepen oudedagsreserve (30%) Aanmerkelijk belang (6,25%)

35 Tarief Progressief Samenwoners Schenking onroerende zaken
Omvang van de verkrijging Relatie tot erflater/schenker Samenwoners Schenking onroerende zaken

36 Samenwoners Artikel 24, lid 2
A. tot het tijdstip van overlijden of de schenking duurzame gemeenschappelijke huishouding gedurende 6 maanden (bij overlijden) 2 jaar (bij schenking) Zelfde adres in GBA Notarieel samenlevingscontract Tenzij geen keuze als partner in IB B. tot tijdstip overlijden of schenking na 22e jaar minimaal 5 jaar samengewoond met geen ander dan kinderen jonger dan 27 (tweerelatie) C. tot tijdstip overlijden of schenking na 22e jaar minimaal 5 jaar samengewoond met meerdere personen (meerrelatie)

37 Schenking onroerende zaak
Casus 1 A schenkt zijn woonhuis, waard € aan zijn twee kinderen, B en C Casus 2 A verkoopt zijn woonhuis, waard € aan zijn twee kinderen, B en C en scheldt schuldig gebleven koopsom kwijt bij de zelfde akte Casus 3 Als casus 2, maar nu wordt in zes achtereenvolgende jaren steeds € kwijtgescholden

38 Imputatie pensioen en lijfrente
Kinderen en ouders (art. 32, lid 2) Waarde van het pensioen vermindert bedrag van de vrijstelling Minimale vrijstelling: € of € voor kinderen, € voor ouders Echtgenoot of samenwoner Helft van de waarde komt in mindering Minimale vrijstelling € of € Geen aftrek vanwege (mee)betaalde premies

39 Samenvoeging Art. 25 (successierecht) en 26 (schenking) Art. 27
Met elkaar gehuwde personen/samenwoners worden als een persoon gezien. Art. 27 Meerdere schenkingen binnen een jaar worden aangemerkt als een schenking tot het gezamenlijk bedrag Art. 28 Schenkingen door ouders gezamenlijk of afzonderlijk aan kinderen worden aangemerkt als een schenking

40 Afstand van rechten Casus
Niet-verwant is bij testament benoemd tot enig erfgenaam. Daardoor hoogste tarief (tariefgroep 3). Deze erfgenaam verwerpt de nalatenschap. Daardoor verkrijging door broers en zusters van erflater (tariefgroep 2) Toepassing artikel 30. Verwerping heeft tot gevolg dat bij de broers en zusters successierecht wordt geheven naar tariefgroep 3

41 Bedrijfsopvolging Op verzoek bedrijfsopvolgingsfaciliteit (art. 35b, 35c) Verzoek gelijktijdig met de aangifte Voorwaardelijke vrijstelling van 75% van de waarde going concern (tot 1 januari %) Voorwaardelijke vrijstelling voor verschil tussen liquidatiewaarde en waarde going concern Betalingsregeling over resterende 25% Waarde going concern: uitgaande van voortzetting van de onderneming gedurende ten minste 5 jaren

42 Bedrijfsopvolging (2) Uitvoering: m.b.t. voorwaardelijk vrijgestelde waarde wordt een conserverende aanslag opgelegd. (artikel 37, lid 2 SW) Renteloos uitstel gedurende 5 jaar (artikel 25, lid 11 Inv.wet) Vermindering aanslag tot nihil na 5 jaar (artikel 53c SW) Rentedragend uitstel (artikel 25, lid 12 Inv.wet) gedurende 10 jaar voor het successierecht dat kan worden toegerekend aan 25% van de waarde going concern (berekening “aan de top”) (artikel 31a SW)

43 Bedrijfsopvolging (3) Faciliteit niet alleen van toepassing bij verkrijging van ondernemingsvermogen, maar ook bij AB-pakket. Bij AB-pakket is de faciliteit slechts van toepassing op dat deel van de waarde van de aandelen dat kan worden toegerekend aan het ondernemingsvermogen in de zin van de Wet IB.

44 Bedrijfsopvolging (4) Nadere uitwerking in art. 7a t/m 7d uitv.reg. SW
Indien vermogen van een rechtspersoon voor niet meer dan 15% bestaat uit beleggingen, dan is de faciliteit ook hierop van toepassing (art. 7a, lid 1 uitv.reg. SW) Bij deelneming: consolideren (art. 7a, lid 2 uitv.reg. SW)

45 Bedrijfsopvolging (5) Van voortzetting gedurende vijf jaren is ook sprake als in deze periode sprake is van geruisloze terugkeer uit de BV Voorwaarde: onderneming wordt voortgezet door de verkrijger van de aandelen (art. 7b, lid 1) Indien ondernemingsvermogen is verkregen tegen een tegenprestatie of onder een last wordt voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit met deze tegenprestatie of last geen rekening gehouden. (artikel 7c) Tegenprestatie of last Voorbeeld A overlijdt en heeft zijn ondernemingsvermogen (waard € ) gelegateerd aan B, onder de verplichting om aan de (overige) erfgenamen een bedrag van € te voldoen. De waarde van de verkrijging van B bedraagt € In beginsel is hierover het verschuldigde successierecht berekend. Toch is de bedrijfsopvolgingsfaciliteit van toepassing over € Dit brengt met zich mee dat een bedrag van € (75% over € ) kan worden aangemerkt als te conserveren waarde. Per saldo blijft dan geen direct te belasten bedrag over.

46 Bedrijfsopvolging (6) Van voortzetting gedurende vijf jaren is ook sprake als de verkrijger de door hem verkregen onderneming in deze periode omzet in een NV/BV (artikel 7d, lid 1)

47 Bedrijfsopvolging (7) Bedrijfsopvolgingsfaciliteit is slechts van toepassing op degene die het ondernemingsvermogen of het ab-pakket verkrijgt. Mede-erfgenaam die in verband met de verkrijging van het ondernemingsvermogen een vordering krijgt op de verkrijger krijgt op verzoek (rentedragend) uitstel gedurende 10 jaar (Artikel 25, lid 13 Inv. Wet)

48 Bedrijfsopvolging (8) Indien na het opleggen van de successieaanslag wijziging komt in de gerechtigdheid tot het ondernemingsvermogen (bijvoorbeeld als gevolg van een verdeling van de nalatenschap) wordt de aanslag (en dus ook de faciliteit) aangepast (lees: opnieuw berekend) (artikel 53a, lid 1 SW) Melding bij inspecteur binnen acht maanden (artikel 53a, lid 2 SW)

49 Bedrijfsopvolging (9) Indien niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor toekenning van de faciliteit moet dit binnen acht maanden worden gemeld (artikel 53b, lid 1) Gebeurtenissen waarbij lid 1 van toepassing is: De verkrijger houdt op uit de onderneming, of een gedeelte daarvan, winst te genieten; De verkrijger vervreemdt AB-aandelen De vennootschap waarin aandelen zijn verkregen staakt de onderneming of wijzigt activiteiten naar beleggen van vermogen Vervreemding wordt opgevat overeenkomstig artikel 4.16, lid 1, onderdeel a,b,c,d,e en i Wet IB 2001

50 Bedrijfsopvolging (10) Voor praktijkvragen zie besluit van 16 maart 2004, CPP2003/1717M

51 Wijze van heffing Artikel 37, lid 1: aanslag
Artikel 37, lid 2: conserverende aanslag (bij bedrijfsopvolgingsfaciliteit) Artikel 38: een erfgenaam dient ook de gegevens te verstrekken die van belang zijn voor de heffing van andere verkrijgers Praktijk: gezamenlijk aangifte (art. 39), tenzij ruzie. Art. 40: ook aan schenker kan aangiftebiljet worden uitgereikt. Aangifte kan door schenker en begiftigde gezamenlijk.

52 Vragen?


Download ppt "Aangifte successie- en schenkingsrecht in de praktijk Mr. Bert Alink"

Verwante presentaties


Ads door Google