Download de presentatie
1
Informatieavond 3 Groep 3
2
Wat gaan we bespreken Doelen waar we aan gaan werken van taal en rekenen Cito-toetsen van juni Leerondersteuning voor thuis
3
Doelen van taal Kern 10: Correct en vlot lezen van woorden met uw, eeuw, ieuw, Tweelettergrepige woorden met een open lettergreep lezen, zoals bomen. Korte eenvoudige zinnen en teksten lezen en begrijpen. Verwijswoorden lezen en begrijpen. Letterlijke en denkvragen over een tekst beantwoorden, conclusies trekken, informatie uit een informatieve tekst halen. Eenvoudige, klankzuivere mkmm, mmkm, mmkmm woorden schrijven. Woorden schrijven die beginnen met sch.
4
Doelen van taal Kern 11: Correct en vlot lezen van tweelettergrepige woorden met een open lettergreep en een lettercluster vooraan, zoals dromen, schuren. Woorden met lijk, tig of ing achteraan. Drielettergrepige samenstellingen lezen, zoals appeltaart Eenvoudige, klankzuivere mmkmm woorden schrijven, zoals plant Woorden schrijven met nk, ng, Klankzuivere tweelettergrepige samenstellingen schrijven, zoals voetbal.
5
Doelen van taal Kern 12: Correct en vlot lezen van drielettergrepige samenstellingen. Correct schrijven van eenlettergrepige woorden de eindigen op een lettercluster met tussenklank, zoals film Correct schijven van frequent gebruikte woorden met aai, ooi, oei, zoals mooi. Kern 12 is eigenlijk een herhaling van de geleerde stof.
6
Doelen van rekenen Blok 10: Rekenen in tabellen. Staafgrafieken maken en aflezen. Rekenen met geld. Blok 11: Rekenen t/m 20 in somnotatie Getallen structuren op basis van tientallen en lossen. Blok 12: Hele uren aflezen op een klok Het beheersen van het rekenen tot 10. (toets) Het beheersen van de getallenlijn tot 50.
7
Cito-toetsen juni Rekenen en wiskunde Begrijpend lezen Spelling
Woordenschat Leestechniek DMT DAT t/m 10
8
Cito begrijpend lezen 50 vragen, verdeeld over 2 dagen.
Soorten vragen: Zoek de eerste zin in een verhaaltje van 4 zinnen. Welk woord past het beste op de opengelaten plek. Letterlijke vragen uit de tekst beantwoorden. De dag erna krijgt het kind vervolg 1 of 2.
11
Cito spelling 7 categorieën: - mkm woorden, zoals boom en bal. - mmkm of mkmm woorden, zoals drop en fiets. - mmkmm woorden, zoals klomp en plant - Woorden met een tussenklank die niet geschreven wordt, zoals park en melk. - Woorden met meer dan 2 medeklinkers na elkaar, zoals korst en strik. - Woorden met sch of schr, zoals schaal en schrik. - Woorden en ng of nk, zoals bang en flink.
12
DAT (diagnostische automatiseringstoets) t/m 10
De leerkracht leest de sommen voor. De leerlingen krijgen 3 seconden de tijd om het antwoord op te schrijven. Dit moet uit het hoofd! Ze mogen hier niet meer op hun vingers rekenen. De leerkracht gaat dan verder naar de volgende som. Het zijn sommen t/m 10 Het zijn + en – sommen. Eerst + en dan -, dus niet door elkaar.
13
Stichting de Katrol: Leerondersteuning voor thuis.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.