Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGreta Brander Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Middelengebruik bij personen met een beperking
Draft Sessie voor ouders
2
Effect op: Waarneming Gevoel Gedrag Bewustzijn
Vragen aan groep wat volgend hen ‘drugs’ is. Definitie Drugs = alle middelen die een effect hebben op de waarneming, het gevoel, het gedrag en het bewustzijn en om die redenen genomen worden (alcohol, tabak, medicatie en illegale drugs). Benadrukken dat het vaak ook gebruikt wordt omdat bijvoorbeeld alcohol lekker is en smaakt, niet om gedrag, gevoel, waarneming, bewustzijn te veranderen…) - weerstand vermijden.
3
Soorten Drugs Verdovende middelen Opwekkende middelen Bewustzijns-
veranderende Vragen aan groep welke middelen ze denken gegroepeerd te zien staan. VERDOVENDE MLLN Alcohol Heroine Pijnstillers Opwekkende middelen Koffie, Cocaine Speed Psychedelica Paddo’s Hasj Wiet LSD Twee uitzonderingen: Vluchtige snuifmiddelen: verdovend psychedelisch XTC: opwekkend psychedelisch
4
Niet alle gebruik is problematisch…
gebruiken middelen op een recreatieve manier, zonder zichzelf of anderen schade te berokkenen meeste mensen alcohol meest gebruikt Niet problematisch gebruik. De meeste mensen gebruiken middelen op een recreatieve manier, zonder zichzelf of anderen schade te berokkenen. Het gaat over niet-problematisch gebruik. Alcohol is de meest verspreide en sociaal best aanvaarde drug. Meestal gaat het om een gematigd en verantwoord drinkgedrag, dat geïntegreerd is in de samenleving. Een stijgend aantal mensen gebruikt ook cannabis regelmatig, zonder dat dit onmiddellijk problemen (op lichamelijk, psychisch en/of sociaal vlak) tot gevolg heeft. Wettelijk gezien is het echter nog steeds een illegaal product. Het zogenaamde geïntegreerde gebruik van andere illegale middelen (zoals cocaïne) is eerder marginaal. Cijfers?
5
…maar soms wel: problematisch gebruik
= een gezondheidsprobleem met (ernstige) gevolgen op andere domeinen bijvoorbeeld gezin, werk … door continu gebruik OF door occasioneel gebruik op de verkeerde plaats en het verkeerde tijdstip kan leiden tot afhankelijkheid Problematisch gebruik kan gedefinieerd worden als een proces dat uiteindelijk leidt tot afhankelijkheid van een bepaald middel. In dat geval is er vooral sprake van een gezondheidsprobleem met een (ernstige) weerslag op andere domeinen (gezin, werk …). Bijvoorbeeld: te laat komen, niet meer in staat zijn het huishouden te doen (koken + poetsen + naar de winkel gaan) In een aantal problematische situaties is er geen sprake van chronisch gebruik. Het gaat dan om occasioneel gebruik op de verkeerde plaats of op het verkeerde tijdstip. In de meeste gevallen speelt hierbij de hoeveelheid een belangrijke rol, al kan in sommige gevallen een kleine dosis al problemen geven. Terwijl langdurig overmatig gebruik op termijn tot ernstige lichamelijke schade kan leiden, is occasioneel overmatig gebruik vooral een veiligheidsprobleem, dat in een aantal gevallen ook ernstige gezondheidsschade kan berokkenen (verkeersongevallen, overdosissen). De schade wordt bepaald door kenmerken van de gebruiker, de drug zelf en de wijze van gebruik. Occasioneel problematisch gebruik kan ook een signaal zijn van een afhankelijkheidsprobleem dat in ontwikkeling is. Er zijn mensen die problematisch gebruiken, op een bepaald moment en die niet afhankelijk worden. Er zijn ook mensen die een tijdje problematisch gebruiken en dan aan de alarmbel trekken en toch minderen. De kans op afhankelijkheid is groter dan bij sociaal gebruik natuurlij kmaar nu lijkt het alsof het sowieso tot afhankelijkheid gaat.
6
Wat is een verslaving? afhankelijkheid
Je bent niet meer de baas over jezelf, je hebt geen vrije keuze meer over je gebruik. 2 soorten afhankelijkheid bij alcohol- en drugproblemen: geestelijke afhankelijkheid lichamelijke afhankelijkheid Verslaving is een zwaar beladen woord, daarom wordt er meestal gesproken over afhankelijkheid, de term uit de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (4de editie) (DSM-IV): dit is een classificatie van psychische stoornissen, ontwikkeld door de American Psychiatric Association. Wie drugs neemt, kan er afhankelijk van worden. Dat betekent dat je niet meer de baas over jezelf bent, dat je geen vrije keuze meer hebt over je gebruik. Het probleem is dat gebruikers vaak zelf niet door hebben wanneer of in welke mate de drug de controle over hun leven heeft overgenomen. Ook voor andere mensen is het soms moeilijk om uit te maken of iemand verslaafd is. Bij drugproblemen speelt geestelijke afhankelijkheid een grote rol. Daarnaast kan er ook sprake zijn van lichamelijke afhankelijkheid en van gewenning. Geestelijke (psychische) afhankelijkheid Dit is de sterke band die ontstaat tussen de gebruiker en de drug. De drang om te gebruiken wordt steeds groter. Het kan zover gaan dat iemands hele leven draait rond het op zoek gaan naar en gebruiken van de drug. Bijvoorbeeld door hun gemoedstoestand of in bepaalde situaties denken cliënten vaak aan gebruiken of zien ze het als een oplossing voor hun probleem. Geestelijke afhankelijkheid wordt vaak onderschat. Als iemand hervalt (opnieuw begint te gebruiken na een tijd gestopt te zijn), heeft dat vaak met de geestelijke afhankelijkheid te maken. Die doorbreken is een werk van lange adem. Lichamelijke (fysieke) afhankelijkheid De drang om te blijven gebruiken kan bij sommige drugs ook veroorzaakt worden door een bijkomende lichamelijke afhankelijkheid. Bij alcohol, nicotine, veel geneesmiddelen (vooral slaap- en kalmeringsmiddelen) en heroïne bijvoorbeeld, raakt het lichaam gewend aan het regelmatig gebruiken. Bij plots stoppen of minderen protesteert het lichaam in de vorm van onthoudingsverschijnselen. De lichamelijke kant van een afhankelijkheid is makkelijker op te vangen dan de geestelijke afhankelijkheid. Enkele weken na het stoppen is het lichaam gerecupereerd en is men 'clean' of 'nuchter'. Maar de geestelijke afhankelijkheid blijft mensen vaak veel langer parten spelen. De lichamelijke en de geestelijke kant van verslaving zijn sterk met elkaar verbonden. Lichaam en geest werken continu op elkaar in. Als we ons slecht voelen, hebben we sneller last van lichamelijke kwaaltjes; en als we lichamelijk niet helemaal in orde zijn, voelen we ons minder goed in ons vel en voelen we ons sneller neerslachtig.
7
Lopen sommige mensen meer risico op problemen dan andere?
Ene persoon heeft meer kans op problemen dan andere Geldt voor alle middelen Onderzoek leert dat de ene persoon meer kans heeft om met drugs in de problemen te komen dan de andere. Dat geldt niet alleen voor illegale drugs, maar ook voor alcohol, medicijnen en gokken. Of iemand in de problemen komt, hangt af van een combinatie van factoren. Gebruik of problematisch gebruik draait niet enkel rond de mens met zijn persoonlijkheid, waarden en normen. Ook de kenmerken van het middel en het milieu, de fysieke en sociale omgeving waarin mensen gebruiken of niet gebruiken, is een belangrijke component. Deze drie groepen staan in interactie met elkaar en bepalen of mensen al dan niet middelen (problematisch) gaan gebruiken.
8
Lopen sommige personen meer risico op problemen dan anderen?
9
Lopen sommige mensen meer risico op problemen dan andere?
Milieu Middel MENS persoonlijkheid, geslacht, leeftijd, actuele gemoedstoestand, kennis en opvattingen, verwachtingen, waarden en normen, biochemische eigenschappen, sociale vaardigheden + al dan niet hebben van een verstandelijke beperking MIDDEL aanbod, werking en invloed MILIEU context van het gebruik, gezin, school, werk, vrienden, belangrijke derden, socio-economische factoren, subcultuur, uitgaanscultuur, media, cultuur, wetgeving
10
Mens geslacht risicofactoren leeftijd verwachtingen persoonlijkheid
waarden en normen gemoedstoestand biochemische eigenschappen kennis sociale vaardigheden opvattingen Kennis: Jongeren met een verstandelijke beperking vaak minder op de hoogte van de effecten en de risico’s van alcohol- of ander druggebruik. Veelal missen ze de vaardigheden om de risico’s in te zien en op een adequate wijze met risico- of probleemsituaties om te gaan. Opvattingen: Als men middelen gebruikt ervaart men niet alleen meer nadelen, maar ook meer voordelen: o.a. stressvermindering, sociaal contact. Moeilijk om een onderscheid te maken tussen goede en slechte rolmodellen. SOVA: Alcohol drinken of middelen gebruiken wordt ervaren als een manier om deel uit te maken van een groep, remmingen te doorbreken en nieuwe vrienden te maken. Vanuit de beleving dat zij beperkter zijn in hun sociale vaardigheden, minder geaccepteerd of soms afgewezen worden door leeftijdsgenoten, kan alcohol drinken een middel worden voor sociale acceptatie. Ook zorgen eigenschappen zoals beperkte sociale en communicatieve vaardigheden en assertiviteit ervoor dat deze jongeren moeilijker ‘neen’ zeggen wanneer hen alcohol of andere drugs worden aangeboden. Groepsdruk weegt op hen soms zwaar. Belangrijke redenen om te drinken zijn uit eenzaamheid en om erbij te horen. Voor zowel volwassenen als voor jongeren. Directe dwang tussen jongeren komt weinig voor. Wat wel voorkomt is dat jongeren ‘status’ willen verwerven, ze willen passen in de verwachtingen die ze denken dat de groep heeft. Dit komt ook voor met volwassenen, alleen hebben zij meer levenservaring om zichzelf te kunnen blijven in een groep. Risicofactoren: Een verstandelijke beperking op zich is een risicofactor, gezien negatieve gevolgen van middelengebruik voor jongeren met een verstandelijke beperking groter zijn dan voor andere jongeren. Bijvoorbeeld fysieke problemen, sociale problemen, psychische problemen en werkgerelateerde problemen. Het gebruik van alcohol en drugs heeft een negatieve invloed op de verstandelijke beperking en mogelijke bijkomende psychische en gedragsproblemen en de effecten van medicatie. Verslavingsproblematiek bij jongeren met een verestandelijke beperking staat meestal niet op zichzelf maar gaat gepaard met gedragsproblemen en psychische problemen. Belangrijk bij een verstandelijke beperking
11
Middel aanbod werking invloed gebruik van meerdere middelen
Gebruik van meerdere middelen en medicatie: antipsychotica, antabuse, dipiperon Vroeg beginnen met alcohol en drugs heeft een extra verhoogd risico op het ontstaan van problemen op latere leeftijd
12
Milieu context van het gebruik socio-economische factoren gezin
subcultuur school uitgaanscultuur werk media vrienden cultuur wetgeving Gezin: middelengebruik door familieleden – zorgt voor verhoogde kwetsbaarheid van kind. Meemaken van negatieve levensgebeurtenissen (volwassenen met beperking) + langdurig en ernstig rouwen na het verlies van een dierbare.
13
Wanneer is gebruik problematisch?
Hoe merk je als ouder dat je kind problemen heeft met alcohol en/of drugs. Op welke signalen kan men letten?
14
Wanneer is gebruik problematisch? (1)
Meer drinken of gebruiken dan gepland De dag slecht beginnen zonder te drinken of te gebruiken Zich slecht voelen als men niet gebruikt of drinkt Aan niks anders meer kunnen denken dan aan kopen of gebruiken Opgelet, deze signalen wijzen niet noodzakelijkerwijs op gebruik. Het is mogelijk dat er andere onderliggende problemen aanwezig zijn. Opgelet, signalen zijn te bekijken van persoon tot persoon. In sommige gevallen is ‘zero tolerance’ het beste en de enige oplossing. Beter helemaal geen alcohol drinken omdat kleine hoeveelheden ook al tot problemen kunnen leiden.
15
Wanneer is gebruik problematisch? (2)
Gebruiken of drinken om problemen van zich af te zetten Veranderen van vrienden Ander gedrag of uiterlijk Afvallen, meer of net minder slapen, niet helder zijn Ander gedrag wanneer men zakgeld krijgt Opgelet, deze signalen wijzen niet noodzakelijkerwijs op gebruik. Het is mogelijk dat er andere onderliggende problemen aanwezig zijn.
16
Wanneer is gebruik problematisch? (3)
Stoere verhalen vertellen over gebruik Contacten met mensen die veel drinken of drugs gebruiken Vervroegd medicatie vragen Geen geld meer hebben voor boodschappen Opgelet, deze signalen wijzen niet noodzakelijkerwijs op gebruik. Het is mogelijk dat er andere onderliggende problemen aanwezig zijn.
17
Wanneer is gebruik problematisch? (4)
Niet meer naar school/werk gaan, niet komen opdagen op afspraken Problemen met de politie Veranderd gedrag tegenover familie, vrienden en/of begeleiding Opgelet, deze signalen wijzen niet noodzakelijkerwijs op gebruik. Het is mogelijk dat er andere onderliggende problemen aanwezig zijn.
18
Praten met je kind Hoe merk je als ouder dat je kind problemen heeft met alcohol en/of drugs. Op welke signalen kan men letten?
19
Hoe praat ik met mijn zoon/dochter?
Spreek met je kind over alcohol en drugs, ook al vind je dat moeilijk. Of je kind al lang gebruikt, nog maar pas, of uiteindelijk toch niet: praten blijft belangrijk. Een gouden raad: spreek met je kind over drugs en druggebruik, ook al vind je dat moeilijk. Of je kind al lang gebruikt, nog maar pas, of uiteindelijk toch niet: praten blijft belangrijk. Toegegeven, het onderwerp 'alcohol en andere drugs' is niet altijd gemakkelijk aan te kaarten. Zeker wanneer je kind het onderwerp afwimpelt of bij hoog en bij laag volhoudt dat er niets aan de hand is. Toch moét praten.
20
Praten moét… Ook al heb je geen aanleiding om te denken dat je kind alcohol of drugs gebruikt Wanneer je vermoedens hebt, maar ze niet kunt staven Als je zeker weet dat je kind alcohol of drugs gebruikt
21
Praten zonder aanleiding
Er nooit over praten = er altijd over praten Maak er een gewoonte van Gebruik gewone dingen die je ziet op TV, in de krant… Banaliseer of dramatiseer niet Zorg ervoor dat je over alcohol en drugs praat, dat het geen onbespreekbaar onderwerp is voor je kinderen, waardoor het een (te) zware lading krijgt en een taboe wordt. Maak er een gewoonte van om over alcohol en drugs te praten, ook als je zeker weet dat je kind niet gebruikt. Op die manier weet je kind dat het geen taboe is en dat er open over gepraat kan worden. Als je kind vragen heeft, zal het sneller geneigd zijn om deze te stellen. Gebruik zaken die je ziet op tv, leest in de krant… als aangrijpingspunt om erover te praten. Bijvoorbeeld Rita uit Familie, Frank uit Thuis die graag een pintje drinkt… Belangrijk is om de vragen van je kind en het eventuele gebruik van je kind, niet te minimaliseren of te overdrijven. Geef niet te veel info in één keer.
22
Praten wanneer je vermoedens hebt of zeker bent
Praat vanuit je bezorgdheid Zie ‘wat doe je’ en ‘wat zeg je’ Maak duidelijk dat je praat vanuit je bezorgdheid over je kind.
23
Voor het gesprek Zoek informatie op over alcohol en andere drugs
Kies een geschikt moment Geloof in jezelf Zoek informatie over alcohol en andere drugs Wie drugs gebruikt, beweert vaak dat er helemaal geen probleem is. Als je zelf op de hoogte bent van de effecten en risico's van drugs, kan je beter nuanceren of kaderen wat je kind zegt. Als je nog maar pas weet dat je kind gebruikt, helpt correcte informatie om van de eerste schok te bekomen en om een meer nuchtere kijk op de situatie te krijgen. Kies een geschikt moment Een goede timing van het gesprek helpt. Dus niet als je kind onder invloed is of als je zelf kwaad bent. Kies voor een ogenblik waarop jullie allebei rustig zijn (bijvoorbeeld tijdens de afwas of tijdens een rit in de wagen) en waarop je kind open lijkt te staan voor een gesprek. Geloof in jezelf Zelf wat meer weten over drugs kan helpen, maar je hoeft echt geen drugexpert te zijn om met je kind over drugs te praten. Het komt eropaan dat je samen naar antwoorden zoekt. Jouw mening telt echt wel voor je kind.
24
Wat doe je? Praat Luister Probeer te begrijpen Pauzeer op tijd
Laat de deur op een kier Wat doe je? Praat Praat over wat je voelt en ziet. Zeg hoe bezorgd of bang je bent. Praat over je vermoedens en geef heel concreet aan welke veranderingen je ziet bij je kind. Luister Probeer rustig te luisteren naar wat je zoon of dochter te vertellen heeft. Het is niet gemakkelijk, maar laat hem of haar eerst zijn verhaal doen voor je je eigen mening en kijk op de dingen geeft. Probeer te begrijpen Probeer zicht te krijgen op de redenen voor het gebruik. Hoe kijkt je kind zelf naar het gebruik? Welke voordelen ervaart je kind? Doet hij of zij het voor de gezelligheid en het plezier? Of is het een manier om andere problemen te verdringen? Pauzeer op tijd Als jij of je kind kwaad worden tijdens het gesprek, dan stop je er beter even mee. Gun jezelf een time-out, wat tijd om te kalmeren. Je kan de kamer even verlaten, bijvoorbeeld. Als jullie echt ruzie krijgen, moet je herbeginnen. Laat de deur op een kier Lukt praten niet, laat dan merken dat je je zorgen maakt en dat je erover wil praten. Zo blijft de deur op een kier. Misschien komt je kind je later zelf wel opzoeken voor een gesprek. Het is belangrijk dat je kind weet dat hij of zij bij jou terechtkan.
25
Wat zeg je? Speel in op wat je kind zegt
Vertel over je gevoelens, zorgen en jouw standpunt Spreek in de ik-vorm Focus op ‘nu’, niet op later Praat over de signalen die je opmerkt Keur het gedrag af, niet de persoon Wat zeg je? Speel in op wat je kind zegt Misschien geeft je kind zelf aan dat het niet altijd oké is. Neem nu dat je zoon geregeld in de vroege uurtjes dronken thuiskomt na een fuif. Misschien vertelt hij vanzelf dat hij zich eigenlijk wel schaamt, omdat zijn vrienden hem uitlachen. Daar kan je verder op ingaan. Zo kan je hem misschien aan het denken zetten en motiveren om verdere stappen te zetten. Vertel over je gevoelens, je zorgen en jouw standpunt Geef aan hoe jij je voelt bij het druggebruik en welke gevolgen het gebruik voor jou heeft. Vertel dat je gekwetst, teleurgesteld en bezorgd bent. Dat je vertrouwen geschonden is. Dat je je niet gerespecteerd voelt. Ook jouw standpunt verdient respect. Het moet van twee kanten komen, en dat geldt ook voor respect en vertrouwen. Vertellen wat jij voelt, maakt geen verschil, denk je misschien. Maar zwijgen zal zeker niks veranderen. Wie veel drinkt of drugs gebruikt moet zelf de balans opmaken van de voor- en nadelen van zijn gedrag. Jouw standpunt werpt gewicht in de schaal en kan je kind aan het denken zetten. Je geeft immers extra argumenten om het druggebruik in vraag te stellen. Spreek in de ik-vorm In de ik-vorm praten komt minder beschuldigend over. Je kind zal dan allicht meer openstaan voor jouw standpunt en jouw verwachtingen. Bijvoorbeeld: "Ik verwacht dat je thuis bent als het etenstijd is." Dat is minder confronterend dan: "Jij komt je beloftes nooit na. Je doet alsof het hier een hotel is." Focus op 'nu', niet op later Dramatische boodschappen en argumenten, zoals het risico op toekomstige gezondheids- of verslavingsproblemen, maken meestal weinig indruk op jongeren die met drugs experimenteren. Zij bekijken het leven vanuit een hier-en-nu-standpunt en denken niet aan 'later'. Vertrek van de dagelijkse realiteit. Probeer samen met je kind een balans op te maken van de invloed die druggebruik kan hebben op zijn of haar (en op jouw) leven zoals het er nu uitziet. Praat over de signalen die je opmerkt Omdat het niet evident is te weten of bepaalde gedragingen een gevolg zijn van alcohol- of druggebruik of niet, is het belangrijk om veranderingen die je opmerkt aan te kaarten. Praat over je bezorgdheid. Zo laat je aanvoelen dat je je cliënt niet uit het oog verliest. Of iemand al dan niet te veel drinkt of drugs gebruikt, kan onderwerp worden van een welles-nietes-discussie. Maar dat iemand er niet goed uitziet, er bedrukt bijloopt of niet goed functioneert op het werk of op school, hoeft geen punt van discussie te zijn. Hierover praten lukt waarschijnlijk een stuk makkelijker. Het is vaak pas wanneer die signalen steeds vaker opduiken, wanneer ze ook blijven aanhouden of wanneer er veel verschillende signalen tegelijk zijn, dat de kans groot is dat het om problematisch alcohol- of druggebruik gaat. Vragen stellen en bezorgdheid uiten is alleszins belangrijk, om welk probleem het ook gaat. Keur het gedrag af, niet de persoon. Tracht je kind te motiveren tot hulp, keur het gedrag af, niet de persoon!
26
Struikelblokken Vermijd welles-nietesspelletjes Vel geen oordeel
Praat niet enkel over drugs Wat als je kind ontkent? Hou het niet bij één poging Vermijd welles-nietesspelletjes Blijf niet steken in discussies over hoe goed of slecht een drug op zich is. Het gaat erom: wat de drug met je kind doet; wat de drug voor hem of haar betekent; welke impact de drug heeft op zijn/haar leven en op jullie gezin. Praat dus niet alleen over het druggebruik en over stoppen of blijven gebruiken, maar ook over de voor- en nadelen die je kind ervaart. Geef aan welke gevolgen je opmerkt bij je kind. Daarover valt minder te discussiëren. Bijvoorbeeld: "Ik merk dat je 's morgens niet uit je bed kan en dat je schoolresultaten achteruitgaan." Vel geen oordeel Beschuldig of veroordeel je kind niet. Verwijten roepen alleen maar meer weerstand op. Praat niet enkel over drugs Laat drugs niet jullie enige gespreksonderwerp zijn. Je kind is meer dan een druggebruiker. Toon interesse voor wat je zoon of dochter doet en maak tijd om over andere dingen te praten. Als je kind ontkent Iemand zal zelden zomaar toegeven dat hij drugs gebruikt. Toon je bezorgdheid en zet de deur op een kier door te zeggen dat je altijd klaarstaat om erover te praten. Wie weet kan er later wel gepraat worden. Maak in elk geval wel duidelijk wat voor jou als ouder kan en niet kan. Hou het niet bij één poging Misschien lukt het na een tijdje beter om open te praten over (al dan niet) drugs gebruiken. Maar forceer ook niet: te veel proberen kan het tegengestelde effect hebben. Misschien klapt je kind dan dicht.
27
DOEN: Grenzen stellen Grenzen: Duidelijkheid & houvast
Gedrag + gevolgen Realistische grenzen en consequenties Vooraf vastleggen Leg uit waarom Herhaling! Afbeeldingen Alle kinderen en jongeren hebben nood aan grenzen, gezien de specifieke problemen van kinderen- en jongeren met een verstandelijke beperking is het noodzakelijk om ook hen duidelijke grenzen te stellen. Grenzen scheppen duidelijkheid en houvast. Het is belangrijk dat ze goed weten welk gedrag er van hen verwacht wordt en wat de gevolgen zijn als de regels niet nageleefd worden. Regels en grenzen moeten realistisch zijn en de consequenties als ze die niet naleven, moeten realiseerbaar zijn. Uit geen loze dreigementen. Regels constant veranderen en/of dreigen met sancties zonder deze uit te voeren, zorgt ervoor dat een kind niet meer weet wat het kan verwachten en waar het zich aan moet houden en geven een gevoel van onveiligheid, instabiliteit. Sancties hoeven niet zwaar te zijn, maar moeten wel consequent worden toegepast. Ook het ‘waarom’ is voor een kind van tel: waarom worden die grenzen en verwachtingen gesteld en waarom is het belangrijk dat ze gerespecteerd worden? Regels worden best vooraf vastgelegd, niet pas op het moment dat er zich een probleemsituatie voordoet. Eenmaal ze vastgelegd zijn, is het belangrijk om de grenzen niet los te laten. Anderzijds kunnen grenzen ook geen onveranderlijk gegeven zijn. Regels evolueren en veranderen naarmate kinderen ouder worden. Hoe ouder kinderen worden, hoe meer inspraak ze ook kunnen krijgen. Dit kan moeilijker liggen voor uw kind met een verstandelijke beperking. Voor ouders is het belangrijk om op één lijn te staan. Een jongere merkt het gauw op als één van beide ouders afwijkt en zal dit proberen uit te spelen in zijn voordeel. Als je kind gewoon is dat er faire afspraken gemaakt worden over zijn gedrag en deze consequent opgevolgd worden, zal hij ook makkelijker aanvaarden dat er regels en consequenties over zijn gedrag en houding tegenover middelengebruik afgesproken worden. Zorg dat de regels over middelengebruik duidelijk zijn en dat jongeren weten waarom ze belangrijk zijn. Herhaal de regels regelmatig. Visualiseer de regels indien je kind gewend is om met prenten en afbeeldingen te werken en dit structuur voor hem biedt! Heel kort op de bal spelen, zeer concreet werken, niet te veel info in één keer geven en vooral enorm veel bekrachtigen goed werken.
28
DOEN… Speel kort op de bal Bevestig positief
Wees zelf een goed rolmodel Help je kind groepsdruk te herkennen Speel kort op de bal Wacht niet te lang met het praten over grensoverschrijdend gedrag. Doe dit zo snel mogelijk na het voorvallen ervan. Bevestig positief Helpen je kind om zijn eigen mogelijkheden in te schatten, tegenslagen te overwinnen. Bouw aan zijn/haar zelfvertrouwen & positief zelfbeeld Wees zelf een goed rolmodel: mensen met een verstandelijke beperking hebben moeite om een onderscheid te maken tussen goede en slechte rolmodellen. Wees daarom duidelijk een goed rolmodel voor uw kind. Jongeren moeten groepsdruk leren herkennen. Geef hen levensvaardigheden leren geven om “zichzelf” te blijven, om te gaan met groepsdruk: eigen identiteit ontwikkelen. Dit hangt samen met dep positieve bevestiging
29
Is er materiaal dat mij kan helpen?
Hoe merk je als ouder dat je kind problemen heeft met alcohol en/of drugs. Op welke signalen kan men letten?
30
Het pakket ‘Alcohol en cannabis… zonder boe of bah’ maakt jongeren met een verstandelijke beperking bewust van de effecten, risico’s en gevolgen van het gebruik van alcohol en cannabis. Het pakket wil deze jongeren aanmoedigen om (nog) niet te gebruiken. Cannabis- maar ook alcoholgebruik mag nooit de norm zijn. Er zijn diverse situaties en factoren, waaronder leeftijd en specifieke kwetsbaarheid van jongeren, waarin niet-gebruik de enige veilige en gezonde keuze is.
31
TRIP-spel (in groep te spelen)
32
Vorming – Handicum & VIBEG
TRIP-spel (in groep te spelen)
33
Waarom zijn grenzen zo belangrijk, zelfs als het niks lijkt uit te maken? Hoe doe je dat, grenzen stellen en waar leg je de grens precies? Hoe weet je of je kind de grenzen respecteert? Hoe pak je het aan wanneer je kind experimenteert met drugs, en wat als het daar niet bij blijft? Waar vind je hulp en steun? Deze folder voor ouders geeft een antwoord.
34
Kan ik gebruik herkennen. Hoe reageer ik als ouder
Kan ik gebruik herkennen? Hoe reageer ik als ouder? Kan ik erger voorkomen? Waarom gebruikt mijn kind? Mijn kind ziet geen probleem in zijn gebruik, wat dan? Deze folder, bedoeld voor ouders, geeft een antwoord.
35
Gezinnen met druggebruikende kinderen staan onder hoge druk
Gezinnen met druggebruikende kinderen staan onder hoge druk. Een juridische aanpak brengt soms soelaas. Dan is het voor ouders belangrijk om weten welke juridische wegen men kan bewandelen. Een selectie van de meest gestelde juridische vragen van ouders met druggebruikende kinderen krijgt in deze brochure een helder en zo eenvoudig mogelijk antwoord. Daarnaast bevat deze brochure ook adressen waar ouders juridisch advies kunnen inwinnen voor hun persoonlijke situatie.
36
Hoe zit het met druggebruik in het verkeer
Hoe zit het met druggebruik in het verkeer? Wat zegt de wet over illegale drugs? Is cannabis voor minderjarigen illegaal? En voor meerderjarigen? Mag de politie mij fouilleren? Deze brochure geeft een antwoord.
37
Deze reeks voor de algemene bevolking bestaat uit 12 folders
Deze reeks voor de algemene bevolking bestaat uit 12 folders. Ze zijn geschreven voor wie in aanraking komt met alcohol of andere drugs. Sommige folders bevatten vooral productinformatie en geven een aantal antwoorden op vaak gestelde vragen aan De DrugLijn over die producten. Andere folders gaan in op specifieke thema's die verband houden met alcohol en drugs. Daarbij ligt het zwaartepunt niet op de productinfo, maar meer op het 'omgaan met drugs' bijvoorbeeld als ouder van een experimenterende tiener. Deze folders verschenen reeds in deze reeks: Cannabis. De meest gestelde vragen Cocaïne. De meest gestelde vragen Combigebruik. De meest gestelde vragen Heroïne. De meest gestelde vragen Speed. De meest gestelde vragen Grenzen stellen. Over opvoeden, alcohol en andere drugs Mijn kinderen en drugs. Als ze maar clean zijn? Zwangerschap en drugs. De meest gestelde vragen Drugs en urinetesting Drugs en de wet Iemand steunen bij het stoppen met drank, drugs, pillen en gokken Stoppen met drank, drugs, pillen of gokken?
38
Waar kan ik terecht met vragen?
De Druglijn Telefoneren, en, skypen… Een luisterend oor… Kan je doorverwijzen naar een huisdokter, een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG)…
39
Hoe zit de alcohol- en drugsector eruit?
Ouders van personen met een beperking hebben vaak heel wat ervaring met hulpverlening. Ze zijn niet altijd op de hoogte van de mogelijkheden van de A&D-sector. Vandaar is het nuttig om hen te informeren over de mogelijkheden van onze sector.
40
Wat is preventie? Doel: problemen als gevolg van middelengebruik voorkomen individuele personen én de samenleving leren omgaan met alcohol/drugs Werken op maat! De algemene doelstelling is problemen als gevolg van middelengebruik te voorkomen. Dit houdt in dat individu én samenleving leren omgaan met alcohol en andere drugs. Hieronder verstaan we bijvoorbeeld dat mensen op een verantwoordelijke manier omgaan met middelen (van niet-gebruik tot schadebeperkend), maar ook dat het thema bespreekbaar is, dat mensen genuanceerd denken over middelengebruik en dat ze op een doordachte en verantwoordelijke manier met middelengebruik in hun omgeving en in de samenleving kunnen omgaan. Niet alleen het middel, maar ook de omstandigheden waarin wordt gebruikt (milieu) en de kenmerken van de gebruiker zelf (mens) spelen een rol in de oorzaken van problemen van middelengebruik. Willen we de problemen die kunnen ontstaan door middelengebruik voorkomen, dan moeten we met al deze factoren rekening houden. Er bestaat geen eenvoudig of kant-en-klaar recept voor preventie. Goed geïmplementeerde gestandaardiseerde programma’s hebben hun waarde bewezen. Anderzijds is ‘werken op maat’ essentieel. Dat betekent dat we - afhankelijk van het product, de omstandigheden en de kenmerken van de doelgroep - zorgvuldig moeten afwegen welke kennis, attitudes, vaardigheden en structurele maatregelen nodig zijn.
41
Wat omvat alcohol- en drughulpverlening?
Vroeginterventie Ambulant Semiresidentieel Residentieel Heeft u een vraag? Contacteer dan De Druglijn
42
Vragen?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.