De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 2. Par. 2.5 De tijd van Grieken en Romeinen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 2. Par. 2.5 De tijd van Grieken en Romeinen."— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 2. Par. 2.5 De tijd van Grieken en Romeinen

2 Polytheïsme en Monotheïsme Poly  Veel / meervoudig Mono  één / enkel Theïsme  Theoi / Theos  Goden / God  Polytheïsme  Geloven in meerdere goden Monotheïsme  Geloven in één god

3 Polytheïsme en Monotheïsme ► Les 1. Polytheïsme ► Les 2. Monotheïsme: het Jodendom ► Les 3. Monotheïsme: het Christendom

4 Polytheïsme: Griekse Pantheon Zeus Hera Poseidon Afrodite Apollo Athena Ares Dionysos

5 Polytheïsme: Romeins Pantheon Jupiter Juno NeptunesVenus Mercurius Mars Minerva Bacchus Mithras

6 Polytheïsme: Kenmerken ► Natuurverschijnselen werden verklaard d.m.v. opperwezens  Goden ► Goden hebben verschillende eigenschappen (bijv. Jupiter Optimo Maximo, Jupiter Tonans, Jupiter Capitolinus, Jupiter Vulger, Jupiter Anxur) ► Handelingen, offers en riten belangrijk om de gunst van de goden te krijgen ► Pantheon is diffuus: d.w.z. goden van andere culturen kunnen makkelijk ingepast worden (bijv. Isis, Serapis, Mithras, Solis) ► Syncretisme: multiculturele samenleving zorgt voor mengvormen

7 Polytheïsme: Syncretisme Herkules Magusanus (Bataafs-Romeins) Dea Nehalennia Dea Nehalennia (Bataafs-Romeins) (Bataafs-Romeins)

8 Monotheïsme: het Jodendom ► Les 2. Monotheïsme: het Jodendom (Andere naam voor Jodendom is Iudaïsme) Kenmerken: 1. Heilige teksten: Tenach 2. Heilige land: Israël en Judea 3. Heilig gebouw: Joodse Tempel / synagoge 4. Heilige symbolen: Davidster en de 9-armige kandelaar 5. Heilig persoon: Messias (verlosser) zal ooit op aarde komen.

9 Monotheïsme: het Jodendom Het Heilige land

10 Monotheïsme: het Jodendom Personen in de Tenach: Abraham: Uitverkoren door God om het Joodse volk te leiden naar Kanaän (Israël en Judea). Mozes: Bevrijder van het Joodse volk uit Egyptische slavernij en voert het Joodse volk naar Kanaän. Ontving van God de 10-geboden (leefregels). Saul, David en Salomo: Koningen van het Koninkrijk Israël.

11 Monotheïsme: het Jodendom Chronologie van Kanaän ► Ca. 1000 v.Chr. Joodse stammen verenigen zich tot het Koninkrijk Israël. ► 926 v.Chr. Judea splitst zich af van het Koninkrijk Israël. ► 587 v.Chr. Babylonische Ballingschap. Verwoesting van de Eerste Joodse Tempel. ► 332-67 v.Chr. Judea en Israël onder Alexander de Grote en zijn opvolgers (Seleuciden). Introductie Hellenistische cultuur.

12 Monotheïsme: het Jodendom Chronologie van Kanaän: Romeinse periode ► 67 v.Chr. Begin Romeinse overheersing. Pompeius Magnus veroverde Judea en Israël. Cliëntkoninkrijk Judea. ► 4 v.Chr. Romeinse cliëntkoning Herodes sterft. Hersteller van de Joodse Tempel. ► 66-73 n.Chr. Joodse Opstand. Verwoesting van de Tweede Joodse Tempel door keizer Titus. ► 132-135 n.Chr. Bar Kochba-Opstand. Jeruzalem vewoest. Romeinen bouwen Colonia Aelia Capitolina op de ruïnes. Gevolg: Diaspora  verspreiding van de Joden over het Romeinse rijk.

13 Monotheïsme: het Jodendom Boog van Titus, gebouwd voor het neerslaan van de Joodse Opstand Decoratie aan de binnenkant van de boog. De plundering van de Tweede Joodse Tempel door de Romeinen.

14 Monotheïsme: het Jodendom De klaagmuur, resten van de muren van de Tweede Joodse Tempel

15 Monotheïsme: het Christendom ► Les 3. Monotheïsme: het Christendom Kenmerken: 1. Heilige teksten: Bijbel: Oude en Nieuwe Testament 2. Heilige land: Israël en Judea 3. Heilig gebouw: Kerk 4. Heilige symbolen: Kruis, Ichthus-teken 5. Heilig persoon: Messias (verlosser) Jezus Christus

16 Monotheïsme: het Christendom ► Bijbel 1. Oude Testament:Tenach 2. Nieuwe Testament: Evangeliën Evangeliën  (Matheüs, Johannes, Lucas, Marcus) Leven van Jezus (ca.6-ca.30 n.Chr.) Predikt  Naastenliefde, Heilsverwachting

17 Monotheïsme: het Christendom Verspreiding Paulus verspreidde het Christendom buiten Judea In de periode van politieke en economische crises vond het christendom veel aanhang. Immers, het Christendom beloofd een paradijs na de dood.

18 Monotheïsme: het Christendom Constantijn en het Christendom Slag bij de Milvische brug (312 n.Chr.) verslaat Constantijn zijn tegenstanders. Met een teken uit de hemel van de God van de Christenen laat hij de schilden en vlaggen beschilderen.

19 Monotheïsme: het Christendom Constantijn (306-337) De kerk en Constantijn de Grote 1.Constantijn verslaat zijn mede- keizers en werd alleenheerser. 2.De kerk krijgt een grotere rol na 312. 3.325: Concilie van Nicea: Christelijke dogma (regels) worden bepaald. 4.Kerk krijgt bestuurlijke, rechterlijke en financiële taken. 5.Nadruk komt te liggen op het Oostelijk gedeelte van het Romeinse rijk met de bouw van Constantinopel.

20 Monotheïsme: het Christendom In 394 n.Chr. Verklaarde keizer Theodosius I het Christendom als staatsgodsdienst Christendom legitimatie van macht Honorius heeft een standaard vast met de Latijnse tekst: INOMINE XPI VICTAS SEMPER, in de naam van Christus overwin je altijd. Honorius (393-423 n.Chr)


Download ppt "Hoofdstuk 2. Par. 2.5 De tijd van Grieken en Romeinen."

Verwante presentaties


Ads door Google