Semantisatieverhaal: Jullie weten dat mijn buurvrouw heel veel kikkers heeft. Die wonen in de vijver in haar voortuin. Bij de buurvrouw voor de deur is.

Presentatie over: "Semantisatieverhaal: Jullie weten dat mijn buurvrouw heel veel kikkers heeft. Die wonen in de vijver in haar voortuin. Bij de buurvrouw voor de deur is."— Transcript van de presentatie:

1 Semantisatieverhaal: Jullie weten dat mijn buurvrouw heel veel kikkers heeft. Die wonen in de vijver in haar voortuin. Bij de buurvrouw voor de deur is een bushalte. De bus moet daar vaak even wachten. De motor blijft dan aan en de uitlaatgassen, dat is vieze rook uit de motor van een auto, een schip of vliegtuig, komen in de lucht. De uitlaatgassen vervuilen de lucht heel erg, ze maken de lucht heel vies. De kikkers zijn hierdoor ziek geworden. Een wetenschapper, dat is iemand die voor zijn werk uitzoekt hoe dingen werken of zijn, heeft zelfs bewezen dat het klimaat in de tuin, dat is het weer dat bij een gebied of land hoort, zo veranderd is, dat de kikkers daar niet meer kunnen wonen. Toen de kinderen uit de buurt dat hoorden besloten ze om actie te voeren. Dit betekent dat je iets doet om te laten zien dat je ergens voor of tegen bent. Bijna alle scholieren, dat zijn kinderen die op school zitten, spijbelden op donderdagmiddag. Spijbelen betekent niet naar school gaan terwijl je daar wel moet zijn. De scholieren gingen naar het plein voor het gemeentehuis om actie te voeren. Ze willen dat de bushalte 100 meter verplaatst wordt. De kikkers hebben dan geen last meer van de uitlaatgassen en kunnen weer beter worden. Hopelijk luistert de burgemeester en kunnen de kikkers bij mijn buurvrouw blijven wonen. de toekomst: de tijd die nog moet komen duren: een bepaalde tijd nodig hebben de inkt: hele dunne verf om mee te schrijven vloeibaar: het is nat en het heeft geen vast vorm, je kunt het schenken de koker: de ronde buis waar je iets in kunt doen het voorwerp: het ding, je kunt het zien en pakken trots zijn: je wilt graag laten zien dat je iets goed hebt gedaan of iets moois hebt

2 Week 7 – 12 februari 2019 Niveau AA
Gerarda Das Mariët Koster Mandy Routledge Francis Vrielink Week 7 – 12 februari 2019 Niveau AA

3 de uitlaatgassen

4 vervuilen

5 de wetenschapper

6 het klimaat

7 actie voeren HELP DE KIKKERS !

8 de scholier

9 spijbelen

10 Op de woordmuur:

11 het klimaat = het weer dat bij een gebied of land hoort
= het weer dat bij een gebied of land hoort het landklimaat het woestijnklimaat het poolklimaat

12 de scholier de leraar = een kind dat op school zit
    De scholieren spijbelen op donderdagmiddag. = een persoon die voor zijn of haar beroep dingen leert aan een klas met leerlingen De leraar vertelt over de vervuiling van de lucht.

13 vervuilen de uitlaatgassen het zwerfafval de plastic soep
de uitlaatgassen = vieze rook uit de motor van een auto vervuilen = heel vies maken het zwerfafval de plastic soep = afval dat op straat ligt = plastic afval dat ronddrijft in de zee

14 spijbelen = niet naar school gaan terwijl je daar wel moet zijn
Bijna alle scholieren spijbelden op donderdagmiddag.

15 actie voeren = iets doen om te laten zien dat je ergens voor of tegen bent
De kinderen uit de buurt gaan actie voeren voor de kikkers.

16 de wetenschapper = iemand die voor zijn werk uitzoekt hoe dingen
werken of zijn Een wetenschapper heeft bewezen dat het klimaat in de tuin veranderd is.