De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Zorgplicht en artikel 52 PW, de praktijk

Verwante presentaties


Presentatie over: "Zorgplicht en artikel 52 PW, de praktijk"— Transcript van de presentatie:

1 Zorgplicht en artikel 52 PW, de praktijk
Vereniging voor Pensioenrecht Utrecht, 5 juni 2007 Prof. Mr. Herman M. Kappelle Directeur AEGON Adfis Bijzonder Hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht Adviesgroep juridische en fiscale zaken Vrije Universiteit Amsterdam

2 Agenda Zorgplicht bij premieovereenkomst met beleggingsvrijheid voor de deelnemer - Wetsvoorstel regering - Amendement Depla/De Vries - Prudent person regel - Deelnemer verantwoordelijk, advies uitvoerder - Artikel WFD Samenvatting en conclusies

3 Zorgplicht; wetsvoorstel
Pensioenuitvoerder stelt grenzen aan de spreiding van beleggingen in relatie tot de duur van de periode tot de pensioendatum, waarbij het beleggingsrisico kleiner moet worden naarmate pensioendatum nadert. Jaarlijkse toets door pensioenuitvoerder of beleggingen passen binnen deze grenzen. Aanpassing door pensioenuitvoerder als uit jaarlijkse toets blijkt dat grenzen zijn overschreden. Deelnemer kan dat niet tegenhouden.

4 Zorgplicht; amendement De Vries/Depla (1)
De pensioenuitvoerder: Is verantwoordelijk voor de beleggingen en belegt op basis van “prudent person regel” D.w.z. waarden worden belegd in het belang van aanspraak- of pensioengerechtigde. Deelnemer kan desgewenst de verantwoordelijkheid overnemen. In dat geval adviseert pensioenuitvoerder over spreiding beleggingen in relatie tot duur van periode tot pensioendatum, met afnemend risico.

5 Zorgplicht; Amendement De Vries/Depla (2)
De pensioenuitvoerder Onderzoekt ten minste een keer per jaar of de beleggingen van iedere deelnemer passen binnen de gestelde grenzen; en Informeert de deelnemer of gewezen deelnemer hierover. Artikel 30 t/m 38 WFD van overeenkomstige toepassing. Inmiddels afdeling Wft. (art 4:18 t/m 4.25)

6 Prudent person regel Verwijzing naar artikel 123 PW: - de waarden worden belegd in het belang van de deelnemer; - de beleggingen in de werkgever maximaal 5%; - de beleggingen worden gewaardeerd op marktwaarde Komt uit EU-pensioenrichtlijn (L 235/18); Houdt ‘met name’ in dat de activa worden belegd in het belang van de deelnemers en pensioen-gerechtigden. Veiligheid, kwaliteit, liquiditeit en het rendement van de portefeuille als geheel wordt gewaarborgd.

7 Deelnemer verantwoordelijk (1)
De Vries/Depla in toelichting; “Wanneer een deelnemer aangeeft zelf te willen beleggen, moet hij dat in vrijheid kunnen doen. Wel moet de pensioenuitvoerder begeleiden door middel van het verstrekken van een advies en informatie, zo nodig tegen een kostenvergoeding. De adviesplicht voorziet onder andere in een advies op basis van het ken uw klant principe.”

8 Deelnemer verantwoordelijk (2)
SoZaWe in Nota n.a.v. Verslag IPW; Artikelen van de WFD zijn alleen van toepassing in de situatie waarin de deelnemer de verantwoordelijkheid voor de beleggingen heeft overgenomen. Uitsluitend sprake van een eenmalig advies bij aanvang en daarna alleen nog een jaarlijkse toetsing of de beleggingen van de deelnemer nog in overeenstemming zijn met dit advies Nog ??: dus niet vanaf aanvang advies niet opvolgen?

9 Deelnemer verantwoordelijk (3)
Ken uw klant principe: KYC-profiel en aan de hand daarvan beleggingsmix bepalen NnaV PW: Pensioenuitvoerder moet nagaan; - wat de financiële positie is van de deelnemer; - wat zijn risicobereidheid is; - wat zijn kennis en ervaring met beleggingen zijn; en - wat zijn beleggingsdoelstelling is.

10 Deelnemer verantwoordelijk (4)
Artikel 30 WFD; door financiële dienstverlener verstrekte informatie - doet geen afbreuk aan de bij of krachtens WFD verstrekte informatie - is feitelijk juist, voor de consument begrijpelijk en niet misleidend. (nu 4:19 Wft) Artikel 31 WFD; voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product versterkt de financiële dienstverlenende de consument informatie voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor een adequate beoordeling van dit product. (nu 4:20 Wft)

11 Deelnemer verantwoordelijk (5)
Artikel 32 WFD: Indien een financiële dienstverlener een consument adviseert wint hij in diens belang informatie in over diens financiële positie, kennis ervaring, doelstellingen en risicobereidheid voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor het advies. (nu 4.23 Wft) Adviseren in de zin van de WFD: “het aanbevelen van een of meer specifieke financiële producten aan een bepaalde consument”. (art. 1.1 Wft) Advies in de zin van artikel 47, derde lid PW is geen advies in de zin van de WFD/Wft.

12 Deelnemer verantwoordelijk (6)
Artikel 33 WFD: bemiddelaar moet aangeven of hij adviseert op basis van een objectieve analyse, dan wel of hij banden heeft met bepaalde aanbieders en op welke wijze hij wordt beloond. (nu 4:73 Wft) Bemiddelen: “alle werkzaamheden gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van overeenkomsten inzake financiële producten tussen consumenten en aanbieders”. (art 1.1. Wft) Artikel 34 WFD: conform artikel 33 maar dan voor de adviseur. (nu 4:72 Wft) Adviseur: “degene die adviseert”(art Wft)

13 Deelnemer verantwoordelijk (7)
Artikel 35 WFD: Bij AMvB nadere regels ten aanzien van de informatievoorziening aan de consument door de financiële dienstverlener. (nu 4.22 Wft) Artikel 36 WFD: artikel 31 niet van toepassing op de financiële dienstverlener die een financiële dienst verleend door tussenkomst van een bemiddelaar, tenzij anders overeengekomen tussen financiële dienstverlener en bemiddelaar. (nu 4:21 Wft) Artikel 37 WFD: klachtenprocedure. (nu 4:17 Wft) Artikel 38 WFD: bij AMvB vast te stellen nadere regels ten aanzien van door financiële dienstverlener bij de behandeling van de consument in acht te nemen zorgvuldigheid. (nu 4:25 lid 1 en 3 Wft)

14 Deelnemer verantwoordelijk (8)
Conclusie: Verwijzing naar afdeling Wft leidt alleen tot verplichting van het maken van een profiel op basis van het ken uw klant principe. Bevestigd door De Geus in de Eerste Kamer op 5 december 2006. Deelnemer kan advies naast zich neerleggen en eigen keuzen maken. Maar algemene zorgplichtregels zijn overal en altijd van toepassing.

15 Algemene zorgplicht (1)

16 Algemene zorgplicht (2)
Kabinet bij WFD-indiening: “In het wetsvoorstel krijgen bemiddelaars en aanbieders ook een zogeheten zorgplicht. Dat betekent dat een aanbieder wordt verplicht om goede informatie te verstrekken. Wanneer hij het product persoonlijk aanbeveelt moet hij altijd nagaan of dit product daadwerkelijk bij de klant past.” (Persbericht van 4 juli 2003)

17 Algemene zorgplicht (3)
DSI in “Effecten van zorgplicht”; “Een effecteninstelling zal bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht dienen te nemen. Zij zal daarbij horen te handelen in het belang van haar cliënten, bij het uitvoeren van opdrachten voorrang te geven aan de belangen van cliënten boven haar eigen belang en zich van handelingen te onthouden die de adequate functionering van de effectenmarkten of het vertrouwen van beleggers daarin kunnen schaden.”

18 Algemene zorgplicht (4)
Dus: beperking van het aantal en de soort fondsen waaruit de deelnemer die heeft gekozen om de verantwoordelijkheid voor de beleggingen over te nemen, kan kiezen. Door pensioenuitvoerder, maar ook door werkgever.

19 Samenvatting en conclusies (1)
Zorgplicht bij premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid voor deelnemer: - verantwoordelijkheid bij uitvoerder: prudent person - verantwoordelijkheid bij deelnemer: ( Wft) 4.2.3 Wft leidt alleen tot verplichting maken klantprofiel omdat: - Geen informatie die verstrekt kan worden direct voorafgaand aan totstandkomen overeenkomst; - Deelnemer geen consument in de zin van de Wft is; - Advies over spreiding beleggingen is geen advies in de zin van de Wft Algemene zorgplicht geldt altijd en overal!

20 ….. Vragen????

21


Download ppt "Zorgplicht en artikel 52 PW, de praktijk"

Verwante presentaties


Ads door Google