Agenda Kwaliteitsverwachting OK-kader Opdracht en traject

Presentatie over: "Agenda Kwaliteitsverwachting OK-kader Opdracht en traject"— Transcript van de presentatie:

1 Controle van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne

2 Agenda Kwaliteitsverwachting OK-kader Opdracht en traject
Doorlichtingsdesign Inspectie 2.0 Onderzoek naar de doeltreffendheid van het BVH-beleid Processen Ontwikkelingsschalen BVH Inschaling Oordeel, verslag en advies Belangrijk om te weten

3 Kwaliteitsverwachting OK-kader
DE SCHOOL ONTWIKKELT EN VOERT EEN DOELTREFFEND BELEID MET HET OOG OP DE FYSIEKE EN MENTALE VEILIGHEID VAN DE LEEF-, LEER- EN WERKOMGEVING. De lerenden en teamleden voelen zich mentaal veilig in de school. Het onderwijs vindt plaats in lokalen die bewoonbaar, veilig en hygiënisch zijn. Om dit te realiseren neemt de school een samenhangend geheel van maatregelen gericht op het voorkomen, evalueren en bestrijden van risico’s. Dit beleid is ingebed in het onderwijskundig beleid van de school en verankerd in de dagelijkse praktijk. Op basis van een analyse van de risico’s, de beschikbare financiële middelen en de wettelijke vereisten, stelt de school prioriteiten voorop. Verbeteringen leiden binnen een redelijke termijn tot de gewenste resultaten. Vraag: wat is niet weerhouden?

4 Opdracht en traject Consensustekst met de onderwijsverstrekkers over de vormgeving van het toezicht: de erkenningsvoorwaarde BVH heeft zijn concrete toepassing op de gebouwen en bij uitbreiding de ter beschikking gestelde infrastructuur

5 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2010 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs met betrekking tot de wijze waarop sommige bevoegdheden van de inspectie worden uitgevoerd en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 januari 2014 houdende de vaststelling van de criteria ter beoordeling van verbeterplannen. Art. 8. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: “Art. 10. Het toezicht, vermeld in artikel 38, §5, van het decreet van 8 mei 2009, bestaat uit een marginale controle op de voorwaarden voor hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Dat betekent dat de onderwijsinspectie nagaat of de instelling een doeltreffend beleid ontwikkelt en voert met het oog op de hygiëne, bewoonbaarheid en veiligheid.”.

6 Opdracht en traject Traject met de stuurgroep voorwaarden
→ passen binnen 2.0 → bewaken van planlast → erkenningsvoorwaarde → marginale controle en plaatsbezoek traject: - stuurgroep onderwijskoepels - insteek preventieadviseurs - monitoringstool - 11 processen - IDEWE

7 Doorlichtingsdesign Inspectie 2.0
De onderzoeksvragen zijn vertaald in een doorlichtingsdesign, dat bestaat uit een systeemonderzoek en een substantief onderzoek. Het systeemonderzoek bekijkt de visie, de aansturing van de schoolwerking en de systematiek die de school gebruikt om de kwaliteitszorg vorm te geven. Om de systematiek van de kwaliteitszorg concreet zichtbaar te maken, gaat de onderwijsinspectie met de school in dialoog via een aantal proceswandelingen. Bij elke proceswandeling gaat de onderwijsinspectie na of de verschillende stappen van de door de instelling gekozen systematiek effectief en kwaliteitsvol worden toegepast aan de hand van een afgebakend thema. Dat thema kan een beleidsprioriteit van de school zijn, de onderwijsleerpraktijk binnen een bepaalde vakgroep of een onderwijskundig proces. Eén proceswandeling kiest de school zelf uit een lijst met mogelijke thema's: wellicht kiest de school een thema waarbinnen de kwaliteitszorg optimaal functioneert of tot belangrijke vernieuwingen heeft geleid. Daarnaast vindt er een proceswandeling plaats met iedere vakgroep die betrokken is in de onderzoeksfocus. Uit die proceswandeling moet blijken hoe de school of de vakgroep de kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk onderzoekt en bewaakt. Ook is er een proceswandeling over een instellingsbreed thema, een zogenaamd kwaliteitsgebied. De onderwijsinspectie kiest uit vier kwaliteitsgebieden: leerlingenbegeleiding omgaan met diversiteit personeelsbeleid en professionalisering rapportering en oriëntering Elk kwaliteitsgebied is een thematische clusteringen van een aantal kwaliteitsverwachtingen in het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit. Een laatste proceswandeling gaat over het beleid en de systematische risicobeheersing op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Daarnaast gaat de onderwijsinspectie de doeltreffendheid van het beleid en de kwaliteitszorg na in het substantief onderzoek. De onderwijsinspectie bekijkt de onderwijsleerpraktijk voor een relevant aantal leerplannen, de kwaliteit van het kwaliteitsgebied en ze doet een beperkte toetsing van de doeltreffendheid van het BVH- beleid.

8 Elke doorlichting bestaat uit twee types onderzoeken:
Het systeemonderzoek omvat de kwaliteitsontwikkeling (= beleid + kwaliteitszorg) Om optimaal te kunnen inhaken op de interne kwaliteitszorg van scholen, ontwikkelde de onderwijsinspectie een doorlichtingsdesign dat bestaat uit twee delen. Beide delen vinden tijdens één doorlichtingsbezoek plaats. Het ene deel, het systeemonderzoek, is gericht op de kwaliteitsontwikkeling van de instelling. Het wil aan de instelling feedback geven over haar onderwijskundig beleid, organisatieontwikkeling en interne kwaliteitszorg. Het andere deel, het substantief onderzoek, is gericht op het nagaan van de doeltreffendheid tot op de klasvloer van de systematische kwaliteitsbewaking. Dit onderzoek wil aan de instelling terugkoppelen in welke mate ze kwaliteitsvol onderwijs biedt, zowel wat de onderwijsleerpraktijk betreft – de klaspraktijk, dus – als wat de ondersteunende processen op schoolniveau betreft. De onderzoek naar de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne, is zowel een deel van het systeemonderzoek als van het substantiefonderzoek: dit onderzoek bekijkt immers in één beweging de aansturing en de kwaliteitszorg op het vlak van risicobeweging én de doeltreffendheid van het BVH-beleid. Ook voor de andere onderwerpen kunnen het systeemonderzoek en het substantief onderzoek niet los gezien van elkaar gezien worden. Het doorlichtingsteam vergelijkt immers steeds beleid en uitvoering bij het onderzoeken van de kwaliteitsontwikkeling. Beide onderzoeken bevruchten elkaar. Systeemonderzoek : onderzoek naar de systematiek Substantief onderzoek: onderzoek naar de kwaliteit (Onderwijsleerpraktijk verduidelijken adhv schalen) Het substantief onderzoek omvat het onderzoek van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne

9 HET ONDERZOEK NAAR DE DOELTREFFENDHEID VAN HET BVH-BELEID
De school toont in dialoog de systematiek van haar kwaliteitsbewaking aan - 9 processen (noodplanning, verwarming, elektriciteit, ongevallen en hulpverlening, valgevaar en toegankelijkheid, onthaal aankoop en controle arbeidsmiddelen, gebouwen en onderhoud, gevaarlijke producten, voedselveiligheid) - 70-punten lijst - relevante steekproef - focus - extra proces - bezoek ter plaatse

10 De processen - inhoud van het proces - definitie
- implementatie en risicobeheersing proces aanwezigheid van de documenten inbreuken en bemerkingen zijn opgenomen er wordt gevolg gegeven ondersteuning - verduidelijkingen

11 De ontwikkelingsschalen BVH
Aan de hand van vier ontwikkelingsschalen: BVH1: planning en uitvoering BVH2: financiële, materiële en personele ondersteuning BVH3: systematische en betrouwbare evaluatie BVH4: borgen en bijsturen van de maatregelen Onder voorbehoud.

12 Inschaling We schalen de systematiek van kwaliteitsbewaking op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne in. Op basis van: startgesprek beleid, vakgroep, leerlingen, ouders, … feedback uit de processen bezoek ter plaatse teamgebeuren

13 Inschaling  = beneden de verwachting  benadert de verwachting 
volgens de verwachting  overstijgt de verwachting Elke ontwikkelingsschaal drukt uit in welke mate het ontwikkelingsniveau van de instelling tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachting in het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit. De onderwijsinspectie onderscheidt daarbij vier ontwikkelingsniveaus. Beneden de verwachting Er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn. Benadert de verwachting Er zijn naast sterke punten ook nog meerdere punten ter verbetering. Daardoor komt het geheel nog niet tegemoet aan de verwachting. Volgens de verwachting Er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten of gebieden ter verbetering. Het geheel komt tegemoet aan de verwachting. Overstijgt de verwachting Er zijn veel sterke punten, met inbegrip van significante voorbeelden van goede praktijk.

14 BVH1: Planning en uitvoering*
* onder voorbehoud van wijzigingen! beneden de verwachting benadert volgens overstijgt De instelling plant geen of weinig maatregelen en acties gericht op het voorkomen of inperken van risico’s en het voorkomen of beperken van schade. Ze neemt deze acties niet of nauwelijks op in het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan. De instelling besteedt geen of weinig aandacht aan compenserende maatregelen. De instelling plant beperkt maatregelen en acties gericht op het voorkomen of inperken van risico’s en het voorkomen of beperken van schade. Ze neemt deze acties beperkt op in het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan en voert ze veelal beperkt uit. Indien de uitvoering niet op korte termijn kan plaatsvinden, neemt de instelling beperkt compenserende maatregelen. De instelling neemt systematisch maatregelen en plant systematische acties gericht op het voorkomen of inperken van risico’s en het voorkomen of beperken van schade. Ze neemt deze acties op in het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan en voert ze veelal uit. Indien de uitvoering niet op korte termijn kan plaatsvinden, neemt de instelling doeltreffende compenserende maatregelen. De instelling neemt systematisch maatregelen en acties gericht op het voorkomen of inperken van risico’s en het voorkomen of beperken van schade. Ze neemt deze acties op in het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan en voert ze uit. Indien de uitvoering niet op korte termijn kan plaatsvinden, neemt de instelling doeltreffende compenserende maatregelen. De manier waarop de instelling haar acties plant en uitvoert, is een voorbeeld van goede praktijk.

15 Oordeel, verslag en advies
Oordeel onderzoek van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne: borgen (van de sterke punten) ontwikkelingskans (kwaliteitsontwikkeling) tekort (ernstige werkpunten) Verslag: schalen met kleine instellingsspecifieke wijzigingen Advies: op instellingsniveau

16 Oordeel, verslag en advies
Advies 2a: Uit de doorlichting blijkt een tekort voor BVH en een onmiddellijk gevaar voor de fysieke veiligheid van de lerenden of van het schoolteam. Advies 2b: Uit de onderzoeken met betrekking tot de erkenningsvoorwaarden blijken op verschillende vlakken zeer ernstige tekorten, zonder perspectief op verbetering; of Er is onmiddellijk gevaar voor de fysieke of mentale veiligheid van de lerenden of van de teamleden, zonder perspectief op verbetering.

17 Belangrijk om te weten klaar? campusgedachte
CVO’s met meerdere lesplaatsen normen informatie voor de scholen

18 VOOR JE AANWEZIGHEID