Stellingen Het VMBO-examen verandert m.i.v. examen 2018

Presentatie over: "Stellingen Het VMBO-examen verandert m.i.v. examen 2018"— Transcript van de presentatie:

1 Stellingen Het VMBO-examen verandert m.i.v. examen 2018
Onderwijs 2032 is aangenomen door de Tweede kamer Het HAVO-examen verandert m.i.v. mei 2018 We hoeven niets met de canonvensters te doen in de onderbouw

2 Opbouw van een les Waar houd je rekening mee?
Formuleer tenminste 5 criteria in tweetallen

3 Aandachtspunten: Voorkennis Leerdoel/lesdoel(en) Instap Wisselmomenten
Heldere en volledige instructies Afwisseling werkvormen/leermiddelen Docentgestuurd/leerlinggestuurd (activerend!) Oog voor differentiatie (niveau/intelligenties) Digitale ondersteuning Evaluatie (check lesdoelen)

4 Fasen in de les Een les bevat altijd meerdere onderdelen / fasen
Er moet een kop en een staart aan een les zitten! Instap/oriëntatie/informatie/verwerken/evaluatie De wisselmomenten zijn belangrijk en kwetsbaar Vaak hoort daar een instructie bij

5 Voorbeeld van een structuur van een les:
Doel: leerlingen kunnen verklaren hoe Alexander de Grote aan zijn macht kwam en uitleggen hoe hij zijn rijk vergrootte. 1) rood en groen (herhalen) 2) korte uitleg a.d.h.v. powerpoint 3) filmpje met drie vragen 4) nabespreken vr. 8, 9, 10 5) zelf nakijken vr. 7, 11, 12 + huiswerk maken 6) afsluiting met werkvorm welke foto weg.

6 Volledige instructie Waarom: Waarom moet ik dit doen?
Wat: Wat moet ik doen? Hoe: Hoe moet ik het aanpakken? Tijd: Hoeveel tijd krijg ik ervoor? Hulp: Bij wie+waar kan ik hulp krijgen? Resultaat: Uitkomst/eindproduct Klaar: Wat kan ik doen als ik klaar ben

7 Powerpoint of Prezi Wat hebben jullie meegenomen?

8 Digitale ondersteuning
Bespreek in 2tallen, op basis van je ervaring op school én universiteit: Wat werkt goed in een ppt/prezi? Formuleer 3 principes en kies een of twee mooie dia’s.

9 Criteria volgens Jan de Vries
Less is more (max 7 onderdelen) Bied de info korter + anders aan Gebruik geen zinnen maar kernwoorden Gebruik zoveel mogelijk visuele beelden Gebruik concluderende titels Zorg voor kop, staart en rode lijn Wissel af na 15 minuten met bijv. werkvorm

10 Digibord volgens Van Ast en Perry
Beeld en tekst samen beter dan tekst alleen Beeld en tekst moeten dicht bij elkaar zijn qua tijd en plaats Vermijd overbodige info Liever spreektaal (kort en bondig) Maar: beeld plus tekst plus audio leidt tot cognitieve overload

11 Afhankelijk van je doel
Voor aantekeningen? Wel hele zinnen! Ter ondersteuning van je verhaal? Kernwoorden en afbeeldingen

12 Wat speelt een rol bij verhalen vertellen?
Placemat

13 Argumenten voor het vertellen van verhalen?
Brengen het verleden tot leven Maken het concreet en tastbaar Motiveren (sommige) leerlingen (‘Spannend…!’) Zijn ‘activerend’ (niet volgens iedereen) Narratieve structuur helpt beter onthouden Zorgen voor een ‘associatief netwerk’ Vooral (maar niet alleen) nuttig in de ‘romantische fase’ (Egan)

14 Vertel een stukje van je verhaal aan medestudenten
Vertel waarom je dit verhaal gekozen hebt en voor welke klas en lees je stukje voor Je medestudenten geven je complimenten

15 Pimp een stukje op Kies een saai stukje uit je verhaal en pimp dit op door bijvoeglijke naamwoorden, emoties, directe rede Lees je opgepimpte stukje voor Je medestudenten geven je complimenten

16 Bedenk opdrachten bij jullie verhalen
Hoe kun je de gekozen verhalen interactief gebruiken? Verzin opdrachten bij het verhaal, zoals vragen, zelf een einde bedenken…..

17

18 17 april formatieve en summatieve toetsing
Lezen hoofdstuk 14 Wilschut Lezen bundel toetsrevolutie Neem een toets mee Drift 25 zaal 102