Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMonique Aerts Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
De profielen van de bewoners O en A
De profielen van de bewoners O en A* in rusthuizen voor bejaarden (ROB) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Trajecten, oriënteringslogica, opvang en alternatieven * Katz-schaal Sylvie Carbonnelle Socio-anthropologe Centre de Diffusion de la Culture Sanitaire asbl en ULB
2
I. INLEIDING Katz-schaal Cat O :
De begunstigden die fysiek en psychisch volledig onafhankelijk zijn Cat A : De begunstigden die afhankelijk zijn om zich te wassen en te kleden, of De begunstigden die fysiek onafhankelijk zijn, maar die gedesoriënteerd zijn in de tijd en in de ruimte. ROB bedden : O, A + andere categorieën RVT bedden : B, C, Cd, D (geen O en A)
3
VRAGEN Inzichten krijgen in de « noden » van de O en A bewoners (om zo hun institutionalisering te begrijpen) Alternatieven toelichten voor het onthaal en de opvang van dit publiek in de ROB Vaststellingen Graad van institutionalisering van personen van 65 jaar en ouder (ROB-RVT) Forfaits RIZIV O + A (ROB) BHG 7,7 % 38,2% Wallonie 6,6 33,5 Vlaanderen 5,3 23,5
4
Situatie van het aanbod aan residentiële instellingen in het BHG
Bron : Infor-Homes, 2015; (actualisering 2017) Horizon : Welke missie(s) voor de ROB? Totaal GGC VG Erkende rusthuizen (ROB en RVT) 156 150 (148) 6 (8) Aantal bedden (16535) (15661) 649 (874) - Bedden ROB (10331) 9428 (9656) 583 (675) - Bedden RVT 6072 (6204) 6006 (6005) 66 (199)
5
II. METHODOLOGIE 3 complementaire luiken
Analyse van de profielen van de personen in de categoriën O en A Opvanglogica van de ROB Oriënteringslogica en de mogelijkheden tot alternatieven Gesprekken met actoren 10 directies van ROB en ROB-RVT MRPA 22 bewoners 10 actoren van de gezondheids-en welzijnssector
6
III. RESULTATEN 1. De bewoners O en A : een waaier van situaties 1. 1
III. RESULTATEN 1. De bewoners O en A : een waaier van situaties 1.1. Naar de instelling gaan om zijn « zelfstandigheid te behouden» Anticipatie logica Vrijwillig karakter van de beslissing (« keuze » om naar een rusthuis te gaan) Keuze van een specifiek ROB (ermee vertrouwd zijn, of er iemand kennen) De wens om niet af te hangen van zijn naasten, en om geen beroep te doen op zorgversterking aan huis De wens om een goede relatie te behouden met zijn naasten Geleidelijke overgang door zelf zijn goederen te verdelen Mobiele mensen, die weinig hulp nodig hebben, mensen die nog zelf hun zaken beheren De wil om op een onafhankelijke wijze in een RH te wonen is een “ondersteuning” voor het verlengen van de onafhankelijkheid Tevreden over hun leven in een ROB en over het feit dat zij hebben geanticipeerd, hierdoor leiden zij het leven dat zij wensen (activiteiten, uitjes, enz.) Hogere en gemiddelde klassen met een pensioen dat voldoende hoog is of verkoop van hun eigendom om het ROB te kunnen betalen
7
1.2. Naar het ROB gaan uit voorzorg om beschermd te worden
Vrijwillig karakter om naar een ROB te gaan, maar met een aanpassingslogica Mensen die zich zwak, kwetsbaar voelen, ingevolge een voorval (gezondheid, weduwnaarschap, verwarrende gebeurtenis, …), een “subjectieve” dimensie Zij hebben geen zin, goesting of energie meer om de dagelijkse zaken te beheren (vorm van “bevrijding”). Zij willen het leven gemakkelijker maken. Het dagelijks leven begint moeilijk te worden (problemen om alleen naar buiten te gaan, woning moet aangepast worden, er moeten werken ondernomen worden, …) De mobiliteit wordt moeilijk (rollator) Gevoel dat het “genoeg” is, dat men beter zou zijn in een RH (betere oplossing) Mensen die sociaal niet geïsoleerd zijn maar die niet dagdagelijks een beroep kunnen/willen doen op hun omgeving Zij appreciëren alleen te zijn, maar het wordt zwaar voor hen Hun gezondheid die vroeger goed was, begint erop achteruit te gaan Zij zien niet in hoe hulp aan huis een oplossing zou kunnen zijn voor hun situatie, of toch geen betere oplossing dan een overgangsverblijf Zij beginnen er beetje bij beetje een te denken om hun woning te verlaten (niet dringend) en zij wachten tot er een plaats beschikbaar is in het rusthuis van hun keuze. Zij zijn gerustgesteld dat zij in een ROB zitten, en gaan ervan uit dat dit de “goede oplossing” was en zij zouden niet meer elders willen wonen.
8
1.3. Naar een ROB gaan omdat men zich te kwetsbaar voelt, als gevolg van een gezondheidsprobleem, uit voorzorg omwille van de risico’s thuis. Semi-gedwongen karakter, genoodzaakt zijn om het thuis wonen achter zich te laten Mensen die kwetsbaar worden door ziekte, onvermogen, handicap, hulp die ze nodig hebben (typische gevallen: herhaaldelijk vallen, cognitieve problemen, chronische ziekte), vaak ingevolge een gebeurtenis of een problematische fase (hospitalisatie) “risico-aspect”, gevaar dat het probleem zich opnieuw voordoet Een moeilijk te onderhouden woning Langer thuis wonen wordt ervaren als moeilijk en zelfs onmogelijk, vaak werd er al voor hulp gezorgd. Ze worden sterk aangemoedigd, of het initiatief komt van de kinderen (of van de familieleden), de arts; er is de wil van derden om de persoon te beschermen, en om zichzelf te beschermen en zich gerust te stellen Weinig of ontbrekende entourage (werk, afstand, conflicten, overlijden) of de medebewoners/helpers zijn uitgeput Nood aan veiligheid, of zelfs « toezicht »
9
1.4. “Plaatsingen” van “sociale” aard
Dwingende aard van de institutionalisering Kwetsbare personen qua gezondheid of personen in kansarmoede: samenloop van verschillende factoren op vlak van gezondheid, welzijn, financiën, huisvesting Na het verliezen van de woonst (uit de woning gezet worden omdat de huurovereenkomst ten einde loopt of door naasten, het niet betalen van de huur of onbewoonbare woning) Na een hospitalisatie (vallen, crisissituatie, …) Mensen die sociaal geïsoleerd zijn, die zich “laten gaan” en die niet beschouwd worden als “bekwaam genoeg” om hun lot in eigen handen te nemen, om de dagdagelijkse taken voor hun rekening te nemen (voeding, hygiëne, woonst) Perceptie van een “risico voor de persoon zelf” gecombineerd met een “risico voor anderen” (waarvoor men de personen niet “pro-actief” acht) Komen uit hun woning of een tussentijds verblijf (bij verwanten – broers of zussen, vrienden-, sociale woning) Tal van noden: sociale begeleiding, “geschikte”voeding, verzorgend personeel voor de verzorging en hygiëne, ergotherapie, kinesitherapie, activiteiten, aanwezigheid, aandacht, sociaal leven, grenzen stellen inzake verslavingen, controle van de medicatie, … Noden die als te omvangrijk worden beschouwd om iemand thuis (als er een thuis is) te houden met hulp (zelfs met gecoördineerde zorgverstrekking en diensten aan huis)
10
1.5. Naar een ROB gaan in het verlengde van een institutioneel parcours
“jonge” mensen met mentale gezondheidsproblemen of een handicap Mensen die vroeger in een instelling zaten of die de ouderlijke woning nooit hebben verlaten Het feit dat men naar een rusthuis gaat, valt te verklaren door het feit dat er geen plaats is of te weinig plaats is in andere woonstructuren
11
Samen naar het rusthuis
1.6. Andere profielen O en A Samen naar het rusthuis . Koppel M/V . Ouder/kind (handicap) De verbetering van de gezondheidstoestand ---- DISCUSSIE . Sterke heterogeniteit binnen O en A . Programmatie moet hiermee rekening houden (schaal van Katz botst op limieten om de noden te evalueren) . Fenomeen van institutionalisering van de A wordt eveneens verklaard door de eigen logica van de sector voor ouderen en gezondheids- en welzijnssector
12
2. HET INSTITUTIONEEL BELEID VAN DE ROB EN ROB-RVT M. B. T
2. HET INSTITUTIONEEL BELEID VAN DE ROB EN ROB-RVT M.B.T. DE BEWONERS O EN A Vragen Welke strategiën of logica betreffende de opvang? (« quota » of « selectiecriteria » ?) Welke « missies »? Wordt er gezocht naar een « mix » van « afhankelijkheidsprofielen »? . Een kritiek op de afhankelijkheidscategorieën van de schaal van Katz . Het principe van open te staan voor iedereen . Een limiet op het ontvangen van « zware » profielen in ROB, een zoektocht naar een evenwichtige samenstelling van de bewoners (« mix » van profielen) . Terughoudendheid ten aanzien van een massale reconversie . Geval na geval zoeken naar een nieuw evenwicht
13
Mix – Getuigenis (Dir. ROB-RVT OCMW)
« Voor mij is het beter als het publiek gemengd is, maar zo’n gemengd publiek, dat moet wel werken! Iemand begeleiden die een mentale handicap heeft of iemand begeleiden met een psychiatrisch profiel of iemand begeleiden die dement is of iemand die « enkel gezondheidsproblemen » heeft, iemand die « sociaal geïsoleerd » is, dat vergt telkens een andere aanpak. Op zo’n moment moeten dus alle teams in het rusthuis opgeleid worden en in contact kunnen treden met deze verschillende profielen en een evenwicht kunnen vinden. 160 mensen die samen leven, echt rusten is dat niet! Dat leidt zelfs soms tot conflicten, onbegrip. RVT-profielen, dat is misschien niet leuk omdat men vaker geconfronteerd wordt met gezondheidsproblemen en levenseinden, maar het valt gemakkelijker te runnen dan een rusthuis zoals dit! »
14
3. HET ORIËNTEREN VAN DE O EN A NAAR HET RUSTHUIS
Vragen > Welke actoren? > Welke criteria? > Welke alternatieven? . Hospitalisatie als beslissend moment . De rol van de sociale diensten van het ziekenhuis « Het rusthuis is de laatste oplossing. Het zijn dus mensen die hier aankomen (op geriatrie) terwijl er thuis al heel veel werd geprobeerd: de hulp werd systematisch opgedreven. Maar het wordt gevaarlijk voor hen en voor de mensen in de omgeving (…) Verwanten die helpen zijn vaak uitgeput; de thuiszorg staat vaak machteloos. Men heeft dus alles geprobeerd en men is er zich van bewust dat het niet werkt, dat het niet meer werkt. Dus ja. De allerlaatste oplossing is in dat geval een opname ». (Maatschappelijk assistent Ziekenhuis)
15
3. HET ORIËNTEREN VAN DE O EN A NAAR HET RUSTHUIS
. Het ontbreken van een aangepaste structuur . Ouderen die uit hun woning werden gezet . Het « weigeren van hulp » en de tegenkanting van de ouderen « Bij het organiseren van hulp aan huis gebeurt het vaak dat patiënten niet meer antwoorden. Men zorgt voor een verpleegster en zij doen de deur niet open. Of ze zeggen: « Ah neen, neen, ik heb dat niet gevraagd » Het is al gebeurd dat we bellen naar de thuisverzorging om te weten hoe ver ze staan met hun werk en dat zij ons antwoorden: « Maar neen, de patiënt heeft ons gezegd dat hij niet wou geholpen worden ». Maatschappelijk assistent Ziekenhuis . ethiek : evenwicht tussen eigen keuze en bescherming tegen een risico voor de persoon en haar omgeving. . strategie : langetermijn visie en « oplossing » om de continuïteit te waarborgen. . praktisch : belangrijke mobilisatiie, goede terreinkennis discussiie : thuisblijven, de mogelijkheden en de limieten
16
4. Welke alternatieven voor de O en A ?
Profielen 1 en 2 : anticipatie ROB: zelf « gekozen » woonvorm, wordt gezien als een « ondersteuning » van het ouder worden (idee van daar te blijven tot het einde) (?) Thuis ouder worden mits hulp, steun en een sociaal leven, thuis, in de buurt of in een service-flat (kost!) Profiel 3 : fragiliteit ROB : vorm van onderdak die « zich opdringt » (langetermijn ondersteuning van een fragiliteit) (?) Sociale innovatie Profielen 4, 5 en 6 : ROB : geschikt voor de ene, niet voor de andere (erkenning van de « sociale » opdracht) Alternatieve instellingen of woonvormen te ontwikkelen naargelang de specifieke problematiek (niet gelinkt aan het « ouder worden ») Sociale woningen ontwikkelen met begeleiding/dienstverlening Voor allen: buurtaanpak ontwikkelen (preventie, strijd tegen sociaal isolement,…) > « quartiers prévenants »/Zorgzame wijk In afwachting: ROB= onmisbare schakel in de spreiding van het aanbod
17
Denkpistes voor de toekomst
> De ROB zijn een antwoord op een opvang/huisvestingsprobleem in verschillende sectoren De mogelijkheid om « thuis te blijven » ondersteunen De buurtgerichte diensten valoriseren Continuïteit in de institutionele opvang bevorderen « Sociale » service flats ontwikkelen RH : de dimensie « leefplek » behouden Woonvormen diversifiëren De sector reguleren …
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.