Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSarah Vos Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Waar komen onze familienamen vandaan?
Dilbeek, 8 februari 2016 Familiekunde Vlaanderen Magda Devos Universiteit Gent
2
Germaanse voornamen Eénledige namen Bart ‘bijl’ Brecht ‘schitterend’
Bald ‘sterk’ Win ‘vriend’ Er was een tijd dat mensen met 2
3
Tweeledige namen met betekenis
Adel-brecht ‘schitterend door adel’ Amal-rik ‘ijverige heerser’ Friede-gonde ‘zij die strijdt voor de vrede’ Sieg-linde ‘zij die de draak overwint’
4
Tweeledige namen zonder betekenis (?)
Gerhard x Sieglinde = Gerlinde Landrik x Hugbrecht = Landbrecht > Lambrecht alraaf < walh ‘waal’ + hrabn ‘raaf’ > FN Walrave / Walravens
5
Christelijke namen vanaf anno 1000
mannennamen Andries, Jan, Jozef, Marcus, Simoen / Simon , Petrus, Jacob, Servaas, Lucas, Gillis (= Egidius), Daniël / Daneel, Noë, Nicolas, Bartholomeus Vrouwennamen Anna, Katelijne, Elisabeth, Magdalena Maria : vanaf circa 1200
6
Bijnamen Naar de naam van de vader Jan Willems
Naar plaats van herkomst of woonplaats Jan van Landegem, Jan Van (den) Akker Naar beroep Jan (de) Smid Naar persoonskenmerk Jan de Grote, Jan (De) Coene
7
Van bijnaam tot erfelijke familienaam
Bijnamen worden erfelijke familienamen: In Vlaanderen: vanaf circa 1200 In Hertogdom Brabant: vanaf circa 1300 In dunbevolkte streken van Nederland: mensen zonder familienaam tot 1811 (invoering van de burgerlijke stand)
8
Officiële registratie van familienamen
Invoering burgerlijke stand onder Napoleon: België: 1794 Nederland: 1811 1804: invoering nieuwe spelling (Siegenbeek)
9
Spellingverschillen België - Nederland
conservatieve spelling Des Roches Nederland progressieve spelling Siegenbeek (1804) Maes Maas De Cuyper Kuiper Vandenberghe Van den Berg De Clercq De Klerk
10
Aan- of van elkaar? Debacker De Backer Decuyper De Cuyper Vandenberghe
Département de la Lys (= West-Vlaanderen) Elders in Vlaams-België Debacker De Backer Decuyper De Cuyper Vandenberghe Van den Berghe Devos De Vos
11
Doorzichtige namen Martens / Maertens / Mertens: vadersnaam
< Maarten De Smet, Timmerman, De Schrijver : beroep Van Nijvel / Brusselaers : herkomst Van den Bergh(e) / Van de Vijver : woonplaats De Lange / De Rycke : kenmerk
12
Ondoorzichtige namen Met verdwenen woorden De Schepper(e) : kleermaker
Depester: Mnls. pester ‘bakker’ Hanegraeve, Hanegreefs : pluimveehoeder De Meyer(e), Meier(s), Major : rentmeester, ambtenaar met rechtsmacht De Praeter / De Preter (< Latijn praetor): veldwachter
13
De Croo < Frans Decroix
Ondoorzichtige namen Verbasterd De Croo < Frans Decroix Woonplaatsnaam: aan een kruispunt of een veldkruis Ligneel = Lagneau(x) < Oudfrans l’agnel = Frans l’agneau ‘het lam’ 1) beroepsnaam voor de schapenkweker of de schaapherder 2) naar een huisnaam ‘Het Lam’ Warlop: beroepsnaam voor de timmerman, of voor iemand die in een of ander opzicht een leidinggevende positie bekleedde. De vorm Warlop gaat direct terug op het Franse woord varlope, dat op zijn beurt ontleend is aan het Nederlandse voorlope(r). Dit voorlope(r) had twee betekenissen: 1) lange blokschaaf, 2) leider, voorman. In het eerste geval is Warlop dus een beroepsnaam voor de timmerman, in het tweede geval een bijnaam voor iemand die ergens een leidende functie had. De familienaam Warlop is in franstalig gebied ontstaan, het kan geen aanpassing zijn van een Vlaamse FN Voorloope(r) of iets dergelijks, want die naam is in Vlaanderen niet geattesteerd. De Vlaamse FN Verloop is een "vertaling" van Warlop of Varlop, niet andersom. De vorm van de naam is interessant. Naast Warlop, Waerlop en Walop komt ook de vorm Verloop voor. 13
14
Ondoorzichtige namen Verschillende verklaringen mogelijk
D’Haenens, D’Haene 1) Vadersnaam ? < Daens < Daan < Daniël ? 2) Eigenschapsnaam ? < haan : haantje de voorste 3) Woonplaatsnaam ? < huis- of herbergnaam De Haan
15
Benoemingsmotieven Afstammings- en verwantschapschapsnamen
naar vader, moeder, ander familielid 2. Beroeps- en bezigheidsnamen 3. Eigenschapsnamen naar lichamelijk, geestelijk of gedragskenmerk 4. Geografische namen naar herkomst of woonplaats
16
Afstamming en verwantschap
1. Vadersnamen (patroniemen) Adriaen(s), Allaert(s), Aernoudt(s), Andries, Janssen(s), Rogier(s), Hendrickx, Hubrecht(s), Jacobs, Maes, Pauwel(s), Florizone, Huys, Willems, Gheeraert(s), Gillis, Geerts
17
2. Moedersnamen (metroniemen)
Verbelen, Beele(n) < vrouw Bele ( < Isabele) Vermariën, Mariën < vrouw Marie Vergriete(n) < vrouw Griete (< Margaretha) Vermassen, Vermaesen < vrouw Masa Delen / Dillen / Dielen(s) < Dille / Deele < Odilia Callen(s) < Calle < Katelijne Clarys(se) < Claricia (> Clara)
18
3. Naar andere verwanten De Neve, Neefs, Cosyns < neef Ooms, Doom(s) < oom (ook grootvader en zwager) De Maeght , Smaeghe, Smagghe < mage ‘bloedverwant’
19
Afstammingsnamen uit vleivormen
Aert(s) < Aart < Arnoud, Allaert of Adriaan Maes < Thomas Moens < Simoen Dries < Andries Roels < Roeland of Roelof Cool, Colijn(s), Colman < Nicolaas Wylloc / Willockx < Willem
20
Afstammings- en verwantschapsnamen: types
1. namen op zoone, zeune: (West)-Vlaams Florizoone, Janseune, Huysseune Nederland: -se: Gerritse, Jacobse
21
Florizoone
22
2. namen zonder uitgang: (West-)Vlaams
Matthys Dierick ( < Diederik) Thomas Lambrecht / Lambert
23
3. Namen op genitief-s: overal, maar minder in (West-)Vlaanderen
Simoens / Simons Wouters Hermans Lambrechts, Lamberts Elpers = Elbers (?) - = Albers < Albert - < Elbert < alja ‘ander’ + berht ‘schitterend’ - < Eilbert < agil ‘scherp’ + berht 23
24
Lambrecht - Lambrechts
Lambrecht : Vlaams Lambrechts : niet Vlaams
25
4. Namen op –sens : Antwerpen
Driessens < Dries < Andries < Andreas Naessens < Naas < Donatius Claessens < Klaas < Nicolaas Michielsens < Michiel
26
5. Namen met dubbele genitief: vooral Antwerps-Limburgs
Smolders, Smulders (< des molder-s / mulders) Swinnen / Swennen ( < des winne-n) = De Winne ‘landbouwer’ Slaets ( < des late-n) = De Laet Driedubbele genitief: Spiessens < des Piers-zoon + s 26
27
6. Namen op –ing, -inck Vooral in Noord-Oost-Nederland, ook in westelijk Vlaanderen (zeldzaam) Bontinck < Germaanse voornaam Bont Bultinck < Germaanse voornaam Bald Neerinck, Neyrinck < verkorting van Germ. voornaam Neribert, Nerolf of Neriman Plaetinck, Pletinck(x) < Germ. voornaam met Blad- (Bladerik, Bladhard)
28
Neyrinck : West-Vlaams
29
Plaetinck : Oost-Vlaams
30
Pletinckx : Brabants
31
7. Namen op –issen: Antwerpen + Limburg
Marynissen < Marinus Gonissen < Gonis Theuwissen < Theew < Mattheew < Mattheus Theunissen < Theun < Antonius
32
Marynissen : Antwerps
33
Theunissen: Limburgs
34
8. Korte of verkorte namen + -en: Limburgs
Otten < Otto Franssen < Frans Dries(s)en < Andries Coolen < Cool < Nicolaas Vrancken < Frank < Germ. voornaam Franco Thys(s)en < Thijs < Matthijs < Mattheus
35
Franssen : Limburgs
36
Afstammingsnamen: dialectische klankverschillen
Vadersnaam van Klaas
37
Claeys: westelijk Vlaams
38
Vadersnaam Klaas Claes : Antwerps-Limburgs Claessens : Antwerps
39
Vadersnaam van Maarten < Martinus
40
Maerten: West-Vlaams
41
Maertens: West-Vlaams
42
Martens: Oost-Vlaams, Antwerps, Limburgs
43
Mertens: Antwerps
44
Pieters - Peeters Pieters : Vlaams Peeters: Brabants-Antwerps
45
Beroeps- en bezigheidsnamen
Doorzichtige namen De Schrijver De Cuyper(e) De Cock, Kok(s) De Metsenaere (De) Coopman / Coman: koopman De Wever De Coster (WV, OV, Brab.) / De Ceuster (Antw.) De Jaeger
46
Beroeps- en bezigheidsnamen
Verdwenen beroep / bezigheid De Schutter : schutter van vee Hanegraeve / Hanegreefs: pluimveehoeder (De) Beukelaar, Beukelaer(s), Beeckelaers, Beuckels: smid die beukels of gespen maakt
47
Verdwenen benaming (de) Meersman, Meisman: rondtrekkende handelaar met een meers op zijn rug (De) Vlieger: vogelvanger of vogeljager Persoons / Persoone: < Lat. persona ‘priester, pastoor’ Vaereman(s) : vaarder, matroos De Munter : muntslager, bankier
48
Kleermakersnamen De Sutter /De Zutter, De Schepper, De Naeyer, Naeyaert(s), Snijders/Snieders, Schreurs, Drieghe Parmentier/ Permentier, Detailleur
49
De Zutter : Vlaams De Zutter: Oost-Vlaams Dezutter : West-Vlaams
50
De Schepper : Vlaams De Schepper : Oost-Vlaams
Deschepper : West-Vlaams
51
De Naeyer: Oost-Vlaams
52
Naeyaert : West-Vlaams
53
Snijders / Sneyers : Antwerps
54
Schreurs: Limburgs
55
Beroepsnaam naar attribuut, product, enz
Bracke < brak ‘jachthond’: jager Vonk, Voncke(n), Vonckx, Foncke (vonk): smid Toortelboom, Turtelboom (onderdeel van het weefgetouw) wever Coucke, Coeck : koekenbakker Rooselaers : rozenkweker (of naar woonplaats bij rozenstruiken ?
56
Franse beroepsnamen Carion = Charrion < Pic. car = Fr. char ‘kar’: wagenmaker of voerman Varlez = Valet < Oudfrans va(r)let ‘page, schildknaap’ of ‘leerjongen’ Couvreur = De Decker ‘dakdekker’ Notable < Frans notable : notabele, vooraanstaande
57
Beroeps- en bezigheidsnamen: vormtypes
Lidwoord + onverbogen vorm : Vlaams De Backer, De Smedt, De Mulder, De Clercq De Ridder / De Rudder De Weerdt : waard, herbergier De Grave / De Greve / De Greef < graaf - voorzitter schepenbank - iemand in dienst van een graaf Destrijcker < gladstrijker van het laken of van de korenmaat De Ruyter: in het Middelnederlands was "ruuter" of ruiter een benaming voor een personage met weinig hoogstaande bezigheden: het was een straatrover, een vrijbuiter, een landloper, een struikrover. In het latere Mnls. evolueerde de betekenis naar 'soldaat, dienend bij het voetvolk'. Pas in de 16e eeuw neemt het woord zijn huidige betekenis aan. Gezien het vroege tijdstip waarop onze familienamen ontstonden, ligt de oude Mnlse. bet. hier het meest voor de hand! 57
58
De Smet : Vlaams De Smet : Oost-Vlaams Desmet : West-Vlaams
59
2. Onverbogen vorm zonder lidwoord : Nederland + sporadisch Vlaanderen
Timmerman / Temmerman Keersmaeker / Keerschieter(e) Burghgraeve : iemand in dienst van een burggraaf
60
Timmerman: Vlaams Temmerman: Vlaams
61
3. Naam met genitiefuitgang : Brabant – Limburg
Beckers Smets, Smeets Clerckx Spitaels, Spittaels Leemans < leenman Rademakers = wielmaker, wagenmaker
62
Smets : Brabants-Limburgs
Smeets : Limburgs
63
Leemans : Brabants - Antwerps
64
Eigenschapsnamen 1. Lichaamskenmerk De Groote, De Lange : lang
De Bruyn(e) : donker van teint en haar Callewaert / Caluwaert(s), De Caluwe : kaalhoofdig De Wit(te) : wit van haar en/of van teint De Block : geblokte lichaamsbouw Cloet / De Bolle / Strobbe : kort gestuikt
65
2. Karakter-, gedragskenmerk (De) Coene : koen, dapper, moedig
De Wilde : onstuimig, driest De Wreede / De Fre : wreed, streng, woest Droog / Drooghe : droog, saai, onvriendelijk (De) Spae / (De) Spaey < Mnls. spade ‘laat’ : laatkomer karakter
66
Welke eigenschap ? Buyst < Mnls. buust ‘knuppel’ (vgl. De Clippele)
67
Eigenschapsnamen naar dieren
Haas, De Haes, D’Haese, Dhaese - vreesachtig, laf - vlug, snugger De Mol, Mollekens - zwartharig - blind De Vos - roodharig - sluw
68
Gedragskenmerk: zinwoord
Schiettecatte < schiet-de-kat Thysebaert < tijs-de-baard (Mnls. tijsen = plukken) Schau(w)vliege < schuw-de-vliegen
69
Geografische namen 1. Herkomstnamen
Naar land, streek, stad, dorp van herkomst 2. Woonplaats- of adresnamen Naar de plaats waar men woont
70
Herkomstnamen: van + plaatsnaam
Vorstendom, landstreek Van Gelderen / Van Ghelre < Gelderland Van Zeeland Van Brabant Van Vlaenderen Van Loon Van Waes Van Oost < oosten
71
Stad, dorp Van Brussel(e), Van Brusselen Van Parijs Van Assche < Asse, Vlaams-Brabant Van Buggenhout Van Campenhout
72
Gehucht Van Cleemput < Kleemput, o.m. Adegem, Elverzele, Lokeren, Lovendegem Desamblanx = Desablens < Les Sablons, Grandmerz (Leuze, Henegouwen) Vankelecom / Van Kelegom / Van Killegem < Kelegem, Schepdaal (Vlaams-Brab.)
73
Herkomstnamen: plaatsnaam alleen
Audenaerde, Maldeghem, Ronse, Eecloo Bossuyt < Bossuit (West-Vl.) / Bossut (Waals-Brab.) Costenoble < oude Vlaamse vorm van Constantinopel Ameye < Ameide (Zuid-Holland)
74
Herkomstnamen: van + plaatsnaam
Van Boom < Boom (Antw.) Van Humbeeck < Humbeek (Vlaams-Brab.) Van Laethem < Latem (3 x in Oost-Vl.: St.-Martens-Latem, St.-Maria-Latem, Paulatem) Van Grimbergen
75
Herkomstnamen: inwonernaam
D’Hollander (De) Vlaminck, Vleminckx (De) Brabander De Waele, De Wael De Ceuleneer < Keulen
76
Woonplaatsnamen: motieven
Reliëf : hoogten en laagten Van den Bergh(e) Van Hille, Van Hulle Van den Heuvel Van (den) Daele, Daelman, Daelemans Van de Putte, Putman, Puttemans Van Beneden, Van Boven
77
Onontgonnen grond, braakland Van de Velde < veld ‘woeste vlakte’
= Frans Dechamp(s), Deschamps Van de Woestijne Van der Heyden, Verheyden, Van den Heede, Vandeneede, Van Hee, D’heedene, Heedeman > Eeman De Grave
78
Water Van de Vijver, Van de Plassche, Van de Poel(e) Van der Beke(n) / Verbeke(n), Beekaert, Beeckman(s), Beke, Becque (Van den) Borre < borne ‘bron’ Van de Wiele, Vanderwielen < wiel ‘plas achter dijkdoorbraak’ Vandergoten
79
Waterovergangen, bruggen, sluizen, dijken
Verbrugge(n), Van der Bruggen, Brugmans = Frans Dupont Van Dyck(e), Dick, Verdickt Van Damme, Dammekens Versluys, Van der Sluis = Frans Lecluse Van de Voorde, Van der Voort, Vervoort
80
Bos, bomen, boomgroepen, hagen Van den Bossch(e), Boschmans
Van der Eycken, Van der Eecken Van den Kieboom < kienboom ‘dennenboom’ Van der Elst, Verelst, Verhelst Van der Haeghe(n), Verhaeghe(n) Van der Linden, Verlinde(n) 80
81
Moerassen, plassen, poelen
Van den Broeck(e), Broekaert, Broeckmans, Broekx < broek ‘moeras’ > ‘waterziek weiland’ Van de Moere, Van Moer < moer ‘veenmoeras’ Van de Moortele, Mortelmans < moortel ‘moeras’ Van der Meer, Vermeeren, Vermeire(n) < meer ‘waterplas’
82
Akkerland Van den Acker, Van Acker, Ackerman(s) Steenacker, Steenaekers < steenakker ‘akker met stenige ondergrond’ Van (de) Couter, Vancauteren, Vercouter(en) < kouter ‘groot stuk bouwland’ Van de(n) Bulcke < bilk ‘omheind perceel’ Van (de) Wijngaard
83
Weiland Van der Meersch, Van den Meersche, Vermeersch < meers ‘lage hooiweide’, ‘weide’: Vlaams Van den Bempt < beemd ‘idem’ : Brabants-Antwerps
84
Van der Meersch : Vlaams
Van der Meersch : Oost-Vlaams Vandermeersch : West-Vlaams
85
Vermeersch : Vlaams
86
Van den Bempt : Brabants -Antwerps
Van den Bempt : Antwerps Vandenbempt : Brabants
87
Gebouwen Van der Schueren, Verschuere(n) Van der Meulen, Vermeulen Van der Kam, Vercammen < kam ‘brouwerij’ Van den Hof, Verhoeve(n) < hof, hoeve
88
Woonplaatsnamen: vormtypes
1. Voorzetsel + lidwoord + hoofdwoord Van den Berghe Van den Brande Van den Abeele Van der Biest Op ’t Eynde < op den akker Aendenboom < aan den boom Uytenboghaert < uit de boo(m)gaard Bovendaerde < boven de aard
89
2. Van (< van den) + hoofdwoord: Vlaams
Vanacker < van den akker Van Eeckhout < van den eekhout Van Houwe < van den houwe ‘hakbos’ Van Laere < van den laar laar = gemeenschapsgrond op bossig terrein
90
Vanacker: Vlaams Van den Acker: Brabants
91
3. ver (< van der) + hoofdwoord
Vergote(n) < Van der Gote(n) (< goot ‘riool, goot, afwateringsgreppel’) Verbeke(n), Verbeeck < Van der Beke(n) Verheyde(n) < Van der Heyde(n) Verstraete(n) < Van der Straete(n) Verhaeghe(n) < Van der Haeghe(n)
92
3. ver (van der) + hoofdwoord
Vlaams Antwerps Vermeire Vermeiren Vercruysse Vercruyssen Verstraete Verstraeten Verheye Verhey(d)en
93
Vermeire : Vlaams Vermeiren : Antwerps
94
Roten 1) Aardrijkskundige naam (ook Van Roten) ?
- < Plaatsnaam Rot (St.-Kwintens-Lennik, St.-Pieters-Rode, Rillaar (Vlaams-Brab.), Oordegem, Wetteren (Oost-Vl.), Schaffen (Limb.) - < Mnls. rot(e) < Latijn rupta ‘deel van een dorp of wijk onder leiding van een rotmeester 2) Vadersnaam ? < Germaanse hroth-naam, vgl. Rutten, Rutger(s). hroth = ‘roem’
95
De Krock, De Crock = De Croock
1. Eigenschapsnaam ? < Mnls. crook, croke ‘lange of krullende lokken’ 2. Aardrijkskundige naam ? Variant van Ducrocq < Frans croc ‘haak’ > kleine hoogte in het landschap > Plaatsnaam Le Croc in Somme, Pas-de-Calais en Nord; plaatsnaam Le Crocq 3x in Pas-de-Calais
96
Bronnen Verklaring: Frans Debrabandere, Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk. Amsterdam, Antwerpen, uitgeverij L.J. Veen, 2003 (2e druk) Verspreiding:
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.