De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Een nieuwe benadering in brandveiligheid Een nadere kennismaking met de uitwerking van het Actieprogramma Brandveiligheid Welkom bij deze bijeenkomst.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Een nieuwe benadering in brandveiligheid Een nadere kennismaking met de uitwerking van het Actieprogramma Brandveiligheid Welkom bij deze bijeenkomst."— Transcript van de presentatie:

1 Een nieuwe benadering in brandveiligheid Een nadere kennismaking met de uitwerking van het Actieprogramma Brandveiligheid Welkom bij deze bijeenkomst. We gaan het hebben over een nieuwe benadering in brandveiligheid. Het betreft een uitwerking van het Actieprogramma Brandveiligheid. Een presentatie die is samengesteld door René Hagen, lector Brandpreventie bij het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid, in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding met subsidie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Centraal staat een andere manier van kijken naar brandveiligheid. Deze presentatie is geen dictaat. Op verschillende momenten is er ruimte voor discussie. Aan het eind krijgt u ook een papier uitgereikt waarop ideeën staan om in de eigen omgeving en met directe collega’s mee aan de slag te gaan. Ik hoop dat we er samen een leerzame en gezellige ochtend/middag van gaan maken.

2 Een nadere kennismaking met de uitwerking van het Actieprogrammma Brandveiligheid
Toelichting op de nieuwe visie Kennisbevordering over de nieuwe visie Bevordering eigen visievorming Een eerste blik op de consequenties Dit zijn de vier aspecten die verderop aan bod komen. De bedoeling is dat de visie gaat leven en natuurlijk ook dat mensen ermee gaan werken. We beseffen waarschijnlijk allemaal dat het tijd zal kosten om de nieuwe benadering van brandveiligheid te laten beklijven, maar het belangrijkste nu is dat we een begin maken.

3 N.a.v. de Schipholbrand heeft de overheid een (nieuwe) visie op brandveiligheid beschreven. De oude visie, die was gebaseerd op (meer) regels en (strengere) handhaving is verlaten. “De Schipholbrand in 2005 staat veel mensen nog helder voor de geest. Niet in de laatste plaats omdat er meer dan tien doden bij vielen. Toch leren de statistieken ons dat er iedere vier jaar een brand is met een vergelijkbaar aantal of zelfs meer doden. De Schipholbrand echter was destijds voor de overheid reden om te zeggen: zo kunnen we niet doorgaan, het moet op een andere manier. We nemen onze verantwoordelijkheid en gaan werken aan een nieuwe visie. Die visie, het Actieprogramma Brandveiligheid, is er inmiddels en daar gaan we het vandaag over hebben. Jullie zullen zien dat in de nieuwe visie naar heel andere aspecten is gekeken dan voorheen. Verderop komen die stuk voor stuk aan bod.”

4 Relatie tussen incidenten en visie op brandveiligheid
Amsterdam (1977), Hotel Polen - 33 doden Grootste Nederlandse brand Geen politiek/bestuurlijke aandacht Geen veranderingen in visie op brandveiligheid of regelgeving We zetten eerst een aantal grote branden in het verleden op een rij. De brand in Hotel Polen in Amsterdam om te beginnen in Een brand waarbij 33 doden vielen en daarmee is het de brand met de meeste slachtoffers. Nadien werd nauwelijks nog over de brand nagedacht. De doden werden betreurd, op vragen werd door de bestuurders van de stad antwoord gegeven, en vervolgens ging iedereen over tot de orde van de dag en veranderde er niets.

5 Relatie tussen incidenten en visie op brandveiligheid
Den Haag (1992), Pension Vogel – 11 doden Beperkte politiek/bestuurlijk aandacht voor brandveiligheid Visiewijziging: focus op één gebouwfunctie (kamerverhuur) (Uiteindelijk) geen invloed op regelgeving De brand in Pension Vogel in Den Haag in Elf doden. Er was voor deze brand iets meer aandacht dan voor de brand in Hotel Polen, maar uiteindelijk veranderde er opnieuw niets.

6 Relatie tussen incidenten en visie op brandveiligheid
Volendam (2001), Café ‘t Hemeltje – 14 doden Bestuurlijk/politieke aandacht voor brandveiligheid Visiewijziging: focus op vergunningverlening en handhaving Geen invloed op regelgeving (later eisen vluchtwegen en gebruiksvergunningsplicht verminderd) Wie herinnert zich niet de brand in de nacht van 1 januari 2001 in Café ’t Hemeltje in Volendam? De beelden van jongeren met enorme brandwonden staan ons nog allemaal helder voor de geest. Er was in de media enorm veel aandacht voor de brand, ook omdat driekwart jaar eerder, op 13 mei 2000, de vuurwerkramp in Enschede had plaatsgevonden. De media-aandacht werd gevolgd door politieke aandacht en de keuze van de politiek viel op het houden van strenger toezicht op vergunningverlening en op handhaving. Gedogen was uit! Echter, de regels werden niet strenger. Sterker nog, de eisen ten aanzien van vluchtwegen werden om onverklaarbare redenen zelfs minder streng. De tijd was inmiddels wel veranderd, zeker in vergelijking met het jaar van de eerste grote brand die ik u liet zien, die bij Hotel Polen in Cruciaal in de verandering was de veel kritischer benadering door de pers. Vroeger schreven journalisten op wat er was gebeurd, maar tegenwoordig wordt onderzoek gedaan en komen er vragen aan bestuurders als: wat gaat u nu doen? En: treedt u nu af? Ze proberen de onderste steen boven te krijgen. Iedereen die televisie kijkt, naar de radio luistert of de krant leest, weet daar alles van.

7 Relatie tussen incidenten en visie op brandveiligheid
Haarlemmermeer (2005), Detentiecentrum Schiphol-Oost Bestuurlijk/politieke aandacht voor brandveiligheid Visiewijziging: focus op verantwoordelijkheid De grenzen zijn bereikt Dan zijn we bij de Schipholbrand in De brand die eindelijk de aanleiding was voor een echte ommezwaai. Op de Schipholbrand zijn naar aanleiding van het Rapport Van Vollenhoven twee ministers gesneuveld, Donner en Dekker, en een burgemeester, Bakker van Haarlemmermeer, de gemeente waartoe Schiphol behoort. Het bijzondere van de Schipholbrand was dat de overheid op alle mogelijke manieren was betrokken. Ze waren de eigenaar van het gebouw, de gebruiker en de verantwoordelijke instantie. Mede daardoor drong het besef door dat het ten aanzien van brandveiligheid toch allemaal onhandig was geregeld. Vanaf dat moment is de focus komen te liggen op verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid van de eigenaar van een gebouw, maar ook op de verantwoordelijkheid van de gebruikers. De omslag die het gevolg is geweest van de Schipholbrand, sluit aan bij de omslag die zichtbaar is in de hele maatschappij. De omslag van een zorgzame overheid naar een verantwoordelijke burger. Een voorbeeld. Als ik met mijn auto 180 kilometer rijd en ik rijd iemand dood, dan is dat mijn schuld. Dan kan ik niet zeggen: de overheid heeft de plicht om de maximumsnelheid te handhaven en dus hadden ze moeten voorkomen dat ik zo hard ging rijden. Ook ten aanzien van brandveiligheid heeft iedereen een eigen verantwoordelijkheid.

8 Het lijkt wel of er op het terrein van brandveiligheid de laatste jaren visie na visie over ons heen rolt Hoe verhouden die visies zich nu tot elkaar? De afbeelding die u op deze sheet ziet is die van het boekje ‘Het kerkje van Spaarnwoude’. De onderkop van het door René Hagen geschreven boekje luidt: ‘Over een nieuw elan in brandveiligheid in tien ambities’. Het boekje werd in 2007 uitgegeven en vond veel weerklank bij de overheid. Er zijn de laatste jaren meer visies verschenen. Op deze en de volgende sheets laten we zien hoe die zich tot elkaar verhouden.

9 Het lijkt wel of er op het terrein van brandveiligheid de laatste jaren visie na visie over ons heen rolt Hoe verhouden die visies zich nu tot elkaar? Dit is het ‘Actieprogramma Brandveiligheid’ uit 2008, dat als basis heeft gediend voor deze presentatie. En dan hebben we ook nog…

10 Het lijkt wel of er op het terrein van brandveiligheid de laatste jaren visie na visie over ons heen rolt Hoe verhouden die visies zich nu tot elkaar? … het boekje ‘Regels voor resultaat’, een visie op brandveiligheid, die is opgesteld door een aantal onderzoeksinstellingen in Nederland. Dit boekje verscheen in april In ‘Regels voor resultaat’ wordt een overzicht gegeven van de gevolgde methode ten aanzien van brandveiligheid en worden de eerste resultaten vermeld. Deze worden vervolgens vertaald in een missie, visie en strategie.

11 Het lijkt wel of er op het terrein van brandveiligheid de laatste jaren visie na visie over ons heen rolt Hoe verhouden die visies zich nu tot elkaar? Tot slot de ‘Visie op brandpreventie in de Veiligheidsregio’ van de NVBR, de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding. Deze visie verscheen ook in Het boekje geeft antwoord op de vraag wat het uitvoeren van het actieprogramma betekent voor de veiligheidsregio’s die de afgelopen jaren zijn gevormd? Vier visies die elkaar op veel terreinen overlappen of aanvullen. Hoe gaan we daarmee verder?

12 Relatie tussen Actieprogramma Brandveiligheid en Visie op brandveiligheid
Verhogen bewustzijn brandveiligheid Borging van brandveiligheids-denken en handelen Waarborgen voldoende kennis en vaardigheden brandveiligheid Visie op brandveiligheid Het Actieprogramma Brandveiligheid kent vier onderdelen. Deze presentatie gaat vooral in op de visie op brandveiligheid. Een visie waar we samen mee aan de slag moeten.

13 Relatie tussen Actieprogramma Brandveiligheid en Visie op brandveiligheid
Doel van het actieprogramma is het vergroten van het bewustzijn en de kennis van brandveiligheid bij diverse verantwoordelijke actoren in de fasen van het bouw en gebruiksproces. De actiepunten kennen vier hoofdonderwerpen. Verhogen bewustzijn brandeiligheid Borging van brandveiligheidsdenken en handelen Waarborgen voldoende kennis en vaardigheden brandveiligheid Visie op brandveiligheid Hier hebben we het dus over het doel van het Actieprogramma.

14 Relatie tussen Actieprogramma Brandveiligheid en Visie op brandveiligheid
In het actieprogramma is opgenomen dat een gezamenlijke visie van overheid, kenniscentra en beroepsgroepen op brandveiligheid wordt ontwikkeld. Deze visie zal de komende jaren richtinggevend zijn voor de verdere ontwikkeling van wet- en regelgeving, formuleringen van strategieën, opzetten van activiteiten en actieprogramma’s, ontwikkelen van scenario’s en modellen en het verrichten van onderzoek en evaluaties. Verhogen bewustzijn brandeiligheid Borging van brandveiligheidsdenken en handelen Waarborgen voldoende kennis en vaardigheden brandveiligheid Visie op brandveiligheid Gaf de vorige sheet het doel van het Actieprogramma weer, deze sheet gaat over de gezamenlijke visie op brandveiligheid.

15 De hoofdonderwerpen van de visie op brandveiligheid
De visie gaat over vier hoofdonderwerpen, die ik voor u achter elkaar zal zetten.

16 De hoofdonderwerpen van de visie op brandveiligheid
Allereerst deze foto. Die laat de massale toestroom zien bij een vestiging van Media Markt, op het moment dat de winkel opengaat op een dag dat er speciale aanbiedingen zijn. De foto staat symbool voor eigen verantwoordelijkheid. De eigenaar van de winkel zal zich af moeten vragen of hij dit wil. De overheid zal zich datzelfde af moeten vragen en dat geldt ook voor de bezoekers. Wil je dit? Want laten we eerlijk zijn: de foto laat zien dat er op z’n minst een dreiging is om onder de voet te worden gelopen.

17 De hoofdonderwerpen van de visie op brandveiligheid
Wie herkent deze afbeelding? Het is een plaatje van de hoofdingang van de strafgevangenis in Scheveningen. Daarmee wil ik de doelgroepenbenadering binnen de visie op brandveiligheid benadrukken. De overheid heeft gezegd: bepaalde gebouwen vallen onder onze verantwoordelijkheid: gevangenissen, gezondheidszorginstellingen en basisonderwijsinstellingen. Maar dus niet álle gebouwen. Een café en een winkel bijvoorbeeld (denk aan de foto van Media Markt van zojuist), daar voelen wij ons als overheid niet, of in ieder geval minder, verantwoordelijk voor. Een doelgroepenbenadering heeft geen relatie met de risico’s bij brand.

18 De hoofdonderwerpen van de visie op brandveiligheid
Dit is het gebouw Montevideo in Rotterdam, met 152 meter de hoogste woontoren van Nederland. Dan hebben we het over risicobenadering, een ander hoofdonderwerp als het gaat om een visie op brandveiligheid. De link met deze foto is denk ik duidelijk: wat te denken van de risico’s van dit gebouw als er brand uitbreekt? Die zijn natuurlijk veel groter dan bij laagbouw.

19 De hoofdonderwerpen van de visie op brandveiligheid
Tot slot een foto van de Tweede Kamer. Deze staat symbool voor het begrip doelkwantificering. De overheid moet doelen vastleggen. Als het gaat om brandveiligheid zou benoemd kunnen worden dat jaarlijks niet meer dan een x aantal slachtoffers worden geaccepteerd. Zoals dat ook al gebeurt ten aanzien van de verkeersveiligheid. Door zo te werken en middelen voor het realiseren van de doelen beschikbaar te stellen, is het aantal verkeersslachtoffers van teruggebracht tot 750 per jaar. Zo’n aanpak zou ook kunnen ten aanzien van slachtoffers als gevolg van branden.

20 Eigen verantwoordelijkheid
Doelgroepenbenadering Risicobenadering Doelkwantificering De hoofdonderwerpen van de visie op brandveiligheid nog een keer op een rij.

21 Deze hoofdonderwerpen staan niet op zichzelf maar zijn onderling
Eigen verantwoordelijkheid Doelgroepenbenadering Risicobenadering Doelkwantificering Waarschijnlijk begrijpt u de bedoeling van dit plaatje. De vier hoofdonderwerpen passen als puzzelstukjes in elkaar. Een voorbeeld. De risico’s voor gasten van een hotel aan een van de grachten in Amsterdam, zijn groter dan die voor kinderen die les krijgen in een modern schoolgebouw van slechts één bouwlaag met voldoende deuren. Toch voelt de overheid meer verantwoordelijkheid voor die schoolkinderen dan voor de hotelgasten. In het hotel wordt de verantwoordelijkheid voor een groot deel neergelegd bij de eigenaar of huurder van het gebouw en bij de hotelgasten zelf. Eenzelfde vergelijking van verantwoordelijkheden kun je maken als het gaat om een ziekenhuis of een café. Deze hoofdonderwerpen staan niet op zichzelf maar zijn onderling met elkaar verbonden

22 Eigen verantwoordelijkheid
Verwoord in de visie: De verantwoordelijkheid voor brandpreventie is een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij burgers en bedrijven primair verantwoordelijk zijn en waar de overheid de kaders bepaalt, waar mogelijk ondersteunt en toeziet op de naleving We gaan de hoofdonderwerpen afzonderlijk bekijken. Uit de visie komt naar voren dat de basis is de eigen verantwoordelijkheid. De overheid is er alleen voor de kaders en heeft de mogelijkheid een boete op te leggen bij het overtreden van die kaders.

23 Eigen verantwoordelijkheid
Verwoord in de visie: De verantwoordelijkheid voor brandpreventie is een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij burgers en bedrijven primair verantwoordelijk zijn en waar de overheid de kaders bepaalt, waar mogelijk ondersteunt en toeziet op de naleving Gebouwbeheerders zijn verantwoordelijk voor gebouw en organisatie, niet de overheid Dit komt u inmiddels ook bekend voor.

24 Eigen verantwoordelijkheid
Verwoord in de visie: De verantwoordelijkheid voor brandpreventie is een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij burgers en bedrijven primair verantwoordelijk zijn en waar de overheid de kaders bepaalt, waar mogelijk ondersteunt en toeziet op de naleving Gebouwbeheerders zijn verantwoordelijk voor gebouw en organisatie, niet de overheid Waar nodig zal de regelgeving worden aangepast om wettelijke verantwoordelijkheden voor gemeenten en brandweer helder te hebben Als je wilt dat bijvoorbeeld een cafébaas zijn verantwoordelijkheid neemt, dan moet je als wetgever wel zorgen dat je je zaakjes goed regelt. En dus wettelijk precies vastlegt hoe en wat.

25 Eigen verantwoordelijkheid
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Drie vragen ten aanzien van de eigen verantwoordelijkheid. Is er iemand die, voor we verdergaan, daar iets over wil zeggen. (Ruimte voor discussie).

26 Eigen verantwoordelijkheid
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Eigen verantwoordelijkheid is niet het probleem over de schutting gooien. De overheid gaat zich richten op voorlichting naar drie doelgroepen Burgers bewust maken van en ondersteunen bij eigen verantwoordelijkheid in de woonomgeving Verantwoordelijken in zorginstellingen, scholen (w.o. kinderopvang) en celgebouwen bewust maken van het brandveiligheidsbeleid voor hun inrichtingen en van hun taken en verantwoordelijkheden die daaruit voortvloeien Eigenaren van bedrijven bewust maken van de doelstellingen van brandveiligheidsbeleid en dat schadebeperking hun eigen verantwoordelijkheid is Voorlichting dus, want iedereen begrijpt dat het nemen van verantwoordelijkheid niet binnen nu en een week tussen de oren gaat zitten. Maar dat is geen reden om er nu niet mee te beginnen. Als we dat vandaag gewoon doen, hebben we het wellicht over tien jaar voor elkaar. Misschien dat het dan niet meer voorkomt dat nooduitgangen zijn afgesloten en brandslangen achter slot en grendel hangen.

27 Eigen verantwoordelijkheid
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Eigen verantwoordelijkheid is niet het probleem over de schutting gooien. De overheid gaat zich richten op voorlichting naar drie doelgroepen Burgers bewust maken van en ondersteunen bij eigen verantwoordelijkheid in de woonomgeving Verantwoordelijken in zorginstellingen, scholen (w.o. kinderopvang) en celgebouwen bewust maken van het brandveiligheidsbeleid voor hun inrichtingen en van hun taken en verantwoordelijkheden die daaruit voortvloeien Eigenaren van bedrijven bewust maken van de doelstellingen van brandveiligheidsbeleid en dat schadebeperking hun eigen verantwoordelijkheid is De brandweer zal vanuit haar deskundigheid een bijdrage moeten leveren aan deze voorlichting Heldere voorschriften, hulpmiddelen en waar nodig handhaven Niet de verantwoordelijkheid overnemen! Als brandweer zullen we over de schouders van eigenaren mee moeten gaan kijken. Een beetje zoals de politie doet om woninginbraken te voorkomen. Doe jij wel wat je moet doen? Niet de verantwoordelijkheid overnemen, maar het wijzen op de verantwoordelijkheid. Het overnemen hebben we in het verleden al veel te vaak gedaan en dat vervolgens niet altijd kunnen waarmaken. Wat op zich natuurlijk niet zo vreemd is. Iemand die onvoorzichtig is met vuur kan nu eenmaal brand veroorzaken. Meer dan het wijzen op het gevaar kunnen wij als brandweer niet doen.

28 De overheid draagt bij aan “eigen verantwoordelijkheid”
“Onveiligheid wordt nu nog -mede- veroorzaakt door een niet heldere verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en eigenaren/gebruikers. De overheid gaat terug naar het stellen van kaders, zodat ruimte en vertrouwen wordt gegeven aan de eigen verantwoordelijkheid van marktpartijen” De overheid zorgt in dat kader voor: Afstemming tussen de eisen in de diverse regelingen Afstemming tussen bouwregelgeving en BHV-eisen Integratie tussen Bouwbesluit en Gebruiksbesluit Dit spreekt denk ik voor zich. De overheid wordt niet helemaal onzichtbaar. Ze gaat kaders stellen. Wat ik al eerder zei: het kan niet zo zijn dat nooduitgangen zijn afgesloten. Als dat wel het geval is en een vertegenwoordiger van de overheid constateert dat, dan is een flinke boete op z’n plaats. Wie niet luisteren wil moet maar voelen, in dit geval in zijn portemonnee.

29 Uitwerkingen van eigen verantwoordelijkheid
Zelfredzaamheid Veiligheidsbewustzijn Veilig leven (community fire safety) Afschalen verplichte doormelding Opleiden en ondersteunen van Fire Safety Engineers Stuk voor stuk duidelijke punten. Punten waarin de eigen verantwoordelijkheid al een plek heeft gekregen. Er is onderzoek gedaan naar de mate waarin mensen in hachelijke situaties hun eigen verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk nemen. Bijvoorbeeld een proef in een hotel waar ’s nachts om twee uur het brandalarm afging en met verborgen camera’s werd gefilmd hoe mensen reageerden. Opvallend was het wachten tot een ander het initiatief neemt. Is dat het geval dan zie je kuddegedrag. Ook de nooduitgangen werden nauwelijks gebruikt. Mensen slaan geen acht op dat soort aanwijzingen.

30 Uitwerkingen van eigen verantwoordelijkheid
Zelfredzaamheid Veiligheidsbewustzijn Veilig leven (community fire safety) Afschalen verplichte doormelding Opleiden en ondersteunen van Fire Safety Engineers Oefening 1 Welke voorbeelden kent u nog meer of zou u kunnen bedenken, die een uitwerking kunnen zijn van de ‘eigen verantwoordelijkheid’. Wie wil hier iets op zeggen? Zelf zit ik te denken aan al die keren dat we als brandweer in actie komen en dat het loos alarm betreft keer per jaar als ik me niet vergis. Veel eigenaren van een pand denken waarschijnlijk: ach, de brandweer komt wel en dan zien we wel of er echt iets aan de hand is. Maar zou het niet veel beter zijn als die eigenaar zélf verantwoordelijkheid neemt voor zijn pand? Door er een goede brandmeldinstallatie neer te hangen bijvoorbeeld. Of door eerst zelf te gaan kijken bij een melding en pas de brandweer inschakelt als er echt iets aan de hand is.

31 Doelgroepenbenadering
Verwoord in de visie: De verantwoordelijkheid van de overheid is primair gericht op de kwetsbaren (basisscholen (w.o. kinderopvang), cellengebouwen en gezondheidszorggebouwen) Dan zijn we bij het tweede van de vier hoofdonderwerpen: de doelgroepenbenadering.

32 Doelgroepenbenadering
Verwoord in de visie: De verantwoordelijkheid van de overheid is primair gericht op de kwetsbaren (basisscholen (w.o. kinderopvang), cellengebouwen en gezondheidszorggebouwen) Bij bovenstaande groepen zullen eisen en handhaving strikter zijn en zullen eigenaren en beheerders nadrukkelijker op hun verantwoordelijkheden worden aangesproken Geen toelichting (hardop lezen wat op sheet staat).

33 Doelgroepenbenadering
Verwoord in de visie: De verantwoordelijkheid van de overheid is primair gericht op de kwetsbaren (basisscholen (w.o. kinderopvang), cellengebouwen en gezondheidszorggebouwen) Bij bovenstaande groepen zullen eisen en handhaving strikter zijn en zullen eigenaren en beheerders nadrukkelijker op hun verantwoordelijkheden worden aangesproken Woningeigenaren zullen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid In dit verband is het goed om te weten dat 90 procent van de doden bij een brand vallen in woningen. Alleen dat gegeven al maakt dat de overheid de verantwoordelijkheid niet helemaal bij bewoners zelf kan leggen. Het is de overheid die mensen bewust moet maken van hun verantwoordelijkheid!

34 Doelgroepenbenadering
Verwoord in de visie: De verantwoordelijkheid van de overheid is primair gericht op de kwetsbaren (basisscholen (w.o. kinderopvang), cellengebouwen en gezondheidszorggebouwen) Bij bovenstaande groepen zullen eisen en handhaving strikter zijn en zullen eigenaren en beheerders nadrukkelijker op hun verantwoordelijkheden worden aangesproken Woningeigenaren zullen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid De overheid richt zich primair op het voorkomen van slachtoffers in de zorg, het onderwijs en bij cellen, alsmede op vitale sectoren om maatschappelijke ontwrichting te voorkomen Dit punt gaat over vitale sectoren. Denk aan kleine brandjes, bijvoorbeeld in elektriciteitsvoorzieningen, die grote gevolgen kunnen hebben als zo’n voorziening niet meer functioneert.

35 Doelgroepenbenadering
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Dezelfde drie vragen weer. Mag ik iemand het woord geven?

36 Doelgroepenbenadering
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Basisgedachte doelgroepenbenadering De overheid wordt met name aangesproken op situaties waarbij kwetsbaren (minder zelfredzamen) betrokken zijn of daar waar de meeste slachtoffers vallen Onder ‘kwetsbaren’ verstaan we dan dus bijvoorbeeld kinderen, zieken en gedetineerden.

37 Doelgroepenbenadering
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Basisgedachte doelgroepenbenadering De overheid wordt met name aangesproken op situaties waarbij kwetsbaren (minder zelfredzamen) betrokken zijn of daar waar de meeste slachtoffers vallen Doelgroepenbenadering bij kwetsbaren Kwetsbaren zijn groepen mensen die zelf geen invloed hebben op risico’s, risico’s niet of onvoldoende kunnen inschatten, of onvoldoende handelingsperspectief hebben Ook dit spreekt voor zich.

38 Doelgroepenbenadering
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Basisgedachte doelgroepenbenadering De overheid wordt met name aangesproken op situaties waarbij kwetsbaren (minder zelfredzamen) betrokken zijn of daar waar de meeste slachtoffers vallen Doelgroepenbenadering bij kwetsbaren Kwetsbaren zijn groepen mensen die zelf geen invloed hebben op risico’s, risico’s niet of onvoldoende kunnen inschatten, of onvoldoende handelingsperspectief hebben Doelgroepenbenadering bij woningen Statistisch gezien vallen hier de meeste doden en gewonden en dat voorkomen is de primaire taak van de overheid aangaande brandveiligheid Dat vermeldde ik zojuist al: het overgrote deel van brandslachtoffers valt bij branden in woningen.

39 Aandachtspunten doelgroepenbenadering
Een doelgroepenbenadering is geen risicobenadering maar een maatschappelijke verantwoordelijkheid Er is bij de kwetsbaren (dan ook) geen relatie tussen doelgroepen en slachtofferbeeld Ter toelichting verwijs ik nogmaals naar het voorbeeld met het hotel in een oud gebouw aan een Amsterdamse gracht en een moderne school met tal van uitgangen en nooduitgangen. Toch voelt de overheid meer verantwoordelijkheid voor die schoolkinderen dan voor de hotelgasten. Dat is het verschil tussen een doelgroepen- en een risicobenadering. Overigens vallen er als gevolg van alle maatregelen al vele jaren lang geen doden of gewonden op scholen. Het zijn allemaal gebouwen die razendsnel ontruimd kunnen worden.

40 Relatie doelgroepenbenadering - risicobenadering
In deze grafiek zijn de totaalaantallen slachtoffers als gevolg van branden verwerkt. In de linkergrafiek staan aan de rechterkant de niet tot bewoning bestemde gebouwen. Dit deel is in de rechtergrafiek uitgesplitst naar verschillende soorten gebouwen. De piek aan de linkerkant (2001) heeft te maken met de brand in café ’t Hemeltje in Volendam en de tweede piek (2005) met de Schipholbrand. Bekijken we de grafiek vanuit de risicokant, dan moeten we dus kijken naar de doden die zijn gevallen in bijeenkomstgebouwen, industriegebouwen (bijvoorbeeld als gevolg van explosies) en winkels. Maar dat doen we niet, we kijken naar de doelgroepen. In gebouwen die niet zijn genoemd, zoals schoolgebouwen, sporthallen en kantoren, zijn ook geen slachtoffers gevallen.

41 Aandachtspunten doelgroepenbenadering
Een doelgroepenbenadering is geen risicobenadering maar een maatschappelijke verantwoordelijkheid Er is bij de kwetsbaren (dan ook) geen relatie tussen doelgroepen en slachtofferbeeld Bij de woningen is juist wel sprake van een relatie tussen doelgroep en slachtofferbeeld Dit zijn de belangrijkste aandachtspunten bij een doelgroepenbenadering.

42 Relatie doelgroepenbenadering - risicobenadering
De grafiek onderin het plaatje laat duidelijk zien dat de meeste slachtoffers vallen bij branden in woningen. Maken we een verdiepingsslag dan zien we (linksboven) dat in absolute aantallen het merendeel van de slachtoffers volwassenen zijn tussen de 18 en 65 jaar. Het middelste plaatje kijkt naar bevolkingsopbouw en maakt duidelijk dat mensen boven de 65 ongeveer drie keer zo vaak slachtoffer zijn als mensen onder de 65. Het plaatje rechts tenslotte laat zien dat de meeste ouderen om het leven komen in hun eigen huis en niet in tehuizen of bijvoorbeeld op de camping. Conclusie: mensen van 65 jaar en ouder die nog in hun eigen woning wonen, vormen de grootste risicogroep. Dus als je denkt aan preventie, dan zou je je op die groep moeten richten. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door sprinklerinstallaties te promoten. Trouwens, als je nog verder kijkt, blijkt dat in algemene zin geldt, dat de relatie met brand niet ligt bij het type woningen, maar bij het type bewoners. De een leeft nu eenmaal voorzichtiger en is zich meer bewust van gevaren dan de ander.

43 Discussiestellingen doelgroepenbenadering
Discussiestelling A Bij het bepalen van doelgroepen dient juist wel van risico’s uitgegaan te worden en niet van een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Deze discussiestelling zegt eigenlijk: kijk waar het echt fout gaat en richt je vooral op die groep. Wie wil daar iets over zeggen?

44 Discussiestellingen doelgroepenbenadering
Discussiestelling A Bij het bepalen van doelgroepen dient juist wel van risico’s uitgegaan te worden en niet van een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Discussiestelling B Doelgroepenbenadering is in strijd met de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid. En wat vinden we hiervan. Nogmaals het verschil tussen een doelgroepenbenadering en een risicobenadering. Als je in de gevangenis zit bemoeit de overheid zich meer met je dan wanneer je verblijft in een hotel.

45 Risicobenadering Verwoord in de visie:
Er wordt onderzocht hoe de huidige regelgeving kan worden aangepast op een risicobenadering. Uitgangspunt daarbij is de sturingsdriehoek brandpreventie (piramidemodel) van het lectoraat Brandpreventie Dan zijn we bij hoofdonderwerp drie, de risicobenadering. Het risico dat je loopt als je gaat wonen in de Montevideo toren. Als het gaat om risicobenadering, kunnen we stellen dat de overheid op dat terrein een voorzichtige start heeft gemaakt.

46 Risicobenadering Verwoord in de visie:
Er wordt onderzocht hoe de huidige regelgeving kan worden aangepast op een risicobenadering. Uitgangspunt daarbij is de sturingsdriehoek brandpreventie (piramidemodel) van het lectoraat Brandpreventie Het huidige stelsel van wet- en regelgeving beschrijft minimale voorschriften met betrekking tot bouwen, gebruiken en organisatie. Aan dit uitgangspunt mag niet worden getornd Ook hieruit blijkt dat de overheid erg voorzichtig is als het gaat om het loslaten van bestaande structuren en het kijken naar brandveiligheid vanuit het oogpunt van risicobenadering.

47 Risicobenadering Verwoord in de visie:
Er wordt onderzocht hoe de huidige regelgeving kan worden aangepast op een risicobenadering. Uitgangspunt daarbij is de sturingsdriehoek brandpreventie (piramidemodel) van het lectoraat Brandpreventie Het huidige stelsel van wet- en regelgeving beschrijft minimale voorschriften met betrekking tot bouwen, gebruiken en organisatie. Aan dit uitgangspunt mag niet worden getornd De aanpak van brandveiligheid is gericht op het voorkomen van slachtoffers bij gekende risico’s Het zal iedereen duidelijk zijn dat een maatschappij zonder risico’s niet bestaat. Daar moet je nuchter mee omgaan. Hoe spijtig ook, er zullen altijd doden en gewonden blijven vallen.

48 Risicobenadering Wat is het Wat betekent het voor de brandweer
Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien De drie vragen als het gaat om risicobenadering.

49 Risicobenadering Risicobenadering in beleid
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Risicobenadering in beleid Risicobenadering in regelgeving Risicobenadering in projecten Deze drie vormen van risicobenadering gaan we alle drie behandelen.

50 Risicobenadering Risicobenadering in beleid
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Risicobenadering in beleid Risicobenadering in regelgeving Risicobenadering in projecten Risicobenadering op basis van statistiek Risicobenadering op basis van brandonderzoeksgegevens Risicobenadering op basis van een risicomodel Risicobenadering op basis van kans/effect model Hier nog een verdere onderverdeling als het gaat om risicobenadering. Met daarnaast een voorbeeld van een risicomodel over het beheersen van gevaren door middel van preventiemaatregelen en het beperken van de gevolgen door het nemen van gevolgbeperkende maatregelen. Het zal duidelijk zijn dat het niet of of is, maar en en.

51 Risico’s in de huidige regelgeving
Risico = kans x effect Bij de huidige bouwregelgeving gaat men niet uit van de kans, alleen van het effect Door het onderscheid in eisen voor nieuwbouw, bestaande bouw en tijdelijke bouw wordt ook het effect in vergelijkbare situaties verschillend gewogen Maar of het nu gaat om nieuwbouw, bestaande bouw of tijdelijke bouw, een brand gedraagt zich volgens een vergelijkbaar patroon. Vanuit de risicobenaderingshoek worden dan ook dezelfde brandveiligheidseisen gesteld. Het is lastig om op drie verschillende niveaus te komen tot een risicobenadering.

52 Risicobenadering in beleid
U ziet hier enkele krantenkoppen. In de nieuwe situatie kan Den Haag die 880 miljoen beter besteden aan bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen en andere zorginstellingen dan aan het brandveilig maken van overheidsgebouwen. Dat is geen risicobenadering. Het bericht over de zusjes in Arnemuiden gaat over een brand in een Chinees restaurant, terwijl vaststaat dat de meeste doden in huizen vallen. Bovendien zijn het niet kinderen die meestal het slachtoffer zijn maar ouderen. Dan hebben we het dus over risicogroepen en een vorm van risicobenadering. Ook het woordje ‘extra’ in de onderste kop is een voorbeeld van een risicobenadering.

53 Beleidsdoelen op basis van risico’s
In totaal gaat het in dit staatje om 270 slachtoffers en een doorrekening op basis van verondersteld beleid. Stel dat het beleid van de overheid was gericht op het voorkomen van grote branden met meer dan vijf doden en dat dat beleid had gewerkt. Dan was het aantal slachtoffers beperkt gebleven tot 235. Was het beleid gericht geweest op het voorkomen van het overlijden van kinderen en ouderen bij brand, dan was de teller gestopt bij 160 doden. De meest rechtse kolom geeft aan dat er slechts ongeveer 75 doden zouden zijn gevallen als ‘geen slachtoffers bij woningbranden’ de insteek was geweest van het beleid. Duidelijk is dat het beleid lang niet altijd gebaseerd is op risicobenadering. Er is geen relatie tussen beleidskeuzen en waar het echte risico zit.

54 Effectbenadering (huidige regels)
Effect (impact) Regels Effectlijn Dit grafiekje is een vertaling van de huidige regelgeving. Onder de effectlijn gelden geen regels. Bijvoorbeeld voor een kleine loods die afbrandt. Boven de lijn gelden, vanuit het beleid van de overheid dat is gericht op maatschappelijke verantwoordelijkheid, wel regels. Maar er wordt uitsluitend gekeken naar het effect. Of de kans op een brand groot of klein is, dat maakt in dit staatje niet uit. Geen regels Risico Waarschijnlijkheid (kans)

55 Risicobenadering (nieuwe benadering)
Effect (impact) Risicolijn Regels Gaan we uit van risicobenadering, dan loopt de risicolijn schuin omdat er een relatie is tussen kans en effect. Als we in deze grafiek een school zouden intekenen, komt die ergens rechtsonder onder de lijn. Een woning komt rechtsonder boven de lijn. Geen regels Risico Waarschijnlijkheid (kans)

56 Verschil tussen effectbenadering en risicobenadering
Effect (impact) Risicolijn Regels Effectlijn Dan de twee vorige grafieken samengevoegd. Linksonder gelden nog steeds geen regels. Geen regels Risico Waarschijnlijkheid (kans)

57 Verschil tussen effectbenadering en risicobenadering
Effect (impact) Risicolijn Regels Disproportionele regels Effectlijn In deze grafiek gaat het om de ruimte linksboven. In het oude systeem (effectbenadering) waren er regels in dit gebied, maar die snapte geen mens (disproportionele regels). In het nieuwe systeem (risicobenadering) zijn er geen regels in dit gebied, maar is er bijvoorbeeld wel sprake van automatische doormeldingen. Geen regels Risico Waarschijnlijkheid (kans)

58 Verschil tussen effectbenadering en risicobenadering
Effect (impact) Risicolijn Regels Disproportionele regels Effectlijn Gebrek aan regels Nu gaat het om het gebied rechtsonder. Daar komen in de nieuwe situatie wel regels, bijvoorbeeld voor woningen. Geen regels Risico Waarschijnlijkheid (kans)

59 Risicobenadering in toekomstige regelgeving
ervaring Standaard (regelgeving) Standaardafwijking (vastgestelde gelijkwaardigheden) Afwijking (FSE) regels kennis Dit noemen we de preventiedriehoek. Het is vrij lastig uit te leggen, maar ik probeer het toch. De basis bestaat uit simpele gebouwen, bijvoorbeeld het pand van een kleine kruidenier. In de tussenlaag delen we gebouwen in die ook simpel zijn, maar die op onderdelen afwijken van de standaard, bijvoorbeeld een supermarkt. Bovenin hebben we het over complexe gebouwen, bijvoorbeeld een overdekt winkelcentrum of een groot ziekenhuis. Voor standaard gebouwen kan in het geval van risicobenadering de vertaling in concrete regels helemaal worden losgelaten. Als ze maar voldoen aan de algemene regels, dan is het goed. In de top echter, denk weer aan dat overdekte winkelcentrum, moeten in het geval van risicobenadering concrete eisen worden gesteld (maatwerk). Voor de tussenlaag tenslotte moeten alleen afwijkingen van de basisregels worden geformuleerd. Dus: hoe lager hoe meer er wordt gewerkt op basis van regels, hoe hoger hoe meer de aanpak moet zijn gebaseerd op kennis.

60 Risicobenadering - basisschool
School ontruimd na brandje vrijdag 12 juni 2009 APELDOORN - Zo'n vierhonderd leerlingen van de Regenboog aan de Keerkring in Osseveld zijn vanochtend in allerijl ondergebracht bij de Zonnewende, nadat er brandalarm was geslagen in de basisschool. Een tasje met kleding in de hal van de school had tegen half tien vlam gevat en er ontstond veel rook. De kinderen werden snel naar buiten geloodst en stonden een tijd lang op het schoolplein en in de gymzaal van de Zonnewende. Toen de brandweer arriveerde waren de vlammen al gedoofd. Na overleg wat er stond te gebeuren zijn de circa vierhonderd kinderen rond half elf weer bij de Regenboog naar binnen gegaan. De oorzaak van de brand wordt onderzocht . Een standaard krantenbericht over een brand. De kinderen zijn snel naar buiten geloodst en nadat het brandje was geblust en de rook weer uit de school was, zijn de kinderen teruggegaan naar hun lokaal. Brand in scholen komt relatief vaak voor, al gebeurt het meestal ’s nachts. In veel gevallen is er dan sprake van brandstichting.

61 Risicobeoordeling basisschool – oefening 2
Beoordeel de brandveiligheid van deze basisschool op basis van een risicobeoordeling Wat zijn de kenmerkende verschillen ten opzichte van een beoordeling conform de vigerende regelgeving Een opdracht dan over een basisschool. Pas op deze school een risicobeoordeling toe. Een schoolgebouw van 30 bij 20 meter met twee bouwlagen. Beoordeel het gebouw op de huidige regelgeving en denk daarbij aan preventie-eisen. Beoordeel de school daarna vanuit de risicobenaderingoptiek. We kunnen het ook zo doen dat de helft van de groep kiest voor een beschouwing van een school die twee keer zo groot is, maar bestaat uit slechts één bouwlaag. Ook hier zijn de vragen het gebouw te beoordelen op de huidige regelgeving en vanuit de risicobenaderinghoek. Ik stel voor dat we hier in groepen een kwartiertje aan werken en de uitkomsten dan plenair bespreken. (Als het goed is blijkt uit de beschouwing van de cursisten dat bij een gebouw van twee lagen er weinig verschil is tussen de huidige regelgeving en de benadering op basis van de risicobeoordeling. Bestaat het gebouw echter uit één laag, dan is er veel verschil. Door de vele deuren kan iedereen snel naar buiten. Dat is de winst van de risicobeoordeling).

62 Risicobenadering - portiekflat
Evacuatie bij brand portiekflat Haarlem 27 oktober 2009 HAARLEM – In een portiekflat aan de Engelandlaan in Haarlem heeft maandagavond omstreeks kwart voor elf een brand gewoed. Meerdere bewoners konden vanwege de rook niet zelfstandig hun woningen verlaten. De brandweer heeft hen met behulp van twee ladderwagens van de balkons aan de voorzijde van de flat gehaald. . Weer een standaard bericht. Er komt een ladderwagen aan te pas om mensen van de balkons te halen.

63 Risicobeoordeling portiekflat – oefening 3
Beoordeel de brandveiligheid van een portiekflat t.o.v. andere woningen d.m.v. kans/effect o.b.v. statistische gegevens Gegevens: 7 miljoen woningen portiekwoningen 7.000 woningbranden Aantal branden in portiekwoningen onbekend 100 miljoen brandschade in woningen 9 miljoen brandschade in portiekwoningen 37 doden bij woningbranden 5 doden bij branden in portiekwoningen 636 gewonden bij woningbranden 118 gewonden bij portiekwoningen Met de gegevens op deze sheets en met de wetenschap dat ‘risico = kans x effect’ kunnen we gaan rekenen.

64 Risicobeoordeling portiekflat – mogelijke uitwerking
Schade is 13 euro per portiekwoning Schade is 14 euro bij andere woningen De kans is dus 0,9 in vergelijking met andere woningen (als er een vaste relatie is tussen aantal branden en schade) Gesteld dat de ‘kans op brand = het aantal branden’ en het ‘effect van brand = het aantal doden en gewonden’, kom je op een schade van 13 euro per portiekwoning en een schade van 14 euro bij andere woningen. De kans op brand in een portiekwoning is dus iets kleiner dan de kans op een brand in een ander soort woning. In deze grafiek is men uitgegaan van schade, omdat er geen gegevens zijn van het aantal branden.

65 Risicobeoordeling portiekflat – mogelijke uitwerking
Schade is 13 euro per portiekwoning Schade is 14 euro bij andere woningen De kans is dus 0,9 in vergelijking met andere woningen (als er een vaste relatie is tussen aantal branden en schade) Er vallen 7,1 doden per miljoen portiekwoningen Er vallen 5 doden per miljoen andere woningen Het effect bij doden is dus 1,42 x zo groot Dit is dan een verdere uitwerking richting het aantal doden.

66 Risicobeoordeling portiekflat – mogelijke uitwerking
Schade is 13 euro per portiekwoning Schade is 14 euro bij andere woningen De kans is dus 0,9 in vergelijking met andere woningen (als er een vaste relatie is tussen aantal branden en schade) Er vallen 7,1 doden per miljoen portiekwoningen Er vallen 5 doden per miljoen andere woningen Het effect bij doden is dus 1,42 x zo groot Er vallen 168 gewonden per miljoen portiekwoningen Er vallen 81 gewonden per miljoen andere woningen Het effect bij gewonden is dus 2,07 x zo groot Weegfactor dode is 2x gewonde (aanname) R=K x E -> = 0,9 X (1,42 + 1,42 + 2,07)/3 = 1,47 En een verdere uitwerking voor wat betreft het aantal gewonden. Hierbij is een weegfactor ingebouwd. Een dode weegt zwaarder dan een gewonde. Uit de berekening blijkt dat het risico in portiekwoningen groter is dan in andere woningen. Onderzoek heeft echter ook uitgewezen dat doden en gewonden vallen in de woning waar de brand is. Daaruit volgt dat de bouwkundige situatie verder niet zo belangrijk is. Zoals al eerder gezegd, zit het vooral in het type bewoners. Allochtonen en mensen aan de onderkant van de maatschappij blijken anders om te gaan met brandveiligheid dan andere mensen, en juist deze mensen wonen in portiekwoningen. Overigens leidt de bouwwijze van portiekwoningen wel tot meer reddingen. Dit zijn wat vingeroefeningen als we kijken naar wat risicobenadering nu eigenlijk betekent. Als je de weegfactor verandert, zijn de uitkomsten uiteraard anders, maar dat is niet zo belangrijk. Ik hoop dat jullie wat meer gevoel hebben gekregen bij de insteek vanuit de risicobenaderinghoek.

67 Doelkwantificering Verwoord in de visie:
Er wordt een evaluatiemethode ontwikkeld om inzicht te krijgen in de oorzaken en gevolgen van brand Dan zijn we bij het vierde en laatste hoofdonderwerp: doelkwantificering. Het kwantificeren van doelen in keiharde cijfers. Dus het vastleggen van dat je niet meer dan een x aantal branden wilt en niet meer dan een x aantal doden. Dit eerste punt gaat over het inzicht krijgen in de oorzaken en gevolgen van brand. Als dat inzicht er is, kunnen er beter reële doelen worden gesteld.

68 Doelkwantificering Verwoord in de visie:
Er wordt een evaluatiemethode ontwikkeld om inzicht te krijgen in de oorzaken en gevolgen van brand Er worden doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de gevolgen van brandveiligheid (doelkwantificering) Het staat er tussen haakjes ook al achter: dit is dus echt doelkwantificering. Belangrijk is wel dat haalbare doelen worden geformuleerd, anders heeft het geen zin. Als iemand tegen mij zegt je moet over een uur in Parijs zijn, dan doe ik niets, want dat is onhaalbaar. Maar zegt iemand: je moet er over vier uur zijn, dan wordt het een ander verhaal. In vier uur naar Parijs is krap, maar het moet kunnen. Dus spring ik in mijn auto en rijd vol gas naar Parijs. Haalbare doelen dus.

69 Doelkwantificering Verwoord in de visie:
Er wordt een evaluatiemethode ontwikkeld om inzicht te krijgen in de oorzaken en gevolgen van brand Er worden doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de gevolgen van brandveiligheid (doelkwantificering) Risico’s dienen geaccepteerd te worden en er dient nuchter mee omgegaan te worden De overheid heeft doelkwantificering in een visie verwoord. Er van uitgaande dat een maatschappij zonder risico’s niet bestaat. Je doel kan wel zijn nul branden en geen enkele dode of gewonde, maar dan weet je van tevoren dat het doel niet haalbaar is.

70 Doelkwantificering Wat is het Wat betekent het voor de brandweer
Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien De bekende vragen…

71 Doelkwantificering Doelkwantificering in en Wat is het
Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Doelkwantificering in en Doelkwantificering volgens de verschillende visies op brandveiligheid. De vergelijking met de verkeersveiligheid ligt natuurlijk voor de hand. Stel vast waar de meeste doden vallen en ga daar vooral aan werken. Zo zijn bijvoorbeeld de airbags er gekomen, de campagnes tegen het gebruik van alcohol in het verkeer en de rotondes. Altijd vanuit de gedachte: is het verwachte resultaat de investering waard? Dat systeem van afwegen, daar moeten we als het gaat om brandveiligheid ook naartoe.

72 Introductie doelkwantificering in visie lectoraat
“We moeten in Nederland een vastgesteld niveau van brandveiligheid beschikbaar hebben, dat bestuurlijk is vastgelegd.” “Deze doelkwantificering moet richtinggevend zijn voor de ontwikkeling van wet- en regelgeving, actieprogramma’s, visies enzovoorts.” Hier staat wat ik zojuist zei nog een keer kort en krachtig geformuleerd.

73 Doelkwantificering voorzichtig overgenomen in Actieprogramma Brandveiligheid
“Met betrouwbare onderzoeksresultaten en statistiek wordt het mogelijk om beleidsdoelstellingen op het gebied van brandveiligheid te stellen in termen van doelkwantificering.” “Nader onderzoek moet uitwijzen of en zo ja op welke wijze doelkwantificering een rol moet krijgen in het brandveiligheidbeleid van de overheid.” Nogmaals: je moet wel weten dat een doel haalbaar is. Het Parijs-verhaal van zojuist. De overheid is inmiddels een onderzoek gestart naar de investering die gemoeid is met een doelkwantificering. Een soort maatschappelijke kosten/batenanalyse.

74 Doelkwantificering Doelkwantificering in en
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Doelkwantificering in en Doelkwantificering in brandveiligheidsdoelen in Nederland Woongebouwen in 1988 en 2009 Celgebouwen in 2006 Het is niet zo dat er op het gebied van doelkwantificering nog helemaal niets is gedaan. In 1988 bijvoorbeeld is er een actie geweest die het aanbrengen van rookmelders in woonhuizen promootte. Met als doel een daling van 20 procent van het aantal branddoden in Hoewel Nederland met het aantal branddoden laag zit in vergelijking met andere Europese landen en het aantal doden ook niet stijgt, heeft minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken in 2009 geprobeerd met eenvoudige doelkwantificeringsmaatregelen een verdere daling tot stand te brengen. Vanuit de overheid wordt daar nu aan gewerkt. De Schipholbrand heeft natuurlijk ook geleid tot maatregelen. Er is een nieuwe visie ontwikkeld op brandveiligheid in cellen. Dat één of twee doden vallen in één cel wordt geaccepteerd, maar meer dan twee niet. Dus in het geval er meer dan twee gevangenen in een cel zitten, moet die cel bijvoorbeeld zijn voorzien van een sprinklerinstallatie. En tussen cellen moeten brandwerende scheidingswanden worden aangebracht. De brandweer heeft gesteld dat eigenlijk alleen nul doden acceptabel is, maar dan zouden alle cellen van sprinklerinstallaties moeten worden voorzien. Volgens de overheid is dat niet haalbaar.

75 Doelkwantificering Doelkwantificering in en
Wat is het Wat betekent het voor de brandweer Aan welke knoppen kan en moet de brandweer gaan draaien Doelkwantificering in en Doelkwantificering in brandveiligheidsdoelen in Nederland Woongebouwen in 1988 en 2009 Celgebouwen in 2006 Doelkwantificering op andere plaatsen Met andere plaatsen wordt bedoeld in het verkeer of in de gezondheidszorg. Een dode die valt als gevolg van verkeerd medicijngebruik is ook een vermijdbare dode. Dus is er nu ook doelkwantificering voor het verminderen van doden door verkeerd medicijngebruik.

76 Doelkwantificering in relatie tot andere begrippen
Outcome Maatschappelijk rendement ‘Outcome’ en ‘maatschappelijk rendement’ zijn twee begrippen die raken aan doelkwantificering. Bij doelkwantificering stel je doelen vooraf en je neemt maatregelen om die vooraf gestelde doelen te halen. Bij outcome meet je na afloop het resultaat. Een gemeente bijvoorbeeld kan panden controleren op brandveiligheid. Je kunt alle panden nalopen, maar als je er een redelijk aantal hebt gedaan en die zijn allemaal in orde, dan kun je overwegen steekproefsgewijs verder te gaan. Outcome is sturen op resultaat en niet op aantallen. Dan hebben we nog maatschappelijk rendement. De brandweer kiest ook regelmatig voor deze aanpak. Mensen en middelen inzetten daar waar het meeste rendement behaald kan worden. In carnavalstijd bijvoorbeeld kan een brandweerman beter een café controleren dan zich storten op het vergunningentraject. Want de kans is zomaar aanwezig dat in dat café kratten bier zo staan opgestapeld dat een nooduitgang wordt geblokkeerd. De programma’s in het kader van Brandveilig Leven zijn ook een goed voorbeeld van kiezen voor maatschappelijk rendement.

77 Doelkwantificering in relatie tot andere begrippen
Outcome Maatschappelijk rendement Discussiestelling C Het risico bestaat dat doelkwantificering gebruikt gaat worden als een verantwoordingsinstrument en moet daarom niet vastgesteld worden. Deze discussiestelling lijkt me duidelijk. Doelkwantificering als verantwoordingsinstrument en niet als richtinggevend instrument. Wie wil daar iets over zeggen?

78 Doelkwantificering in relatie tot andere begrippen
Outcome Maatschappelijk rendement Discussiestelling C Het risico bestaat dat doelkwantificering gebruikt gaat worden als een verantwoordingsinstrument en moet daarom niet vastgesteld worden Discussiestelling D Een doelkwantificering kan alleen maar vastgesteld worden op basis van brandonderzoeksgegevens en statistische gegevens uit het verleden Hier gaat het om hoeveel doden hebben we en is een lager aantal haalbaar? Of zeggen we gewoon: 25 doden is het maximum? Hetzelfde geldt voor gewonden en het aantal branden.

79 Doelkwantificering – oefening 4
op jaarbasis gebouwfuncties specifieke doelen randvoorwaardelijke doelen Doelkwantificering kan ook zijn dat per type gebouw het doel anders is.

80 Doelkwantificering – mogelijke uitwerking maar doelen
op jaarbasis woningen en woongebouwen doden gewonden aantal branden brandschade gezondheidszorg-, onderwijs- en cellengebouwen bijeenkomst-, logies-, kantoor-, sport-, industrie- en winkelgebouwen aantal branden brandschade cultureel erfgoed vitale infrastructuur maatschappelijke impact randvoorwaarden In bepaalde groepen zou je minder doden en gewonden kunnen accepteren. De doelgroepenbenadering.

81 Doelkwantificering – oefening 5
Op jaarbasis max. doden en gewonden woningen en woongebouwen Doden: per jaar per incident Gewonden: gezondheidszorg-, onderwijs- en cellengebouwen bijeenkomst-, logies-, kantoor-, sport-, industrie- en winkelgebouwen -per jaar -per incident - In dit plaatje is dat nog verder uitgewerkt.

82 Doelkwantificering - mogelijke uitwerking naar doden en gewonden
Op jaarbasis max. 50 doden en 500 gewonden woningen en woongebouwen Doden: maximaal 30 per jaar (w.o.10 ouder dan 65) maximaal 5 per incident Gewonden: maximaal 300 per jaar (w.o.100 ouder dan 65) maximaal 20 per incident gezondheidszorg-, onderwijs- en cellengebouwen maximaal 5 per jaar maximaal 2 per incident maximaal 50 per jaar maximaal 10 per incident bijeenkomst-, logies-, kantoor-, sport-, industrie- en winkelgebouwen - maximaal 15 per jaar - maximaal 5 per incident maximaal 150 per jaar - 3,1 doden / miljoen 31 gewonden / miljoen top 5 EU En in dit plaatje nog iets verder. Misschien is het goed nog even te wijzen op de maatschappelijke impact van het brandveilig maken. Met het veiliger maken van het Van Gogh Museum red je waarschijnlijk niet meer mensenlevens, maar je voorkomt er waarschijnlijk wel mee dat kostbare schilderijen in vlammen opgaan. Dat is een andere maatschappelijke impact. Kijk je wel alleen naar mensenlevens die je wilt besparen, dan is de impact van vijf branden met telkens één dode ook weer anders dan van één brand met vijf doden. Hetzelfde geldt voor de leeftijd van de slachtoffers. Daar zou je ook gericht actie op kunnen ondernemen. Meer gericht te investeren in woningen van ouderen bijvoorbeeld, de groep waarin de meeste slachtoffers vallen. Ik kijk ook nog even naar de randvoorwaarden die hier staan genoemd. Een randvoorwaarde zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat we als land bij de vijf meest brandveilige landen van Europa willen behoren.

83 Eigen verantwoordelijkheid
Doelgroepenbenadering Risicobenadering Doelkwantificering Dan zijn we zo’n beetje aan het eind en terug bij dit plaatje, dat laat zien dat de hoofdonderwerpen van de visie op brandveiligheid als puzzelstukjes in elkaar grijpen.

84 Verhouding hoofdonderwerpen bij hotel – oefening 6
Geef aan hoe de verschillende hoofdonderwerpen van de visie op brandveiligheid zich tot elkaar verhouden bij een hotel Geef aan hoe dit doorwerkt in de visie op de taakuitoefening van een preventieafdeling in een gemeente of veiligheidsregio Eigen verantwoordelijkheid Doelgroepenbenadering Risicobenadering Doelkwantificering Eens kijken of we hier nog iets over kunnen zeggen. Pak een hotel bij de kop en laat zien hoe de hoofdonderwerpen elkaar raken en overlappen. Dan hebben we het over de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het hotel jegens zijn gasten, de verantwoordelijkheid die de hotelgasten zelf dragen voor hun veiligheid en de risicobenadering in relatie tot de doelgroepenbenadering. Maar ook wat de doelgroepenbenadering betekent voor het hotel. Misschien zijn er wel mensen die vinden dat we vanuit dat oogpunt geen hotels meer zouden moeten willen zonder portier voor dag en nacht. Of zou de veiligheid op een andere manier kunnen worden gewaarborgd? En in hoeverre wordt het anders als we niet een hotel maar een school als uitgangspunt nemen. Juist, de doelgroepenbenadering.

85 Vervolg Folder Werkoverleg Eigen oefeningen Regionale vervolgsessies
Ter afronding. Hoe geven we hier een vervolg aan? Door deze presentatie op je in te laten werken en aan de slag te gaan met de ideeën die staan op het papier dat je zo krijgt uitgereikt. Maak de komende tijd tijdens het werkoverleg eens ruimte voor een discussie over risicobenadering en doelkwantificering. En denk er ook zelf eens over na. Vergeet even de regelgeving en kijk bijvoorbeeld eens vanuit de risicobenadering naar een bouwplan. Allemaal acties die ertoe kunnen leiden dat we de nieuwe visie langzaam maar zeker tussen de oren krijgen. Dan staat er nog ‘regionale vervolgsessies’. Ook weer vanuit de gedachte dat jullie er zelf een vervolg aan kunnen geven. Pak het op zou ik zeggen.

86 En nu aan de slag ! Tot slot een afbeelding van de man onder wiens verantwoordelijkheid het Actieprogramma Brandveiligheid is opgesteld, onze voormalige minister-president Balkenende. Nogmaals: bedenk dat het actieprogramma geen doctrine is. Kleur het in naar eigen inzicht. Want uiteindelijk wordt de kwaliteit bepaald door de mensen die ermee moeten werken. Door jullie dus. Hartelijk dank voor jullie aandacht.


Download ppt "Een nieuwe benadering in brandveiligheid Een nadere kennismaking met de uitwerking van het Actieprogramma Brandveiligheid Welkom bij deze bijeenkomst."

Verwante presentaties


Ads door Google