Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
(Lokale) kerk zijn in deze tijd
Staf Hellemans Faculteit Katholieke Theologie Universiteit van Tilburg
2
I. Overzicht Deel I: “de tekenen van de tijd”
Deel II: Religie in deze tijd Deel III: RKK in deze tijd Deel IV: Wat te doen – globaal? Deel V: Wat te doen – lokaal?
3
‘De tekenen van de tijd’ en ‘de tekenen van de Kerk’
Deel I ‘De tekenen van de tijd’ en ‘de tekenen van de Kerk’
4
Gaudium et Spes Par. 1: “De vreugde en de hoop van de hedendaagse mens zijn ook de vreugde en de hoop van Christus’ leerlingen... Zodoende voelt zij zich werkelijk en nauw verbonden met de mensheid en haar geschiedenis”.
5
Par. 3: “Het gaat (de kerk) om het geluk van de menselijke persoon en om de opbouw van de menselijke samenleving... Daarom biedt de heilige Synode... aan de mensheid de eerlijke medewerking van de Kerk aan voor de vestiging van de universele broederlijkheid”.
6
Par 4: “Wil de Kerk deze taak kunnen vervullen, dan moet zij voortdurend de tekenen van de tijd bestuderen en ze trachten te verklaren in het licht van het Evangelie, om zo antwoord te kunnen geven op de eeuwige vragen van de mensen... Het is daarom nodig, dat wij de wereld, waarin wij leven... leren kennen en begrijpen”.
7
Relevantie van de kerk GS: centraal staat “medewerking van de Kerk aan de vestiging van de universele broederlijkheid” en dus de analyse van de wereld (‘de tekenen van de tijd’). Hier: Kerk is ook veranderd → ‘de tekenen van de Kerk’ begrijpen en zo meewerken aan een blijvend relevante kerk
8
Deel II: Religie in deze tijd
Situering van de RKK in het religieuze veld
9
Kerkcrisis De RKK heeft het niet gemakkelijk Kwantitatieve daling (lidmaatschap, kerkbezoek, overgangsrituelen, geloof in persoonlijke God) Ontzuiling en minder katholieke organisaties Verzwakking van de parochies Niet alleen de RKK heeft het moeilijk alle grote kerken alle grote instituties Uitgangspunt: religie verdwijnt niet, maar verandert = overgang naar nieuwe vormen
10
Drie niveaus van religie
Voor 1960: alle religie in de RKK Na 1960: ontkoppeling in 3 niveaus Religieus veld Vele kerken, sekten, bewegingen en groepen Individuele religiositeit
11
2 betekenissen van religie
Religie: Hoge Transcendentie (God, Allah, Nirwana...) ‘religie’, ‘geluk’ ‘goed gevoel’....
12
IV. Twee betekenisdimensies
Strikte omschrijving als Hoge Transcendentie Brede omschrijving Zwaar institutioneel christelijke kerken niet-christelijke religieuze instituties christelijke en niet-christelijke sekten als levensbeschouwing: de humanisten communisme, fascisme als ‘politieke religies’ voetbaleuforie Weinig institutioneel spiritisme new age centra en boekhandels rond spiritualiteit ecologisme en sciëntisme als ‘seculiere religies’ ‘wellness’-industrie Niet-institutioneel ‘berg’-ervaring ‘feeling good’
13
Drie verschuivingen Institutioneel: van grote kerken naar sekten
Van institutionele naar weinig/niet-insitutionele religie Van religie naar ‘religie’ Besluit: - er gebeurt veel in religie - grote kerken hebben het moeilijk
14
Deel III: Een nieuwe RKK
15
Vele kerkgestalten De geschiedenis van het katholicisme als een opeenvolging van kerkgestalten (kerkformaties of kerkregimes) Vroegmoderne formatie (1500 –1789) Ultramontaans massakatholicisme ( ) Keuzekatholicisme of keuzekerk ( )
16
Ultramontaans massakath. (1789-1960)
Ultramontanisme en centralisatie van de kerk Massamobilisiatie Verzuiling (submaatschappij) en de kerk als draaischijf van de zuil Katholicisme als deel van de toenmalige moderniteit
17
Keuzekatholicisme (1960- )
Keuzekerk Minderheidskerk Omkering van de machtsverhoudingen Religiesering = enkel religie als wervende basis Primaat van de beleving Multiculturele wereldkerk
18
Ultramontaans massakatholicisme
Keuzekatholicisme Latijnse wereldkerk Multiculturele wereldkerk Rooms-homogeniserend Dualisering tussen Roomsgericht topkader en zich relatief autonoom gedragende basis Intensieve socialisatie en mobilisatie van in de kerk geboren katholieken Keuzekerk met kleine vaste kern en een ruim, zij het vaag en sporadisch geïnteresseerd publiek Georganiseerde en gesegmenteerde submaatschapij Kleinere ledenorganisatie in een bredere maatschappij Polarisatie tussen de blokken Concurrerende kerken en sekten
19
Deel IV: Wat te doen? Globaal
20
5 uitdagingen Een relevant religieus aanbod
Het brede publiek aanspreken (missionair) Het katholieke milieu vernieuwen Polarisatie vermijden Revitalisering van de parochie en lokale kerk Er zijn meer uitdagingen: priesterloze kerk, leken, multiculturele lokale kerk, Vaticaan en paus.
21
1. Een geschikt en aantrekkelijk aanbod
Tussen 1800 en 1960: een uitgebreid en veel gebruikt aanbod Na 1960: Veel van het oude aanbod is weg Nieuwe aanbod vindt moeilijker zijn weg Hier moet veel gebeuren
22
2. Het brede publiek aanspreken
Voor 1960: enge band tussen kerk en achterban (cf. verzuiling) Na 1960: ‘power reversal’ → noodzaak van aantrekkelijke kerk Personeel Programma Communicatie (bekendmaking, ‘evangelisatie’, ‘missionering’)
23
3. Het katholieke milieu vernieuwen
Katholieke wereld altijd al meer dan RKK Nu dreigt reductie tot institutionele kerk → een nieuw katholiek milieu stimuleren Kerkkritische groepen en nieuwe kerkelijke bewegingen Spirituele centra, Bijbel- en leesgroepen, ... Faith-based organizations Besluit: nieuwe initiatieven aanmoedigen
24
4. Polarisatie vermijden
Links versus rechts, conservatieven versus liberalen sinds de Franse Revolutie Ook in katholicisme, met gewoonlijk conservatieve dominantie Reden: tijd van veranderingen vergt veel beslissingen → dus pro en contra. Polarisatie is zelf-destructief Besluit: kan men polarisatie vermijden en een dynamische veelledige kerk zijn?
25
Deel V: Wat te doen – lokaal?
26
Geschiedenis van de lokale parochie
Oerchristendom: personele parochie en beginnende hiërarchisering Van Constantijn tot Karel de Grote: langzame invoering van de lokale parochie (pastoorsambt en ‘Pfarrbann’) als onderdeel van diocees Concilie van Trente: reorganisatie van parochies, zielzorg helemaal centraal
27
19de eeuw: uitbouw van moderne parochie (pastoorsbenoeming, actieve leken, verenigingsleven)
→ ‘quisquis est in paroecia, est etiam de paroecia’ (1917)
28
Na 1960: grote veranderingen
Kwantitatieve daling (priesters en parochianen) Delokalisering en individualisering Nieuwe differentiatie tussen de parochies Congregationalisering van de parochie Organisatorische verandering: fusies van parochies
29
Leren van Protestantse ‘church growth’
‘Church growth’ debat in de USA Kerkgroei vraagt veel inzet (ondernemende personen; kerkgroei cultuur; kerkgroei infrastructuur) Het verandert de Kerk: van een territoriale logica naar een opportuniteitslogica = van horizontale parochies naar een conglomeraat van initiatieven
30
Conclusies voor beleid
Territoriaal netwerk hervormen, niet opgeven Meervoudige initiatieven stimuleren - Meerdere niveaus van territoriale pastoraal: ‘vrije’ groepen, basisparochie, fusieparochie, bisdom - Ruimte voor geprofileerde basisparochies Bisdom (vicariaat): neemt steeds meer taken op (administratief, categoriale pastoraal, vorming van vrijwilligers, verdieping voor gelovigen, evenementen)
31
Besluit Er is geen blauwdruk, geen model
Religieus aantrekkelijke keuzekerk Meerdere vormen van pastoraal Meerdere niveaus van territoriale pastoraal: basisparochie, fusieparochie, bisdom Territoriale pastoraal aanvullen met orden, centra en (oude en nieuwe) bewegingen Bisdom als organisator
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.