ZEG HET MET EMOTIES.

Presentatie over: "ZEG HET MET EMOTIES."— Transcript van de presentatie:

1 ZEG HET MET EMOTIES

2 Uitleg over emoties Verdrietig Blij Boos Bang Verbaasd Afkeer

3 Verdrietig = droevig, treurig Mondhoeken naar beneden, oogleden ook
Wazig beeld door waterige ogen EMOTIES LATEN NADOEN!!!!!

4 Situaties wanneer je verdrietig bent
Als iemand overleden is Als je ruzie hebt Als je problemen hebt op werk Als je een ongeluk hebt gehad

5 Blij = vreugde, plezier, pret, vrolijk Beide mondhoeken gaan omhoog
De wenkbrauwen gaan naar beneden en de wangen omhoog, net als de huid onder de ogen

6 Situaties wanneer je blij bent
Als het vakantie is Als je jarig bent Als de zon schijnt Als je lekker gegeten hebt

7 Boos = kwaad, woedend Gefronste wenkbrauwen en samengeperste lippen
Op elkaar geklemde kaken

8 Situaties wanneer je boos bent
Als iemand iets van jou kapot maakt Als je een wedstrijd oneerlijk verloren hebt Als er iets van jou gestolen is Als iemand je pijn doet

9 Bang = angstig, schrik, paniek
Ogen worden groter, de wenkbrauwen gaan omhoog en naar elkaar toe De mondhoeken gaan naar achter en de mond is een klein beetje open

10 Situaties wanneer je bang bent
Als je een vraag aan een vreemde moet stellen Als je een enge film kijkt Als je geluiden hoort en je bent alleen thuis Als je een heel druk kruispunt moet oversteken

11 Verbaasd = verrast Wenkbrauwen gaan omhoog maar niet naar elkaar toe
Ogen worden groter en ronder De mond gaat open

12 Situaties wanneer je verbaasd bent
Als je zomaar ineens een cadeautje krijgt Als je bezoek krijgt waar je niet mee afgesproken had Als je toch iets kan, waarvan je niet wist dat je het kon Als het weer ineens iets heel anders geworden

13 Afkeer = een hekel hebben aan
Rimpels langs de neus, neusgaten worden smaller De bovenlip gaat omhoog en de onderlip steekt uit De wenkbrauwen gaan iets naar beneden en de wangen gaan omhoog

14 Situaties wanneer je afkeer voelt
Als je in de hondenpoep bent gaan staan Als je iets vies ruikt of eet Als je iemand tegenkomt die je helemaal niet aardig vindt Als je iets moet doen wat je niet graag doet

15 Schema met emoties Gebruiken voor jezelf als geheugensteuntje

16 Smiley Smileys tekenen Verdrietig Blij Boos Bang Verbaasd Afkeer

17 Oefenen Verdrietig

18 Oefenen Blij

19 Oefenen Boos

20 Oefenen Bang

21 Oefenen Verbaasd

22 Oefenen Afkeer

23 PAUZE Met eten en drinken

24 Emotie-test Oefenen met de emoties die jullie net op de kaartjes getekend hebben Een quiz met verschillende situaties

25 Emotie-test Welke emotie zie je hier?
Situatie: De eigenaar van een wasserette waar een begeleid werker werkt, zegt tegen de begeleid werker dat de kleren niet op de goede manier worden gesorteerd. Witte kleren raken verkleurd na een wasbeurt.

26 Emotie-test Welke reactie zou je hier hebben?
Verdrietig, omdat je je werk goed wil doen, Je word er stil van. Boos, omdat je denkt dat je je werk niet goed hebt gedaan. Andere reacties.

27 Emotie-test Hoe komt dit op de persoon over? En waarom? Goed.
Minder goed Niet goed

28 Emotie-test Welke emotie zie je hier?
Situatie: Een begeleid werker werkt in een kinderdagverblijf. De begeleid werker speelt als taak met enkele kinderen. Opeens lacht één van de kinderen naar de begeleid werker en geeft hem/haar een knuffel.

29 Emotie-test Welke reactie zou je hier hebben?
Blij en je geeft een knuffel terug. Angstig, omdat je niet weet wat je moet doen. Boos, omdat je niet geknuffeld wilt worden. Andere reacties.

30 Emotie-test Hoe komt dit op de persoon over? En waarom? Goed.
Minder goed Niet goed

31 Emotie-test Welke emotie zie je hier?
Situatie: De begeleid werker werkt in een bibliotheek. De begeleid werker moet CD’s sorteren op alfabet. De begeleid werker is bezig met het sorteren, totdat het opeens niet meer lukt, omdat hij/zij verward raakt in het alfabet.

32 Emotie-test Welke reactie zou je hier hebben? Wegrennen.
Rustig worden en terug aan het werk gaan. Beginnen met huilen. Andere reacties.

33 Emotie-test Hoe komt dit op de persoon over? En waarom? Goed.
Minder goed Niet goed

34 Emotie-test Welke emotie zie je hier?
Situatie: Het is de eerste werkdag voor de begeleid werker. De jobcoach laat de begeleid werker het bedrijf en zijn/haar werkplaats zijn. De hele werkplaats is indrukwekkend voor de begeleid werker, omdat alles nieuw voor hem/haar is en omdat er veel mensen in de keuken zijn die veel geluid maken.

35 Emotie-test Welke reactie zou je hier hebben? Wegrennen.
Praten met een jobcoach over wat je denk/voelt. Niets zeggen. Andere reacties.

36 Emotie-test Hoe komt dit op de persoon over? En waarom? Goed.
Minder goed Niet goed

37 Emotie-test Welke emotie zie je hier?
Situatie: De begeleid werker werkt in een verzorgingstehuis. De begeleid werker maakt de kamer schoon. Wanneer hij/zij de kast checkt voor handdoeken, dan vindt hij/zij een pakketje in een kleurrijk papiertje. De begeleid werker begint te lachen en kijkt rond. Dan ziet hij/zij een aantal collega’s lachen en ze beginnen een verjaardagsliedje te zingen.

38 Emotie-test Welke reactie zou je hier hebben?
Heel blij, tranen van geluk. Verdrietig, omdat je het cadeautje niet leuk vindt. Verlegen, omdat iedereen aan het zingen is en naar jou kijken. Andere reacties.

39 Emotie-test Hoe komt dit op de persoon over? En waarom? Goed.
Minder goed Niet zo goed

40 Emotie-test Welke emotie zie je hier?
Situatie: Het is een normale dag op het werk wanneer een begeleid werker de dieren voert met zijn laarzen aan. Dan stapt hij/zijn in de poep van een koe.

41 Emotie-test Welke reactie zou je hier hebben?
Afkeer, omdat poep vies is. Verdrietig, omdat je schoenen vies zijn. Boos, omdat de dieren poep achtergelaten hebben. Andere reacties.

42 Emotie-test Hoe komt dit op de persoon over? En waarom? Goed.
Minder goed Niet goed

43 Wat vonden jullie ervan?
Wat vond je leuk? Wat vond je niet zo leuk? Wat vond je moeilijk? Wat heb je ervan geleerd?

44 Einde Aandenken Terug naar de koepel