Houd je aandacht erbij! Trainers: Jan de Groot Henk Torreman.

Presentatie over: "Houd je aandacht erbij! Trainers: Jan de Groot Henk Torreman."— Transcript van de presentatie:

1 Houd je aandacht erbij! Trainers: Jan de Groot Henk Torreman

2 Welkom! Bijeenkomst 8

3 Thema van de dag: Schakelproblemen
Hoe wissel je gemakkelijker van aandacht tussen het ene en het andere onderwerp. Bijvoorbeeld tijdens een gesprek.

4 Programma van de dag We beginnen straks met ons te herinneren wat we de vorige bijeenkomst ook alweer hebben gedaan. Bespreken van de thuisopdracht. Schakelproblemen Oefeningen. De thuisopdracht voor de volgende keer. Nagesprek

5 Wat herinnert u zich van de vorige bijeenkomst?
Maak groepjes van 3 of 4 personen (naast elkaar). U krijgt 1 minuut om met uw groepje te overleggen en uw geheugen op te frissen wat we de vorige bijeenkomst hebben gedaan. Het rad van fortuin (wordt op het scherm geprojecteerd), bepaalt wie het, namens het groepje mag vertellen.

6 De thuisopdracht van de vorige keer.
De thuisopdracht was: In het cursistenmateriaal vindt u op blz. 46 een tekst met daaronder drie vragen. Vraag iemand in je omgeving de tekst tweemaal voor te lezen. Beantwoordt daarna de vragen. Lukt voorlezen niet, lees dan de tekst tweemaal door en beantwoordt de vragen zonder langer naar de tekst te kijken.

7 Antwoorden op de vragen:
Tekst 3 Basisscholen die gaan fuseren of een federatie vormen. Óf tenminste 10 scholen, óf ten minste leerlingen, óf ten minste 80 fulltime arbeidsplaatsen. Eigen personeelsbeleid, aanstellen van specialisten, kostenbesparing.

8 De thuisopdracht van de vorige keer.
De thuisopdracht (2) was: Op blz. 47/48 vindt u een tekst waarin woorden zijn weggelaten. De woorden die zijn weggelaten hebben een verband met wat ervoor staat. Meestal gaat het om een gezegde of een bekende uitdrukking. De eerste zin is bijvoorbeeld: ‘De bananenhandelaar is de pisang en de tabakshandelaar de sigaar’. Vul de woorden in. Veel succes!

9 Uitwerking thuisopdracht (2)
We delen de tekst uit.

10 Schakelproblemen Op blz. 51 en 52 staan praktijkvoorbeelden van ‘schakelproblemen’. Lees deze tekst. Als je het lastig vindt om de tekst te lezen vraag dan een buurman/buurvrouw om het voor te lezen. Het is dus ook een oefening in hulp vragen

11 Schakelproblemen Herken je de voorbeelden voor je zelf?
Kun je vanuit je eigen situatie voorbeelden geven van schakelproblemen? We inventariseren die op de flip-over.

12 Schakelproblemen (achtergrond)
Schakelproblemen ontstaan doordat dingen die je net gehoord, gezien, gevoeld, geroken, gedacht of bedacht hebt zich als vanzelf opdringen en zich vermengen met een volgende ervaring. Oorzaken zijn onder andere: Het mentale schoolbord wordt soms niet goed schoongeveegd. (Het werkgeheugen wordt soms niet goed leeggemaakt). Soms ijlen beelden na als een soort schaduw. Aanpassing aan veranderende omstandigheden of veranderde routines is lastig.

13 Schakelproblemen Ook schakelproblemen komen voort uit de verminderde kwaliteit van het werkgeheugen. Net als bij aandacht en concentratie kunnen we schakelproblemen verminderen door te oefenen.

14 Schakelproblemen In ( onbekend) gezelschap kan het wel eens lastig zijn als we schakelproblemen ervaren. We gaan oefenen om ook in dat soort situaties de juiste woorden te vinden om er begrip voor te vragen.

15 Oefening 1: Naam raden In de eerste ronde neemt een van de trainers een naam van een algemeen bekend persoon in gedachten. Het is de bedoeling de naam van deze persoon uiteindelijk te raden. In de volgorde van uw zitplaats stelt iedere cursist om de beurt een vraag die met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoord kan worden (een gesloten vraag). Begin met algemene vragen (bv “is het een man?”, “leeft hij/zij nog?”) en informeer daarna naar bijzonderheden. Op een open vraag of een keuzevraag zal de trainer “andere vraag” antwoorden. Succes!

16 Oefening 2, Stad raden Nu neemt een van de deelnemers een algemeen bekende stad in gedachten. Het lot bepaalt wie. We gaan verder bij de persoon, waar we bij oef. 1 gebleven waren. Om de beurt stellen we weer gesloten vragen ( ja/nee vragen) tot de stad geraden is.

17 Oefening 3, voorwerp raden (bij voldoende tijd)
De oefening is gelijk aan oefening 1 en 2. een van de cursisten neemt nu een voorwerp is gedachten, dat zich in de trainingsruimte bevindt. De overige deelnemers stellen weer een ja/nee vraag om het voorwerp te raden.

18 Oefening 4, Puzzeldictee.
Op bladzijde 54 vindt u een matrix (raster) met 42 vakjes. In ieder vakje moet een letter geplaatst worden. We projecteren de letter in de vorm van een puzzeltje. B.v. “vul de 1ste letter van het woord politiek in vakje A1 in. U vult dan de letter ‘p’ in in vakje A1. Aan het eind van de opdracht staat er een slagzin in de matrix.

19 puzzeldictee De 1ste letter van politiek in a1
De 4de letter van verzetten in c3 De 3de letter van koken in f5 De 5de letter van Afrika in b1 De 1ste letter van ingenieur in d3 De 2de letter van nat in a6 De 1ste letter van rob in c1

20 puzzeldictee De 7de letter van hartzeer in e3
De 4de letter van stunt in b6 De 5-de letter van afpakken in d1 De 4de letter van banket in f3 De 4de letter van Robinson in e1 De 5de letter van orkest in a4 De 4de letter van magnaat in f1

21 puzzeldictee De 2de letter van dermatoloog in b4
De 2de letter van asbest in a2 De 2de letter van blazen in c6 De 3de letter van omo in b2 De 5de letter van tropen in d6 De 1ste letter van Nico in c2 De 7de letter van blokkeren in e6

22 puzzeldictee De 3de letter van gewaar op c4
De 3de letter van geel op f6 De 1ste letter van Amsterdam op d4 De 3de letter van landschap op a7 De 3de letter van drama op e4 De 5de letter van vernis op d2 De 1ste letter van rodeo op f4

23 puzzeldictee De 3de letter van pesticide e2
De 3de letter van beleven op b7 De 5de letter van Leuven op c7 De 1ste letter van joker op a5 De 2de letter van everzwijn op d7 De 5de letter van pennenbak op b5 De 6de letter van afmaken op e7

24 puzzeldictee De 1ste letter van Engels op f2
De 3de letter van genade op f7 De 3de letter van teen op a3 De 9de letter van Noorwegen op b3 De 3de letter van kameleon op c5 De 3de letter van fietstas op d5 De 4de letter van bewegen op e5

25 puzzeldictee P in a1 E in e3 E in b4 Z in c3 N in b6 S in a2 K in f5
A in b1 I in d3 A in a6 R in c1 E in e3 N in b6 K in d1 K in f3 I in e1 T in a4 N in f1 E in b4 S in a2 L in c6 O in b2 E in d6 N in c2 R in e6

26 puzzeldictee W in c4 E in f6 A in d4 N in a7 A in e4 I in d2 R in f4
S in e2 L in b7 E in c7 J in a5 V in d7 E in b5 E in e7 E in f2 N in f7 E in a3 N in b3 M in c5 E in d5 E in e5

27 Oefening 4, puzzeldictee
Oefening 4, puzzeldictee A B C D E F 1 P R K I N 2 S O 3 Z 4 T W 5 J M 6 L 7 V

28 Rollenspel, voorbereiding
Schakelproblemen kunnen als logische reactie een terugtrekking uit het sociale leven veroorzaken. Het is niet leuk om te ervaren Dat je niet meer zo adequaat kunt reageren tijdens het gesprek. Dat men denkt dat je niet betrokken bent, omdat je zo stil bent. Dat men je daardoor niet meer betrekt in het gesprek. Hoe is dat te voorkomen?

29 Rollenspel, voorbereiding
Vorm groepjes van 4 (of 3) personen. Wissel met elkaar gedachten uit over: Hoe verloopt zo’n ontmoeting meestal van enkele personen, die er geen rekening mee houden dat er iemand Parkinson heeft. Hoe iemand met Parkinson in zo’n situatie functioneert. Hoe iemand met Parkinson zich het beste kan opstellen. Welke oplossingen er zijn om met de verwachte schakelproblemen om te gaan.

30 Rollenspel, voorbereiding
We inventariseren de uitkomsten van de discussie op de flipover.

31 Rollenspel Iedere groep krijgt een enveloppe uitgereikt met daarin de beschrijving van de rollen. Er zijn 3 rollen. Persoon P heeft de ziekte van Parkinson. Persoon K komt op bezoek, maar is niet of nauwelijks op de hoogte van de ziekte van persoon P. De andere personen zijn steun en toeverlaat voor persoon P. Zij mogen met P overleggen, hulp bieden, steunen, adviseren, enzovoorts.

32 Rollenspel Persoon P leest alleen de eigen rol.
Persoon K leest alleen de eigen rol. De steun en toeverlaat (2x) mogen beide rollen lezen. Het gesprek duurt maximaal 10 minuten of zoveel korter al nodig. Probeer af te sluiten met een afspraak tussen P en K over hoe met elkaar om te gaan.

33 Terugblik Het ging vandaag over ‘schakelproblemen’.
Wat vind je het belangrijkste dat je vandaag hebt geleerd, ervaren, te weten bent gekomen? Wat gaan de mensen in je omgeving er concreet van merken dat je dit geleerd hebt?

34 Thuisopdracht Breng het geleerde van de laatste oefening (het rollenspel) in de praktijk. Vergeet niet: Je leert vaardigheden alleen door (regelmatig) te oefenen! Op blz. 55/56 staan een aantal raadsels. Los ze op! Verzoek: neem voor de volgende bijeenkomst een markeerstift mee.

35 Thema van de volgende bijeenkomst
Thema van bijeenkomst 9: Niet vergeten: volgende keer: markeerstift Verbeteren effectief lezen

36 Jan de Groot Henk Torreman
Tot de volgende keer! Jan de Groot Henk Torreman