Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHenriette Christiaens Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Weet jij veel over DE EIK ?
Doe de quiz als volgt: Neem je antwoordblad en een potlood. Wacht bij een nieuw scherm tot alle plaatjes, de vraag en de meerkeuze-antwoorden te zien zijn. Kies het beste antwoord en kruis de letter (A, B of C) aan op je antwoordblad (je kunt de antwoorden NIET intikken op de computer!). Ga dan met de spatiebalk door naar de volgende vraag. Klaar om te beginnen? Met de spatiebalk kom je bij de intro en de eerste vraag.
2
Het rijk
3
Het rijk van
4
koning Het rijk van
5
Het rijk van koning Q U I Z
6
1. Rond het jaar 0 was de eik vaak gewijd aan een godheid.
Welke godheid vereerden de Germanen bij de eik? A. Freya B. Wodan C. Loki
7
2. In de middeleeuwen kregen varkens ook eikels te eten.
Welke uitspraak heeft hiermee te maken? A. Een varken hoeden B. Een varken slachten C. Een varken vetmesten
8
3. De omgeving van kasteel Doornenburg (Gelderland).
Wat is het monument? A. Het kasteel B. De eik C. Allebei
9
4. Dit is een eikencluster van ongeveer 200 jaar oud.
Waarom heeft deze eik niet één dikke stam? A. Hier is vroeger de bliksem ingeslagen B. Het jonge hout is regelmatig weggesnoeid voor stookhout C. De boom heeft vroeger niet genoeg zon gehad
10
5. De eik is voor allerlei dieren een hotel.
Welke dieren wonen in de eik? A. Eekhoorn, bosuil en specht B. Eekhoorn, wild zwijn en specht C. Bosuil, specht en ree
11
6. De eik is ook voor veel dieren een restaurant.
Welke dieren eten van de eikenboom? A. Galwesp, wild zwijn en eekhoorn B. Wezel, ree en wild zwijn C. Bladmineerder, vink en eekhoorn
12
7. De eik is vaak een goede plek voor larven en jonge dieren.
Wie gebruiken de eik om eitjes te leggen? A. Bladmineerder, galwesp en eekhoorn B. Galwesp, eikenbladrolkever en eikelsnuitkever C. Galwesp, eikelsnuitkever en eekhoorn
13
8. Soms zie je een eikel met een gaatje.
Welk dier heeft dan eitjes in de eikel gelegd? A. Bladmineerder B. Eikenbladrolkever C. Eikelsnuitkever
14
9. De eikenprocessierups heeft niet veel vijanden.
Welke dieren zijn vijanden van de rups? A. De dieren op plaatje 1 en 2 B. De dieren op plaatje 3 en 4 C. De dieren op plaatje 1 en 4
15
10. Dit kleine eikenboompje is uit een eikel gegroeid.
Wat is er het eerst gegroeid? A. Bladeren B. Wortel C. Bladeren en wortel tegelijk
16
11. Het losse blad is van een zomereik.
Welke eikels horen daarbij? A. Plaatje 1 B. Plaatje 2 C. Plaatje 3
17
12. Twee uitspraken over de eikenprocessierups: Als er niet genoeg eikenbladeren zijn, dan eten ze ook van andere bomen Biologische bestrijding van de eikenprocessierupsen is ook slecht voor de rupsen van andere vlindersoorten in hetzelfde gebied. Wat is waar? A. Het is allebei waar B. Alleen het eerste is waar C. Alleen het tweede is waar
18
13. Dit is een dode eik. Waardoor kan een boom doodgaan? A. Insecten die van het blad eten B. Blikseminslag C. Grote warmte
19
14. Het vliegend hert heeft vier ontwikkelingsstadia.
Wat is de goede volgorde? A. Eitje – larve – poppenwieg – vliegend hert B. Vliegend hert – eitje – poppenwieg – larve C. Eitje – poppenwieg – larve – vliegend hert
20
15. Deze kever klopt in het hout om een vrouwtje te lokken.
Hoe heet de kever? A. Eikenboktor B. Doodskloppertje C. Vliegend hert
21
16. Mycelium heeft te maken met het opruimen van de eik.
Wat is mycelium? A. Een periode van 1000 jaar B. Een paddenstoel C. De zwamdraden achter de schors van een boom
22
17. Ook eiken hebben bloemen.
Wat is waar? A. Mannetjesbloemen en vrouwtjesbloemen zitten niet op dezelfde boom B. De mannetjes hebben gele staartjes en de vrouwtjes rode bloempjes C. Vrouwtjes hebben staartjes en de mannetjes rode bloemen
23
18. Hier zie je een plaatje van de fotosynthese.
Welke twee woorden ontbreken? A. Koolzuurgas (1) en afvalstoffen (2) B. Zand (1) en suikers (2) C. Koolzuurgas (1) en suikers (2)
24
19. In de herfst verliezen de eiken hun bladeren.
Waarom laten de bomen hun bladeren vallen? A. Het wordt kouder, er is minder water en minder licht B. Het wordt warmer, er is minder water en meer licht C. Het wordt kouder, er is veel water en minder licht
25
20. In een jaar zitten vier seizoenen.
Wanneer beginnen de seizoenen? A. 21 maart – 21 juni – 21 september – 21 december B. 21 maart – 21 juli – 21 september – 21 december C. 21 april – 21 juni – 21 augustus – 21 december
26
Dit was de Powerpointquiz bij ‘Het rijk van koning Eik’
Gebruik de spatiebalk om te kijken of je de antwoorden goed hebt.
28
Had je alle of bijna alle vragen goed. Uitstekend
Had je alle of bijna alle vragen goed? Uitstekend! Dan heb je veel over de eik geleerd. Let ook buiten eens op bomen, je weet nu hoe interessant ze zijn!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.