De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Studiedag St.-Vincentius

Verwante presentaties


Presentatie over: "Studiedag St.-Vincentius"— Transcript van de presentatie:

1 Studiedag St.-Vincentius
Extra kansen op school 10 oktober 2017 Provinciehuis Hasselt ‘Gelijke kansen in het onderwijs. Een uitdaging voor iedereen’ Piet Van Avermaet

2 Programma (kans)armoede en diversiteit: 4 algemene zorgpunten
Meertaligheid benutten voor leren Ouder-school coöperatie Aanzetten tot verandering

3 Definitie armoede “Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen armen meestal niet op eigen kracht overbruggen” Vranken, et al., 2001 (in VGC kinderarmoedebestrijdingsplan)

4 kinderarmoede neemt toe
Armoedebarometers kleuren rood

5 Armoede is vaak onzichtbaar
Gsm Kleding Voeding (verhaal vriendin; verhaal school in Fermo) Mooie boekentas, maar …

6 (kans)armoede en onderwijs
“Bijna één jongen op vijf en één meisje op zes (in Brussel) hebben minsten twee jaar schoolachterstand in het eerste jaar secundair onderwijs. Deze verhoudingen variëren sterk naargelang de gemeente en liggen in het bijzonder hoog in de armste gemeenten van Brussel.” (Uit Welzijnsbarometer Brussels armoede rapport 2013)

7 Kinderarmoede & onderwijs
Kinderarmoede: een hypotheek op de toekomst

8 Kinderarmoede & onderwijs
Een multidimensionale problematiek vraagt om een integrale aanpak… … waarbij verschillende beleidsdomeinen (onderwijs, welzijn, jeugd, gezondheid, werk, wonen, … ) samenwerken.

9 Gelijke kansen in het onderwijs = goed omgaan met diversiteit

10 Ons fundamenteel denken over diversiteit en onderwijs ontkent diversiteit als uitgangspunt. We erkennen diversiteit , maar blijven het moeilijk vinden om het als de norm in onderwijs te beschouwen. We erkennen diversiteit, enkel als conditie tot inpassing. Waardoor het meteen wordt gedevalueerd tot afwijking, achterstand, probleem, …

11 4 algemene zorgpunten Ons onderwijs wordt meer en meer een competitief, op “efficiency” en de markt gericht model. Daardoor wordt het uniformiserend (inclusief toenemende testcultuur) en laat het weinig ruimte voor diversiteit; Ons denken over onderwijs vertrekt van het binaire; Diversiteit is een probleem en wordt best weggemoffeld; Impact van beeldvorming

12 1. Onderwijs, markt en kenniseconomie
Iedereen moet worden gekneed en geüniformeerd in functie van de markt. De markt is binnengedrongen in het onderwijs. Onderwijs moet op efficiëntie gericht zijn. Volgens Michael Sandel werkt dit voor auto’s en MP3’s maar niet voor onderwijs. Normen voor de crèche; voor de kleuterklas; voor het BAO; voor het SO; voor het HO; … (vb Verhaeghe: de knipnorm)

13 1. Onderwijs, markt en kenniseconomie
Onderwijs moet nu ‘evidence based’ zijn (maar welke ‘evidence’?). Onderwijs is zoals de reclame van Mazda een tijd terug: remmen OK; airbags OK; de knipnorm OK; taalvaardig OK Net als de markt moet onderwijs competitief zijn. We willen ‘ranken’, vergelijken, … Welk bedrijf is het meest productief, welke school is het meest productief; welke auto is de beste; welke leerling is de beste; … Kinderen in armoede zijn daar het eerste slachtoffer van. Hun omgeving kan in dit opbod niet concurreren.

14 1. Onderwijs, markt en kenniseconomie
Hoe zou onderwijs er dan moeten uitzien om economische competitiviteit te verhogen? Sahlberg: meer netwerking en samenwerking tussen leerlingen en scholen; open delen van ideeën; flexibiliteit in onderwijs; creativiteit stimuleren Verhaeghe: brede vorming en kritisch nadenken Nussbaum: leren samenwerken; interactie en dialoog; kritisch kunnen reflecteren; creatief kunnen denken; kunnen innoveren; met verschillen kunnen omgaan Stevenson: creatieve leermethoden; samenwerking met cultuurhuizen en musea; mogen falen; leren uit fouten; leren delen van ideeën Diversiteit benutten dus

15 2. Binair denken Ons denken over diversiteit en onderwijs is overwegend binair; Waarbij de ene kant als de legitieme (niet onderhandelbare) norm wordt beschouwd en de andere als de afwijkende, deficiënte; Sociaal geconstrueerde hiërarchische machtsverhoudingen

16 2. Binair denken Deficit – differentie Agency – structure
Expliciet – impliciet Kennis – vaardigheid Formeel – informeel Uniformiteit – variatie Thuis – school Eentaligheid – meertaligheid Monocultuur – multiculticultureel Enkelvoudige – meervoudige geletterdheid Testen – assessment

17 3. diversiteit als probleem
Leerproblemen; taalproblemen; integratieproblemen; achterstand; niveauverlaging; …: een deficiëntiemodel Advies: wegmoffelen: ‘Migrantcultuur weren, uitsluiten’ ‘je niet profileren als multiculturele school’ ‘is doeltreffend om de prestatiekloof te dichten en de legitimiteit in de ogen van autochtone ouders te behouden’ Is normatief eenzijdig. Neemt diversiteit niet als vertrekpunt Heeft impact op onze beeldvorming en handelen

18 4. Impact van vooroordelen en beeldvorming
Grijpen in op ons handelen Zijn moeilijk te veranderen Onbewuste stereotypering

19 Multilevel pad-model voor wiskundeprestaties van de leerlingen; model voor SES compositie
*p < 0.05, ** p < 0.01, *** p < 0.001 Gecontroleerd voor: Op school niveau: academische compositie, onderwijsnet, en schoolgrootte Op leerlingen niveau: leerjaar, gender, etniciteit, SES, blijven zitten

20 De rol van onderwijs Voornaamste taak: verwerven vaardigheden om in maatschappij te kunnen functioneren Onderwijs is hierin niet de enige actor In bepaalde sociale omgevingen worden meer vaardigheden, meer kennis, etc. ontwikkeld dan in andere, of ze hebben er meer legitimiteit Compenseren voor deze ongelijkheid is een specifieke emancipatorische taak van onderwijs Onderwijs moet er naar streven dat kansen van jongeren in de samenleving niet alleen afhangen van de kansen die ze van thuis meekrijgen

21 Diversiteit in onderwijs
De school is een publieke ruimte waar men diversiteit niet kan of mag negeren Twee doelen: Leren voor diversiteit: kritisch multiculturalisme Leren in diversiteit: diversiteit benutten en sociale ongelijkheid terugdringen (pedagogie van diversiteit) 21

22 Leren VOOR diversiteit werken aan sleutelcompetenties
Diversiteit zien als een normaal fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken krijgt Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden; zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken Functioneren in verschillende contexten, steeds wisselende omstandigheden en nieuwe situaties Kiezen voor dialoog en samenwerking Leren van andermans visies, ervaringen en competenties

23 Leren IN diversiteit Competenties voor omgaan met armoede & ongelijkheid
A. Armoede zien & diversiteit positief benaderen B. Werken aan kwaliteitsvolle interacties C. Kinderen begeleiden tot kwaliteitsvolle interacties D. Diversiteit integreren in het totale ontwikkelingsproces E. Maatschappelijke verantwoordelijkheid zien en ernaar handelen

24 Diversiteit zit in de kern van onderwijs
Is de kern van onderwijs Raakt aan alle aspecten van onderwijs Ik belicht er twee: Taal Relatie ouder-school

25 Talige diversiteit in onderwijs

26 Antwoorden op sociale ongelijkheid in onderwijs
Sociaal-etnische ongelijkheid is een hardnekking probleem in het onderwijs PISA-onderzoek Toenemende onderwijssegregatie en ‘tracking’ Verband tussen ‘taalgebruik thuis’ en ‘taalachterstand’ wordt vaak als de oorzaak naar voor geschoven

27 Exclusief taalbadmodel
Toch zet Vlaanderen al meer dan 15 jaar in op taal (i.e. kennis van het Standaard Nederlands) als belangrijkste hefboom tot schoolsucces. Zie achtereenvolgende (taal)beleidsnota’s van Vandenbroucke, Smet, Crevits Voorwaarde wordt steeds prominenter in discours, beleid en praktijk Exclusief inzetten op taalbadmodel Remediëringsprogramma’s; bijspijkerklassen; pull-out klassen; (taal)niveaugroepen; … Bannen/verbieden van andere taalrepertoires (o.a. thuistalen) van jongeren

28 4 assumpties Kinderen met een migratieachtergrond spreken buiten de school/klas uitsluitend of overwegend hun thuistaal. De taal die thuis wordt gesproken is de belangrijkste verklarende variabele voor schoolsucces van kinderen met een migratieachtergrond. Kennis van de dominante taal is de conditie tot schoolsucces. Kinderen (en hun ouders) die thuis een andere taal spreken dan de dominante taal moeten worden ondergedompeld in die taal en liefst zo jong mogelijk. Dus, kinderen toelaten om hun thuistaal te gebruiken op school heeft een negatieve impact op het T2 leren en derhalve op hun schoolsucces. Antwoorden gebaseerd op internationaal en Vlaams onderzoek (thuistaalproject, VALIDIV, MARS, MULAE)

29 4 assumpties Kinderen met een migratieachtergrond spreken buiten de school/klas uitsluitend of overwegend hun thuistaal. Geen empirische evidentie, het tegendeel is waar Is meerlagiger, dynamischer en complexer dan verondersteld

30

31 4 assumpties De taal die thuis wordt gesproken is de belangrijkste verklarende variabele voor schoolsucces van kinderen met een migratieachtergrond. Wanneer gecontroleerd voor andere variabelen meestal geen significante correlatie tussen thuistaal en schoolsucces; En als het verband significant is, is de effectgrootte meestal (zeer) klein; Socio-economische achtergrond is de sterkst verklarende variabele voor schoolsucces; Een causale lezing van een correlatie is een beginnersfout; Interactie met eentalige ideologie

32 Geletterdheid en mediagebruik
Prestaties in samenhang met tv kijken in het Nederlands Voor Begrijpend Lezen LILITH de samenhang van meertalige geletterdheid en mediagebruik met de onderwijsprestaties van leerlingen Leerkrachten en directies veronderstellen dat leerlingen media uitsluitend in de moedertaal gebruiken. Enkele leerlingen halen tijdens de focusgroepsgesprekken spontaan aan dat zij televisie kijken in hun moedertaal of een nieuwe taal leren via televisie. Ook uit de kwantitatieve analyses blijkt dat Meertalige leerlingen gebruiken media frequent in het Nederlands: 75% leest elke dag tot elke week een boek in het Nederlands; 73% kijkt elke dag tot elke week televisie in het Nederlands en 66% gebruikt dagelijks tot wekelijks internet in het Nederlands. Meertalige leerlingen gebruiken media minder frequent in andere talen dan in het Nederlands: 35% leest dagelijks tot wekelijks een boek in een andere taal en 43% gebruikt dagelijks tot wekelijks internet in een andere taal. Enkel voor televisiegebruik zien we vergelijkbare cijfers in de andere taal als in het Nederlands, namelijk 73%. Directies en leerkrachten zijn van mening dat mediagebruik in het Nederlands de taalvaardigheid van leerlingen ten goede zou komen. Sommige leerlingen halen televisie kijken of een boek lezen ook aan als een strategie om een andere taal te leren Uit de kwantitatieve analyses is het niet mogelijk een eenduidige conclusie te trekken wat betreft de samenhang tussen mediagebruik en geletterdheid enerzijds en onderwijsprestaties anderzijds. Er zijn geen of amper significante verschillen in prestaties begrijpend lezen en wereldoriëntatie tussen leerlingen die vaker media in het Nederlands gebruiken en leerlingen die dat minder vaak doen. Figuur 3.22: Prestaties voor begrijpend lezen (BL) in samenhang met tv kijken in het Nederlands (voor de groep meertalige leerlingen, n = 1092). Bruto & Netto: geen significante verschillen Figuur 3.23: Prestaties voor wereldoriëntatie (WO) in samenhang met tv kijken in het Nederlands (voor de groep meertalige leerlingen, n = 1092). Uit de literatuurstudie bleek sociaaleconomische status een significante predictor voor geletterdheidspraktijken in het gezin (Reese et al., 2000). Het onderwijsniveau van de ouders speelt een rol bij de activiteiten die zij aanbieden omtrent geletterdheid en inkomen (wat gerelateerd is aan het onderwijsniveau) bepaalt wat ouders zich kunnen veroorloven aan materiaal en dergelijke (Branum-Martin et al., 2013). Op basis van de kwantitatieve analyses vinden we slechts één significante correlatie tussen SES en Nederlandstalig mediagebruik, namelijk met Nederlandstalig internetgebruik. Deze correlatie is zeer zwak. Leerlingen met een hoge SES gebruiken minder vaak internet in het Nederlands. Een hoge SES betekent dus niet dat er meer in het Nederlands boeken worden gelezen of televisie wordt gekeken en een lage SES betekent dus niet dat er minder in het Nederlands boeken worden gelezen of tv wordt gekeken. Voor mediagebruik in andere talen dan het Nederlands vinden we negatieve correlaties met SES voor lezen van boeken en het gebruiken van internet en een positieve correlatie voor televisie kijken, maar ook hier zijn de correlaties zelf zeer zwak (kleiner dan 0.1). Leerlingen met een hoge SES lezen vaker een boek in een andere taal en gebruiken vaker internet in een andere taal maar kijken minder vaak televisie in een andere taal. Voor Wereldoriëntatie

33 4 assumpties Eentalige ideologie heeft impact:
Op taalbeleid op school; Op beliefs van leerkrachten; Op beeldvorming van leerkrachten over leerlingen; Op handelen

34 Resultaten: Survey oprit 14-project (Pulinx et al. 2013) Stelling
% (Vol. ) akkoord Anderstalige leerlingen zouden op school onderling geen vreemde taal mogen spreken. 77.3% De belangrijkste reden van de schoolachterstand van anderstalige leerlingen is hun gebrekkige kennis van het Nederlands. 78.2% De schoolbibliotheek (klasbibliotheek, mediatheek) dient ook boeken te bevatten in de moedertaal van de leerlingen. 12.8% Anderstalige leerlingen moeten op school ook de mogelijkheid krijgen hun moedertaal te leren. 6.8% Door op school ook de eigen moedertaal te spreken, leren anderstalige leerlingen onvoldoende Nederlands. 72.1% Anderstalige leerlingen moeten ook reguliere vakken aangeboden krijgen in hun moedertaal. 3.2% Het is belangrijker dat anderstalige leerlingen goed Nederlands leren dan de kennis van de eigen moedertaal te behouden. 44.7% Het is in het belang van de anderstalige leerlingen als er straffen worden toegekend voor het spreken van de moedertaal op school. 29.1%

35 OPRIT 14 project (Pulinx et al., 2013)
Opletten voor tegenovergestelde effect dan gewenste

36 4 assumpties Kennis van de dominante taal is de conditie tot schoolsucces. Vroege T2 verwerving is belangrijk voor schoolsucces van kinderen. Maar het effect is kleiner dan verondersteld en er is zo goed als geen effect onder de leeftijd van 4 jaar. Kwaliteit van interactie is belangrijker dan frequentie en vroege deelname KO; Bovendien blijkt uit onderzoek ook een sterke samenhang tussen T1 en T2;

37 Afhankelijkheid Tx en Ty

38 4 assumpties Kinderen (en hun ouders) die thuis een andere taal spreken dan de dominante taal moeten worden ondergedompeld in die taal en liefst zo jong mogelijk. Dus, kinderen toelaten om hun thuistaal te gebruiken op school heeft een negatieve impact op het T2 leren en derhalve op hun schoolsucces. Er is geen empirische evidentie voor een exclusief T2 taalbadmodel; T2 taalbadbeleid (h)erkent niet of nauwelijks de meertalige repertoires van kinderen. Men bant ze vaak; Er is geen empirische evidentie dat het toelaten van de thuistaal van kinderen op school een negatief effect zou hebben op hun T2 ontwikkeling en op schoolsucces.

39 Effect gebruik T1 op taalvaardigheid T2
DV: begrijpend lezen Controle voor: gender en basisniveau begrijpend lezen A-conditie: M = (n = 42) Controle: M = (n = 43) Het benutten van de MT repertoires van kinderen heeft geen negatief effect op hun begrijpend lezen Nederlands.

40 Socio-affectieve effecten zelfvertrouwen

41 Meertaligheid in onderwijs Tijd voor een nieuwe aanpak?
Argumenten Praktisch: is de organisatie van twee-/meertalig onderwijs nog mogelijk in diverse omgevingen? Theoretisch: Exclusief taalbadmodel heeft niet de gewenste effecten nieuwe inzichten dat codewisseling geen probleem of tekort is, maar een communicatiestrategie. Vanuit het gezichtspunt van de gebruiker zijn talen geen netjes afgebakende gehelen. Contraproductieve en zeer geïdeologiseerde binaire discussie over taalbad- versus meertalig onderwijsmodel Binaire overstijgen naar een nieuw model van leren dat de meertalige praktijken van leerlingen integreert met het leren van de schoolse taalvaardigheid Nederlands

42 Functioneel meertalig leren
Meertalige repertoires als bron voor leren: Meertalige repertoires van cursisten benutten, in de klas, om de kansen tot ontsluiten van kennis en om kennis te construeren te vergroten Repertoires van cursisten benutten als didactisch kapitaal Setting: Talig gemengde klassen T2 is dominant, maar mogelijkheden om T1 te gebruiken in functie van leren worden benut De leerkracht hoeft de aanwezige T1’s niet te spreken Een ‘meertalig sociaal interactiemodel voor leren’ als alternatief voor ‘taalleermodel’

43 Ouderbetrokkenheid

44 Van ouderbetrokkenheid naar ouder-school samenwerking

45 De minister heeft gelijk ouderbetrokkenheid is belangrijk!

46 De minister heeft geen gelijk!, …
(SINBA, VALIDIV, …

47 Ouderbetrokkenheid is te belangrijk:
Weg van anekdotiek Weg van polarisering Weg van enge invulling van taal Weg van culpabilisering van ouder of school Weg van achterstandsdenken. Diversiteit benutten; convergente differentiatie Ons gezond verstand gebruiken en voortbouwen op onderzoek

48 Wat denken jullie? 11 meta-analyses 716 studies Ouderbetrokkenheid?

49 d=.51 “There is much variance in the influence of parental involvement. There are negative effects when parents’ involvement comprises a surveillance approach, and much higher effects relating to parental aspirations and expectations and when parents take a more active approach in learning.”

50 Verschil tussen betrokkenheid ouder thuis & betrokkenheid op school

51

52 betrokkenheid ouder thuis > betrokkenheid op school en communicatie tussen ouders en leraren

53 “De effecten van de betrokkenheid bij school en het contact met de leraar zijn veel minder sterk, in veel studies niet-significant of vallen zelfs negatief uit.”

54 KLOOF? Angst Schroom Negatieve ervaringen
Wederzijds misbegrepen worden Blijf niet hangen in de schuldvraag!

55 De relatie ouder-school is niet neutraal maar wordt mee gestructureerd door het sociaal-kapitaal dat ouders bezitten. Lareau & Mc Namara Horvat, 1999 Piet Onderwijs en school heeft zo zijn eigen taal, codes en spelregels die vanuit specifieke waarden- en normenstelsels geconstrueerd worden. Ouders hebben ook hun waarden, normen en overtuigingen over hoe mensen zich ontwikkelen en hoe ze hun kinderen willen opvoeden. Sommige vormen van kapitaal worden als legitiem beschouwd binnen de schoolcontext, andere niet (cf. Lareau, 1999). M.a.w. we kunnen stellen dat hoe kleiner de afstand is van de normen, waarden en opvoedingsstijlen de school als legitiem beschouwt en welke de ouders bezitten, hoe succesvoller de relatie tussen school en ouders en de schoolloopbaan van kinderen zal verlopen.

56 Verwachtingen van leerkrachten ten aanzien van ouders gaan vaak verder dan het domein van de school, tot bijvoorbeeld de wijze waarop ouders hun kinderen opvoeden. Deze verwachtingen - en of ze al dan niet vervuld worden - stroken overigens niet steeds met de percepties die ouders hebben over hun betrokkenheid ten aanzien van hun kinderen en de school. Ghysens & van Braak, 2008 Piet Wat scholen van ouders verwachten niet altijd duidelijk (Godderis, 2007). Zo moeten ouders betrokken zijn in termen van het opvolgen van hun kind op school, het aanwezig zijn op een oudercontact, maar tegelijkertijd is er geen eensgezindheid over de mate waarin ouders op school echt actief moeten meewerken (DeVance et al., 2009; Fantuzzo et al., 2000; Ghysens & van Braak, 2008).

57 Mismatch in verwachtingen
Men hanteert verschillende taal Leren versus zorg Betrokkenheid heeft meerdere lagen Mismatch overstijgen De waarom vraag meer stellen Omslag van ouderbetrokkenheid naar samenwerking school-ouders (partnerschapsmodel)

58 Ouderbetrokkenheid Participatie Pedagogische betrokkenheid
Bijwonen van activiteiten Formeel Informeel Betrokkenheid Stimulerende omgeving COMMUNICATIE Verhoeven J., Devos G., Stassen K., Warmoes V. (2003). Ouders over scholen.

59 Verandering

60 Verandering Diversiteit als norm, als uitgangspunt nemen:
Ons denken (armoede (h)erkennen) Onze houding (multiperspectiviteit) Beleidsontwikkeling Handelen Diversiteit niet in de periferie maar in de kern van onderwijs Armoede laat ons nooit onverschillig

61 Verandering 4 krijtlijnen: Inclusief onderwijs als uitgangspunt
Inzetten op relaties met leerlingen en ouders Diversiteit benutten in een krachtige leeromgeving Samenwerking op school en buiten de schoolmuren

62 Verandering Macroniveau: Fundamentele verandering in onderwijs: bvb.
Doorbreken van jaarklassen Structurele samenwerking (sociale netwerken) Resoluut kiezen voor brede school Scholen moeten diversiteitsbeleid ontwikkelen Onderzoekers en scholen moeten samen actie-onderzoek doen

63 Verandering Mesoniveau: diversiteit op alle niveaus
Schoolbeleid: coherente visie (instroom, doorstroom, uitstroom): school als een interactieve onderhandelende omgeving Beleid, denken, handelen screenen Transitie monitoren en communicatie Gedragenheid creëren Samen plannen maken Zorgen dat andere actoren (jeugd, …) op school aanwezig zijn Zet school open voor andere initiatieven (vb tijdens middagpauze) en neem er als school aan deel (vermijd beeld van gescheiden acties) Armoede staat steeds op de agenda van de school Personeel kan omgaan met diversiteit (o.a. beeldvorming) Screenen en monitoren Elkaar wijzen op stereotypen Leerlingen leren omgaan met diversiteit Pedagogische en didactische voorwaarden voor effectieve diversiteitsaanpak

64 Verandering Mesoniveau: Doorbreken van negatieve onderwijscultuur
Durven kiezen voor grotere klassen Professionalisering (en coaching) van teams Leerlingen als actieve actor betrekken in leren en evalueren Brede assessment Ruimte geven om meer krachtige leeromgevingen te creëren Van ouderbetrokkenheid naar ouder-school-leerling communicatie Structurele samenwerking met andere sectoren: cultuur, musea, buurt, …

65 Verandering Microniveau:
Leerkrachten samen in de klas: helpt om competenties van leerlingen beter in te schatten en om elkaar te helpen om stereotype beelden en onbewust handelen te doorbreken Krachtige leeromgevingen die diversiteit als vertrekpunt van leren neemt en benut in leerproces Breder evalueren Diversiteitscompetenties en burgerschap is geen vak, maar zit in alle lessen

66 Tot slot Maar het hoeft ook allemaal niet zo moeilijk te zijn
Structuurveranderingen, ja Maar vooral verandering in onze mentale structuren Stoppen met te (voor)oordelen vanuit onze eigen referentiekaders: multiperspectiviteit Stoppen met de schuld bij de ander te leggen Geloven in leraren, leerlingen en hun ouders; hen veiligheid geven; hen ‘empoweren’ (zie ook VGC armoedebestrijdingsplan ) Kiezen voor een reflexieve pedagogiek Omgaan met diversiteit = goed onderwijs voor ALLE leerlingen

67 Linken

68 DANK U Studiedag St.-Vincentius Extra kansen op school 10 oktober 2017
Provinciehuis Hasselt DANK U


Download ppt "Studiedag St.-Vincentius"

Verwante presentaties


Ads door Google