Monniken en ridders 5.5 Moors Spanje

Presentatie over: "Monniken en ridders 5.5 Moors Spanje"— Transcript van de presentatie:

1 Monniken en ridders 5.5 Moors Spanje
Hoofdstuk 5 Monniken en ridders 5.5 Moors Spanje

2 In deze presentatie leer je over
Moors Spanje Reqonquista Kenmerkend aspect het ontstaan en de verspreiding van de islam

3 Begrippen Emir: Arabische vorst
Gezant: boodschapper, vertegenwoordiger Moor: moslim uit het westelijk deel van de Arabische wereld Reconquista: verovering van het Iberisch schiereiland op de islam door christelijke vorsten Sultan: Arabische vorst

4 Samenvatting 711 en 718: de Moren veroverden het grootste deel van Spanje en Portugal. In 718 hadden de moslims bijna het hele Iberisch schiereiland in handen. Gibraltar: plek waar Tariq (generaal leider) geland was. Al Andalous: land van de Vandalen De moslims werden door de christenen Moren genoemd Vanuit Spanje drongen de Moren Frankrijk binnen  daar werden ze in 732 bij Poiters verslagen door Karel Martel (opa van Karel de Grote).  Ze trokken zich weer terug achter de Pyreneeën

5 Samenvatting Samenleving: welvarende landbouwstedelijke en multiculturele samenleving met een hoogontwikkelde Arabische cultuur. Er ontstond irrigatielandbouw met kanalen en windmolens Arabieren introduceerden rijst, suiker en aubergines. Bouwkunst: paleiscomplex Alhambra. Cultuur:  Via Spanje kwam veel kennis uit de antieke en Arabische wereld naar Europa. Reqonquista  herovering Tussen 1000 en 1492: werd het Iberisch schiereiland veroverd (eigenlijk heroverd) door christelijke vorsten.

6 Alhambra in Granada

7

8

9 Samenvatting Al Andalous hoorde bij het Arabische rijk  in 756 maakte emir (koning) Abd al-Rahman er een onafhankelijk koninkrijk van met Cordoba als hoofdstad.  Emiraat (koninkrijk) werd verveeld in provincies en werden bestuurd door gouverneurs. Al Andalous: multiculturele samenleving (Er kwamen Berbers en moslims uit andere Arabische landen wonen.  Ook een deel van de oorspronkelijke bevolking werd moslim christenen bleven in de meerderheid. Christenen en joden moesten belasting betalen, maar mochten over het algemeen wel hun geloof uitoefenen. 1148: niet altijd tolerantie tegenover christenen en joden. In Cordoba en andere steden kwamen moslims aan de macht die dreigden alle joden en christenen te doden  zij sloegen op de vlucht.