om er als Jezus God en je naaste mee te dienen

Presentatie over: "om er als Jezus God en je naaste mee te dienen"— Transcript van de presentatie:

1 om er als Jezus God en je naaste mee te dienen
Je gave is wat God je Schepper je geeft om er als Jezus God en je naaste mee te dienen in en vanuit de gemeente van de Geest.

2

3 Leiding van de gemeente
God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Leven in de gemeente Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken. 1 Korintiërs 12 vers 28

4 Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd…
In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente. God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren.    1 Korintiërs 12 vers 7 en 28    Aan ieder van ons is genade geschonken naar de maat waarmee Christus geeft. En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd… Efeziërs 4 vers 7 en 11-12

5 Leiding van de gemeente
God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Leven in de gemeente Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken. 1 Korintiërs 12:28

6 Is iedereen soms een apostel. Of een profeet. Is iedereen een leraar
Is iedereen soms een apostel? Of een profeet? Is iedereen een leraar? Kan iedereen wonderen verrichten? Of kan iedereen genezen? Kan iedereen in klanktaal spreken en kan iedereen die uitleggen? Richt u op de hoogste gaven. Maar eerst wijs ik u een weg die nog voortreffelijker is Korintiërs 12 vers 29-31

7 Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik Jezus niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik Jezus niet, ik zou niets zijn. Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik Jezus niet, het zou mij niet baten.

8 Jezus is geduldig en vol goedheid. Hij kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Hij is niet grof en niet zelfzuchtig, hij laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, hij verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt hij, alles gelooft hij, alles hoopt hij, in alles volhardt hij. 1 Korintiërs 13 vers 1-7 

9 1 Korintiërs 12 vers 31 1 Korintiërs 14 vers 1 Richt u op (streef naar) de hoogste gaven. Maar eerst wijs ik u een weg die nog voortreffelijker is. weg van de liefde = > Jaag de liefde na en streef (zo) naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de profetie.

10 Ik dank God dat ik meer dan u allen de gave heb in klanktaal te spreken;
maar om in de gemeente anderen te onderwijzen, gebruik ik liever een paar begrijpelijke woorden dan ontelbaar veel in klanktaal. 1 Korintiërs 14 vers 18

11