Actuele ontwikkelingen in het personeelsbeleid VVSG 26 oktober 2016

Presentatie over: "Actuele ontwikkelingen in het personeelsbeleid VVSG 26 oktober 2016"— Transcript van de presentatie:

1 Actuele ontwikkelingen in het personeelsbeleid VVSG 26 oktober 2016
Marijke De Lange Stafmedewerker gemeentepersoneel, VVSG

2 Statutair of contractant
26/10/2016

3 Lees je even mee Versoepelingen organieke decreten
Meer personeelsbeleid, minder juridisering Secretaris en leden managementteam Delegatiemogelijkheden Meer samenwerkingsmogelijkheden Van loopbaanonderbreking naar Vlaams zorgkrediet Toekomstig recht op onbetaald verlof Integratie gemeente-OCMW – waar staan we vandaag? Pensioenhervorming: voorontwerp van wet Plannen voor invoering gemengd pensioen en tweede pensioenpijler Ambtshalve ziektepensioen van 60 naar 62 jaar (en verder) Sociale maribel – wijziging referentiejaar en middelen voor 2016 Uitzendarbeid – plannen tot uitbreiding Varia 26/10/2016

4 1. Versoepelingen organieke decreten
Decreet van 3 juni 2016, in werking op 8 juli 2016, behalve bepaling personeelsformatie (besluit Vlaamse regering nodig) Nieuwe rechtspositiebesluiten (verwacht tegen eind 2017) omvatten minstens bezoldigingsregeling en salarisschalen toekenning van toelagen en vergoedingen dienstbeëindiging, verlies hoedanigheid van statutair personeelslid, definitieve ambtsneerlegging verloven en afwezigheden Antwerpen en Gent kunnen gemotiveerd afwijken van 1, 2 en 4, m.u.v. ondergrenzen 26/10/2016

5 1a. Meer personeelsbeleid, minder juridisering
Personeelsformatie wordt in de toekomst geschrapt Bepaling is nog niet in werking getreden! BVR nodig Besturen maken zelf instrument waarmee ze personeelsbehoefte en personeelsplanning in kaart brengen Geen principiële statutaire tewerkstelling meer in organieke decreten Keuze rechtspositie wordt lokale beleidskeuze Evaluatie wordt facultatief en door bestuur zelf geregeld, MAAR: Klemtoon op opvolging en feedback over functioneren Ontslag wegens beroepsongeschiktheid statutair/contractueel personeelslid omwille van ontoereikend functioneren voortaan enkel na voorafgaande evaluatie Ontslag contractant: ook toepassing Arbeidsovereenkomstenwet Veel vragen van besturen hierover (zie verder) Tot nader order is de personeelsformatie nog steeds verplicht. Dit zal in de toekomst veranderen. De personeelsformatie zal verdwijnen als verplicht opgelegd instrument (zie art. 12 van het Decreet van 3 juni 2016, BS 28 juni 2016). Lokale besturen moeten hun personeelsplanning immers al in kaart brengen in het kader van de Beheers- en Beleidscyclus, via de bijlage TM1 in het meerjarenplan. De datum van inwerkingtreding van art. 12 moet nog bepaald worden door de Vlaamse regering (zie art. 72 van het genoemde Decreet). We weten dus niet wanneer de verplichting van de personeelsformatie zal verdwijnen. 26/10/2016

6 Lokale beleidsruimte bij evaluatie (1)
UITGANGSPUNTEN Voor verplichte evaluatie naar aanleiding van indiensttreding en verplichte periodieke evaluatie is in decreten geen rechtsgrond meer Voor ontslag wegens beroepsongeschiktheid ingevolge ontoereikend functioneren is voorafgaande evaluatie nodig Rechtspositiebesluiten werden niet afgeschaft GEVOLGEN Bestuur dat (voorlopig) niets onderneemt: huidige bepalingen in lokale rechtspositieregeling blijven volop gelden Bestuur dat wil afstappen van evaluatie naar aanleiding van indiensttredingen en/of periodieke evaluatie kan die bepalingen in haar lokale rechtspositieregeling schrappen Als bestuur zaken wil regelen die expliciet in Rechtspositiebesluiten geregeld staan, moet bestuur betreffende bepalingen volgen Wat staat in Rechtspositiebesluiten expliciet geregeld: (1) evaluatie naar aanleiding van indiensttreding, (2) periodieke evaluatie. Als bestuur dus een of meerdere van die zaken wil regelen: bepalingen RP-besluiten volgen Bestuur kan er ook voor kiezen om een of meerdere daarvan niet toe te passen [Bevoegdheidsverdelende bepalingen over evaluatie secretaris en financieel beheerder: principebeslissing hangt samen met beslissing over evaluatie voor rest personeel] Als bestuur zaken wil regelen die niet expliciet in Rechtspositiebesluiten geregeld staan, kan bestuur eigen regeling treffen 26/10/2016

7 Lokale beleidsruimte bij evaluatie (2)
Mogelijke werkwijze (suggestie gebaseerd op veel gestelde vragen besturen) Evaluatie naar aanleiding van indiensttreding in lokale rechtspositieregeling behouden Schrappen in lokale rechtspositieregeling: periodieke evaluatie Aandachtspunt: voorwaarden voor doorstroming functionele loopbaan en toegang tot bevorderingsprocedures aanpassen Toevoegen in lokale RPR: evaluatie n.a.v. bepaalde feiten of attitudes Lokale invulling evaluatie(procedure) – VVSG-suggestie: (1) personeelslid op de hoogte brengen van feiten of gedragingen op basis waarvan een mogelijke negatieve evaluatie zal worden uitgesproken met (2) mogelijkheid personeelslid om zich hiertegen te verweren VVSG laat parlementaire vraag hierover stellen; blijft juridische discussie… 26/10/2016

8 Voorafgaande evaluatie nodig bij ontslag om dringende reden?
Ontslag om dringende reden: definitie en voorschriften (Arbeidsovereenkomstenwet) Ontslag te geven binnen drie werkdagen nadat feiten die aanleiding geven tot het ontslag om dringende reden aan aanstellende overheid bekend geworden zijn Voorschriften bij ontslag om dringende reden staan haaks op verplichting voorafgaandelijke evaluatie “Ontslag om dringende reden is geen ontslag wegens beroepsongeschiktheid ingevolge ontoereikend functioneren” Juridische discussie; te trancheren door de arbeidsrechtbanken 26/10/2016

9 1b. Secretaris en leden managementteam
Helaas niet meer personeelsbevoegdheid bij de secretaris, enkel organogram na subdelegatie door uitvoerend orgaan (zie verder) Delegatie dagelijks personeelsbeheer mogelijk naar een personeelslid Deeltijdse secretaris en financieel beheerder: in decreet geen koppeling meer tussen inwonersaantal en prestatieomvang Salarisnorm secretaris: gemotiveerd afwijken voortaan mogelijk Salaris gemeentesecretaris & gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen Salaris OCMW-secretaris & publiekrechtelijke OCMW-verenigingen Aanstellingsbevoegdheid leden managementteam (behalve secretaris, financieel beheerder en ombudsman) voortaan bij college Geen gelijkaardige bevoegdheidsverdeling in OCMW Raad van State over de afwijkmogelijkheid Gent en Antwerpen: het kan misschien wel zijn dat Gent en Antwerpen als grote besturen andere behoeften hebben, maar het BVR zal in elk geval een kaderbesluit zijn dat in voldoende ruimte kan voorzien om ook Gent en Antwerpen een eigen personeelsbeleid te laten voeren. Een volledige afwijkmogelijkheid van het BVR is niet wenselijk want dan loopt het personeel van Gent en Antwerpen ook de erin vervatte garanties voor het personeel mis. De Vlaamse regering kan wel zeggen dat artikel zus of hoofdstuk zo niet van toepassing zijn op de beide (inhoudelijke criteria nodig) . “Art De Vlaamse Regering stelt minimale voorwaarden vast voor minstens de volgende aspecten van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel: 1° de bezoldigingsregeling en de salarisschalen; 2° de toekenning van toelagen en vergoedingen; 3° de dienstbeëindiging, het verlies van de hoedanigheid van statutair personeelslid en de definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid; 4° het verlof en de afwezigheden. Gemeenten met een inwoneraantal dat gelijk is aan of hoger is dan , kunnen, op basis van schaalgrootte, gemotiveerd afwijken van de minimale voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1°,2° en 4°, met uitzondering van de ondergrenzen die de Vlaamse Regering daarin vaststelt. De Vlaamse Regering neemt de nodige maatregelen voor de externe mobiliteit van het gemeentepersoneel.”. Anderzijds houden sommige door de Vlaamse Regering vast te stellen minimale voorwaarden fundamentele waarborgen voor het gemeentepersoneel in, waarvan zelfs de schaalgrootte van een gemeente niet kan verantwoorden dat ervan wordt afgeweken. Daarom wordt de afwijkingsmogelijkheid van de grote steden beperkt tot de categorieën “bezoldigingsregeling en salarisschalen”, “toelagen en vergoedingen” en “verloven en afwezigheden”. Ook eventuele ondergrenzen die de Vlaamse Regering in die categorieën vastlegt, zoals bijvoorbeeld het minimumsalaris (ondergrens salarisschaal), moeten de grote steden naleven. Bovendien moet een gebeurlijke afwijking, zoals bijvoorbeeld een hogere bovengrens, bijzonder gemotiveerd zijn, met name aan de hand van de schaalgrootte. Over de salarisnorm van de secretaris Salarisnorm van de secretaris Salaris gemeentesecretaris gold als maximum voor gemeentepersoneel en voor personeel satellietorganisaties errond (AGB’s, gemeentelijke vzw’s) Voortaan wordt het mogelijk om gemotiveerd af te wijken Salaris OCMW-secretaris gold als maximum Voor OCMW-personeel Voor personeel OCMW-verenigingen naar publiek recht. Concreet moet het salaris van de secretaris van het OCMW van de gemeente met het grootste inwoneraantal het hoogste zijn gemotiveerd afwijken wordt in de toekomst mogelijk VVSG: akkoord want laat ruimte voor salarisbeleid op basis van functiegewicht Maar zoveel andere organisaties blijven ongemoeid: OCMW-verenigingen naar privaat recht, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, naamloze 26/10/2016

10 1c. Delegatiemogelijkheden (relatie meerderheid, oppositie en administratie)
GEMEENTE: delegatie en subdelegatie voortaan mogelijk naar Alles wat niet voorbehouden is, is in principe delegeerbaar Rechtsposi-tieregeling Vervangingsregeling secretaris en financieel beheerder (onderdeel RPR) Effectieve aansteling waarne-mend titularis Terbeschik-kingstelling (onderdeel RPR) Perso-neels-formatie Dading Dagelijks personeels-beheer (omschrij-ving begrip) Organo-gram Gewone aanstellings-bevoegdheid (incl. indi-viduele ter-beschikking-stellingen) College JA Gemeente-secretaris NEEN JA, voor eigen vervanging (ander) personeelslid Financieel beheerder, voor eigen vervanging OCMW : Vast Bureau OCMW-secretaris JA, voor eigen vervanging Financieel beheerder, voor eigen vervanging Aandachtspunt:rapportering over gedelegeerde bevoegdheden aan de raad OCMW-raad kan dading, organogram en omschrijving begrip dagelijks personeelsbeheer delegeren naar vast bureau (niet bijv. naar een bijzonder comité) – zie artikel 52, derde lid OCMW-decreet (zoals ingevoegd bij Decreet van 3 juni 2016); (organogram is verder delegeerbaar naar OCMW-secretaris mits toelating OCMW-raad, zie artikel 52, zesde lid OCMW-decreet. Dat lid werd door het genoemde Decreet volledig herschreven en waarbij het verbod op subdelegatie van de aanstellingsbevoegdheid door de secretaris naar andere personeelsleden, geschrapt werd); delegatie van OCMW-personeelsformatie is delegeerbaar naar vast bureau, bijzonder comité of rechtstreeks naar OCMW-secretaris – zie artikel 52, tweede lid, 6° waaruit het begrip ‘personeelsformatie’ geschrapt werd; delegatie aanstellingsbevoegdheid is delegeerbaar van OCMW-raad naar vast bureau of rechtstreeks naar OCMW-secretaris  die zelf kan delegeren naar ander personeelslid – zie artikel 52, zesde lid OCMW-decreet. Dat lid werd door het genoemde Decreet volledig herschreven en waarbij het verbod op subdelegatie van de aanstellingsbevoegdheid door de secretaris naar andere personeelsleden, geschrapt werd). OCMW-raad kan dading, omschrijving begrip dagelijks personeelsbeheer en organgram delegeren naar vast bureau (niet bijv. naar een bijzonder comité) (organogram is verder delegeerbaar naar OCMW-secretaris mits toelating OCMW-raad) delegatie van OCMW-personeelsformatie is delegeerbaar naar vast bureau, bijzonder comité of rechtstreeks naar OCMW-secretaris; delegatie aanstellingsbevoegdheid is delegeerbaar van OCMW-raad naar vast bureau of rechtstreeks naar OCMW-secretaris die zelf kan delegeren naar ander personeelslid (zie ook nota’s hieronder). 26/10/2016

11 1d. Meer samenwerkingsmogelijkheden
Verruiming mogelijkheden terbeschikkingstelling statutaire medewerkers naar: (1) andere overheden (2) gemeentelijke (of OCMW-)verzelfstandiging of samenwerking (3) vzw waaraan gemeente resp. OCMW niet deelneemt maar met gemeentelijk belang resp. sociale doeleinden OCMW (4) vereniging waaraan gemeente deelneemt maar niet ter realisatie van gemeentelijk belang Onderscheid regelgevend kader terbeschikkingstelling en terbeschikkingstelling individueel personeelslid Geen BTW verschuldigd op terbeschikkingstelling vanuit gemeente, OCMW, politiezone of hulpverleningszone naar entiteit door hen opgericht of onder hun controle (AGB, OCMW-vereniging, IGS) Bij omgekeerde beweging wel, tenzij het om minder dan euro/jaar gaat Gezamenlijk werven en selecteren: mogelijk met alle overheden Wat moet in lokale rechtspositieregeling gewijzigd worden? Vervangingsregeling secretaris en financieel beheerder [verplichte waarnemer bij afwezigheid > 120 dagen of bij vacature; waarnemer heeft alle bevoegdheden verbonden aan ambt; raad kan aanstelling effectieve waarnemer delegeren naar college/vast bureau of functiehouder; opvolger binnen 6 maand aan te stellen (verlengbaar)] Vrije keuze statutair/contractant Evaluatie (zie hoger) Algemene regel terbeschikkingstelling statutairen: Voor statutairen is detachering in het algemeen niet expliciet verboden. Gelet op de gemeentelijke autonomie, mogen lokale besturen statutair personeel ter beschikking stellen aan een derde. Volgens ABB is decretale bepaling nodig => decretale verruiming mogelijkheden terbeschikkingstelling statutaire medewerkers naar (1) Andere overheid (nieuw art. 104bis 1° GD, resp. art. 103/1 1° OD) (2) Gemeentelijk verzelfstandigd agentschap of OCMW-vereniging in privaatrechtelijke vorm => art. 230 GD, resp. art. 240, 246 en 247/3 OD (dit zijn de drie privaatrechtelijke OCMW-verenigingen): de mogelijkheid tot TBS was er al en blijft behouden (3) Vereniging zonder winstoogmerk waaraan gemeente resp. OCMW niet deelneemt maar met activiteiten die gemeentelijk belang resp. sociale doeleinden OCMW realiseren (nieuw art. 104bis 2° GD, resp. art. 103/1 2° OD). Bijv. een private vzw die culturele activiteiten in de gemeente organiseert. ) (4) Vereniging waaraan gemeente wel deelneemt, waarbij er geen gemeentelijke belangen gerealiseerd worden => wijziging art. 195 §2 GD (geen tegenhanger in het OCMW). Bijv. provinciale vzw waaraan de gemeente deelneemt en waarmee dus geen louter gemeentelijke belangen gerealiseerd worden. Cf. terbeschikkingstelling contractanten: Vanuit de gemeente: mogelijk naar OCMW, vzw of sociale huisvestingsmaatschappij, op voorwaarde dat er minstens één gemeentelijke vertegenwoordiger in de bestuursorganen zetelt en dat de terbeschikkingstelling van het contractueel gemeentepersoneelslid het gemeentelijk belang dient (art. 144bis Nieuwe Gemeentewet). Vanuit het OCMW: mogelijk naar een gebruiker (geen beperking) mits een beheersovereenkomst afgesloten wordt (art. 61 OCMW-wet) 26/10/2016

12 2. Van loopbaanonderbreking naar zorgkrediet
Besluit Vlaamse regering van 26 juli 2016, in werking op 2 september Krachtlijnen Niet-gemotiveerde loopbaanonderbreking, inclusief eindeloopbaanregeling met uitkering, werd afgeschaft Voortaan motief nodig: Vlaams zorgkrediet (en opleidingskrediet) Besluit 26 juli 2016 is geënt op Herstelwet 22 januari 1985 en vervangt KB 2 januari 1991 gedeeltelijk [KB blijft wettelijke basis voor uitkeringen van federale thematische palliatief verlof] Voortaan recht voor personeel intercommunale, autonoom gemeentebedrijf, OCMW(-vereniging) Federale thematische verloven ouderschapsverlof, medische zorgen en palliatief verlof blijven bestaan Meerekenbaarheid voor pensioenen blijft federale bevoegdheid 26/10/2016

13 Vlaams zorgkrediet Motieven
Zorg voor kinderen tot en met 12 jaar, bijstand of verzorging zwaar ziek gezins- of familielid, palliatieve verzorging en zorg voor kind met handicap Erkende opleiding met minimaal 120 contacturen of 9 studiepunten per jaar Duurtijd, onderbrekingspercentage en (bruto) bedrag uitkering 18 maanden bij volledige onderbreking arbeidsprestaties: 527 euro/maand 36 maanden bij onderbreking tot 1/2 normale voltijdse arbeidsregeling: 275 euro resp. 330 euro/maand voor alleenstaande ouder 90 maanden bij onderbreking voltijdse arbeidsprestaties met 1/5: 131 euro resp. 200 euro per maand voor alleenstaande ouder Onderbrekingsuitkering vervangt RVA-premie en Vlaamse aanmoedigingspremie Departement Werk en Sociale Economie is bevoegd Inwerkingtreding Teller wordt voor iedereen terug op 0 gezet Behoud lopende periodes loopbaanvermindering/loopbaanonderbreking Lopende eindeloopbaanregelingen blijven gelden tot aan datum (vervroegd) pensioen (zelfs als in oorspronkelijke goedkeuring ‘tot 60 jaar’ stond) (cf. mail RVA in nota’s) Van: Verzonden: dinsdag 14 juni :36 Aan: X Onderwerp: Fw: Vragen nav wijzigingen van de gewone loopbaanonderbreking Beste, De Vlaamse regering heeft op 28 september 2015 beslist om een eigen stelsel van loopbaanonderbreking Vlaamse openbare sector in te voeren met een ingangsdatum op Het betreft hier enkel het stelsel van de “gewone” loopbaanonderbreking.De thematische verloven zijn uitgesloten en worden verder door de RVA toegekend. Alle eerste aanvragen en verlengingen met een ingangsdatum vallend vóór  worden uitgewerkt (voor de volledige aangevraagde periode vermeld op het aanvraagformulier) volgens de huidig geldende reglementering(en). Alle eerste aanvragen en aanvragen om verlenging met een ingangsdatum vallend vanaf worden teruggestuurd naar het personeelslid. De federale reglementering blijft echter van toepassing voor personeelsleden die zich reeds in een goedgekeurde periode van loopbaanonderbreking eindeloopbaanstelsel bevinden. Deze periode werd goedgekeurd tot een bepaalde einddatum: ofwel de einddatum vermeld op het aanvraagformulier, ofwel tot de laatste dag van de maand waarin het personeelslid 65 wordt (indien “ tot de pensioenleeftijd “ werd vermeld op het aanvraagformulier). Personeelsleden die in een dergelijke periode van het eindeloopbaanstelsel zitten, kunnen de einddatum van hun eindeloopbaan wijzigen aan de hand van een schrijven ondertekend door het personeelslid en de werkgever en gericht aan het bevoegde RVA-kantoor. Wanneer een personeelslid een reeds goedgekeurde periode van loopbaanvermindering wenst om te zetten naar een volledige schorsing dient hij of zij de toegekende loopbaanonderbreking vroegtijdig te beëindigen in onderling akkoord met de werkgever. Daarna kan betrokkene een nieuwe aanvraag voor een volledige loopbaanonderbreking aan de werkgever en de RVA richten d.m.v. een nieuwe uitkeringsaanvraag C61. Indien de startdatum van deze volledige schorsing ligt na zal de RVA deze aanvraag niet behandelen. Een "schorsing" van een periode loopbaanonderbreking impliceert een vroegtijdige stopzetting en ook hier zal de RVA de "nieuwe" uitkeringsaanvraag C61 nadien niet kunnen behandelen indien de startdatum ligt na De uitkeringsaanvraag C61 dient te worden verzonden naar het bevoegde RVA-kantoor binnen een termijn van 2 maanden die ingaat de dag na de dag aangeduid in de aanvraag, en berekend van datum tot datum. Loopbaanonderbrekingen die aanvatten op dienen dus ten laatste op te worden verzonden naar de RVA. Met vriendelijke groet, Dimitri Stippelmans Informatieassistent RVA - Directie Reglementering Tijdskrediet Keizerslaan BRUSSEL 02/ Forwarded by Dimitri Stippelmans/RVA on 14/06/ :19 ----- 26/10/2016

14 Zorgkrediet en lokale rechtspositieregeling?
Zorgkrediet is recht, behalve voor secretaris en financieel beheerder Geen voorafgaande aanpassing lokale rechtspositieregeling vereist: zorgkrediet is onmiddellijk uitvoerbaar Wel nuttig om lokale RPR aan te passen om goede werking diensten te garanderen (bijv. beperkingen opleggen) en om samenloop met andere afwezigheden te regelen Bestaande beperkingen op vroegere loopbaanonderbreking in lokale rechtspositieregeling kunnen soms blijven doorlopen (lokaal na te kijken) VVSG heeft rechtspositievoorbeeld voor gemeenteraad geactualiseerd 26/10/2016

15 Federale thematische loopbaanonderbreking versus Vlaams zorgkrediet
Gelijkenissen: thema’s/motieven; specifiek vervangingscontract loopbaanonderbreking Bruto bedragen thematische loopbaanonderbreking (in principe) geen recht op Vlaams zorgkrediet voor secretaris en FB in principe; rest personeel kan uitgesloten worden omwille van redenen inherent aan goede werking dienst (cf. recht op thematische loopbaanonderbreking is vrij absoluut; enkel anciënniteit van 15 m bij ouderschapsverlof) Vlaams zorgkrediet = gecontingenteerd Cf. federale thematische verloven mogelijk telkens wanneer situatie zich voordoet Socialezekerheidsbescherming (zie volgende slide) Zorgkrediet is geënt op gewone loopbaanonderbreking (cf. thematisch verlof is gunstiger) Bedragen in euro 1/1 1/2 1/5 FEDERALE LOOPBAANONDERBREKING Ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatief verlof 786,78 393,38 (-50 j) 667,27 (+50 j) 133,45 (179,47 alleenstaande ouder) (-50 j) 266,91 (+50 j) VLAAMS ZORGKREDIET Ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatief verlof, zorg kind met handicap, opleiding 527 275 (330 al-leenstaande ouder) 131 (200 alleenstaande ouder) Telt ouderschapsverlof mee voor het vakantiegeld? a) Ouderschapsverlof telt mee voor de berekening van vakantiegeld, althans in het vakantiestelsel publieke sector. Het BVR van 13 september 2002, artikel 5 stelt het volgende: Art. 5. § 1. Voor de berekening van het bedrag van het vakantiegeld komen de periodes in aanmerking gedurende welke het personeelslid tijdens het referentiejaar :   1° het jaarsalaris geheel of gedeeltelijk heeft genoten;   2° niet in dienst is kunnen treden of zijn ambtsuitoefening heeft geschorst wegens verplichtingen ingevolge de dienstplichtwetten, gecoördineerd op 30 april 1962, of ingevolge de wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, gecoördineerd op 20 februari 1980, met uitsluiting in beide gevallen van de wederoproeping om tuchtredenen;   3° afwezig was wegens ouderschapsverlof;   4° afwezig was wegens verlof, toegekend met het oog op de moederschapsbescherming, zoals bepaald in artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971.   § 2. Voor de berekening van het vakantiegeld komt de periode vanaf 1 januari van het referentiejaar tot de dag die voorafgaat aan de datum van de indiensttreding als personeelslid eveneens in aanmerking, op voorwaarde dat het personeelslid :   1° minder dan 25 jaar oud is op het einde van het referentiejaar;   2° uiterlijk in dienst is getreden op de laatste werkdag van de vierde maand die volgt op een van de onderstaande data :   a) de datum waarop het personeelslid de instelling heeft verlaten waar het zijn studies heeft gedaan, onder de voorwaarden, bepaald in artikel 62 van de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders;   b) de datum waarop zijn leerovereenkomst een einde heeft genomen.   Het personeelslid moet het bewijs leveren dat het aan de gestelde voorwaarden voldoet. Dat bewijs kan door alle rechtsmiddelen worden geleverd, getuigen inbegrepen. Als er geen salaris maar een wachtgeld of uitkering betaald wordt zal het vakantiegeld berekend worden op basis van het wachtgeld of de uitkering. Dus voor contractanten is dat relevant aangezien zij geen doorbetaling van hun loon krijgen maar een uitkering van de mutualiteit. (art. 1, tweede lid van het genoemde BVR:   Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :   1° het personeelslid : het vastbenoemde personeelslid van de gemeenten en het statutaire personeelslid van de provincies;   2° volledige prestaties : de prestaties waarvan de werktijdregeling overeenstemt met een voltijdse betrekking;   3° referentiejaar : het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de vakantie wordt toegekend;   4° jaarsalaris : het salaris op jaarbasis of in voorkomend geval het wachtgeld of de uitkering, uitbetaald in de plaats van een salaris, aangevuld met de eventuele haardtoelage of standplaatstoelage.   Voor het personeelslid dat het voordeel geniet van de gewaarborgde bezoldiging bij toepassing van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende toekenning van een gewaarborgde bezoldiging aan sommige personeelsleden van de ministeries, geldt de gewaarborgde bezoldiging als jaarsalaris. b) in het vakantiestelsel private sector telt ouderschapsverlof niet mee voor de berekening van vakantiegeld. Immers, enkel de bij wet/besluit opgesomde dagen van arbeidsonderbreking die gelijkgesteld worden met gewerkte dagen tellen mee. (Uitvoeringsbesluit Jaarlijkse Vakantiewet van 30 maart 1967, art. 16 en 18). Zie Vr. nr van de heer M. Wathelet aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Beknopt Verslag Commissie Sociale Zaken, Kamer, 8 november 2006, COM 1087, 9-11. 26/10/2016

16 Thematische verloven versus zorgkrediet: socialezekerheidsbescherming
Pensioen Niet meerekenbaar voor werknemerspensioen want berekend op deeltijds salaris Onder voorwaarden meerekenbaar vor ambtenarenpensioen (cf. vroegere gewone loopbaanonderbreking in nota’s) Arbeidsongeschiktheid Voltijdse werkende contractant moet 120 dagen aantonen tijdens referentieperiode van 6 maanden; afwezigheid wegens loopbaanonderbreking of –vermindering wordt niet gelijkgesteld met gewerkte dagen Gedeeltelijke onderbreking arbeidsprestaties: soms nodig om retroactief deeltijds arbeidscontract af te sluiten => uitkering berekend op deeltijdse salaris Volledige onderbreking prestaties : geen uitkering bij arbeidsongeschiktheid Salaris blijft doorlopen bij opname ziektekrediet statutaire medewerkers Zorgkrediet telt niet mee voor opbouw ziektekrediet tenzij bestuur zorgkrediet gelijkstelt met dienstactiviteit (art. 170 §3 en §5 + art. 187 §2 Rechtspositiebesluit 7 december 2007) Telt zorgkrediet mee voor opbouw vakantiedagen? In regeling publieke sector: keuze bestuur (art. 177 besluit) In vakantieregeling private sector telt zorgkrediet niet mee (KB , art. 16, 18 en 36) Wellicht toepassing ‘decemberafrekening’ in vakantiestelsel private sector Zorgkrediet telt mee voor opbouw diverse anciënniteiten (art. 99, laatste lid Herstelwet) Federale thematische verloven zijn voordeliger Wat de meerekenbaarheid van de niet-gewerkte periodes (zoals zorgkrediet of onbetaald verlof) voor het pensioen betreft, geef ik hier de algemene linken mee:  (beknopte samenvatting) Meerekenbaarheid voor het werknemerspensioen: zie alle info op I. LOOPBAANONDERBREKING VOOR 1 SEPTEMBER 2012 A. OPGENOMEN VOOR DE LEEFTIJD VAN 50 JAAR Loopbaanonderbreking was mogelijk voor een maximum periode van 72 maanden, gespreid over de ganse loopbaan. Daarbovenop kunnen nog 24 bijkomende maanden gelijkgesteld worden wanneer men deze regulariseert door vrijwillige bijdragen te betalen. Dit is niet langer mogelijk in de regeling vanaf 2012. Een bijkomende periode van ten hoogste 24 maanden kan ook gratis worden gelijkgesteld als het personeelslid of zijn echtgeno(o)te die onder hetzelfde dak woont kinderbijslag ontvangt voor een kind, jonger dan 6 jaar. Zowel de voltijdse als deeltijdse loopbaanonderbreking worden de eerste 12 maanden gratis gelijkgesteld. Bij deeltijdse loopbaanonderbreking worden de eerder genoemde periodes van 12, 24 en 60 maanden verdeeld over verschillende jaren in verhouding tot de duur van de onderbreking vergeleken met een voltijdse onderbreking. Concreet betekent dit dat als men bv. overschakelt van een voltijdse op een halftijdse (50 %) tewerkstelling, de eerste 12 maanden gespreid worden over 24 maanden, de aanvullende 24 maanden over 48, het totaal van 60 maanden over 120 maanden, etc. Voor de periodes van loopbaanonderbreking die werden geregulariseerd via vrijwillige bijdragen wordt de pensioenopbrengst berekend op basis van het referentieloon waarop de sociale bijdrage werd berekend. De periodes van uw gewone loopbaanonderbreking worden gelijkgesteld op basis van een normaal fictief loon. Alle periodes vóór 1 september 2012 en deze die onder de overgangsmaatregelen vallen worden gelijkgesteld op basis van het normaal fictief loon. Het stelsel was mogelijk vanaf 50 jaar. B. LOOPBAANONDERBREKING OPGENOMEN VANAF DE LEEFTIJD VAN 50 JAAR II. LOOPBAANONDERBREKING VANAF 1 SEPTEMBER 2012 Vanaf januari 2012 wordt de maximumduur van de loopbaanonderbreking teruggebracht van 72 maanden naar 60 maanden. A. LOOPBAANONDERBREKING OPGENOMEN VOOR DE LEEFTIJD VAN 55 JAAR (resp. 50 jaar bij zwaar beroep met loopbaanvoorwaarde) De gelijkstelling is beperkt tot 12 maanden in de loop van de gehele loopbaan ongeacht de omvang van de vermindering van de prestaties. Er kunnen dus maximum 12 kalendermaanden gelijkgesteld worden, of het nu gaat om deeltijdse of voltijdse onderbreking. Enkel bij 1/5de onderbreking wordt deze onderbreking verdeeld over 5 kalenderjaren. Er wordt een verlenging van 12 kalendermaanden voorzien wanneer men als voltijdse werknemer zijn prestaties met 50 % vermindert én een verhoogde RVA-uitkering ontvangt op basis van verminderde prestaties naar aanleiding van de geboorte of adoptie van een 2de of volgende kind. Hoewel de RVA voor langere periodes loopbaanonderbreking een onderbrekingsvergoeding toekent (maximaal 60 maanden), worden niet alle periodes gelijkgesteld. De loopbaanonderbreking van meer dan 12 maanden (eventueel verlengd met 12 maanden), wordt niet gelijkgesteld bij de berekening van het pensioen. Dergelijke periodes leveren dan ook geen pensioen op en tellen bovendien ook niet mee om aan de loopbaanvoorwaarden te voldoen in geval van zijn vervroegd pensioen. Periodes van loopbaanonderbreking kan men niet langer regulariseren. Vanaf 1 september 2012 werd de leeftijd om loopbaanonderbreking te nemen in de eindeloopbaanregeling verhoogd tot 55 jaar; als men 50 jaar is kan men zijn prestaties verminderen met 1/5 als men een zwaar beroep uitoefent én een beroepsloopbaan van 28 jaar kan voorleggen. Basisregel: alle periodes worden gelijkgesteld als men een onderbrekingsuitkering ontving, maar de manier van gelijkstelling verschilt. B. LOOPBAANONDERBREKING OPGENOMEN VANAF DE LEEFTIJD VAN 55 JAAR (resp. 50 jaar bij zwaar beroep met loopbaanvoorwaarde) Normaal fictief loon Voor het aantal dagen dat overblijft in de gewone loopbaanonderbreking. Als men een zwaar beroep uitoefent en zijn loopbaan vermindert met 1/5.  Beperkt fictief loon in de andere gevallen. Voor de eerste 312 (voltijdse) gelijkgestelde dagen die volgen op de maand waarin men 60 wordt. THEMATISCHE VERLOVEN: De gelijkgestelde thematische verloven zijn: palliatief verlof; ouderschapsverlof; adoptieverlof. vaderschapsverlof; verlof voor bijstand of verzorging van een ziek familielid; Als de werknemer hiervoor de onderbrekingsvergoeding ontvangt van de RVA, worden deze verloven volledig gelijkgesteld op basis van een normaal fictief loon. De pensioenhervorming heeft hier niets aan veranderd. Bovendien wordt de 4de maand ouderschapsverlof, opgenomen bij een geboorte of adoptie vóór 8 maart 2012, op dezelfde wijze gelijkgesteld, zelfs wanneer voor deze periode geen onderbrekingsvergoeding wordt uitgekeerd.   Meerekenbaarheid voor het ambtenarenpensioen: zie goede brochure PDOS op (juridische basis: zie KB nr. 442 van , art. 2 en 2/2). bepaald: I. De perioden van loopbaanonderbreking van vóór 1 januari 2012 blijven aanneembaar volgens de regels die op 31 december 2011 van toepassing waren, meer • de volgende 48 maanden aanneembaar mits validatie. • de eerste 12 maanden gratis aanneembaar; OFWEL 12 maanden gratis. A. PERIODES VAN LOOPBAANONDERBREKING TOT 50 JAAR II. Loopbaanonderbreking vanaf 1 januari 2012 • De gratis aanneembaarheid kan eventueel verlengd worden met 24 bijkomende maanden indien het personeelslid of zijn inwonende echtgenoot kinderbijslag ontvangt voor een kind dat jonger is dan 6 jaar. • De volledige of gedeeltelijke periodes van loopbaanonderbreking (vermindering van 1/2, 1/3, 1/4 of 1/5*) zijn gratis aanneembaar voor de berekening van het pensioen met een maximum van 12 maanden. OFWEL 60 maanden gratis • De perioden van 1/5 loopbaanonderbreking zijn gratis aanneembaar voor de pensioenberekening met een maximum van 60 maanden. 2) De perioden van gedeeltelijke loopbaanonderbreking van 1/5 zijn GRATIS aanneembaar met een maximum van 180 maanden. 1) De volledige loopbaanonderbreking is NIET aanneembaar. B. AANNEEMBARE SUPPLEMENTAIRE PERIODES VANAF 50 JAAR 3) De andere perioden van gedeeltelijke loopbaanonderbreking die vanaf de leeftijd van 50 jaar genomen worden zijn supplementair aanneembaar volgens de volgende regels: • maximum 96 maanden bij vermindering van de prestaties met 1/3 • maximum 84 maanden bij vermindering van de prestaties met 1/2. En bovendien: • maximum 108 maanden bij vermindering van de prestaties met ¼ 24 supplementaire maanden zijn aanneembaar indien personeelslid of inwonende echtgenoot kinderbijslag ontvangen voor een kind jonger dan 6 jaar. Maximum 12 maanden zijn gratis aanneembaar. 4) Bij een combinatie van verschillende arbeidsregimes zal een wegingsfactor moeten toegepast worden. + ALTIJD BEPERKT TOT HET LOOPBAANKREDIET (20-25% regel) BEHALVE VOOR DE THEMATISCHE VERLOVEN + ALTIJD BEPERKT TOT MAXIMUM 60 MAANDEN BEHALVE VOOR DE THEMATISCHE VERLOVEN De thematische loopbaanonderbrekingen zijn altijd gratis aanneembaar. Het gaat over loopbaanonderbreking THEMATISCHE VERLOVEN • voor ouderschapsverlof. • voor verlof voor medische zorg (hulp of verzorging van een gezins- of een familielid tot de 2de graad die zwaar ziek is); • voor palliatief verlof; 26/10/2016

17 3. Onbetaald verlof Recht op onbetaald verlof op komst
Ontwerptekst Vlaamse regering is nu voor advies naar Raad van State Inwerkingtreding dag na publicatie in BS maar pas uitvoerbaar na vastleggen lokaal kader Krachtlijnen onbetaald verlof als recht (zie ontwerptekst op onze website) Tijdens de loopbaan: 12 maanden voltijds e en 60 maanden deeltijds onbetaald verlof (vermindering tot 80% of tot 50% van een voltijdse functie) Vanaf 55 jaar: bijkomend 1 jaar voltijds verlof en altijd recht op deeltijds onbetaald verlof tot aan pensioen (geen minimumperiode) Ook nog onbetaald verlof als gunst => niet verplicht daarvan toepassing te maken Vervangt volgende bestaande onbetaalde verloven in Rechtspositiebesluiten Verlof voor deeltijdse prestaties (gunst) Onbetaald verlof (recht/gunst) Toepassingsgebied Niet dwingend van toepassing op personeel intergemeentelijke samenwerkingsverbanden; Rechspositieregeling gemeente resp. OCMW geldt in princpe voor personeel AGB’s en publiekrechtelijke OCMW-verenigingen, maar mogelijk om af te wijken o.w.v. specificiteit organisatie Lokale rechtspositieregeling aanpassen is juridisch nodig Bovendien nuttig om goede werking dienst te garanderen (bijv. uitstel geven, personeelscategorieën uitsluiten…) VVSG-rechtspositievoorbeeld voor de gemeenteraad: suggesties, o.m. voor samenloop andere afwezigheden 26/10/2016

18 Onbetaald verlof en sociale rechten
PENSIOEN (onder voorwaarden) meerekenbaarheid voor ambtenarenpensioen want gelijkstelling met dienstactiviteit Werknemerspensioen wordt berekend op effectief betaalde salaris => geen gelijkstelling ARBEIDSONGESCHIKTHEID Meerekenbaarheid voor opbouw ziektekrediet want gelijkstelling met dienstactiviteit Uitkering mutualiteit? Gedeeltelijke onderbreking prestaties => retroactief deeltijds arbeidscontract afsluiten => ziekte- en invaliditeitsuitkering berekend op deeltijds salaris Volledige onderbreking prestaties : geen uitkering mutualiteit bij arbeidsongeschiktheid OPBOUW VAKANTIE Vakantieregeling publieke sector: keuze bestuur Vakantieregeling private sector: deeltijds onbetaald verlof telt niet mee (KB , art. 16, 18 en 36) De impact op het pensioen (toegang, berekening) als het onbetaald verlof gelijkgesteld wordt met dienstactiviteit, met toepassing van art. 170 §5 Rechtspositiebesluit Gemeentepersoneel van 7 december 2007, is als volgt: Door een afwezigheid als dienstactiviteit te beschouwen telt ze mee voor het (ambtenaren)pensioen (zowel voor de toegang tot het pensioen als voor de pensioenberekening, zie KB nr. 442 van , art. 3; zie ook brochure PDOS) – weliswaar beperkt tot het loopbaankrediet (de 20-25%-regel) en tenminste voor zover het gaat om het verlof voor verminderde prestaties om sociale of familiale redenen. Opgelet, lokale besturen moeten goed beseffen dat als een periode meetelt voor de opbouw van het (ambtenaren)pensioen, er hiervoor ook bijdragen moeten betaald worden (althans voor het ambtenarenpensioen, werknemerspensioen heeft eigen regeling). Zie art. 14 §1, vijfde lid Wet , BS : “Zowel de persoonlijke bijdrage als de basiswerkgeversbijdrage inzake pensioenen worden toegepast op de baremieke wedden en op de andere loonelementen waarmee rekening wordt gehouden voor de berekening van de rustpensioenen.” In artikel 8 van de algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen van staat beschreven welke wedde en welke weddebijslagen meetellen voor het (ambtenaren)pensioen. (Dezelfde analyse geldt voor het OCMW-personeel, maar de juridische basis is het Rechtspositiebesluit OCMW-personeel van 12 november 2010.) 26/10/2016

19 4. Integratie gemeente en OCMW
Conceptnota Vlaamse regering na maandelange discussies (bevoegde overheid? Te volgen traject? Wet of bijzondere wet?) Politiek (niet voor randgemeenten rond Brussel en Voeren) OCMW-raad = gemeenteraad; Voorzitter GR = voorzitter OCMW-raad (geen uitvoerend mandaat) Vast bureau wordt verplicht en is gelijk aan CBS; CBS wordt aangesteld door GR-leden OCMW-raad verkiest voorzitter vast bureau Bijzonder comité voor sociale dienst (bevoegd voor individuele dienstverlening) wordt verplicht Ambtelijk (wel voor randgemeenten rond Brussel en Voeren) Eén algemeen directeur voor gemeente en OCMW tegen 2020; ambt gemeente- en OCMW-secretaris verdwijnt Eén financieel directeur (FD) voor gemeente en OCMW tegen 2020; ambt financieel beheerder verdwijnt Keuze voor gezamenlijke algemeen directeur (resp. FD) wordt decretaal geregeld, met voorrangsregeling voor zittende titularissen en waarborgregeling (behoud rechten, passende functie) voor niet-aangestelde secretaris en financieel beheerder Eén organogram; één managementteam Rechtspositieregeling voor gemeenschappelijke betrekkingen geldt voor gemeente- en 'gewoon' OCMW-personeel; OCMW-raad stelt rechtspositieregeling vast voor de bijzondere diensten; voor de specifieke OCMW-functies geldt indien mogelijk de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel (= wijst op mogelijke inperking lokale autonomie tegenover nu) OCMW-personeel kan overgedragen worden naar gemeente, 'zonder afbreuk te doen aan de sociale dienst'. Planning en rapportering Beleidsrapportering van OCMW is deel van beleidsrapportering gemeente; beleidsrapporten gemeenteraad worden van rechtswege beschouwd als beleidsrapport OCMW Contracten en verbintenissen OCMW en gemeente blijven nog gescheiden (twee aparte rechtspersonen) De conceptnota van de Vlaamse regering is te vinden op:  M.b.t. Planning en rapportering Beleidsrapportering van OCMW is deel van beleidsrapportering gemeente; beleidsrapporten gemeenteraad worden van rechtswege beschouwd als beleidsrapport OCMW.  Contracten en verbintenissen OCMW en gemeente blijven nog gescheiden (twee aparte rechtspersonen).  Decreet 24 juni 2016 houdende de regels voor de vrijwillige samenvoeging van gemeenten en tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, BS 19 augustus 2016 Wie wordt secretaris/financieel beheerder van nieuwe gemeente (idem voor OCMW)? Cascaderegeling – raad beslist Eerst gesloten procedure Oproep naar huidige secretarissen; selectie (minstens) o.b.v. vergelijking titels en verdiensten Ofwel wachten tot nieuwe OCMW-raad OCMW-secretaris aangesteld heeft en hem als combisecretaris voor nieuwe gemeente aanstellen Indien eerste stap geen resultaat oplevert: aanwerving of bevordering Welke functie krijgt gewezen secretaris/financieel beheerder? Passende functie op A-niveau Met behoud salarisschaal 26/10/2016

20 Vraagstukken over OCMW-personeel op gemeentelijke diensten
OCMW-personeel op dienst burgerzaken? Afgifte kan ook door OCMW-personeel Attesten dienst bevolking (identiteitskaart e.d.m.) Rijbewijzen OPGELET: er moet wel een juridische band zijn, bv. terbeschikkingstelling Afgifte kan (voorlopig?) niet door OCMW-personeel Reispassen Attesten burgerlijke stand Pensioenaanvragen door OCMW-personeel? Praktijk RVP: burgemeester kan bevoegdheid delegeren aan een ambtenaar; kan ook iemand van het OCMW zijn Regelen in beheersovereenkomst; eindverantwoordelijkheid blijft bij de gemeente 26/10/2016

21 Struikelblokken Budgethouderschap: delegatie kan enkel aan ‘eigen’ personeel Sociale maribel: kan probleem zijn bij overheveling OCMW-personeel naar gemeente (geen probleem in omgekeerde richting) Pensioenfinanciering: kan verschillen bij overheveling OCMW-personeel naar gemeente en vice versa Informatieveiligheid Dienst bevolking: aflevering reispassen en attesten burgerlijke stand moet door gemeentepersoneel gebeuren (zie hoger) Werkgeversgezag over niet-eigen personeel (bijv. voor evaluaties of tucht) (Mee te nemen voor het beleid op Vlaams en federaal niveau) 26/10/2016

22 5. Pensioenhervorming Voorontwerp van wet 27 mei 2016
Vier nieuwe maatregelen liggen ter onderhandeling voor Misschien invoering gemengd pensioen publieke sector vanaf 1 juli 2017 Contractuele jaren tellen mee voor werknemerspensioen; statutaire jaren tellen mee voor ambtenarenpensioen Voor vaste benoemingen vanaf 9 oktober 2014 (datum in verleden) Niet van toepassing op tijdelijk statutair personeel onderwijs Regularisatiebijdrage misschien geschrapt vanaf 1 december 2016 (treedt normaal gezien vanaf 2017 in werking voor vaste benoemingen van contractanten die langer dan 5 jaar in dienst zijn) Misschien invoering mechanisme om dubbel pensioen te vermijden vanaf 1 juli 2017 Geen cumulatie overheidspensioen met tweede pensioenpijler Slaat op contractuele prestaties waarin tweedepensioenpijler werd opgebouwd en die bij vaste benoeming gevalideerd worden (opgelet, cf. 1 hierboven) voor het ambtenarenpensioen Maatregel slaat enkel op werkgeversbijdragen 26/10/2016

23 Pensioenhervorming (vervolg)
Misschien aftrek op individuele responsabilisering van kosten tweede pensioenpijler vanaf 2018 VVSG niet akkoord: ene bestuur zal voor andere bestuur moeten betalen; cf. financiering lokale ambtenarenpensioenen Lokale besturen staan zelf volledig in voor hun pensioenuitgaven! Omslagstelsel Principes van solidariteit (basisbijdrage voor iedereen) en responsabiliseringsbijdrage (extra bijdrage wanneer basisbijdrage niet volstaat om pensioenuitgaven bestuur te dekken – niet volledige saldo wordt aangerekend) Regering denkt ook na om validatie verleden loopbaan te stimuleren Vanaf 2017 komt er tweede pensioenpijler bij federale overheid Ook wellicht (technische) aanpassingen WAP-wet Misschien afschaffing loopbaanvoorwaarde van vijf jaar om overheidspensioen te genieten vanaf 1 januari 2017 Meer mensen bouwen loopbaan op in diverse pensioenstelsels: als zelfstandige, werknemer of ambtenaar 26/10/2016

24 Andere lopende pensioenhervormingen (1)
Basisbijdragevoet pensioenen DIBISS Schematisch overzicht voor alle werkgevers (alle ex-pools): > werking en organisatie > personeel > pensioen > ambtenarenpensioen Detail voor werkgevers ex-pool 1 voor de jaren 2016 tot en met 2020: VASTGESTELDE BIJDRAGEVOETEN EX-POOL 1 (inclusief 7,5% werknemersbijdragen) (1) Wet , art. 18 (2) KB , BS , art. 1. (3) KB , BS (4) KB , BS JAAR Theoretische bijdragevoet ex-pool 1 Inzet reservefonds ex-pool 1 (korting in %-punt) Effectieve bijdragevoet ex-pool 1 2016 41,5% (1) 3,5% (3) 38% 2017 41,5% (2) 2018 41,5% (4) 3% (3) 38,5% 2019 41,5% (nog niet officieel bepaald) 2020 (nog niet bepaald) 26/10/2016

25 Andere lopende pensioenhervormingen (2)
Afschaffing preferentiële leeftijdsgrenzen politiepersoneel Eindeloopbaanregeling vanaf 58 jaar: aangepaste betrekking mogelijk Non-activiteit voorafgaand aan pensionering vanaf 58 jaar mits voorwaarden (overgangsregeling) Gefinancierd door de lokale besturen Wellicht harmonisering diplomabonificatie: voorontwerp van wet 20/10 Reeds afgeschaft voor toegang tot pensioen; voor meerekenbaarheid in berekening pensioen zal persoonlijke bijdrage gevraagd worden Met respect voor verworven rechten Wellicht afschaffing preferentiële tantièmes Gekoppeld aan bespreking over zware beroepen (zie verder) Ambtshalve ziektepensioen van 60 naar 62 jaar (op 1 juli 2016), naar 62,5 jaar vanaf 2017, naar 63 jaar vanaf 2018 In de toekomst afgeschaft (cf. begrotingsakkoord oktober 2016) Geactualiseerde brochure Federale Pensioendienst (sept. 2016) Ambtshalve ziektepensioen: wet 27 juni 2016 tot wijziging van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen in verband met de ambtshalve opruststelling na dagen afwezigheid wegens ziekte, BS 26/10/2016

26 Zware beroepen / zwaar werk
Discussie in Nationaal Pensioencomité Bijzondere commissie voor publieke sector VVSG niet rechtstreeks vertegenwoordigd; Informatiedoorstroming via kabinet minister Homans DIBISS-vertegenwoordigers Ontwerp van eindrapport augustus 2016 Vier categorieën van criteria om zware functies te identificeren belastende arbeidsomstandigheden door fysieke inconveniënten in werkomgeving of lichamelijke belasting; belastende werkorganisatie emotionele of mentale werkbelasting verhoogde veiligheidsrisico’s Van zwaar beroep naar zwaar werk Verdere werkwijze in drie fasen eerste fase om transversale criteria van zwaar werk te omschrijven tweede fase voor vaststelling budgettaire enveloppes derde fase voor uitvoering criteria voor zwaar werk 26/10/2016

27 6. Sociale Maribel Koninklijk besluit van 1 juni 2016 tot wijziging van het besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector (in kader van de tax shift) Wijziging referentiejaar Niet meer het jaar 2005 Wel vergelijking arbeidsvolume jaar (n-3 + n-2)/2 met arbeidsvolume jaar laatste toekenning, waarbij “n” gelijk is aan jaar van de laatste toekenning (rondzendbrief DIBISS 2016/03 30 juni 2016) Met ingang vanaf 1 januari 2016 Extra middelen voor 2016 (in kader van de tax shift) Oproep nieuwe plaatsen op basis van prioritaire criteria Sociale inschakeling van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden Gezinszorg en aanvullende thuiszorg Woonzorgcentra KB wijz KB houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, ter uitvoering van de tax-shift, BS 17 juni 2016 Inforum nr Dit besluit actualiseert het aantal werknemers voor de diensten van de gemeenschappen, die bevoegd zijn voor jeugdbescherming, kinderopvang of sport en cultuur en voor wie het KB van toepassing is. Het besluit bepaalt vervolgens dat de vermindering van de werkgeversbijdragen per trimester wordt verhoogd en dat de dotaties worden verhoogd. Het Maribel-refertejaar wordt eveneens aangepast. Op besliste de ministerraad in het kader van de tax shift om het budget van de non-profitsector op te trekken met 476,8 miljoen EUR. Hierbij werd de volgende verdeelsleutel gebruikt: • 50 % voor de lage lonen; • 45 % voor de sociale Maribel; • 5 % voor de ziekenhuizen. De bijkomende enveloppe sociale Maribel wordt aangewend om de volledige loonkost voor de bijkomende jobs te dekken en om de bestaande bedreigde Maribelbanen te vrijwaren. De art. 1, 2, 2bis, 6, 49 en 50 van het KB houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector worden gewijzigd. In hetzelfde besluit worden de art. 21/1 en 49/1 ingevoegd. 26/10/2016

28 7. Uitzendarbeid Conceptnota Vlaamse regering , krachtlijnen: Uitzendarbeid bij lokale besturen is nu al mogelijk voor de tijdelijke vervanging contractant wiens arbeidsovereenkomst is geschorst Vor alle andere situaties werken besturen soms ook al met uitzendkantoor voor de recruteirng en selectie; aanwerving gebeurt dan met tijdelijk contract (geen interimcontract) Uitzendarbeid bij lokale besturen zou in de toekomst ook mogelijk worden voor: tijdelijke vervanging statutair die zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent tijdelijke vervanging contractant met deeltijdse loopbaanonderbreking artistieke prestaties tijdelijke vervanging contractant wiens arbeidsovereenkomst is geëindigd tijdelijke vermeerdering van werk uitzonderlijk werk Voor laatste drie vormen zou reglementaire maximumtermijn bepaald worden Bevoegdheid uitvoerend orgaan of, bij delegatie, hoofd van personeel Wetgeving overheidsopdrachten + enkel erkende uitzendbureaus kunnen meedoen Kennisgeving aan vakbonden van indienstnemingen via uitzendarbeid Interimkrachten zijn geen personeelsleden Specifieke toegangsvoorwaarden zoals taalkennis, afhankelijk van de aard van de functie, zullen door uitzendkantoren moeten gegarandeerd worden 26/10/2016

29 8. Varia Tax Shift Hervormingen federale regering (mobiliteitsbudget, arbeidstijd…) Fedris 26/10/2016