Groep 5 Begrijpend lezen lezen

Presentatie over: "Groep 5 Begrijpend lezen lezen"— Transcript van de presentatie:

1 Groep 5 Begrijpend lezen lezen
Welke vaardigheden heeft een kind nodig? Wat doen wij op school? Wat kunt u thuis doen om deze vaardigheden te stimuleren?

2 Doel bepalen Waarom lees ik de tekst?
Kinderen kunnen verschillende tekstsoorten herkennen en benoemen. Kinderen kunnen voorbeelden geven van verschillende redenen om iets te lezen. Kinderen kunnen voorbeelden geven van (het nut van) verschillende teksten.

3 Voorspellen Waar gaat de tekst over?
Kinderen kunnen voorspellen wat het verloop van de tekst is op basis van de titel, de illustraties en het begin van de tekst. Kinderen kunnen voorspellen wat voor soort tekst het is op basis van de titel, de illustraties en de vorm van de tekst.

4 Voorkennis ophalen Wat weet ik al over het onderwerp?
Wat kinderen al weten over een bepaald onderwerp kunnen ze weergeven in een woordweb. Kinderen kunnen na het lezen van de tekst verwoorden welke nieuwe informatie ze hebben gekregen.

5 Herstellen Wat doe ik als ik het niet meer snap?
Kinderen kunnen de betekenis van moeilijke woorden achterhalen door de betekenis in de tekst op te zoeken. Kinderen kunnen de betekenis van moeilijke woorden achterhalen door een woordenboek te gebruiken. Doel bepalen 02. Voorspellen Voorspellen 03. Voorkennis ophalen Voorkennis ophalen 04. Herstellen Herstellen 05. Vragen stellen Vragen stellen 06. Visualiseren Visualiseren 07. Samenvatten Samenvatten 08. Opzoek- vaardigheden Opzoekvaardigheden 09. Informatie en meningen vergelijken en beoordel Informatie en meningen vergelijken en beoordelen bladerboek-Malmberg-lesmateriaal-image Kinderen kunnen verschillende tekstsoorten herkennen en benoemen. Kinderen kunnen voorbeelden geven van verschillende redenen om iets te lezen. Kinderen kunnen voorbeelden geven van (het nut van) verschillende teksten.

6 Vragen stellen Welke vragen zie ik?
Kinderen kunnen de vragen Wie, Wat, Waar, Wanneer en Welke beantwoorden over de tekst. Kinderen kunnen verwijswoorden herkennen en begrijpen waarnaar ze verwijzen. (hij, zij, die, dat etc.). Kinderen kunnen signaalwoorden herkennen van plaats en tijd.

7 Samenvatten Hoe vat ik samen?
Kinderen kunnen de belangrijkste woorden en zinnen in een tekst herkennen en onderstrepen. Kinderen kunnen een tekst in eigen woorden kort weergeven.

8 Visualiseren Welk plaatje past bij de tekst?
Kinderen constateren dat de plaatjes die je in je hoofd maakt over een onderwerp kunnen veranderen als je nieuwe informatie krijgt. Kinderen kunnen kernwoorden en kernzinnen markeren. Kinderen kunnen onderdelen van een tekst in een schema of tabel plaatsen.

9