Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSiebe van der Ven Laatst gewijzigd meer dan 7 jaar geleden
1
Hoofdstuk 2 De winstmarge VWO 3
2
Je eigen broodjeszaak openen!
Stel, je verkoopt ieder broodje voor € 3,- Stel, je hebt het broodje voor € 1,- ingekocht. Je maakt winst … Steek je precies die 2 euro in je zak? Of heb je eigenlijk nog meer kosten? Welke winst maak je uiteindelijk gemiddeld per broodje?
3
Winstopslag De meeste bedrijven hebben als doel het maken van winst.
Wat moet je hiervoor minimaal doen? We kennen 2 soorten winst: Brutowinst Nettowinst
4
Procenten Je moet realiseren dat iets meer of minder dan 100% kan zijn.
5
1: Brutowinst Manier 1: Omzet - Inkoopwaarde van de omzet = Brutowinst
Manier 2: Verkoopprijs Inkoopprijs = Brutowinst Je hebt twee soorten brutowinst namelijk: brutowinstopslag OF -marge p/product Omzet = afzet * verkoopprijs Inkoopwaarde van de omzet= afzet * inkoopprijs Afzet = Hoeveelheid verkochte producten
6
Voorbeeld 1 € 40 x 1,25 = € 50 verkoopprijs - inkoopprijs = Brutowinst
De inkoopprijs is € 40,-. De brutowinst is 25% van de inkoopprijs. Bereken de verkoopprijs. verkoopprijs inkoopprijs = Brutowinst 125 % € 40 x 1,25 = € 50 100 % € 40 25 %
7
Voorbeeld 2 De inkoopprijs is € 40,-. De brutowinst is 20% van de verkoopprijs. Bereken de verkoopprijs. Verkoopprijs inkoopprijs = Brutowinst 100 % € 40 / 80 x 100 = € 50 80 % € 40 20 %
8
Opslag en marge dat verschil hoeven de ll niet meer te kennen.
Dus de volgende dia’s 7 tm 10 zijn dit jaar niet meer van toepassing.
9
Brutowinstopslag of -marge
P/P Brutowinstopslag Brutowinstmarge Inkoopprijs 100% 75% Brutowinstopslag/marge + 10% + 25% Verkoopprijs = 110% = 100% Er is sprake van een brutowinstOPslag als de ondernemer zelf de verkoopprijs vaststelt. Een percentage van de inkoopprijs. Je mag zélf bepalen hoeveel er bovenOP komt. (Inkoopprijs is dus 100%) Er is sprake van een brutowinstmarge als de ondernemer de verkoopprijs niet kan vaststellen. Een percentage van de verkoopprijs. (Verkoopprijs is dus 100%) LET OP: Er zijn dus 2 verschillende termen. Bij elke term is een ander getal 100%
10
Het komt er bovenOP. Je mag zélf bepalen hoeveel.
Oefenopgave Een handelsonderneming koopt een product in tegen € 14,- per product. Bereken de verkoopprijs als de brutowinstopslag 30% bedraagt. Brutowinstopslag Inkoopprijs 100% € 14,00 + Brutowinstopslag + 30% € 4,20 = Verkoopprijs = 130% € 18,20 € 14 / 100 x 30 = € 4,20 € 14 + € 4,20 = € 18,20
11
Oefenopgave Een handelsonderneming koopt een product in tegen € 14,- per eenheid. Bereken de verkoopprijs als de brutowinstmarge 30% bedraagt. Brutowinstmarge Inkoopprijs 70% € 14,00 + 30% € 6,00 Verkoopprijs = 100% € 20,00 €14,00 / 70 = € 0,20 (1%) € 0,20 * 100% = € 20,00
12
!! Notitie !! Brutowinstmarge van de inkoopprijs = brutowinstopslag
Het boek hanteert soms een andere terminologie: Brutowinstmarge van de inkoopprijs = brutowinstopslag Opgave 3a, 4b, 7,
13
2: Nettowinst Omzet Inkoopwaarde van de omzet = Brutowinst - Overige bedrijfskosten = Nettowinst Nettowinst is het inkomen voor de eigenaar van de winkel.
14
Huiswerk: Lezen H2 Maken vraag 1 t/m 5
15
Antwoorden Opgave 1 1a) 0,56 x € 400 = € 224,-
1b) 0,02 x € 60 = € 1,20 1c) 3,2 x € 240 = € 768,- 1d) 0,002 x € 35 = € 0,07 1e) 0,015 x € = € 120,-
16
Opgave 2 2a) € 56 / € 350 x 100% = 16% (wat/waarvan * 100%)
2b) € 10,90 / € 54,50 x 100% = 20% (wat/waarvan * 100%) 2c) € 194,40 / € 144 x 100% = 135% (wat/waarvan * 100%) 2d) € 1,75 / € 0,50 x 100% = 350% (wat/waarvan * 100%)
17
Noteer hoe je aan je antw. komt !
Opgave 3 A. € 575 x 1,2 = € 690,- Of: € 575 / 100 * 20 = € 115,- En € € 115 = € 690,-. Noteer hoe je aan je antw. komt ! Er zijn verschillende manieren Inkoopprijs 100% € 575,- Brutowinstopslag 20% € 115,- Verkoopprijs (omzet) 120% € 690,- Je mag het schema ook omdraaien: omzet 120% 690,- - inkoopprijs 100% 575,- brutowinst 20% 115,-
18
Noteer hoe je aan je antw. komt !
Opgave 3 B. € 225,- / 100 * 82 = € 184,50 Noteer hoe je aan je antw. komt ! Inkoopprijs 82% € 184,50 Brutowinstmarge 18% € 40,50 Verkoopprijs 100% € 225,- Je mag het schema ook omdraaien: omzet 100% 225,- - inkoopprijs 82% brutowinst 18%
19
Omzet - Inkoopwaarde Brutowinst - Bedrijfskosten Nettowinst Maak opgave 4 t/m 8
20
Opgave 4 A. € 340,- / 85 * 100 = € 400,- B. € 351,- / 130 * 100 = € 270,- Inkoopprijs 85% € 340,- Brutowinstmarge 15% € 60,- Verkoopprijs 100% € 400,- Inkoopprijs 100% € 270,- Brutowinstopslag 30% € 81,- Verkoopprijs 130% € 351,-
21
Hoeveel procent is de verkoopprijs? 100% €270,90 / 75 * 100 = € 361,20
Opgave 5 A. Inkoopprijs: € 270,90 75% Hoeveel procent is de verkoopprijs? 100% €270,90 / 75 * 100 = € 361,20 B. Hoe kunnen we nu de brutowinst per stuk berekenen? € 361,20 - € 270,90 = € 90,30 C. € 90,30 / 270,90 * 100% = 33,3% Inkoopprijs 75% € 270,90 Brutowinstmarge 25% € 90,30,- Verkoopprijs 100% € 361,20,-
22
Huiswerk Maken: Vraag 6 t/m 9
23
Inkoopprijs: € 34.000 Hoeveel procent is de verkoopprijs?
68% € ,- Brutowinstmarge 32% € ,- Verkoopprijs 100% € ,- Opgave 6 A + B Inkoopprijs: € Hoeveel procent is de verkoopprijs? 100% Hoeveel procent is de brutowinst? 32% Hoeveel procent is de inkoopprijs dan? 68% € / 68 * 100 = €50.000,- C. Nettowinst: Brutowinst – bedrijfskosten Brutowinst = € Loonkosten = € 6.500 Rentekosten = € 1.500 Administratiekosten = € Transportkosten = € Nettowinst = €
24
Hoeveel procent is de verkoopprijs? 160%
Inkoopprijs 100% € ,- Brutowinstopslag 60% € 9.000,- Verkoopprijs 160% € ,- Opgave 7 A Inkoopprijs: € Hoeveel procent is de verkoopprijs? 160% Hoeveel procent is de brutowinst? 60% Hoeveel procent is de inkoopprijs dan? 100% €15.000,- * 1,60 = €24.000,- € € = € 9.000 B. Verkoopprijs inclusief korting = € x 0,60 = € Verkoop – inkoop = winst = € € = - € 600 (dus verlies)
25
Hoeveel procent is de verkoopprijs? 100%
Inkoopprijs 75% € ,- Brutowinstmarge 25% € ,- Verkoopprijs 100% € ,- Opgave 8 A Inkoopprijs: € Hoeveel procent is de verkoopprijs? 100% Hoeveel procent is de brutowinst? 25% Hoeveel procent is de inkoopprijs dan? 75% € / 75 * 100 = € ,- € € = € B. Brutowinst = € Loonkosten = € Rentekosten = € Administratiekosten = € Transportkosten = € Nettowinst = € 8c) € / € x 100% = 9,9%
26
Hoeveel procent is de verkoopprijs? 160%
Inkoopprijs 100% € 525,- Brutowinstopslag 60% € 315,- Verkoopprijs 160% € 840,- Opgave 9 A Inkoopprijs: € 525 Hoeveel procent is de verkoopprijs? 160% Hoeveel procent is de brutowinst? 60% Hoeveel procent is de inkoopprijs dan? 100% €525 * 1,60 = €840,- per paar! B. Het kortingsbedrag dat gegeven kan worden bedraagt € 315 € 315 / € 840 x 100% = 37,5% 9c) De korting per paar bedraagt: 0,60 x € 840 = € 504 De verkoopprijs per paar bedraagt dan: € € 504 = € 336 Verlies per paar bedraagt in dat geval: € € 336 = € 189 Het verlies voor de oude collectie van 15 schoenen is dan: € 189 x 15 = € 2.835
27
Verplicht aantekeningen maken!
Extra oefensom 1 Een bedrijf heeft in 2002 een bruto winst gemaakt van € ,-. De bruto winst was 30% van de inkoopprijs. Bereken de omzet van dit bedrijf in 2002. De bedrijfskosten in 2002 waren € ,-. Bereken de netto winst in procenten van de omzet. Geef de uitkomst in één decimaal nauwkeurig.
28
Antwoord extra oefensom 1
Omzet ? 130% - Inkoopwaarde ? 100% Brutowinst € % € / 30 x 130 = € Netto winst = = Netto winst in % van de omzet = / x 100% = 12,5%.
29
Verplicht aantekeningen maken!
Extra oefensom 2 Juni inkoop: 100 T-shirtjes à € 2,50 per stuk. De normale bruto winst is 150% van de inkoopprijs. Voorraad eind september: 40 T-shirtjes. De manager besloot de resterende T-shirtjes in oktober in de aanbieding te doen met een korting van 60% van de normale verkoopprijs. Alle T-shirtjes werden tijdens de aanbieding verkocht. Wat was de normale verkoopprijs van de T-shirtjes? Wat was de prijs van de T-shirtjes tijdens de aanbieding? Bereken hoeveel winst/verlies er in totaal is gemaakt op de T-shirtjes.
30
Antwoord extra oefensom 2
Normale vp = € 2,50 x 2,5 = € 6,25 (of: € 2,50 / 100 x 250 = € 6,25) Vp met korting = 0,40 x € 6,25 = € 2,50 euro. (of: € 6,25 / 100 x 60 = € 3,75 korting. € 6,25 - € 3,75 = € 2,50.) Winst = 60 x (€ 6,25 - € 2,50) = € 225,-. Verlies = 40 x (€ 2,50 - € 2,50) = 0. Totale winst = € 225,-.
31
Volgende lessen: We gaan verder in op het onderwerp: “Verzekeren” Pincode hoofdstuk 8 Neem je boek dus weer mee!
32
Wat kost een koffie
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.