Regionale Ontwikkelingen

Presentatie over: "Regionale Ontwikkelingen"— Transcript van de presentatie:

1 Regionale Ontwikkelingen
Aansluiting MBO Hoe leren zij? Wat leren zij? Regionale Ontwikkelingen Visie Waar leren zij? Ontwikkelagenda Onderwijsprogramma Expertise Team Middelen en Materialen Leerroutes Onderwijsaanbod Toetsen Mee begonnen , leidraad enz. Overal proberen te faciliteren gedurende het jaar. Nu inzoomen op middelen en materialen. We starten met de door de aangesloten scholen criteria voor leermiddelen

2 Doel van deze bijeenkomst
Oriëntatie op beschikbare leermiddelen vanuit de gestelde criteria

3 De criteria Thematisch: taken en opdrachten
Pedagogisch – didactische aanpak Integratie LOB Introductie op taken Competenties Evaluatie   Relatie lesstof/leermiddel met het examenprogramma Referentieniveaus Taal en Rekenen Criteria opgesteld door leden platform. Wellicht ook nog schoolspecifieke criteria!

4 Thematisch: taken en opdrachten
Bij voorkeur: thematisch/modulair aanbod. Opbouw van het thema in taken en opdrachten Combi van onafhankelijke taken en opdrachten met onderlinge afhankelijkheid Meervoudige opdrachten en enkelvoudige opdrachten Bij voorkeur wordt intersectorale lesstof thematisch/modulair aangeboden. Een thema wordt opgebouwd uit taken en taken kunnen één of meerdere opdrachten bevatten. De taken hoeven geen onderlinge afhankelijkheid van elkaar te hebben. De opdrachten hebben dat wel. Scholen kunnen ook besluiten hun lesstof in enkelvoudige taken aan te bieden. Deze enkelvoudige taken kunnen ook bestaan uit meerdere opdrachten. Het spreekt voor zich dat de presentatie en de inhoudelijke uitwerking van de taak aan dezelfde criteria dienen te beantwoorden als de thema’s. 

5 Pedagogisch-didactische aanpak
Eenduidige structuur in de lesstof, bijvoorbeeld OPUR(E)-methodiek. OPUR(E) staat voor oriënteren, plannen, uitvoeren, reflectie en evaluatie (beoordelen). Oriënteren: kennismaken met thema of taak, en met arbeidsgebieden / beroepen die bij het thema horen Plannen: leerlingen maken een planning maken voor het thema. Uitvoeren: het daadwerkelijk in stappen uitvoeren van de taken, alleen of in groepjes Reflecteren/Evalueren: leerlingen reflecteren op de taakuitvoering en op het resultaat ervan. Er dient sprake te zijn van een eenduidige structuur in de lesstof. Deze structuur wordt aangebracht door middel van een pedagogisch-didactische aanpak. Het Platform gebruikt hier voor de OPUR(E)-methodiek. OPUR(E) staat voor oriënteren, plannen, uitvoeren, reflectie en evaluatie (beoordelen). Deze aanpak is leidend voor zowel binnen het thema als wel de onderdelen die dit thema vormen. Onder Oriënteren wordt verstaan het kennismaken met het thema of taak, kennismaken met de beroepen die bij het thema horen en verder informatie wat je moet kennen en kunnen om deze beroepen uit te voeren in relatie tot wat je wilt, kent en kunt. Onder Plannen wordt verstaan dat leerlingen een planning maken voor het thema. In de planning geeft de leerling(en) aan wanneer ze welke taak gaan uitvoeren en met wie zij dat gaan doen en wanneer. Onder Uitvoeren wordt bedoeld het daadwerkelijk uitvoeren van de taken, alleen of in groepjes. Elke taak bestaat uit vier stappen namelijk: stap 1 Wat ga je doen? (Kennismaken met de taak), tap 2 Hoe bereid je je voor ( opstellen van een plan van aanpak, hoe en met wie je het gaat doen)., tap 3 De taakuitvoering, Stap 4 Hoe ging het ( terugkijken naar de taak, wat heb je geleerd, wat vond je er van) Elke stap kan weer bestaan uit opdrachten. Onder Reflectie/Evalueren wordt bedoeld het reflecteren door de leerling(en) over de taakuitvoering (heb ik het goed gedaan, wat vond ik gemakkelijk, wat vond ik moeilijk, vond ik het een leuke taak of opdracht, past de taak bij dat wat ik wil worden) en/of het beoordelen van het resultaat/proces door de leerling en/of medeleerlingen en/of docent en/of externe partijen.

6 Integratie LOB LOB (wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik, kan ik wat ik wil). Nadrukkelijke aandacht voor kennismaking met beroepen / arbeidsgebieden. Ruimte voor het opdoen van ervaringen en de ontwikkeling van loopbaancompetenties. Relatie met loopbaandossier Uitleg met als uitgangspunt en basis: vakwerkplan, matrixorganisatie, stollen van ideeën, monitoren etc..

7 Introductie op taken Ieder thema, taak of opdracht kent een inleiding waarin aangegeven wordt de relevantie van de taak voor de leerling. Kortom: waarom is dit voor jou belangrijk/ relevant? Let op: ook mogelijk dat leerlingen zelf op zoek gaan naar het antwoord. Beschrijving van de werk- en leerdoelen. Keuzemogelijkheden voor leerlingen Uitleg met als uitgangspunt en basis: vakwerkplan, matrixorganisatie, stollen van ideeën, monitoren etc..

8 Competenties Doelgericht en planmatig werken
. Negen meest relevante competenties: Doelgericht en planmatig werken Onderzoeken en informatie verwerken Samenwerken Beslissen/acties kiezen en problemen oplossen Omgaan met veranderingen en tegenvallers Ondernemend en klantgericht werken Presenteren Reflecteren en evalueren Ethisch en integer handelen. Het Platform heeft samen met haar leden de 26 SHL competenties die het MBO gebruikt vertaald naar negen competenties geschikt voor het VMBO. Het Platform en de aangesloten scholen ervaren deze negen algemene competenties als bruikbaar binnen het VMBO ter voorbereiding van het competentiegericht onderwijs zoals dat vorm gegeven wordt binnen het MBO. Voor de beoordeling van de competenties heeft het Platform in samenwerking met de aangesloten scholen twee van de vier niveaus beschreven, namelijk het startniveau en het expertniveau. Het lesmateriaal dient een beschrijving te geven aan welke criteria de leerling moet beantwoorden als hij bij zijn competentieontwikkeling op niveau is.

9 Evaluatie Evaluatie van de leerdoelen
Aandacht voor volgen van competentieontwikkeling van de leerling. Dialoog met leerlingen in kader van evaluatie. Hiertoe kent ieder themaboek een afzonderlijk hoofdstuk evalueren. De ingevulde evaluatieformulieren leerdoelen en/of competenties vormen vervolgens de basis voor de dialoog met de leerling. In een te ontwikkelen docentenhandleiding dienen tips opgenomen te worden voor het voeren van een goede dialoog met de leerling zodat het een onderwijsleergesprek wordt waar de leerling zijn/haar voordeel mee kan doen.

10 Relatie lesstof/leermiddel en examenprogramma
Beschrijving van de relatie tussen leerdoelen in thema’s, taken en opdrachten aan de ene kant en de eisen van het examenprogramma anderzijds. Vergemakkelijkt het zelf arrangeren. Ieder intersectoraal themaboek is opgebouwd uit taken. Het themaboek dient informatie te geven over de leerdoelen, die in het examenprogramma intersectoraal en handreikingen zijn opgenomen, die aan de orde komen in de verschillende taken. Op deze manier wordt er via een kruisjeslijst aangegeven welke leerdoel in welke taak aan de orde komt. Dit vergemakkelijkt het arrangeren van nieuwe lesstof en het vervaardigen van nieuwe taken indien de voorgestelde taken niet passen in de regionale context van de school en/of bij de leefwereld van de leerling.

11 Referentieniveaus Taal en Rekenen
Rekening houdend met de eisen die gesteld worden vanuit de referentieniveaus Taal en Rekenen Zowel in veronderstelde als te ontwikkelen taal- en rekenvaardigheid Uitleg met als uitgangspunt en basis: vakwerkplan, matrixorganisatie, stollen van ideeën, monitoren etc..

12 Opdracht Oriënteer u op de leermiddelen die uitgeverijen u laten zien
Vijf plekken: Uitgeversgroep Den Bosch, Edu Actief, Thieme Meulenhoff, Dubbelklik en ‘zelf materiaal ontwikkelen’ Houd de door het platform ontwikkelde criteria en uw eigen criteria in het achterhoofd Uitleg met als uitgangspunt en basis: vakwerkplan, matrixorganisatie, stollen van ideeën, monitoren etc..

13 Reflectie aan tafels Ga met elkaar in gesprek over wat u heeft gezien / gehoord. Welke brandende vraag heeft u nog richting de leermiddelenontwikkelaars? Welk advies wilt u de leermiddelenontwikkelaars meegeven? Uitleg met als uitgangspunt en basis: vakwerkplan, matrixorganisatie, stollen van ideeën, monitoren etc..