De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De diagnostische waarde van subjectieve geheugenklachten bij geriatrische patiënten met cognitieve beperkingen op acute niet-geriatrische diensten De Vriendt.

Verwante presentaties


Presentatie over: "De diagnostische waarde van subjectieve geheugenklachten bij geriatrische patiënten met cognitieve beperkingen op acute niet-geriatrische diensten De Vriendt."— Transcript van de presentatie:

1 De diagnostische waarde van subjectieve geheugenklachten bij geriatrische patiënten met cognitieve beperkingen op acute niet-geriatrische diensten De Vriendt P, Velghe A, Van Genechten D, De Schepper E*, Van Den Noortgate N, Petrovic M Dienst Geriatrie, UZ Gent Cel Biostatistiek, Faculteit Geneeskunde en Gezondheiswetenschappen, UGent* Wintermeeting BVGG Oostende 6 februari 2009

2 Inleiding Subjectieve geheugenklachten (Subjective Cognitive Complaints - SCC): ‘alledaagse bezorgdheid geuit door personen zowel met als zonder objectieve geheugenbeperkingen’ (Mitchel, 2008) Verschil tussen personen die SCC uiten (zelf of proxy) en personen die bevestigend antwoorden indien gevraagd Relatie tussen SCC en objectieve cognitieve beperkingen (‘objective cognitive complaints’ - OCC) is onduidelijk Geen ‘optimale’ methode voorhanden om SCC te detecteren Aard van de SCC varieert

3 Doel van de studie In het kader van het ‘Zorgprogramma voor de geriatrische patiënt’, waarbij we beroep doen op ‘Identification Seniors at Risk’ (ISAR) nagaan: wat de waarde is van SCC als start voor cognitieve uitwerking wat de relatie is tussen SCC en OCC wat de relatie is tot ADL (b-ADL en I-ADL)

4 Methode (1) Observationele pilootstudie tussen 1 september en 30 november 2008 Inclusie-criteria: Ouder dan 75 jaar Opgenomen op een niet-geriatrische ziekenhuisdienst Evaluatie door het Intern Liaison Team Geriatrie (ILT)

5 Methode (2) Evaluatie comprehensive geriatric assessment door ILT
Cognitie: MiniCog Gemoedstoestand: Geriatric Depression Scale-sf Voedingstoestand: Nutritional Risk Screening Valrisico: Stratify Pijn: VAS schaal Decubitus: Bradenschaal b-ADL: Katz-schaal i-ADL: Lawton schaal

6 Methode (3) Dataverwerking Dichotoom: ADL: Niveau somscore Katz: /24
geen indicatie voor verder onderzoek/wel indicatie (0/1) ADL: ‘Performance’ (ICF) Niveau somscore Katz: /24 Lawton: /9 Itemniveau

7 Onderzoekspopulatie SCC + OCC + OCC - SCC -
Patiënten gescreend in september, oktober en november op niet geriatrische diensten (ISAR) n = 328 melden SCC via ISAR n= 71 Melden geen SCC via ISAR n = 257 Geen gestoorde minicog n = 20 Geen gestoorde minicog n = 67 Gestoorde minicog n = 24 n = 20 SCC + OCC + OCC - SCC -

8 Kenmerken onderzoekspopulatie
Groep 1 SCC + OCC + n=20 Groep 2 OCC - Groep 3 SCC - n=23 Groep 4 n=67 P-waarde Leeftijd Gemiddelde (SD) 81,7 (5,4) 80,8 (4,6) 83 (5,9) 81,1 (4,3) 0,383 % Mannelijk geslacht 55 35 61 51 0,381 % zelfstandig wonend 85 87 90 0,725 ISAR /6 (mediaan) 4 3 0.001 Katz /24 (mediaan) 6 6,5 8 7 0,693 Lawton /9 (mediaan) 5 0,360

9 Kenmerken onderzoekspopulatie
Aantal onderzoekspersonen (%) Groep 1 SCC + OCC + n=20 Groep 2 OCC - Groep 3 SCC – n=24 Groep 4 SCC - n=67 P-waarde Indicatie depressie 3 (15) 2 (10) 0 (0) 1 (1,5) 0.032 Pijn 4 (20) 11 (55) 9 (37,5) 16 (24) 0.05 Valrisico 12 (60) 14 (70) 8 (33) 26 (4) Risico op malnutritie 5 (25) 7 (35) 10 (41,7) 28 (41,8) 0,799 Risico op decubitus 2 (8,3) 6 (8,9) 0,878 Visusproblemen 6 (30) 0,629 Gehoorproblemen 21 (31,3) 0,708

10 Resultaten Er is geen gecombineerd effect aangetoond van SCC en OCC op de beperkingen in het dagelijks functioneren, noch voor de somscores (Katz en Lawton), noch op itemniveau Bijgevolg mag het effect van SCC en OCC apart beschreven worden. Er is geen verschil aangetoond in de functionele beperkingen tussen de groep mét SCC en de groep zonder SCC, ongeacht de cognitieve status.

11 Resultaten Er is geen verschil aangetoond in de functionele beperkingen tussen de groep mét OCC en de groep zonder OCC, behalve voor Gebruik telefoon (p= 0,0027) Indicatie voor gebruik medicatie (p= 0,0644) De groepen met cognitieve deficiëntie hebben een grotere kans op beperking. Bijgevolg is er binnen de groep zonder OCC ook geen verschil tussen de groep met SCC en zonder SCC.

12 Besluit De aanwezigheid van SCC alleen is geen indicatie voor een uitgebreid cognitief assessment daar er noch een gecombineerd noch een afzonderlijk effect kon aangetoond worden voor SCC en OCC op het dagelijks functioneren, uitgenomen het effect van OCC op telefoneren. Verder onderzoek nodig voor wat betreft Relatie SCC, OCC en ADL; Verschil tussen de groepen betreffende valrisico, pijn en depressie.


Download ppt "De diagnostische waarde van subjectieve geheugenklachten bij geriatrische patiënten met cognitieve beperkingen op acute niet-geriatrische diensten De Vriendt."

Verwante presentaties


Ads door Google