De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoor/werkcollege week 3

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoor/werkcollege week 3"— Transcript van de presentatie:

1 Hoor/werkcollege week 3
Criminologie Hoor/werkcollege week 3

2 Agenda Lost Boys Wat is sociologie?
Sociologie en het verklaren van crimineel gedrag Sociologische theorieën Lost Boys

3 Wat is sociologie? Sociologie bestudeert het functioneren van mensen in de maatschappij en onderzoekt en beschrijft hoe samenlevingen functioneren. Een socioloog bestudeert de kwaliteit van de samenleving, hoe de onderlinge samenhang van mensen en groepen in de maatschappij zich ontwikkelt, en wat dat betekent voor de mensen die daarin leven. Sociologie is een jonge wetenschap in beweging

4 Sociologie en crimineel gedrag
Vanaf 20e eeuw grote invloed van sociologie op criminologie Belangrijkste bijdrage aan criminologie: Misdadig gedrag zien in de context (maatschappij) waarin dit gedrag zich manifesteert Onderscheid in sociologische verklaringen: Maatschappelijke achterstanden Kritische criminologie Controletheorie Rationele Keuze Theorieën

5 Presentaties Presenteer het fragment uit ‘Lost Boys’ en licht toe: welke sociologische theorie zie je terug in dit fragment?

6 We bespreken: Anomie, Merton Subculturen, Cloward en Ohlin
Kritische criminologie Labelling Sociale controle theorie, Hirschi Rationele Keuze theorie Sociale disorganisatie

7 Aan de hand van mijn afstudeeronderzoek
Een biografie van een crimineel Gein, een wijk in Zuidoost Straatcultuur en bendevorming Culturele criminologie: wat is de betekenis van handelen? Wie zijn de uitvoerders en wat zegt het over deze specifieke mensen? Etnografische aanpak

8 Waar ging ik naar op zoek?
Wat is de betekenis van de straatidentiteit van mannen met een Surinaamse achtergrond uit Gein? Hoe is die identiteit tot stand gekomen? Hoe ontwikkelt zich dat door de tijd?

9 Hoe kwam ik aan mijn antwoorden?
Diverse onderzoeksmethoden Literatuur Observaties en fieldnotes Interviews en gesprekken (sneeuwbalmethode) Online media

10 Onderbouwing Laatmoderne samenleving Migratie Achterstandswijken
Groepsvorming in die wijken, ontstaan van straatcultuur Literatuur over gangs in Amerika en gangs in Europa: verschillen en overeenkomsten Sutherland: Differentiële associatie ‘De angst om afval te worden, kan alleen worden gekeerd door het zelf te produceren.’ (Boutellier, 2006)

11 Achterstandswijken, straat en groepsvorming
Symbolisch interactionisme (Goffman, 1963) Dramaturgische analyse Hoe kan het gedrag van de straat verklaard worden? Straatcultuur in Zuidoost Onderzoek Sansone (1992): afzetten van de jeugd tegen de reguliere samenleving Hosselen: ontplooien van informele, economische activiteiten Groepjes op straat, veelal etnische identiteit Eigen sociale context, vorm van zelfuitsluiting ‘Respect on the street may be viewed as a form of social capital that is very valuable, especially when various other forms of capital have been denied or are unvailable.’ (Anderson, 1999)

12 Groepsvorming op de straten in Gein
Ontstaan van de groep al op jonge leeftijd Functie van de groep: sterker staan in tijden van onzekerheid Loyaliteit, broederschap, verbondenheid Reputatie en status: jezelf bewijzen als groep en als individu Focus op straatkapitaal Zelfuitsluiting en insluiting Crips: toewijding aan gang, waardigheid op straat, criminaliteit in groepsverband ‘If men define situations as real, they are real in their consequenses’  labelling, self-fulfilling prophecy ‘Iedereen heeft keuzes. Soms benut je ze niet en soms worden ze zo benadrukt dat je geen keuze hebt.’

13

14 Maatschappelijke achterstand
Merton = Amerikaanse socioloog Westerse samenleving legt nadruk op materieel succes en status, maar niet iedereen heeft de mogelijkheden dat te bereiken. Botsing tussen doelen en middelen leidt tot spanning: strain Individuen reageren daar verschillend op: anomie ligt op de loer

15

16 Hoe zou je dat kunnen toepassen op de Crips in Gein?

17 Reactiepatronen op strain
1. Conformist. De student? De harde werker? 2. Innovators. Misdadigers? 3. Ritualisten. De eeuwige student? De bureaucraat? 4. Terugtrekkers. Alcoholisten en verslaafden? 5. Rebellen. Bendeleden

18 Subculturen Cohen: theorie van de delinquente subcultuur
Waarom delinquent gedrag in groepsverband? Succes en welvaart onbereikbaar, op zoek naar gelijkgestemden Jongeren uit sociaal-zwakkere milieu’s bezitten vaak veel risicofactoren vanuit psychologisch perspectief Uitkomst: delinquente subcultuur met eigen waarden en normen  status, kijken neer op maatschappij, afzetten. Cloward en Ohlins subcultuurtheorie: Delinquente groep om uit armoede te geraken en succesvol te worden. Criminele subcultuur Conflictsubcultuur Afzonderingscultuur

19 Individuele en maatschappelijke kwetsbaarheid zijn vaak verweven
Wonen vaak in grote steden, achterstandswijken Maar: niet iedereen in een foute buurt of met weinig geld is crimineel! Gevaar voor stigmatisering 

20 Kritische criminologie
Geïnteresseerd in machtspartijen in samenleving en vraag: wie bepaalt wat crimineel is?

21 Kritische criminologie: Aandacht voor Criminalisering en Labelling
Waarom en wanneer wordt gedrag als crimineel bestempeld, gecriminaliseerd? Voorbeeld: alcohol niet, hasj wel Voorbeeld: homoseksualiteit Voorbeeld: prostitutie Wat zijn de gevolgen van (selectieve) criminalisering voor de maatschappij en voor misdadiger?

22

23 Labelling Je krijgt een stempel, mensen gaan zich gedragen naar die stempel. Secundaire deviantie: internalisering van stempel

24 Sociale controle: Hirschi (1969)
Andere kijk op crimineel gedrag: Theorie moet gericht zijn op wat mensen weerhoudt van het plegen van delicten. ‘We all would, if we could’

25 Sociale controle Kernbegrip = sociale controle:
Hoe beter je gehecht bent aan mensen, instituties en heersende waarden, hoe beter het socialisatieproces, en daarmee de gewetensvorming, hoe kleiner de kans op misdadig gedrag. Gehechtheid Betrokkenheid in verband met eigenbelang Gebondenheid Normen en waarden

26 Rationele Keuze theorie
De mens als homo economicus: Becker Is eenvoudig model  “beleidsvriendelijk” Uitbreiding 1 (Cohen en Felson): Gelegenheidstheorie en Routine activiteiten theorie 3 belangrijke ingrediënten: Gemotiveerde dader Geschikt doelwit Afwezigheid bescherming doelwit/toezicht

27 Rationele Keuze Uitbreiding 2
Beperkte rationaliteit (Cornish en Clark): Daders zijn beperkt in hun keuzes, want zij hebben net als ieder ander verschillende percepties, motieven, vaardigheden, en inschattingsvermogens om situaties te analyseren. Beleidsmaatregelen afstemmen op inzicht in keuzes die daders maken. Voorbeeld: daders kiezen voor in het donker opereren, dan verlichting aanbrengen.

28 Sociale disorganisatie
Shaw en McKay (1942): Geringe stabiliteit, lage cohesie in bepaalde wijken.

29 Conclusies Oorzaken criminaliteit – Sociologisch perspectief-Uitbreiding 2:
Maatschappelijke achterstand verweven met individuele / psychologische factoren Selectie processen op ieder niveau Welk gedrag wordt gecriminaliseerd Welke mogelijkheden overtreders krijgen Hoe we tegen overtreders aankijken Sociale binding bij aanvang en bij stoppen Rationele keuze theorie vooral handig om beleidsmaatregelen op af te stemmen.

30 Zaandamse tuig?

31 Opdracht Werkcollege Wat zijn nu mogelijke verklarende theorieën voor deviant gedrag van deze jongens? Hoe kun je die theorieën het beste gebruiken? Wat zegt je gezond verstand? Wat zijn valkuilen in dit debat?

32 Voorbereiding week 4 Kijk de documentaire ‘Lost Mothers’ ter voorbereiding op college 4. We gaan in het college met deze documentaire aan de slag.


Download ppt "Hoor/werkcollege week 3"

Verwante presentaties


Ads door Google