De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Voorbeeldvraag: Waar strijden we in deze quiz om? A een potlood B agenda C een overhoring D een extra jaar school.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Voorbeeldvraag: Waar strijden we in deze quiz om? A een potlood B agenda C een overhoring D een extra jaar school."— Transcript van de presentatie:

1 Voorbeeldvraag: Waar strijden we in deze quiz om? A een potlood B agenda C een overhoring D een extra jaar school

2 Wat is het goede antwoord?

3 Waar strijden we in deze quiz om? A een potlood B agenda C een overhoring D een extra jaar school

4 Waar gaat aardrijkskunde over? A landschappen B gebieden en verschijnselen C landen en hun cultuur D wereld

5 Wat is het goede antwoord?

6 Waar gaat aardrijkskunde over? A landschappen B gebieden en verschijnselen C landen en hun cultuur D wereld

7 Wat zou de temperatuur op aarde zijn zonder het broeikaseffect? A 51 graden Celsius B – 79 graden Celsius C – 17 graden Celsius D 23 graden Celsius

8 Wat is het goede antwoord?

9 Wat zou de temperatuur op aarde zijn zonder het broeikaseffect? A 51 graden Celsius B – 79 graden Celsius C – 17 graden Celsius D 23 graden Celsius

10 Waar gaan de minste Nederlanders naartoe op vakantie? A Turkije B Frankrijk C Zwitserland D Oostenrijk

11 Wat is het goede antwoord?

12 Waar gaan de minste Nederlanders naartoe op vakantie? A Turkije B Frankrijk C Zwitserland D Oostenrijk

13 Waarmee houdt de geologie zich bezig? A met het maken van kaarten B hoeveel mensen er op een stukje land wonen C met het onderzoeken van de aardkorst D met de ontwikkeling van de natuur

14 Wat is het goede antwoord?

15 Waarmee houdt de geologie zich bezig? A met het maken van kaarten B hoeveel mensen er op een stukje land wonen C met het onderzoeken van de aardkorst D met de ontwikkeling van de natuur

16 Wat wordt bedoeld met artsendichtheid? A hoe dicht artsen bij elkaar wonen B het aantal artsen per km2 C het aantal artsen per inwoner D het aantal inwoners per arts

17 Wat is het goede antwoord?

18 Wat wordt bedoeld met artsendichtheid? A hoe dicht artsen bij elkaar wonen B het aantal artsen per km2 C het aantal artsen per inwoner D het aantal inwoners per arts

19 Wat is löss? A fijne kiezel B fijn gesteente C fijne kleikorreltjes D fijn zand

20 Wat is het goede antwoord?

21 Wat is löss? A fijne kiezel B fijn gesteente C fijne kleikorreltjes D fijn zand

22 Hoe ziet de lange kringloop van water eruit? A land, rivier, zee B land, zee, rivier C land, rivier, wolk, zee D land, wolk, zee, rivier

23 Wat is het goede antwoord?

24 Hoe ziet de lange kringloop van water eruit? A land, rivier, zee B land, zee, rivier C land, rivier, wolk, zee D land, wolk, zee, rivier

25 -Er groeien grassoorten en nauwelijks bomen - Er is een droge tijd in 8 of 9 maanden van het jaar Welk klimaat wordt hier beschreven? A savanne B steppe C woestijn D tropisch klimaat

26 Wat is het goede antwoord?

27 -Er groeien grassoorten en nauwelijks bomen - Er is een droge tijd in 8 of 9 maanden van het jaar Welk klimaat wordt hier beschreven? A savanne B steppe C woestijn D tropisch klimaat

28 Wat is draineren? A het natuurlijk verhogen van het grondwaterpeil B het kunstmatig verlagen van het grondwaterpeil C het natuurlijk verlagen van het waterpeil D het kunstmatig verlagen van het waterpeil

29 Wat is het goede antwoord?

30 Wat is draineren? A het natuurlijk verhogen van het grondwaterpeil B het kunstmatig verlagen van het grondwaterpeil C het natuurlijk verlagen van het waterpeil D het kunstmatig verlagen van het waterpeil

31 Wat is de grootste multinational? A Siemens B Mitsubishi C ING Group D Citigroup

32 Wat is het goede antwoord?

33 Wat is de grootste multinational? A Siemens B Mitsubishi C ING Group D Citigroup

34 Hoe heten de kleine openingen tussen zandkorrels? A poriën B structuur C inertie D infrastructuur

35 Wat is het goede antwoord?

36 Hoe heten de kleine openingen tussen zandkorrels? A poriën B structuur C inertie D infrastructuur

37 Hoe heet een vereniging van een staat? A een politiek systeem B een economisch machtsblok C bondstaat D staatvereniging

38 Wat is het goede antwoord?

39 Hoe heet een vereniging van een staat? A een politiek systeem B een economisch machtsblok C bondstaat D staatvereniging

40 Waarvan is de reikwijdte afhankelijk? A mobiliteit B draagvlak C verzorgingsgebied D voorzieningsgebied

41 Wat is het goede antwoord?

42 Waarvan is de reikwijdte afhankelijk? A mobiliteit B draagvlak C verzorgingsgebied D voorzieningsgebied

43 Hoe noemt men een brandakker ook wel? A zwerfland B sawa C geen andere benaming D ladang

44 Wat is het goede antwoord?

45 Hoe noemt men een brandakker ook wel? A zwerfland B sawa C geen andere benaming D ladang

46 Hoeveel mm neerslag valt er maximaal in de woestijn per jaar? A 200 mm B 700 mm C 100 mm D 500 mm

47 Wat is het goede antwoord?

48 Hoeveel mm neerslag valt er maximaal in de woestijn per jaar? A 200 mm B 700 mm C 100 mm D 500 mm

49 Wat hoort er niet bij? A bouwnijverheid B onderwijs C vervoer,opslag en communicatie D reparatie consumentenartikel

50 Wat is het goede antwoord?

51 Wat hoort er niet bij? A bouwnijverheid B onderwijs C vervoer,opslag en communicatie D reparatie consumentenartikel

52 Hoe wordt de ijstijd ook wel genoemd? A icetime B glaciaal C interglaciaal D le temps de glacée

53 Wat is het goede antwoord?

54 Hoe wordt de ijstijd ook wel genoemd? A icetime B glaciaal C interglaciaal D le temps de glacée

55 Hoe wordt een sedimentatie ook wel genoemd? A afzetting B demensie C fossiel D afvalling

56 Wat is het goede antwoord?

57 Hoe wordt een sedimentatie ook wel genoemd? A afzetting B demensie C fossiel D afvalling

58 Hoe heet iemand die aardbevingen onderzoekt? A landoloog B seismoloog C epiloog D vulkaandeskundige

59 Wat is het goede antwoord?

60 Hoe heet iemand die aardbevingen onderzoekt? A landoloog B seismoloog C epiloog D vulkaandeskundige

61 Wat is de juiste volgorde van de planeten van links naar rechts? A Venus – Mars – Aarde - Jupiter B Mercurius – Venus – Aarde - Mars C Venus- Pluto – Mars - Aarde D Mars – Venus – Saturnus - Uranus

62 Wat is het goede antwoord?

63 Wat is de juiste volgorde van de planeten van links naar rechts? A Venus – Mars – Aarde - Jupiter B Mercurius – Venus – Aarde - Mars C Venus- Pluto – Mars - Aarde D Mars – Venus – Saturnus - Uranus

64 Welke planeet hoort er niet bij qua grootte? A neptunes B uranus C venus D saturnus

65 Wat is het goede antwoord?

66 Welke planeet hoort er niet bij qua grootte? A neptunes B uranus C venus D saturnus

67 Hoeveel buurlanden heeft Rusland? A 10 B 13 C 12 D 15

68 Wat is het goede antwoord?

69 Hoeveel buurlanden heeft Rusland? A 10 B 13 C 12 D 15

70 Hoe noem je de schommelingen in de waterafvoer? A regiem B wadi’s C irrigeren D waterschommelingen

71 Wat is het goede antwoord?

72 Hoe noem je de schommelingen in de waterafvoer? A regiem B wadi’s C irrigeren D waterschommelingen

73 Hoelang doet de aarde erover om helemaal rond de zon te draaien? A 365 dagen, 4 uur, 33 minuten, 52 seconden B 365 dagen, 5 uur, 49 minuten, 26 seconden C 365 dagen, 7 uur, 12 minuten, 1 seconden D 365 dagen, 11 uur, 17 minuten, 7 seconden

74 Wat is het goede antwoord?

75 Hoelang doet de aarde erover om helemaal rond de zon te draaien? A 365 dagen, 4 uur, 33 minuten, 52 seconden B 365 dagen, 5 uur, 49 minuten, 26 seconden C 365 dagen, 7 uur, 12 minuten, 1 seconden D 365 dagen, 11 uur, 17 minuten, 7 seconden

76 Hoe worden de arme landen genoemd? A tweede wereld B periferie C semiperiferie D centrum van de wereld

77 Wat is het goede antwoord?

78 Hoe worden de arme landen genoemd? A tweede wereld B periferie C semiperiferie D centrum van de wereld

79 Van welk land zijn de ontwikkeling en levensomstandigheden het slechtste? A Spanje B Ierland C Frankrijk D Zweden

80 Wat is het goede antwoord?

81 Van welk land zijn de ontwikkeling en levensomstandigheden het slechtste? A Spanje B Ierland C Frankrijk D Zweden

82 Hoeveel is de gemiddelde neerslag per jaar in Nederland? A 100 centimer B 50 centimer C 200 millimeter D 80 centimeter

83 Wat is het goede antwoord?

84 Hoeveel is de gemiddelde neerslag per jaar in Nederland? A 100 centimer B 50 centimer C 200 millimeter D 80 centimeter

85 Wat is overbeweiding? A er staat te veel gras op een stukje weide B er zijn teveel weiden C er grazen teveel koeien D de planten krijgen geen kans om te groeien door het vee

86 Wat is het goede antwoord?

87 Wat is overbeweiding? A er staat te veel gras op een stukje weide B er zijn teveel weiden C er grazen teveel koeien D de planten krijgen geen kans om te groeien door het vee

88 Wat wordt bedoeld met relatieve afstand? A afstand uitgedrukt in tijd B afstand uitgedrukt in kilometer C afstand uitgedrukt in windrichting D afstand uitgedrukt in meter per seconde

89 Wat is het goede antwoord?

90 Wat wordt bedoeld met relatieve afstand? A afstand uitgedrukt in tijd B afstand uitgedrukt in kilometer C afstand uitgedrukt in windrichting D afstand uitgedrukt in meter per seconde

91 I: de arme landen worden semiperiferie genoemd II: een verzamelbekken van sneeuw, hoog in de bergen, heet een opslagbekken A I is juist, II is onjuist B II is juist, I is onjuist C I en II zijn beide onjuist D I en II zijn beide juist

92 Wat is het goede antwoord?

93 I: de arme landen worden semiperiferie genoemd II: een verzamelbekken van sneeuw, hoog in de bergen, heet een opslagbekken A I is juist, II is onjuist B II is juist, I is onjuist C I en II zijn beide onjuist D I en II zijn beide juist

94 Door de draaiing van de aarde krijgt de wind: A op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links B op beide halfronden een afwijking naar rechts C op het noordelijk halfrond een afwijking naar links en op het zuidelijk halfrond naar rechts D geen afwijking

95 Wat is het goede antwoord?

96 Door de draaiing van de aarde krijgt de wind: A op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links B op beide halfronden een afwijking naar rechts C op het noordelijk halfrond een afwijking naar links en op het zuidelijk halfrond naar rechts D geen afwijking

97 Wat is de naam van het gebied waar het water van een rivier met zijrivieren loopt? A stroomgebied B riviergebied C kanaalgebied D afwateringsgebied

98 Wat is het goede antwoord?

99 Wat is de naam van het gebied waar het water van een rivier met zijrivieren loopt? A stroomgebied B riviergebied C kanaalgebied D afwateringsgebied

100 Hoe ontstaat neerslag? A Hoe dichter bij de zon, hoe sneller de wolk smelt B Opstijgende lucht koelt af en kan minder vocht bevatten C Opstijgende lucht wordt warmer en kan minder vocht bevatten D Opstijgende lucht koelt af en kan meer vocht bevatten

101 Wat is het goede antwoord?

102 Hoe ontstaat neerslag? A Hoe dichter bij de zon, hoe sneller de wolk smelt B Opstijgende lucht koelt af en kan minder vocht bevatten C Opstijgende lucht wordt warmer en kan minder vocht bevatten D Opstijgende lucht koelt af en kan meer vocht bevatten

103 Wat ontstaat er als magma stolt? A kristal B stollingsgesteente C olie D vuurstenen

104 Wat is het goede antwoord?

105 Wat ontstaat er als magma stolt? A kristal B stollingsgesteente C olie D vuurstenen

106 Wat is vakantieparticipatie? A het percentage van de bevolking dat op vakantie gaat per jaar B hoeveel mensen er op vakantie gaan per jaar van een bepaald gebied C hoeveel keer mensen gemiddeld per jaar op vakantie gaan D het stimuleren van het op vakantie gaan van de bevolking

107 Wat is het goede antwoord?

108 Wat is vakantieparticipatie? A het percentage van de bevolking dat op vakantie gaat per jaar B hoeveel mensen er op vakantie gaan per jaar van een bepaald gebied C hoeveel keer mensen gemiddeld per jaar op vakantie gaan D het stimuleren van het op vakantie gaan van de bevolking

109 Hoe heet een verzamelbekken hoog in de bergen? A gletsjer B gletserbekken C lawine D fjernbekken

110 Wat is het goede antwoord?

111 Hoe heet een verzamelbekken hoog in de bergen? A gletsjer B gletserbekken C lawine D fjernbekken

112 Naar welke kant staat de poolwind? A zuidwesten B zuidoosten C westen D noorden

113 Wat is het goede antwoord?

114 Naar welke kant staat de poolwind? A zuidwesten B zuidoosten C westen D noorden

115 Welk getal van de schaal van Richter geeft sterke schade aan gebouwen en schoorstenen breken aan? A 7,3 B 6,7 C 5,5 D 5

116 Wat is het goede antwoord?

117 Welk getal van de schaal van Richter geeft sterke schade aan gebouwen en schoorstenen breken aan? A 7,3 B 6,7 C 5,5 D 5

118 Wat hoort er niet bij? A Euraziatische plaat B exogene kracht C schollen D platen

119 Wat is het goede antwoord?

120 Wat hoort er niet bij? A Euraziatische plaat B exogene kracht C schollen D platen

121 Wat is het verschil tussen BBI en BNI? BBIBNI AAlles wat in Nl bij elkaar wordt verdiend Alles wat in Nl plus door Nl’ers in het buitenland wordt verdiend min wat door Nl’ers naar het buitenland wordt gestuurd BWat een Nl gemiddeld verdiendWat alle autochtonen in Nl verdienen CWat autochtonen gemiddeld verdienen in NL Wat in Europa gemiddeld per inwoner verdient wordt DWat autochtonen gemiddeld verdienen in NL Wat alle allochtonen in Nl bij elkaar verdienen

122 Wat is het goede antwoord?

123 Wat is het verschil tussen BBI en BNI? BBIBNI AAlles wat in Nl bij elkaar wordt verdiend Alles wat in Nl plus door Nl’ers in het buitenland wordt verdiend min wat door Nl’ers naar het buitenland wordt gestuurd BWat een Nl gemiddeld verdiendWat alle autochtonen in Nl verdienen CWat autochtonen gemiddeld verdienen in NL Wat in Europa gemiddeld per inwoner verdient wordt DWat autochtonen gemiddeld verdienen in NL Wat alle allochtonen in Nl bij elkaar verdienen

124 Hoe laat is het in Tokyo (Japan) als het in Nederland 00:00 is? A 11:00 uur B 17:00 uur C 09:00 uur D 01:00 uur

125 Wat is het goede antwoord?

126 Hoe laat is het in Tokyo (Japan) als het in Nederland 00:00 is? A 11:00 uur B 17:00 uur C 09:00 uur D 01:00 uur

127 Wat is ‘de main’? A een land B een begrip C een rivier D een dorp

128 Wat is het goede antwoord?

129 Wat is ‘de main’? A een land B een begrip C een rivier D een dorp

130 Hoeveel procent koolstofdioxide zit er in de dampkring? A 0,03% B 30% C 6% D 0,30%

131 Wat is het goede antwoord?

132 Hoeveel procent koolstofdioxide zit er in de dampkring? A 0,03% B 30% C 6% D 0,30%

133 Hoe noem je een kaart met vele kleuren of symbolen? A mozaïekkaart B spreidingskaart C kleurplaat D schaalkaart

134 Wat is het goede antwoord?

135 Hoe noem je een kaart met vele kleuren of symbolen? A mozaïekkaart B spreidingskaart C kleurplaat D schaalkaart

136 Op hoeveel graden breedte ligt het subpolair minimum? A 60 graden B 80 graden C 45 graden D 125 graden

137 Wat is het goede antwoord?

138 Op hoeveel graden breedte ligt het subpolair minimum? A 60 graden B 80 graden C 45 graden D 125 graden

139 Welke planeet ligt er tussen Mercurius en de aarde? A Venus B Pluto C Jupiter D Neptunes

140 Wat is het goede antwoord?

141 Welke planeet ligt er tussen Mercurius en de aarde? A Venus B Pluto C Jupiter D Neptunes

142 Wat is de afstand tussen Parijs en Amsterdam? A 425 kilometer B 320 kilometer C 200 kilometer D 318 kilometer

143 Wat is het goede antwoord?

144 Wat is de afstand tussen Parijs en Amsterdam? A 425 kilometer B 320 kilometer C 200 kilometer D 318 kilometer

145 Waar staat NIC voor? A next industrialized country B nederlands international comedy C nationale internationale curlingclub D newly industrialized country

146 Wat is het goede antwoord?

147 Waar staat NIC voor? A next industrialized country B nederlands international comedy C nationale internationale curlingclub D newly industrialized country


Download ppt "Voorbeeldvraag: Waar strijden we in deze quiz om? A een potlood B agenda C een overhoring D een extra jaar school."

Verwante presentaties


Ads door Google