De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Politiek Nederland als parlementaire democratie:  Politieke macht ligt bij de burgers dmv volkvertegenwoordigers (indirect)  Vrije en geheime verkiezingen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Politiek Nederland als parlementaire democratie:  Politieke macht ligt bij de burgers dmv volkvertegenwoordigers (indirect)  Vrije en geheime verkiezingen."— Transcript van de presentatie:

1 politiek Nederland als parlementaire democratie:  Politieke macht ligt bij de burgers dmv volkvertegenwoordigers (indirect)  Vrije en geheime verkiezingen  Macht van overheid in Grondwet  Beslissen met meerderheid van stemmen

2 Politiek Vervolg kenmerken parlementaire democratie:  Machtenscheiding (Trias Politica)  Grondrechten voor burgers  Alle burgers zijn voor de wet gelijk  artikel 1 van de GW (tegen discriminatie)

3 Politiek Kenmerken rechtsstaat:  Burgers worden beschermd tegen te grote macht van de overheid en tegen willekeur  rechtsbescherming Dat kan doordat de overheid zich aan de wet moet houden Rechters zijn onafhankelijk Grondrechten beschermen de vrijheid van de burgers

4 Politiek Vervolg kenmerken rechtsstaat  De overheid moet de rechtsorde handhaven  rechtsgelijkheid

5 Politiek Functioneren van parlementaire democratie  Elke 4 jaar verkiezingen voor Tweede Kamer  Belangrijke begrippen: kabinetsformatie, coalitievorming, regeerakkoord, parlementair jaar, begroting, Miljoenennota, Troonrede, Prinsjesdag, behandeling van de begroting door parlement

6 Politiek  Verschillen tussen democratische rechtsstaat en dictatoriaal politiek systeem  Dictatuur  1 persoon/1 partij heeft de hoogste macht  Geen parlementaire democratie, geen rechtsstaat, geen politieke rechten, censuur door de machthebber

7 Politiek Voorbeelden dictatuur:  Nazi-Duitsland \recht-extremisme  fascisme / Nu:  China, Cuba, Noord-Korea (ook Afrikaanse, Aziatische en Arabische landen  denk aan opstanden in Egypte)

8 Politiek Taken van regering:  Wetgeving  voorbereiding  Uitvoering van wetgeving  Ondersteund door ambtenaren Middelen om taken uit te voeren:  Wetsvoorstellen, begrotingen, nota’s

9 Politiek Taken van parlement:  Controleren van het regeringsbeleid  Medewetgeving (bijsturing van het regeringsbeleid)

10 Politiek Verhouding tussen regering en parlement Wie heeft de meeste macht (=invloed)  Parlement heeft laatste woord  wetsvoorstellen en vertrouwen in minister  Ministers worden ter verantwoording geroepen

11 Politiek Wie heeft de meeste macht?  In de praktijk de regering, want:  Ondersteuning door ambtenaren  Steun van de meerderheid in het parlement  Regeerakkoord (staat vast)  regeringspartijen hebben meer invloed dan oppositiepartijen  Dreigen met kabinetscrisis  dan kan er helemaal niets nieuws meer gebeuren

12 Politiek Drie bestuurslagen:  Nationaal bestuur (landelijk)  gekozen parlement, regering, ministeries  Provinciaal bestuur  gekozen Provinciale Staten, College van Gedeputeerden  Lokaal bestuur (gemeente)  gekozen gemeenteraad, College van Burgemeester en Wethouders

13 Politiek Taken overheid:  In het algemeen belang  Openbare orde en veiligheid  Verkeer- en waterwegen  Minimumniveau van bestaanszekerheid  Beleid maken voor maatschappelijke problemen (politieke agenda)

14 Politiek Constitutionele monarchie:  Koningin is staatshoofd, lid van regering  Macht van staatshoofd beperkt door Grondwet (constitutie)  Geen politieke macht  ministers zijn verantwoordelijk voor beleid  Ministeriële verantwoordelijkheid (voor wat de koningin zegt en doet in het openbaar)

15 Politiek Vervolg constitutionele monarchie:  Overleg tussen koningin en ministers is geheim  geheim van het Paleis/Noordeinde  Taken koningin: ceremonieel, symbolisch en representatief vb. Bij officiële gelegenheden, openingen, staatsbezoeken, Prinsjesdag

16 Politiek Besluitvorming  4 fasen 1.Uiten van wensen en erkennen van wensen als politieke problemen 2.Vergelijken of afwegen van politieke problemen; bedenken van oplossingen (beleidsvoorbereiding) 3.Beslissen over problemen/besluitvormingsfase 4.Besluiten uitvoeren (5. terugkoppeling)

17 Politiek Politiek probleem:  Situaties die veel mensen als ongewenst zien, waarvoor een oplossing van de overheid wordt gewenst of waar zij bij betrokken zijn Politieke agenda:  Een probleem in de samenleving is onderwerp van overheidsbeleid (het probleem is te groot voor individuen of groepen mensen)

18 Politiek Sluiten van compromissen:  Elke partij moet iets toegeven  Enige manier om meerderheidsbesluiten te kunnen nemen

19 Politiek Regering:  Koningin en ministers Kabinet:  Ministers en staatssecretarissen  Minister-president (voorzitter van de regering) uit grootste politieke partij in regering Regering en parlement:  Maken wetten die in het hele land gelden

20 Politiek Gemeente en gemeentebestuur:  Meest dichtbij voor de burger  Politiek  gemeenteraadsverkiezingen  Klant  paspoort, rijbewijs, vergunningen  Belastingbetaler  gemeentelijke belastingen: OZB, rioolbelasting

21 Politiek Organisatie:  College van B&W  dagelijks bestuur  Gemeenteraad  volksvertegenwoordigers  Burgemeester  benoemd door koningin  Is voorzitter van gemeenteraad en college  Verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid

22 Politiek / Europa Europese Unie vanaf 1992, in 2007 27 lidstaten Voorloper: Europese Gemeenschap WAAROM? DOELEN:  Verbetering stabiliteit en veiligheid  Verhogen welvaartsniveau

23 Politiek / Europa Belangrijkste pijler: economische samenwerkingKenmerken:  Vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en mensen  Garanderen eerlijke concurrentie  Gemeenschappelijk landbouwbeleid

24 Politiek / Europa Andere samenwerking:  Buitenlands beleid  asielbeleid, immigratiebeleid (Italië, vluchtelingen uit Libië)  Justitie  misdaad en terreurbestrijding  Milieubeleid

25 Politiek / Europa Wat merken wij ervan?  Toename van welvaart  Gemeenschappelijke munt  Euro  Bescherming van rechten van consument  Europese regelgeving voor voedselproductie (eisen voor gezondheid)

26 Politiek / Europa Vervolg, wat merken wij ervan?  Gelijke rechten mannen en vrouwen  Bescherming van het milieu  Geen dierproeven op cosmetica  Mobiel bellen in buitenland moet goedkoper worden (moet nog komen)

27 Politiek / Europa Sociaal cultureel gebied:  Internationale stabiliteit en veiligheid  Mensenrechten, voorwaarde om lid te worden + democratische rechtsstaat  Europees burgerschap  vrij reizen, wonen en werken binnen grenzen EU, stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen  Jongeren kunnen studeren in buitenland

28 Politiek / Europa Invloed van burgers / besluitvorming:  Elke 5 jaar verkiezingen Europees Parlement (vergelijk Tweede Kamer)  lobbyen  Europees Parlement controleert Europese Commissie (kabinet)  Wetsvoorstellen moeten ook goedgekeurd worden door ministers lidstaten

29 Politiek / Europa Kritiek op Europa:  Zelfstandigheid van lidstaten  Goedkope arbeidskrachten uit buitenland  Log en bureaucratisch  Moeilijk bestuurbaar door groter worden  Kost Nederland te veel geld  Te weinig democratische controle  Veel lidstaten, invloed Nl. wordt kleiner

30 Politiek / invloed op besluitvorming Massamedia  functie voor de politiek:  Aandragen van onderwerpen voor de politieke agenda  Controleren van politici, waakhond van de democratie  Burgers informeren over overheidsbeleid  Meningsvorming/opinievorming

31 Politiek / invloed op besluitvorming Ambtenaren:  Voorbereiding en uitvoering van besluiten (landelijk en lokaal)  Ministers en wethouders zijn verantwoordelijk voor wat ambtenaren doen  Ambtenaren schakel tussen politiek en burgers (politie, docenten!)  Macht door specialistische kennis  Blijven langer in functie dan politici  Interpretatie van wetten/besluiten

32 Politiek / invloed op besluitvorming Politieke partijen:  Door verkiezingen proberen om politieke macht te krijgen  Bezig met inrichting van de samenleving  houden rekening met verschillende belangen en wensen  Partij-/verkiezingsprogramma’s met eigen idealen

33 Politiek / invloed op besluitvorming Politieke partijen:  Leveren mensen voor politieke functies  Beïnvloeden mensen in politieke functies (in verschillende bestuurslagen)  Nemen soms standpunten van maatschappelijke groeperingen over (bv. van pressiegroepen/belangengroepen)  Verschil tussen regeringspartij en oppositiepartij

34 Politiek / Knelpunten  Invloed van Europa te groot  Grote afstand tussen kiezers en politici  geen interesse in politiek, mensen begrijpen politiek niet, er wordt niet geluisterd, politici doen hun werk niet goed, weten niet wat er leeft in de samenleving  weinig invloed op besluitvorming, niet rechtstreeks invloed op beleid of vorming kabinet/keuze voor burgemeester

35 Politiek / Knelpunten Oplossingen:  Gekozen minister-president, burgemeester  Regionale kandidaatstelling (weten wat er in de regio speelt)  Referenda  Instellen van stemplicht

36 Politiek / Knelpunten Voordelen referendum:  Directe invloed  Verkleining van de kloof tussen politiek en burgers  Belangstelling van burgers wordt groter  Minderheden in bestuur kunnen door referendum burgers achter zich krijgen  Groter draagvlak voor besluit

37 Politiek / Knelpunten Nadelen referendum:  Aantasting van positie volksvertegenwoordigers  Vertraging besluitvormingsproces  Politieke problemen zijn vaak te ingewikkeld, vraag bij referendum te simpel  Eenzijdige berichtgeving  manipulatie  Versnippering besluitvorming  Tegenstemmen om andere redenen (2005, Euro)  Je kunt alleen ‘ja’ of ‘nee’ kiezen

38 Politiek / beïnvloeding Burgers:  Stemrecht  Lidmaatschap / Oprichten politieke partij  Inschakelen politieke partij  Oprichten actie- / belangengroep / lid worden  Klacht / bezwaarschrift indienen bij overheid

39 Politiek / Beïnvloeding Door burgers:  Handtekeningenactie  Buitenparlementaire acties (bv. blokkades)  Contact opnemen met politici  Inschakelen media  Klacht indienen bij Nationale Ombudsman  Inspraakmogelijkheden  Verzoek om referendum indienen  Rechter inschakelen

40 Politiek / Beïnvloeding Door belangen- of pressiegroepen: Kenmerken: * streven bepaalde belangen na *om dat doel te bereiken oefenen ze druk uit op besluitvorming door:  Openlijke actie  beïnvloeden publieke opinie  Overleg in adviesorganen (Cao-overleg)  Lobbyen

41 Politiek / Beïnvloeding Machtsmiddelen van maatschappelijke groeperingen/organisaties:  Kennis/deskundigheid  Grootte van de groep  Financiële middelen  Wettelijke bevoegdheden  Gezag/charisma van leider  Toegang tot media  Toegang tot politici  Deel uitmaken van adviesorganen van bestuur/regering

42 Politieke stromingen  Links – midden – rechts  Progressief - conservatief

43 Politieke stromingen Liberale stroming/partijen:  Individuele vrijheid/individuele rechten  Economische vrijheid, vrijheid om te ondernemen, ruimte voor de markt  Particulier initiatief  Kleine rol voor overheid  verminderen regelgeving (deregulering). Taak overheid is openbare orde en defensie  Bescherming rechtsstaat (=vrijheid burgers)  Eigen verantwoordelijkheid

44 Politieke stromingen sociaaldemocratische/socialistische stroming en partijen:  Streven naar gelijkheid (verminderen ongelijkheid in wereld)  Grote rol van overheid  Gelijkwaardigheid van mensen  Internationale solidariteit  Verkleinen verschillen tussen mensen  Opkomen voor zwakken in samenleving

45 Politieke stromingen Christendemocratische stroming/partijen:  Naastenliefde  Gespreide verantwoordelijkheid (samenleving)  Christelijk geloof als inspiratiebron  Samenwerking tussen groepen in samenleving en overheid  Kleine rol van overheid  overheid doet wat groepen zelf niet kunnen (kwetsbare groepen)  Rentmeesterschap (milieu)

46 Politieke stromingen Rechts-extremistische stroming:  Ongelijkwaardigheid rassen  racisme; nationaliteiten  nationalistisch; seksuele geaardheid of sekse  Sterk leiderschap  Gericht op geweld  Sympathie voor (leiders van) fascisme en Nazi- Duitsland  Vooral zichtbaar in periodes van crisis en werkloosheid  Inspelen op gevoelens van angst en onzekerheid  Superioriteit van eigen groep/volk/natie


Download ppt "Politiek Nederland als parlementaire democratie:  Politieke macht ligt bij de burgers dmv volkvertegenwoordigers (indirect)  Vrije en geheime verkiezingen."

Verwante presentaties


Ads door Google