1 SHOCK door Petri Snel lotusdocent Sandra van Poortvliet, lotusdocent Joyce Snel, lotusinstructeur Marjane Austin, aspirant lotus.

Presentatie over: "1 SHOCK door Petri Snel lotusdocent Sandra van Poortvliet, lotusdocent Joyce Snel, lotusinstructeur Marjane Austin, aspirant lotus."— Transcript van de presentatie:

1 1 SHOCK door Petri Snel lotusdocent Sandra van Poortvliet, lotusdocent Joyce Snel, lotusinstructeur Marjane Austin, aspirant lotus

2 2 Overzicht -Wat is shock? -Oorzaken shock; -4 Stadia van shock; -Diverse demo’s grimeren en acteren; -Kleine samenvatting; -Vragen?

3 3 Wat is SHOCK? Geen aandoening, maar een symptoom, wat veroorzaakt kan worden door o.a.: -bloed- / vochtverlies (hypovolemische shock); -bloedvergiftiging (septische shock); -hartfalen (cardiogene shock).

4 4 Wat is SHOCK? In het OK-boekje staat: Wanneer er niet voldoende bloed door de bloedvaten wordt gepompt, schiet de bloedsomloop tekort. Hierdoor ontstaat zuurstoftekort. Deze toestand heet shock en is levens- bedreigend.

5 5 Wat is SHOCK? Een betere omschrijving zou echter moeten/kunnen zijn: -Shock is een zuurstoftekort op weefselniveau, als gevolg van een tekortschietende bloedsomloop. (NODE, No. 1 2009)

6 6 Wat is SHOCK? Wat is normaal in ons menselijk lichaam? -een goede hoeveelheid bloed ca. 5 lt. (=inhoud) in de bloedvaten. Shock: = dus een verstoring van het bovenstaande.

7 7 Oorzaken shock Tijdsbestek: (hoe vlug kan het gaan) afhankelijk van de snelheid waarmee het bloed is weggestroomd, de hoeveelheid bloed of plasma, die verloren is gegaan en de leeftijd van het slachtoffer.

8 8 De 4 stadia van ontwikkeling 1e stadium: aanvangstadium; 2e stadium: compensatiestadium; 3e stadium: decompensatiestadium; 4e stadium: irreversibele stadium.

9 9 1e stadium (aanvangsstadium) -de celwanden van de weefsels raken beschadigd en gaan vocht lekken; -verzuring in de cellen door zuurstofloze stofwisseling in deze cellen;

10 10 1e stadium (aanvangsstadium) Vervolg: -de lever kan de afvalstoffen niet verwijderen (hiervoor is zuurstof nodig); -door verzuring van o.a. de hersencellen, wordt het so iets onrustig en voelt zich ziek.

11 11 2e stadium (compensatiestadium) - circulatie: - het hart pompt het bloed sneller rond; - ademhaling - versnelt en kan oppervlakkig of luidruchtig zijn;

12 12 2e stadium (compensatiestadium) vervolg: - organen: - minder belangrijke organen, zoals de huid krijgt minder bloed; - hij voelt koud en klam aan, maar is toch zweterig;

13 13 2e stadium (compensatiestadium) vervolg: - bewustzijn: - so is vaak rusteloos, angstig, verward, gespannen en gedesoriënteerd. Indien er geen verbetering komt, wordt hij, door de afnemende circulatie naar de hersenen, suffer en verwarder.

14 14 2e stadium (compensatiestadium) vervolg: - pols: - deze is vaak zwak voelbaar en versneld; - bij meting zal er een lage bloeddruk te zien zijn;

15 15 2e stadium (compensatiestadium) vervolg: - spieren: - door de verminderde bloedtoevoer zullen deze, vooral van het bewegingsapparaat, snel hun kracht verliezen; - hierdoor zal het so niet meer goed kunnen lopen c.q. staan.

16 16 Verschijnselen 1e en 2e stadium -het slachtoffer ziet er “slecht” uit en voelt zich beroerd; -heeft een grauw/bleek uiterlijk;

17 17 Acteren shock 1e en 2de stadium -slachtoffer komt moeizaam lopend binnen of zit op een stoel; -slachtoffer voelt zich beroerd; -slachtoffer is goed aanspreekbaar.

18 18 Demo 1e en 2de stadium grimeren en acteren van een slachtoffer met beginnende shock

19 19 3e stadium (decompensatiestadium) - een toenemende lekkage van de lichaamsvloeistoffen in de omliggende weefsels; - vitale functies raken nu beschadigd door de voortdurende vaatvernauwing en slechte doorbloeding;

20 20 3e stadium (decompensatiestadium) vervolg: - bacteriën kunnen nu doordringen in de bloedbaan, hetgeen bijkomende complicaties kan veroorzaken.

21 21 Verschijnselen 1e, 2e en 3e stadia -het slachtoffer ziet er “slecht” uit en voelt zich beroerd; -heeft een grauw/bleek uiterlijk; -heeft iets diepliggende ogen; -heeft een koude en spitse neus; -heeft het rillerig koud;

22 22 Verschijnselen 1e, 2e en 3e stadia -de huid voelt klam aan; -klaagt over toenemende dorst; -geeuwt, soms misselijkheid; -is onrustig en angstig; -voelt zich moe en krachteloos.

23 23 Acteren 1e, 2e en 3e stadium - slachtoffer kan zeer moeizaam lopen en zal een vooroverzittende houding aannemen; -slachtoffer voelt zich beroerd; -slachtoffer is goed aanspreekbaar;

24 24 Acteren 1e, 2e en 3e stadium -ademhaling is oppervlakkig en snel; -de bewegingen zijn al iets trager en armen en benen voelen zwaar aan; -slachtoffer klaagt over dorst.

25 25 Demo 3e stadium grimeren en acteren van een slachtoffer (met een rode gelaatskleur) met gevorderde shock

26 26 4e stadium (irreversibele stadium) onomkeerbaar: -sprake van toenemende (grootschalig) weefselversterf en falen van de vitale functies.

27 27 Verschijnselen 4e stadium -het slachtoffer ziet er “slecht” uit, voelt zich beroerd en maakt een echt zieke indruk; -heeft een grauw/bleek uiterlijk; -heeft diepliggende ogen; -heeft een koude en spitse neus; -heeft het rillerig koud;

28 28 Verschijnselen 4e stadium -de huid voelt klam aan; -klaagt over dorst; -geeuwt, soms misselijkheid; -is onrustig en angstig; -voelt zich moe en krachteloos.

29 29 Acteren 4e stadium Houding: -liggend op de rug (geen opgetrokken knieën, alleen bij acute buik); -liggend op de zij (moet wel aanspreekbaar voor de hulpverlener); -halfzittend tegen een muur (grimetechnisch).

30 30 Acteren 4e stadium -slachtoffer voelt zich enorm beroerd en voelt dat hij dood gaat; -slachtoffer is goed aanspreekbaar; -stem is goed hoorbaar, echter het slachtoffer praat wel “gescandeerd” ;

31 31 Acteren 4e stadium -ademhaling is oppervlakkig en snel; -de bewegingen zijn traag en armen en benen voelen loodzwaar aan; -slachtoffer klaagt vaak over dorst;

32 32 Acteren 4e stadium -slachtoffer is rusteloos en plukt aan kleding of deken; -het slachtoffer kan hulpeloos naar de hand van de helper zoeken voor hulp; -een shock - slachtoffer blijft vaak tot het einde helder van geest.

33 33 Demo 4e stadium grimeren en acteren van een slachtoffer (met een donkere gelaatskleur) met vergevorderde shock

34 34 Kleine samenvatting Aanpassingen van het lichaam om hersenen, hart en nieren zolang mogelijk van voldoende zuurstof te voorzien: -vermindering bloedtoevoer naar organen die tekort aan zuurstof enige tijd kunnen verdragen; -uit de slijmvliezen van o.a. de mond wordt vocht naar de bloedvaten getrokken;

35 35 Kleine samenvatting vervolg aanpassingen: -uit het onderhuidse weefsel wordt vocht naar de bloedvaten getrokken; -de ademhaling wordt sneller en oppervlakkiger om het lichaam van zoveel mogelijk zuurstof te voorzien; -ook af en toe geeuwen houdt hiermee verband.

36 36 Vragen??