De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Specialisme Technische Hulpverlening BRANDWEER NEDERLAND

Verwante presentaties


Presentatie over: "Specialisme Technische Hulpverlening BRANDWEER NEDERLAND"— Transcript van de presentatie:

1 Specialisme Technische Hulpverlening BRANDWEER NEDERLAND
Projectgroep met vijf regio’s, ondersteuning vanuit het IFV door programmateam GBO – SO, waar dit project uit voort vloeit. IFV ondersteunt met: financiën, werving en selectie, vakbekwaamheid en onderhoud materieel (ook in toekomst). Eerste landelijke specialisme dat op deze wijze: met en door het veld ontwikkeld wordt. Daardoor soms ook een traject van pionieren! Maar enthousiasme is telkens weer groot Producten die inmiddels zijn opgeleverd door de projectgroep en die zeer goed in te zetten zijn voor de andere nog te ontwikkelen specialismen: Organisatieplan Operationeel handboek Risicoanalyse Veldhandboek selectiesysteem Opleidingsprogramma Kledingpakket Communicatieprogramma

2 Specialisme Technische Hulpverlening
Landelijke specialismen zorgen voor een betere afdekking van de risico’s. Specialisme Technische Hulpverlening (STH) eerste landelijke specialisme. Basis voor dit specialisme is de visie van de RBC op grootschalig en specialistisch optreden (basis gelegd door SOM). Is de uitwerking van Brandweer Over Morgen. Het specialisme Technische Hulpverlening (STH), is het eerste specialisme dat wordt gerealiseerd en is de uitwerking van de vastgestelde visie Grootschalig Optreden Brandweer (2013) en de vastgestelde visie Specialistisch optreden brandweer Nederland (2014). Dit specialisme wordt nu uitgerold en maar biedt tevens input voor de ontwikkeling van de andere specialismen. Het is een uitwerking van Brandweer over morgen. Met als doel: minder branden, minder slachtoffers, minder schade. Door gezamenlijk grootschalig en specialistisch op te treden organiseren we een slagvaardige organisatie die zich continu verbetert en aanpast aan de ontwikkelingen in de samenleving. Hierdoor hoeft niet iedere regio zelf zaken op te tuigen. De basis voor het specialisme is het project Specialistisch Optreden op Maat geweest.

3 Specialisme Technische Hulpverlening
Onderdeel van het programma ‘Samen werken aan grootschalig en specialistisch optreden’. Programma Samen werken aan grootschalig en specialistisch optreden Brandweer Nederland zorgt voor de uitvoering. Andere projecten zijn: ontwikkelen doctrine voor grootschalig en specialistisch brandweer optreden (wordt onderdeel van de brandweerdoctrine): vier thema’s: risicogericht (we richten ons op de risico’s (landelijke risicokaart) slim (we innoveren en bundelen dit), samen (bundelen door kennis en kunde te verbinden) en regie (De RBC bepaalt op basis van de geïnventariseerde risico’s waar we ons op richten). In ontwikkeling: Doctrine Natuurbrandbeheersing (in ontwikkeling en gericht op kennisdelen) Ontwikkeling van Kennis en Expertisenetwerken

4 Specialisme Technische Hulpverlening
Als je het werk van de brandweer in een driehoek samenpakt kun je hier aangeven op welk niveau het STH team is geregeld. Het gaat ook om: - grote kans, kleine kans (woningbrand, e.d. Geregeld in de basisbrandweerzorg) - middelgrote kans, middelgroot effect; interregionale samenwerking (grootschalige brandweeroptreden) - en kleine kans groot effect: dan zit je op landelijk niveau / specialistisch optreden Het restrisico: zijn risico’s die dermate weinig voorkomen, dat je je er niet op kunt voorbereiden. Het is aan de RBC / Bestuurders om hier keuzes in te maken. Wat zij hier onder verstaan. Daarom is een van de belangrijkste stappen die het programma ontwikkelt: een landelijke risicokaart op basis van de regionale risicoprofielen.

5 Eén regio coördineert (Hollands Midden)
STH in Nederland Vijf STH-regio’s Eén regio coördineert (Hollands Midden) Incidentregio bepaalt IFV ondersteunt Breng en haalplicht In het voorjaar van 2016 zijn alle teams opgeleid. Per 1 juni staan de vijf regio’s klaar zijn om operationeel in te zetten. En worden de komende jaren, op basis van ervaringen doorontwikkeld (vakbekwaam blijven, doorontwikkelen in instortingen en spoorincidenten. Dit geldt ook voor de profielen waar de specialisten aan moeten voldoen. Rol IFV: verzorging en onderhoud materieel, vakbekwaamheid (worden en blijven) en financiën Breng en haalplicht > zie ook sheet 6 op informatie / beheer voor alle regio’s, de vijf regio’s, de coördinerende regio, de incidentregio en het IFV.

6 Vijf regio’s met STH-teams van 9 functionarissen (in totaal 130 pers.)
Team Noord: VR Fryslân, standplaats Drachten Team West: VR Hollands Midden, standplaats Alphen aan den Rijn Team Oost: VR IJsselland, standplaats Zwolle Team Zuid: VR Midden- en West-Brabant, standplaats Tilburg Team Midden: VR Gelderland-Zuid, standplaats Beusichem 5 teams die landelijke dekking verzorgen

7 De vijf regio’s Dragen zorg voor het specialisme Technische Hulpverlening: Permanent inzetbaar met een getraind team. Beheersmatige taken (rapportage, brengplicht). De coördinerende regio zorgt voor jaarlijkse rapportage aan RBC / programmaraad. De incidentregio levert eveneens een rapportage aan. Deze sheet gaat kort in op aantal punten uit het organisatieplan: hoe is het opgebouwd, hoe borgen we het. Regio met specialisme Technische Hulpverlening Een regio met het specialisme Technische Hulpverlening (STH-regio) zorgt ervoor dat het specialisme permanent inzetbaar is en dat het personeel op de juiste wijze geoefend en getraind is. Naast deze operationele taken hebben de STH-regio’s beheersmatige taken. Dit betreft de brengplicht tot het rapporteren over een aantal onderwerpen aan de coördinerend STH-regio. De coördinerend STH-regio heeft hierin een dubbelrol want die is naast coördinator ook een operationele STH-regio. Coördinerend regio specialisme technische hulpverlening Veiligheidsregio Hollands Midden is coördinerend STH regio. De operationele taak van deze regio ligt in het coördineren van de inzet van een specialistisch team, met de procedures voor alarmering, aflossing, opschaling en restdekking. Beheersmatig zorgt de coördinerende regio ervoor dat alle STH inzetten, waaronder ook oefeningen, op de juiste wijze worden geëvalueerd. Hierbij geldt het principe dat medewerkers uit de ene STH-regio waarneemt bij een andere STH-regio. Verbeterpunten die hier uit voortkomen en die een acuut karakter hebben worden ook door de coördinerend STH-regio actief en op de afgesproken wijze   gecommuniceerd. Daarnaast vraagt en ontvangt de coördinerend STH-regio rapportages van alle STH-regio’s. Deze rapportages worden geanalyseerd en samengevat tot een jaarplan en jaarrapportage voor de Programmaraad Incidentbestrijding (IB) van Brandweer Nederland. Borging De coördinerende STH-regio heeft zowel een haal- als brengplicht voor de rapportages. Beleidswijzigingen vanuit de programmaraad IB, zorgt de coördinerend STH-regio ervoor dat de STH-regio’s er van op de hoogte worden gesteld. De vragende regio: incidentregio’s Een regio waar een STH inzet plaatsvindt, levert een rapportage van het totaalbeeld aan de betreffende STH-regio(‘s) die de inzet leverde(n), conform artikel van het besluit Veiligheidsregio’s. De rapportage is aangevuld met terugkoppeling  /mening van de bijstand vragende regio op de aanvraag en inzet van het team STH.

8 Technische hulpverlening voor de volgende incidentscenario’s
Hulp bij instorting van grote gebouwen, tunnels en kunstwerken. Complexer spoorincidenten Borging en samenwerking basisbrandweerzorg – STH - USAR.nl (Coördinerende regio Hollands Midden) Vooralsnog bereiden we ons voor op twee scenario’s: instortingen en spoorincidenten. Daarna verder bekwamen. Voor alarmering: zie bij sheets 13 Deze scenario’s komen uit de handreiking regionaal risicoprofiel en staan in het organisatieplan uitgebreid beschreven. STH teams worden landelijk ingezet op verzoek van een regio. Er wordt samengewerkt met USAR.nl, het nationaal en internationaal rescueteam. STH is de verbijzondering van de basishulpverlening. STH is tevens brug tussen basisbrandweerzorg en USAR.nl - Incidenten op het gebied van technische hulpverlening worden vanuit de basisbrandweerzorg uitgevoerd en opgeschaald. In die gevallen waar kennis, techniek en/of materialen in de basisbrandweerzorg onvoldoende of niet beschikbaar zijn kan het STH ingezet worden. Indien nodig vult USAR.nl, het Urban Search And Rescue Team aan met bijv. speurhondenteams, medische ondersteuning, aanvullende kennis en/of materieel met één of meerdere USAR-teams. Samen werken aan samenwerking is hierbij hét uitgangspunt om bij technische hulpverlingsincidenten, met een hoog specialistich karakter, met elkaar het verschil te maken.

9 Scenario’s inzet STH-teams
Instorting grootschalig en complex slachtoffers moeilijk te lokaliseren Spoorincidenten

10 Waarom Specialisme Technische hulpverlening?
Alle regio's leveren basiszorg Technische Hulpverlening. De vijf regio’s leveren: specialisme hulpverlening. Regio's leveren onderling bijstand. Tijdens basisoptreden is contact met slachtoffer. STH levert meerwaarde in genoemde scenario’s wanneer: - niet bekend is of er een slachtoffer is; - niet bekend is waar het slachtoffer is; - het niet mogelijk is het slachtoffer te bereiken met beschikbare middelen in getroffen regio; - en/of basis versterkt kan worden met advies. Deze sheet gaat wat dieper in op het waarom van het Specialisme Technische Hulpverlening. De scenario’s zijn in de vorige dia besproken.

11 Het Team STH Het specialistische team technische hulpverlening bestaat uit: Eén teamleider (eindverantwoordelijk en aanspreekpunt in CoPi); Eén plaatsvervangend teamleider (meewerkende bevelvoerder); Vijf reddingswerkers; En twee logistiek ondersteuners. Specialistisch team technische hulpverlening Een specialistisch team technische hulpverlening bestaat uit :een teamleider op officiersniveau, een plaatsvervangend teamleider op niveau bevelvoerder, vijf reddingswerkers met niveau manschap, waarvan minimaal een brandweerchauffeur en twee STH-logistieke ondersteuners niveau manschap. Om de uitrusting van het team ter plaatse te brengen zijn er nog twee brandweerchauffeurs (zwaar) nodig. Let op: wisselt per regio. Gezamenlijk hebben de teamleden de volgende taken bij een inzet: het uitvoeren van een verkenning inclusief taakrisicoanalyse; het zekerstellen en bewaken van de veiligheid op de werkplek (het inzetvak); het lokaliseren van slachtoffers; het creëren van toegang tot slachtoffers; het redden van slachtoffers. In het operationeel handboek (bijlage 2.2) staat meer informatie over het team, de taken, de uitrusting, operationele procedures enzovoorts.

12 Het Team STH Het team heeft de volgende taken:
Verkenning / taakrisicoanalyse Zekerstellen en bewaken van de werkplek Lokaliseren van slachtoffers Toegang creëren tot slachtoffers En het redden en overdragen aan lokale hulpverlening. Specialistisch team technische hulpverlening Gezamenlijk hebben de teamleden de volgende taken bij een inzet: het uitvoeren van een verkenning inclusief taakrisicoanalyse; het zekerstellen en bewaken van de veiligheid op de werkplek (het inzetvak); het lokaliseren van slachtoffers; het creëren van toegang tot slachtoffers; het redden van slachtoffers. In het operationeel handboek (bijlage 2.2) staat meer informatie over het team, de taken, de uitrusting, operationele procedures enzovoorts.

13 Het Team STH Opleidingstraject Introductie Basistraining
Functie specifiek Teamtraining Eindoefening Primeur ELO Vanaf september 2015 is gestart met het trainingsprogramma. Deze bestaat uit basiskennis voor de complete ploeg, functie specifieke trainingen, teambuilding en zal worden afgesloten met een eindoefening. De verwachting is dat in april 2016 de teams operationeel zijn. Via ELO (elektronische Leeromgeving) kunnen deelnemers zelf bepalen op welk moment ze studeren.

14 Werkwijze alarmeren (1)
Hoe wordt een STH-team gealarmeerd? Een STH-team kan op verschillende manieren worden gealarmeerd: De regio waar het incident plaatsvindt (bronregio)doet via de Gemeenschappelijke Meldkamer Den Haag (GMK DH) een verzoek voor STH-inzet of vraagt een advies. Mocht de bronregio een STH-regio zijn, dan alarmeert de regio zelf en informeert de GMK DH over de directe inzet. Hoe wordt een STH-team gealarmeerd? Een STH-team kan op verschillende manieren worden gealarmeerd: - De regio waar het incident plaatsvindt (bronregio)doet via de Gemeenschappelijke Meldkamer Den Haag (GMK DH) een verzoek voor STH-inzet of vraagt een advies. - Mocht de bronregio een STH-regio zijn, dan alarmeert de regio zelf en informeert de GMK DH over de directe inzet. - Het kan ook zijn dat de coördinerende regio (Hollands Midden) contact opneemt met de bronregio om te onderzoeken of een STH-inzet wenselijk is. - Ook het NCC kan contact opnemen met de GMK DH over een STH-inzet. De coördinerende regio bewaakt het overzicht en zorgt voor aflossing door andere STH-teams bij langdurige inzetten. De opkomsttijden Bij een alarmering rukt de teamleider binnen 15 minuten uit en is binnen 75 minuten ter plaatse. Het STH-team rukt binnen 30 minuten uit en is binnen 90 minuten ter plaatse.

15 Werkwijze alarmeren (2)
Het kan ook zijn dat de coördinerende regio (Hollands Midden) contact opneemt met de bronregio om te onderzoeken of een STH-inzet wenselijk is. Ook het NCC kan contact opnemen met de GMK DH over een STH-inzet. De coördinerende regio bewaakt het overzicht en zorgt voor aflossing door andere STH-teams bij langdurige inzetten. De opkomsttijden Bij een alarmering rukt de teamleider binnen 15 minuten uit en is binnen 75 minuten ter plaatse. Het STH-team rukt binnen 30 minuten uit en is binnen 90 minuten ter plaatse. Deze sheets komen uit de ppp die Arjan Stam heeft gegeven bij de meldkamer. Is ook apart op te vragen bij Hoe wordt een STH-team gealarmeerd? Een STH-team kan op verschillende manieren worden gealarmeerd: - De regio waar het incident plaatsvindt (bronregio)doet via de Gemeenschappelijke Meldkamer Den Haag (GMK DH) een verzoek voor STH-inzet of vraagt een advies. - Mocht de bronregio een STH-regio zijn, dan alarmeert de regio zelf en informeert de GMK DH over de directe inzet. - Het kan ook zijn dat de coördinerende regio (Hollands Midden) contact opneemt met de bronregio om te onderzoeken of een STH-inzet wenselijk is. - Ook het NCC kan contact opnemen met de GMK DH over een STH-inzet. De coördinerende regio bewaakt het overzicht en zorgt voor aflossing door andere STH-teams bij langdurige inzetten. De opkomsttijden Bij een alarmering rukt de teamleider binnen 15 minuten uit en is binnen 75 minuten ter plaatse. Het STH-team rukt binnen 30 minuten uit en is binnen 90 minuten ter plaatse.

16 STH Team ter plaatse Elk te alarmeren team bestaat uit:
Eén Teamleider (Dienstauto) Eén plaatsvervangend teamleider en vijf reddingswerkers (1 TS) Twee logistiek ondersteuners met twee haakarmvoertuigen met twee containers bobcat Reddingsmateriaal

17 Voordelen van specialistisch optreden
impressie van materieel STH: het gaat om twee containers, een voor logistiek, de ander is uitrusting technische hulpverlening Er kunnen vragen komen over de inname van de containers bij de 25 regio’s. Aangegeven kan worden dat nog in overleg bekeken wordt of delen ervan op één plek beschikbaar kunnen blijven. Hieronder wat achtergrondinformatie; wordt ook opgenomen bij de FAQ lijst. Achtergrondinformatie over het hoe en waarom van GBO en SO en het specialisme dat nu is ontwikkeld (tekst uit Addendum voor DB IFV 12 mei 2016) Met het ontstaan van de veiligheidsregio’s (Wet Veiligheidsregio’s 2010) heeft de brandweer wederom een nieuwe weg ingeslagen. Grootwatertransport en commandovoering zijn sinds 2008 al een regionale verantwoordelijkheid. Tegenwoordig past dat ook goed bij de omvang van de veiligheidsregio. De brandweer is destijds door BZK gevraagd een nieuwe visie te ontwikkelen voor de rampenbestrijdingstaak. De kern van deze rampenbestrijdingstaak is: het komt zelden voor, maar als het gebeurt is het grootschalig èn is er zeer specialistische kennis nodig. In de jaren ’80 dachten we dit te regelen binnen de brandweercompagnie. De brandweer werd voorzien van 61 compagnieën, en iedereen moest alles kunnen. Iedere regio moest zich met veel mensen voorbereiden op incidenten die zelden voorkomen. Dat vereiste intensief opleiden, trainen en oefenen, waarvoor regio’s een BDUR-bijdrage kregen van het rijk. Een voorbeeld is Technische Hulpverlening, nodig bij treinbotsingen en instortingen. In de praktijk komen deze incidenten zelden voor, waardoor kennis wegzakt en ervaring ontbreekt. De noodzaak om veel te blijven trainen (met eerst 61 en later 37 teams) was er ook niet (gewetensvraag: wanneer was de laatste treinbotsing met veel slachtoffers in Nederland?). We hadden dus wel mensen beschikbaar, maar die hadden niet de kwaliteit die eigenlijk nodig is. Bij incidenttypen als natuurbranden (duinen, Veluwe) en branden met gevaarlijke stoffen (Moerdijk) geldt een vergelijkbaar verhaal, alleen is hiervoor bij een klein aantal regio’s specialistisch kennis ontwikkeld als gevolg van hun regionale risicoprofiel. Over heel Nederland gezien is de kennis alleen te geconcentreerd, en zijn er geen (bindende) afspraken over kennisdeling en onderlinge bijstand. Samengevat prepareren we ons 25 keer op onze eigen risico’s. Voordelen van specialistisch optreden    Ten eerste komt er meer kwaliteit i.p.v. kwantiteit op die terreinen waar de specialismen zich op richten. Voor treinincidenten en instortingen bijvoorbeeld: in plaats van 25 of 37 keer grote aantallen hulpverleners opgeleid houden, worden in vijf regio’s specialistisch teams Technische Hulpverlening opgeleid. Met hightech specialistisch materieel en een optimaal vakgerichte opleiding, in landelijk verband georganiseerd. Dit is in principe goedkoper voor de regio’s: de opleidingskosten die men anderszins 37x zou moeten uitgeven aan grote aantallen mensen, vervallen. Dat geldt ook voor materieelinvesteringen: in plaats van 37 keer wordt nu 5 keer geïnvesteerd in specifiek hightech materieel. De kwaliteit is ook beter; op deze wijze is er sprake van effectievere en gerichtere voorbereiding op het type incidenten waar specialistisch optreden zich op richt. Ten tweede: SO wordt georganiseerd vanuit een landelijk brandweer concept, landelijk gefaciliteerd door het IFV die al een wettelijke taak in de rampenbestrijding heeft. Dat is efficiënt, en bundelt organisatie en kennis van bovenregionaal optreden. Een derde voordeel ontstaat door een goede spreiding van de specialismen. Met een doordacht spreidings-/vlekkenplan kan vrijwel iedere regio haar bijdrage leveren aan SO. Een veiligheidsregio levert dan zelf in principe één specialistisch team, maar kan een beroep doen op de buren voor alle overige specialismen. Dat is efficiency en solidariteit tegelijkertijd. Tenslotte is een vierde groot voordeel dat voor ieder specialisme alle kennis en expertise wordt gebundeld in een breed multidisciplinair netwerk. Bij Natuurbranden bijvoorbeeld ook met recreatie- en natuurbeheerders. Vakkennis wordt door de beste specialisten gezamenlijk op een hoger plan gebracht en gedeeld met alle betrokkenen. Waarbij de hele veiligheidsketen doorlopen wordt, dus er wordt zowel aan de voorkant van de keten geïnvesteerd als aan de achterkant. Het STH is nu het eerste landelijke specialisme dat is ontwikkeld. Gevolgd door Natuurbrandbeheersing.

18 VRAGEN? Meer informatie is te vinden op: www.brandweernederland.nl/sth
Samengrensverleggend


Download ppt "Specialisme Technische Hulpverlening BRANDWEER NEDERLAND"

Verwante presentaties


Ads door Google