Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdDaniël Brabander Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Estate Planning en bedrijfsopvolging Tjarko Denekamp Doorn, 6 oktober 2010
2
Programma Hoofdlijn wijzigingen BOR IB en SW Deel 1:DGA en huwen/erfrecht - Verdeling huwelijksgemeenschap - Casuïstiek beleggingsvermogen - Preferente aandelen - Gemeenschap van goederen / finaal verrekenbeding Deel 2:DGA en erfrecht - Optimale testamentvorm algemeen - Langstlevende is opvolger: - Enig erfgenaam - Eigendomsroute - Vruchtgebruiktestament - Gelijke behandeling kinderen / optimaal benutten van de BOR
3
Hoofdlijn wijzigingen AB-regeling Doorschuifregeling bij vererving aanmerkelijk belang - Op gezamenlijk verzoek - Zelf aanmerkelijk belang, eventueel met partner (5%) - Onderscheid beleggen en ondernemen - Beleggingsmarge: 5% van ondernemingsvermogen Doorschuifregeling bij schenking aanmerkelijk belang in holding - Zelfde als bij vererving, met 36 maandeneis: verkrijger moet al 36 maanden in onderneming hebben gewerkt (direct voorafgaande aan schenking)
4
Hoofdlijn wijzigingen Successiewet Verruiming vrijstelling ondernemingsvermogen: 100% / 83% Beperking beleggingsmarge: 5% van ondernemingsvermogen Bij overlijden: situatie moet 1 jaar vóór overlijden al bestaan Zelf aanmerkelijk belang, eventueel met partner (5%) BOR ook bij TBS-pand Speciale regeling voor preferente aandelen Speciale regeling verwaterde belangen
5
Deel 1: DGA en huwen/erfrecht Deel 2:DGA en erfrecht
6
DGA en huwen/erfrecht I Verdeling huwelijksgemeenschap Overlijden is een fictieve vervreemding (4.16 lid 1-e). Hoe in combinatie met ontbonden huwelijksgemeenschap? Discussie civilisten / fiscalisten: - Toedeling van de aandelen aan de langstlevende krachtens huwelijksvermogensrecht is een verkrijging krachtens huwelijksvermogensrecht (3:186 lid 2): tussenstop in 4.17. - Latere verdeling geen invloed op heffing – geen terugwerkende kracht (HR 2 jan. 1903, HR 12 jan. 1955 en HR 8 sept. 1976) : geen tussenstop in 4.17, maar direct naar 4.17a.
7
DGA en huwen/erfrecht II Wetsvoorstel: Ontbinding huwelijksgemeenschap door overlijden wordt uitgezonderd van 4.17. Ofwel: “Een verkrijging krachtens huwelijksvermogensrecht na overlijden is fiscaal een verkrijging krachtens erfrecht” Toedeling aan nalatenschap: fictie van 4.17a lid 8.
8
DGA en huwen/erfrecht III Casus: - Echtpaar, 60-65 jaar, één kind - Vermogen AB-aandelen ad 10 miljoen, beleggingsvermogen, verkrijgingsprijs nihil. - Geen waardestijging tussen 1e en 2e overlijden. - Geen stille reserves of pensioenvrijval in de BV. - Tarieven 2010, vrijstelling langstlevende 500.000. - Erfdeel langstlevende 1%.
9
DGA en huwen/erfrecht IV Uitkomsten: Uitkomsten steeds gerelateerd aan beginvermogen van 10 mio. Directe belastingheffing bij ondernemingsvermogen: < 3,4% 1e vererving2e verervingTotaal GVG + WV192039 GVG + VGB192443 FVB + WV – M132 739 FVB + WV – V1 93039 FVB + VGB – M1311243 FVB + VGB – V1 83038
10
DGA en huwen/erfrecht V Conclusies: - Totale belastingdruk circa 40% (exclusief Vpb) - Wegens proportionele tarieven vuistregels te maken - Grote verschillen in spreiding van de belastingdruk - Vruchtgebruik en beleggingsvermogen bijten elkaar hier
11
DGA en huwen/erfrecht VI Planningsmogelijkheden: - Emigreren, alsnog een onderneming starten - Vruchtgebruik: BV liquideren, dividend uitkeren - Verschil in uitkomsten uitnutten? - FVB: opheffen hvw wegens betere spreiding - GVG: alsnog hvw opstellen als voorzienbaar is wie als eerste overlijdt
12
DGA en huwen/erfrecht VII Preferente aandelen Geen sluitende definitie gegeven. Ongeveer: preferente aandelen geven wel recht op periodieke vergoeding, maar verder geen recht op de resultaten van de vennootschap. Vereisten: Preferente aandelen vormen omzetting van eerder door erflater/schenker gehouden gewone aandelen Bij omzetting in prefs uitgifte gewone aandelen aan een ander Ondernemingsvereiste tijdens omzetting Verkrijger prefs moet 5% gewone aandelen houden (ten tijde overlijden / schenking, voor berekenen 5% tellen prefs niet mee, let op bij huwelijksgemeenschap, geen “al dan niet met partner”, dus zelf 5%)
13
DGA en huwen/erfrecht VIII Preferente aandelen voor de bedrijfsopvolger ondernemingsvermogen (feest!), anders beleggingsvermogen (drama!) Stel vader zet aandelen om in prefs en zoon is opvolger. Valkuilen: - Bij overlijden van vader wordt moeder eigenaar van de preferente aandelen (in 2e instantie gaat het goed) - Moeder wordt vruchtgebruiker van de aandelen - FVB: is verrekenvordering gelijkgesteld aan ondernemingsvermogen?
14
DGA en huwen/erfrecht IX Gemeenschap van goederen HR: beide echtgenoten zijn AB-houder wegens de huwelijksgemeenschap. Bij beide overlijdens kan dan ook de BOR SW worden toegepast. Turboverdeling: alle aandelen toedelen aan de nalatenschap. Voor AB: toets van 4.17a. Voor SW: zie 35f. Verdeling wordt gevolgd, behoudens voor de langstlevende. Dit is een probleem bij vruchtgebruik. Stel een ondernemer/AB-houder trouwt in GVG en binnen een jaar overlijden zijn vrouw. De ondernemer is enig erfgenaam. BOR SW?
15
DGA en huwen/erfrecht X Finaal verrekenbeding Bestemming van de onderneming en huwelijkse voorwaarden: A en B zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden die een finaal verrekenbeding bevatten. A is AB-houder en het pakket is 10 miljoen waard. Er is niet veel ander vermogen. Zoon is beoogd bedrijfsopvolger. Situatie 1: Vader benoemt zoon tot enig erfgenaam want hij is bedrijfsopvolger. Hoe gaat dit voor de BOR SW? Situatie 2: Moeder overlijdt als eerste.
16
Deel 1: DGA en huwen/erfrecht Deel 2:DGA en erfrecht
17
DGA en erfrecht I Optimale testamentvorm algemeen Credo’s: - Evenveel heffingsgrondslag bij de opvolger als dat er vrijstelling is. - Plan over 2 overlijdens: - 1e overlijden: tariefs- en vrijstellingsoptimalisatie - 2e overlijden: nalatenschap uithollen door rente / geen dubbele vererving door vruchtgebruik - Houdt positie langstlevende in het oog. - Positie van andere kinderen.
18
DGA en erfrecht II Langstlevende enig erfgenaam Langstlevende is opvolger. Mogelijkheid 1: langstlevende enig erfgenaam - Veel heffingsgrondslag bij langstlevende - BOR bij overlijden van de langstlevende - Plannen met aanvullend legaat voor de kinderen (vrijstelling, 10%-schijf, 20%- schijf bij langstlevende afromen t.g.v. kinderen). - Eenvoudige boedelafwikkeling, legitiemediscussie. - Tweetrap en BOR moeizaam. - Wat als onderneming tijdens leven langstlevende wordt verkocht?
19
DGA en erfrecht III Eigendomsroute toepassen Langstlevende is opvolger. Mogelijkheid 2: eigendomsroute (WV, QWV, OBV, KL) - Veel heffingsgrondslag bij langstlevende? - Plannen met fictief vruchtgebruik of erfdeel/aanvullend legaat voor de langstlevende? - BOR bij overlijden van de langstlevende - Wat als onderneming tijdens leven langstlevende wordt verkocht?
20
DGA en erfrecht IV Nader inzake heffingsgrondslag bij de langstlevende: SWFactorVGBBE 40 – 50 jaar1378%22% 50 – 55 jaar1272%28% 55 – 60 jaar1166%34% 60 – 65 jaar1060%40% 65 – 70 jaar 848%52% 70 – 75 jaar 742%58%
21
DGA en erfrecht V Vruchtgebruiktestament Langstlevende is opvolger. Mogelijkheid 3: vruchtgebruiktestament - Iedereen is AB-houder, iedereen heeft SW-vrijstelling (tenzij turboverdeling). - Ingewikkeld voor box 1-ondernemingen? - Hoe stellen we de vruchtgebruikwaarde voor AB vast? - Hoe verhoudt vruchtgebruiktestament zich tot beleggingsvermogen? - Geen BOR SW bij overlijden langstlevende/vruchtgebruiker.
22
DGA en erfrecht VI Gelijke behandeling kinderen / optimaal benutten van de BOR SW Vader heeft een AB-pakket ter waarde van 10 miljoen. Er zijn twee kinderen (zoon en dochter). De aandelen moeten bij zoon komen. Dochter moet wel 50% van het vermogen verkrijgen. 1.Hoe te organiseren? Legaat aan zoon, enig erfgenaamschap. 2.Dochter krijgt een vordering. Probleem: faciliteit gaat deels verloren. 3.Oplossing: dochter ook AB-houder maken. Via een zeggenschapstructuur (certificering, prioriteitsaandelen, bewind) wordt ze monddood gemaakt. Ofwel ze wordt ‘dwangondernemer’.
23
DGA en erfrecht VII 4.Koopoptie voor zoon over 5 jaar? (de waarde dan! Omdat zijn belang niet mag afnemen). 5.Gevolg: dochter afhankelijk van ondernemerskwaliteiten van zoon (geldt eigenlijk ook bij een vordering). 6.Gevolg: zoon werkt deels voor dochter. 7.Bij overdracht over 5 jaar wel afrekenen voor dochter, tenzij houdsterstructuur opgezet (artikel 10 Uitv.reg. SW).
24
Vragen? Mr. T. Denekamp 020 383 88 61 tjarko.denekamp@nl.abnamro.comtjarko.denekamp@nl.abnamro.com
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.