Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdDavid Coppens Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Active Ageing 9 februari 2012 M.J.M. Kardol
2
Programma A. Wat is Active Ageing ? B. Waarom is Active Ageing een thema ? C. Hoe “active” zijn ouderen ? D. Beïnvloedende factoren voor Active Ageing
3
A. Wat is Active Ageing ? Waar wordt het mee geassocieerd ? Een definitie van Active Ageing
4
Waar wordt het mee geassocieerd ? Met Anti – Age ?
5
Met een fysieke meting met de jongere generaties? Waar wordt het mee geassocieerd ?
6
Met wijsheid die aan jongere generaties wordt doorgegeven? Waar wordt het mee geassocieerd ?
7
Een definitie van Active Ageing “Het vergroten van de kansen voor ouderen op gezondheid en veiligheid en op deelname aan de samenleving met het doel de kwaliteit van leven te verbeteren” (WHO 2002). Het is van belang dat ouderen op velerlei maatschappelijke gebieden (en niet alleen op het gebied van arbeid) gaan meedoen.
8
B. Waarom is Active Ageing een thema ? Hoe is het gesteld met de kansen van ouderen op deelname aan de samenleving ? Een terugblik (1) en (2) Van inactive naar active ageing Waarom gaat het roer om ?
9
Hoe is het gesteld met de kansen van ouderen op deelname aan de samenleving ? Een terugblik: een halve eeuw Inactive Ageing: Beelden en Feiten Beelden Non participatie op de arbeidsmarkt Ouderdom komt met gebreken Ouderdom is sociale uitsluiting Ouderdom is de wachtkamer van de dood
10
Een terugblik: een halve eeuw Inactive Ageing. 65 - 60 jaar geleden: mensen van 65 jaar en ouder hebben hun maatschappelijke rol vervuld. Zij hoeven, vanwege hun kwetsbare gezondheid niet bij te dragen aan de wederopbouw van de maatschappij 50 jaar geleden: ouderen zouden hun woning kunnen verruilen voor een pension/bejaardenhuis om de woningnood onder jongeren mee te helpen oplossen Feiten (1)
11
Een terugblik: een halve eeuw Inactive Ageing 35 jaar geleden: mensen van 55 jaar en ouder kunnen vervroegd stoppen met werken, vanwege hoge loonkosten en werkloosheid onder jongeren. Vakbonden zagen het als een verworvenheid die werknemers welgevallig was, mede vanwege gunstige financiële effecten 15 jaar geleden: prepensioenregeling voor mensen vanaf 62 jaar gunstige financiële effecten Feiten (2)
12
Van inactive naar active ageing: Uitgangspunten: De ouderdom bestaat niet Ouderen maken op velerlei wijzen deel uit van de samenleving Kwaliteiten van ouderen moeten/kunnen dienstbaar gemaakt worden aan de samenleving Beperkingen ondervinden betekent geen algeheel verlies van zelfredzaamheid en maatschappelijke deelname
13
Waarom gaat het roer om ? Demografische ontwikkelingen Sociaal-economische omstandigheden: armoede /werkloosheid / sociale verbanden/ sociale isolatie toename appel op zorg / toename kosten sociale voorzieningen en gezondheidszorg
14
Demografische ontwikkelingen in Europa 2007: Europese Commissie: “Opportunities and challenges of demographic change in Europe: the contribution of older people”. 2012: The European Year of Active Ageing and Solidarity between Generations
15
Demografische ontwikkelingen in Europa ≥ 65 jaar≥ 80 jaar 20088522 206015161 Ontwikkeling aantal ouderen in Europa
16
Sociaal-economische omstandigheden in Europa 5 tot 20% van de Europese ouderen ervaart armoede 46% van de mensen van 55-65 jaar neemt deel aan de arbeidsmarkt Vanaf 2012 passeren jaarlijks 2 miljoen Europeanen de leeftijdsgrens van 60 jaar en velen willen (blijven) werken 30 tot 40% van de ouderen neemt niet deel aan het maatschappelijk leven
17
Gevolgen van de demografische ontwikkelingen en sociaal-economische omstandigheden voor het beleid van de Europese Commissie De komende 10-15 jaar aandacht voor:
18
De komende 10-15 jaar aandacht voor (1): Het gezond ouder worden: leven toevoegen aan de jaren in plaats van jaren aan het leven Het behoud en versterking van de mentale vermogens Het opgenomen zijn in en deelname aan de gemeenschap en de arbeidsmarkt
19
De komende 10-15 jaar aandacht voor (2): Het garanderen van de kwaliteit en de toegankelijkheid van sociale verzekeringen en voorzieningen Het tegengaan van ongelijkheid en leeftijdsdiscriminatie Het benutten van de kennis en inzichten van de bio-gerontologie Het thuis en in de lokale gemeenschap goed oud kunnen worden
20
Demografische, economische en sociale ontwikkelingen en omstandigheden in Nederland Demografische ontwikkelingen Sociaal-economische ontwikkelingen: armoede /werkloosheid / sociale verbanden/ sociale isolatie toename appel op zorg / toename kosten sociale voorzieningen en gezondheidszorg
21
Demografische ontwikkelingen in Nederland Totale geboortecijferLevensverwachting manvrouw 19603,1271,575,5 20601,7784,988,9
22
Demografische ontwikkelingen in Nederland Aantal 65 +Aantal 80 + 201015,5 % 4 % 205026 %10 %
23
C. Hoe “Active” zijn ouderen ? Economische omstandigheden 1. Actief op de arbeidsmarkt 2. Uittreden uit de arbeidsmarkt 3. Verhouding werkenden en niet-werkenden 4. Kosten van de AOW 5. Armoede/welstand
24
Economische omstandigheden Ad.1 Actief op de arbeidsmarkt Leeftijdscategorie20051900 54 – 65 jaar45 %90 % 60 – 65 jaar25 %90 % 65 jaar en ouder 3 %58 % Ad. 2 Uittreden uit de arbeidsmarkt 2000-20062011 Met pensioen gaan61 jaar63,1 jaar Oorzaak toename leeftijd: afschaffing gunstige financiële regelingen bij prepensionering
25
Economische omstandigheden 65+werkenden 201114 206012 Ad. 3 Verhouding werkenden en niet-werkenden Ad. 4 Kosten voor de AOW 1.Komende 10 jaren: Nederlandse bevolking, jaarlijks 90.000 65+ erbij 2.Kosten AOW: jaarlijks 700 miljoen meer aan uitkeringen ( 2011: 16 miljard) 3.Bijstand voor 40.000 ouderen (vnl. allochtonen) vanwege onvolledige AOW uitkering
26
Economische omstandigheden Ad. 5 Armoede/welstand Maatschappelijke deelname 5 tot 20% van de ouderen leeft in armoede 30 tot 40% van de ouderen doet niet mee 1 op de 5 komt moeilijk tot zeer moeilijk rond 1 op de 3 komt gemakkelijk tot zeer gemakkelijk rond
27
Sociale omstandigheden 1.Gezondheidsproblemen en gezondheidsbeleving 2. Burgerlijke staat 3. Opleidingssituatie 4. Maatschappelijke participatie - Deelname vrijwilligerswerk -Deelname verenigingsleven -Sociale netwerken
28
Sociale omstandigheden Ad. 1 Gezondheidsproblemen en gezondheidsbeleving
29
Sociale omstandigheden Ad. 2 Burgerlijke staat (%) 60- 69 jaar70-79 jaar≥ 80 jaar Gehuwd 787240 Weduwnaar/ weduwe 61948 Nooit gehuwd 1743
30
Sociale omstandigheden Ad. 3 Opleidingssituatie (%) Lager onderwijs 65-plusser 197070 % 200055 % 202510 % Toename MBO en HBO Beperkte educatie vanaf 60 jaar (10 %) Ongeveer 10 % neemt deel aan vormen van opleiding of cursussen
31
Sociale omstandigheden Ad. 4 Maatschappelijke participatie Het verrichten van vrijwilligerswerk, zich betrokken voelen bij de gemeenschap waar men deel van uitmaakt en bijdragen aan de vorming en ontwikkeling van die gemeenschap zijn belangrijke uitingen van Active Ageing en versterken het gevoel van kwaliteit van leven. (Walker)
32
Sociale omstandigheden Ad. 5 Maatschappelijke participatie 1. Deelname vrijwilligerswerk 2. Deelname verenigingsleven 3. Sociale netwerken
33
Sociale omstandigheden Ad. 1 Deelname aan vrijwilligerswerk (1) StatusLaag BelangHoog OmvangZeer groot* AardZeer divers Opleiding ouderenOverwegend MBO/HBO 5 mln deelnemers: gemiddeld 5 uur per week, waaronder 45 % ouderen: gemiddeld 2 uur per week. 20 tot 25 % verricht geen vrijwilligerswerk, maar staat daar niet afwijzend tegenover.
34
Sociale omstandigheden Ad. 1 Deelname aan vrijwilligerswerk (2) Mantelzorg 34% van de 60 plussers verricht mantelzorg. Druk op mantelzorg door: Gezinssamenstelling Gezinsverhoudingen Verschillende levensverwachtingen mannen en vrouwen Hogere participatie op de arbeidsmarkt
35
Sociale omstandigheden Ad. 2 Deelname aan verenigingsleven 70 % is lid van één of meer verenigingen 50 % neemt minimaal 1 X per jaar deel aan culturele activiteiten 37 % is lid van een bond/ vereniging voor ouderen Beïnvloedende factoren: leeftijd, opleiding, beroepskwalificatie, inkomensklasse, gezondheid, geslacht, burgerlijke staat en woonsituatie.
36
Sociale omstandigheden Ad. 3 Sociale netwerken Op wie een beroep doen voor tijdelijke hulp (%) PartnerDochter/zoonFamilielidBuren 7449 / 512463
37
D. Beïnvloedende factoren voor Active Ageing Arbeidsparticipatie: werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden Vrijwilligerswerk: bekendheid, appel op deskundigheid; variatie in vraag Het verenigingsleven en sociaal-culturele activiteiten: programmering; kosten; tijdstippen en vervoer; intensiteit en vormgeving
38
D. Beïnvloedende factoren voor Active Ageing Veiligheid: technische infrastructuur; staat van de voetpaden; oversteekplaatsen, stedenbouwkundige veranderingen: ontmoetingsplaatsen, wijk/buurt identiteit Woning en woonomgeving: obstakels wegnemen (trappen); verhuisneigingen terugdringen, Benutten zorgtechnologie, internet en sociale media (ook voor beleidsparticipatie)
39
D. Beïnvloedende factoren voor Active Ageing Verhuizen naar
40
D. Beïnvloedende factoren voor Active Ageing Sociale infrastructuur: buurtcontacten faciliteren; buurtactiviteiten bevorderen Zorgcentra omturnen tot ontmoetingscentra of levensateliers. Van persoonlijke verzorging naar competentie zorg.
41
D. Beïnvloedende factoren voor Active Ageing Geen uitsluiting
42
Dank voor uw aandacht
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.