20e eeuw 1900-1960 Relativiteitstheorie De lichtsnelheid tussen bewegende en in rust verkerende voorwerpen is gelijk. Dit is in strijd met de wetten van.

Presentatie over: "20e eeuw 1900-1960 Relativiteitstheorie De lichtsnelheid tussen bewegende en in rust verkerende voorwerpen is gelijk. Dit is in strijd met de wetten van."— Transcript van de presentatie:

1 20e eeuw 1900-1960 Relativiteitstheorie De lichtsnelheid tussen bewegende en in rust verkerende voorwerpen is gelijk. Dit is in strijd met de wetten van Newton. (klassieke natuurkunde) Conclusie: Tijd en Ruimte zijn relatief. De lichtsnelheid is absoluut. (moderne natuurkunde) Natuurkunde. AS1S1 S2S2 1905 Annus mirabilis 1879 - !955

2 Speciale relativiteitstheorie E = MC 2 Energie is gelijk aan de massa maal het kwadraat van de lichtsnelheid. De zon is een grote massa, die zich omzet in energie en dat miljarden jaren doet. Een kernbom is een geringe massa, die omgezet wordt in energie.

3 Kwantummechanica Een kwantum - een elektron verandert van baan rond de atoomkern- is de kleinste vorm van energie, die niet verder gedeeld kan worden. Die beweging kan niet worden waargenomen, omdat het middel van de waarneming groter is dan het kwantum. De (wiskundige) ruimte is niet oneindig deelbaar. Die beweging is niet berekenbaar volgens de wetten van Newton in tijd en ruimte AchillesSchildpad

4 De moderne natuurkunde. Zwaarte kracht is kromming van de ruimte en niet de aantrekkingskracht van Newton. De Euclidische meetkunde geldt niet interstellair. De oorzaak van de kromming is onbekend. De astrofysica—vanuit het onvoorstelbaar kleine (licht) naar het onvoorstelbaar grote (heelal)- laten een wereld zien, waarin toeval lijkt te heersen en waarin de door mensen bewoonde aarde volstrekt onbeduidend is.

5 Psychoanalyse Sigmund Freud Abriss der Psychoanalyse. De psyche bestaat uit 3 gedeelten. 1Ueber ich, geweten, cultuur. 2 Ich, de bewuste uitvoerder van gedrag, 3 Es (het). Het onbewuste, De verzameling van instincten en verlangens. Het Ueber ich is de “politieagent” van het Es. Hij blokkeert een aantal verlangens, zodat deze niet doordringen naar het bewuste Ich. Frustraties zijn het gevolg. Een klein kind leeft vanuit het ES

6 Traumdeutung, mythen, sprookjes. De politieagent wordt misleid. De onderdrukte verlangens komen indirect tot uiting.. Psychoanalyse en vrije associaties. De cliënt- patiënt– ligt op een bed met daarachter de psychiater. De cliënt moet vrij en snel associëren. Zo onthult hij zijn onbewuste verlangens. Das Unbehagen in der Kultur. De cultuur gaat altijd ten koste van de vrije beleving van de instincten Het onbewuste is de ware persoon!

7 Het modernisme De moderne werkelijkheid en de beleving ervan zijn rationeel en irrationeel. De regels van de moderne kunst zijn dat ook. Regels worden spelregels. Romantische kenmerken bij de modernen. Vooruitgangsgeloof (denk aan termen als modern tegenover traditioneel, avant-garde, progressief. Aansluiting bij “romantische” bewegingen: 1 communisme (Rusland) 2 fascisme (de futuristen) 3 liberalisme, kapitalisme, markt ( vooral Amerika).

8 Dogmatisme en onderdrukking. Het moderne wordt vaak tegen de smaak van anderen opgelegd. De traditie wordt gecensureerd en soms radicaal afgesneden, Vanwege de veranderende (subjectieve ) spelregels verdraagt het modernisme zich niet met censuur. Verbod op het modernisme door Hitler, Stalin, Mao. Sociaal realisme. Het modernisme werd in het nazisme als “entartet” en in het communisme als bourgeois– burgerlijk– verboden. Het sociaal realisme is volgens vaste, ‘objectieve’ regels. Dogmatisme en onderdrukking. Het moderne wordt vaak tegen de smaak van anderen opgelegd. De traditie wordt soms radicaal afgesneden. Verbod op het modernisme door Hitler, Stalin, Mao. Sociaal realisme. Het modernisme werd in het nazisme als “entartet” en in het communisme als bourgeois – burgerlijk– verboden. Het sociaal realisme is, volgens vaste‘objectieve’ regels. Franz Marc

9 Moderne kunst. De ‘subjectieve’ spelregels veranderen voortdurend. Zo ontstaan vele stromingen en modes 1 Moderne kunst, die geïnspireerd is op de psychologie van Freud. Surrealisme 2 Moderne kunst,die geïnspireerd is op de moderne natuurkunde, techniek, perspectief en optiek.

10 1Vrije associaties zonder voorafgaand leidend concept. 2 Het kind en de primitieve kunst als voorbeeld zonder controle van theorie of de gangbare cultuur. 3 Grote aandacht voor de onbewuste gedachten, verlangens in dromen en sprookjes. Karel Appel I Het surrealisme gebaseerd op Freud. Nederland Cobrabeweging (o.a Karel Appel )

11 II Moderne kunst gebaseerd op moderne natuurkunde, techniek, optiek etc. In de moderne natuurkunde worden de klassieke wetten doorbroken. De moderne kunst doet hetzelfde. Voorbeeld:atonale muziek, kubisme,grillige vormen. Massaproductie vereist techniek, machines en functionaliteit. Moderne (bouw) kunst combineert functionaliteit met de esthetiek van wiskundige vormen II Moderne kunst gebaseerd op moderne natuurkunde, techniek, optiek etc. Gödel, Escher, Bach. Douglas Hofstadter Gödel Wiskundige: elk axiomatisch systeem komt met zich zelf in tegenspraak. Escher Wiskundig spel met visueel perspectief. Bach Spel met de logica van de fuga. Paradox van de fysica. Achilles en de Schildpad Logische paradox: Deze zin is onwaar. Als waar ----- ? Als onwaar----?

12 Fernand LegerGerrit Rietveld Mondriaan

13 Het klassieke schilderij is het perspectief, de optiek vanuit één punt. Kubisme Het oog beweegt, de waarneming wisselt steeds. George Braque David Hockney Het perspectief volgt de beweging van het oog. Groter realisme

14 Oorlog !914-1918. Collectieve waanzin. Gifgas, machinegeweer, loopgraven. Oorlog 1940-1945. Collectieve waanzin. Racisme en volkerenmoord. Vernietigingskampen. Communisme. Lenin, Stalin. Concentratiekampen, Zuiveringen (met talloze slachtoffers). Geforceerde hongersnood ( miljoenen slachtoffers). Geheime politie. En willekeurige arrestaties Crisis van de beschaving.

15 Stier- de barbarij en de beestachtige vernieling. Paard- De verscheurde beschaving. Lamp- De moderne kunstverlichting en industrie.