De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Pleegkinderen en de Belastingaangifte Thema-avon ​ d Pleegouder ​ support Zeeland 4 maart 2015.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Pleegkinderen en de Belastingaangifte Thema-avon ​ d Pleegouder ​ support Zeeland 4 maart 2015."— Transcript van de presentatie:

1 Pleegkinderen en de Belastingaangifte Thema-avon ​ d Pleegouder ​ support Zeeland 4 maart 2015

2 Onderwerpen Aangifte algemeen Op welke punten komen kinderen voor in uw aangifte? Is er verschil tussen verschillende kind-begrippen? Veranderingen 2014 en 2015.

3 3 Redenen aangifte Verplicht als u een oproep krijgt Manier om heffingskortingen of aftrekposten terug te krijgen Als u moet betalen…

4 Fiscaal partner Iemand wordt zonder keuzemogelijkheid als fiscaal partner aangemerkt wanneer diegene: o Gehuwd of geregistreerd partner is; o een notarieel samenlevingsovereenkomst heeft ondertekend; o ongehuwd samenwoont op hetzelfde adres en een gezamenlijk kind heeft; o ongehuwd samenwoont op hetzelfde adres en een het kind van de ander heeft erkend; o ongehuwd samenwoont op hetzelfde adres en zij elkaar voor de pensioenregeling als partner hebben aangemerkt. o ongehuwd samenwoont op hetzelfde adres en samen met de partner een eigen woning bezit; o er een minderjarig kind van 1 van beide bij u woont; o vorig jaar uw fiscaal partner was. Wordt niet voldaan aan een van de hiervoor genoemde voorwaarden, dan kan geen sprake meer zijn van fiscaal partnerschap. 4

5 5 BOX 1

6 6 BOX 2

7 7 BOX 3

8 Definitie van kind Voor de toepassing van de wet IB en de daarop berustende bepalingen wordt onder een kind mede verstaan een pleegkind, ook wat betreft bloed ‐ en aanverwantschap. Een pleegkind is volgens de fiscus een kind als het door de belastingplichtige wordt onderhouden en opgevoed als een eigen kind.

9 Onderhouden Er wordt niet aan de onderhoudseis voldaan als er andere bronnen van financiële middelen zijn, zoals alimentatie en uitkeringen van een voogdijvereniging. Daarop bestaat een uitzondering als de pleegouders - ondanks de vergoeding - zodanig bijdragen in het levensonderhoud dat het kind in belangrijke mate door hen wordt onderhouden. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een pleegzorgvergoeding.

10 In belangrijke mate onderhouden Komt vaker voor in IB. Definitie: als de op u drukkende kosten van levensonderhoud ten minste € 416 per kwartaal hebben bedragen.

11 Welke punten? Inkomsten: o Niet: Box 1 inkomsten o Wel: Box 3 inkomsten Aftrekposten: o Wel: Heffingsvrij vermogen o Wel: Kosten levensonderhoud o Wel: Ziektekosten o Niet: Studiekosten kinderen Heffingskortingen 11

12 Box 1 Inkomsten uit werk en uitkering zijn belast bij het kind. Wezenpensioen wordt belast bij het kind. ANW-wezenpensioen wordt belast bij het kind. ANW-halfwezenpensioen komt toe aan de achtergebleven ouder en wordt bij die ouder belast.

13 Box 3 Vermogen (spaargeld) van kinderen wordt door de ouders opgegeven. Pas op: het wordt toegerekend aan de ouder die het ouderlijk gezag over het kind uitoefent! Van belang hierbij is of de (pleeg) ouder over het geld kan beschikken. Tot en met 2011: Indien spaargeld bij de (pleeg-) ouder wordt opgegeven geldt een verhoging van het heffingsvrij vermogen met € 2779. 13

14 Levensonderhoud kinderen Uw kind was aan het begin van het kwartaal jonger dan 21 jaar (tot en met 2011 30 jaar). Uw kind kon in dat kwartaal niet zelf in zijn levensonderhoud voorzien. In dat kwartaal had niemand in uw huishouden voor dit kind recht op kinderbijslag of een vergelijkbare buitenlandse uitkering. Uw kind had in dat kwartaal geen recht op studiefinanciering, een tegemoetkoming in de studiekosten of recht op een vergelijkbare (buitenlandse) regeling. Uw uitgaven waren voor dit kind in dat kwartaal minimaal €416. Als u een fiscale partner had, dan mag u de uitgaven van uw fiscale partner meetellen. 14

15 Levensonderhoud kinderen

16 Ziektekosten Kosten gemaakt ten behoeve van uzelf, uw fiscale partner en uw kinderen jonger dan 27 jaar. Ook om kosten ten behoeve van bij u in wonende zorgafhankelijke ouders, broers of zusters. De kosten moeten op u (of uw fiscale partner) drukken.

17 Ziektekosten Veranderingen

18 Nog over Kostenpost Genees en heelkundige zorg reiskosten ziekenbezoek voorgeschreven medicijnen hulpmiddelen vervoer zieke, werkelijke kosten extra gezinshulp dieet volgens tabel aanpassing woning extra uitgaven voor kleding en beddengoed Algemene kosten Specifieke kosten

19 Bonus & Drempel Specifieke zorgkosten: extra 113% of 40% bij inkomen tot € 33.555

20 TSZ Als u echter weinig of geen belasting hoeft te betalen, heeft u weinig of geen voordeel van deze aftrekpost. Het belastingvoordeel dat u door uw aftrekposten heeft, kan namelijk niet hoger zijn dan het bedrag dat u aan belasting betaalt. Om het belastingvoordeel dat u hierdoor mist te compenseren, is er de tegemoetkoming buitengewone uitgaven. 20

21 Voorbeeld 21 10.500

22 Heffingskortingen (1) Alleenstaande-ouderkorting U krijgt de alleenstaandeouderkorting als u aan de volgende voorwaarden voldoet: o U had in 2014 meer dan 6 maanden geen fiscale partner. o U had in deze periode een huishouding met alleen 1 of meer kinderen waarvan de jongste is geboren na 31 december 1995. o U onderhield in deze periode voor minimaal € 416 per kwartaal minimaal 1 kind dat tot uw huishouding hoorde. Óf u kreeg kinderbijslag voor dit kind (of een vergelijkbare buitenlandse uitkering). o Het kind stond in deze periode bij de gemeente ingeschreven op uw woonadres. o Het kind had geen eigen inkomen of vermogen. Had het kind wel eigen inkomen of vermogen? Dan krijgt u de alleenstaandeouderkorting als dit inkomen of vermogen voor het kind onvoldoende was om zelf van te leven.

23 Heffingskortingen (1) Alleenstaande-ouderkorting De alleenstaandeouderkorting is € 947 (of € 481 als u in 2014 de AOW-leeftijd (65 jaar en 2 maanden) hebt bereikt). Is het kind dat u onderhield geboren na 31 december 1997? Dan wordt dit bedrag verhoogd met 4,3% (of 2,19% als u in 2014 de AOW-leeftijd hebt bereikt) van uw arbeidsinkomen (inkomsten uit loondienst, winst als ondernemer of resultaat uit overig werk). De verhoging is maximaal € 1.319 (of € 669 als u in 2014 de AOW-leeftijd hebt bereikt).

24 Heffingskortingen (2) Inkomensafhankelijke combinatiekorting o Uw arbeidsinkomen (inkomsten uit loondienst, winst als ondernemer of resultaat uit overig werk) was hoger dan € 4.814. Het programma houdt hier rekening mee. o U had in 2014 een kind dat is geboren na 31 december 2001. o Dit kind stond in 2014 minstens 6 maanden bij de gemeente ingeschreven op uw woonadres. o U had in 2014 geen fiscale partner. Of u had in 2014 een fiscale partner, maar uw arbeidsinkomen (inkomsten uit loondienst, winst als ondernemer of resultaat uit overig werk) was lager dan dat van uw fiscale partner.

25 Actualiteiten 2014/2015 Iedereen betalen? Hypotheek Aanpassingen in kinderenregelingen 25

26 Belasting 2014: iedereen betalen? 26

27 Maandloon2500,00 Jaarloon30000,00 Belasting en premie11509,00 Alg heffingskorting-1967,00 Arbeidskorting-2220,00 Inhouding totaal7322,00 Per maand610,16 Loonbelasting - berekening delen door 12 maal 12 27

28 Maandloon2500,00VG: Jaarloon30000,0032500,00 Belasting en premie11509,00 Alg heffingskorting-1967,00-1909,00 Arbeidskorting-2220,00 Inhouding totaal7322,00 Per maand610,16 Loonbelasting – berekening 28

29 Hypotheek aftrek beperkt Maximale tarief waartegen de rente afgetrokken kan worden daalt van 52% naar 38%, in stapjes van 0,5%. In 2015: o Eigenwoningforfait belast tegen 52% o Aftrekbare kosten tegen 51,0% 29

30 Overig eigen woning Aftrek van rente restschulden eigen woning mag 15 jaar lang (was 10 jaar) Tijdelijk verruimde vrijstelling van de schenkbelasting vervalt 30

31 Overzicht kindregelingen De kinderbijslag; De Tegemoetkoming ouders thuiswonende gehandicapte kinderen TOG; Het kindgebonden budget; De kinderopvangtoeslag; De inkomensafhankelijke combinatiekorting; Een aanvulling op een sociaal-minimum uitkering voor alleenstaande ouders; De Tegemoetkoming onderwijs- en schoolkosten WTOS; De alleenstaande ouderkorting; De aanvullende alleenstaande ouderkorting; De aftrek levensonderhoud kinderen tot 21 jaar; De ouderschapsverlofkorting. 31

32 Overzicht kindregelingen De kinderbijslag; De Tegemoetkoming ouders thuiswonende gehandicapte kinderen TOG; Het kindgebonden budget; De kinderopvangtoeslag; De inkomensafhankelijke combinatiekorting; Een aanvulling op een sociaal-minimum uitkering voor alleenstaande ouders; De Tegemoetkoming onderwijs- en schoolkosten WTOS; De alleenstaande ouderkorting; De aanvullende alleenstaande ouderkorting; De aftrek levensonderhoud kinderen tot 21 jaar; De ouderschapsverlofkorting. 32

33 Kindregelingen Kinderbijslag: niet geïndexeerd TOG-regeling: wordt afgeschaft; ouders met thuiswonende chronisch zieke of gehandicapte kinderen van 3 jaar en ouder (tot 18 jaar) krijgen in 2015 het dubbele bedrag aan kinderbijslag. Alleenstaande ouders of alleenverdieners met een gehandicapt kind krijgen daar bovenop nog 1460 euro per jaar extra aan kinderbijslag. 33

34 Kindgebonden budget 2014: tot een verzamelinkomen van € 26.147 het volledige bedrag aan kindgebonden budget. Vanaf 2015: tot een verzamelinkomen van € 19.676 het maximale bedrag Het maximale bedrag aan kindgebonden budget voor het eerste kind wordt verhoogd met € 15 per jaar en voor het tweede kind met € 255 per jaar. Voor alleenstaande ouders wordt het bedrag aan kindgebonden budget verhoogd met maximaal € 3.050 per jaar. Dit is een compensatie voor het feit dat de (aanvullende) alleenstaande ouderkorting verdwijnt. Voor het ouders met kind(eren) van 16 of 17 jaar oud wordt het kindgebonden budget in 2014 met € 296 verhoogd. In 2015 wordt dit met € 412 verhoogd, omdat de tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten verdwijnt. 34

35 Nalezen? 35 Boek (à € 10,00) verkrijgbaar bij de spreker.

36 Vragen? Meer info: www.phillipson.nl info@phillipson.nl


Download ppt "Pleegkinderen en de Belastingaangifte Thema-avon ​ d Pleegouder ​ support Zeeland 4 maart 2015."

Verwante presentaties


Ads door Google