Futur proche (toekomende tijd) Gebruik je:als iets (heel binnenkort) nog moet gebeuren voorbeeldIk ga winkelen. Wij gaan huiswerk maken. Hij gaat bellen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het onderdeel grammatica begint op blz. 206
Advertisements

Oefenen voor de toets unité 2
Instructie grammatica
Vandaag hebben we het over :
Futur van regelmatige werkwoorden
Het letterwinkeltje.
HET BIJWOORD L’ADVERBE.
PASSÉ COMPOSÉ VERVOEGD MET ÊTRE
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Grammaire thème 5 4 vwo.
Grammaire chapitre 1 Havo 3.
Thomas van de vliet Meer over mijzelf..
Vous avez passé de bonnes vacances de Noël?
Bienvenue à tous.
 1 Hoe ga je naar school?  Tu vas à l’école comment?
Franse Les Les 16 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates chapitre 8,9, 10 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates.
The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 
Wat is de persoonsvorm?. Wat is de persoonsvorm?
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
Grammaire chapitre 3 3 havo.
Franse Les Les 17 Vorige les & huiswerk Voyages p. 62
Franse Les Les 1 Kennismaken / uitleg Chanson assis / debout TPR
In en naar (à, au, aux, en) 2 VMBO - Frans.
Franse Les Les 3 Vorige les & huiswerk Voyages p. 37/38/39
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Franse Les Les 12 Vorige les & huiswerk Voyages chapitre 7 die/deze hij/zij/het/hen Alma 2 Anne chapitre 5 et 6 Vorige les & huiswerk Voyages chapitre.
Faire 3 VMBO - Frans.
Venir 2 VMBO - Frans.
L’IMPARFAIT, LE PASSÉ COMPOSÉ, LE PASSÉ SIMPLE
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Meewerkend voorwerp & Lijdend voorwerp
Lire 3 VMBO - Frans. Wat moet je weten om dit onderdeel te begrijpen?: Wat een onregelmatig werkwoord is De tegenwoordige tijd (présent) De verleden tijd.
KLASKRANT LG4 Ontwerp klaskrant Ian, Casper en Bill.
Les verbes.
Het werkwoord faire (= doen/maken)
À/de+ bepaald lidwoord àin, naar, van, op, aan devan, uit bepaald lidwoordle, la, l’, les.
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Franse Les j’ai cherché et j’ai(re)trouvé mon livre Frans à la carte p. 40, 41, 42 Chanson – Destination ailleurs J’ai cherché j’ai cherché et j’ai(re)trouvé.
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Lijdend Voorwerp Juni 2014.
De gebiedende wijs L’impératif Wanneer gebruiken? Wanneer je opdrachten of aanwijzingen geeft. Bijvoorbeeld: – Lees dit even; – Eet je broodje op; –
Imparfait Nederlands:onvoltooid verleden tijd voorbeeldIk keek een film. Wij waren in Frankrijk.
De passé composé Nederlands: voltooid tegenwoordige tijd
Voorzetsels bij landen en steden
Franse Les Les 1 Wat gaan we doen? Qu’est-ce que j’ai fait?
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
DE PASSÉ COMPOSÉ de voltooid tegenwoordige tijd.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Franse Les – 1e jaar Les 10 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Franse Les – 1e jaar Les 9 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Franse Les Les 1 Kennismaken / uitleg Uitleg methode Hoofdstuk 1a
LE FUTUR Je vais aller en France ce week-end.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
BIJWOORD.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Toekomende tijd: met “going to”
Lesplannen.
J. van Os Maurick College Tweede klas
Le futur proche et le futur
Budgetlijn.
Le futur De futur is de toekomende tijd.
OM … TE+ infinitif.
Qu’est-ce qu’on va faire?
(Het werkwoord doen, maken)
Transcript van de presentatie:

Futur proche (toekomende tijd) Gebruik je:als iets (heel binnenkort) nog moet gebeuren voorbeeldIk ga winkelen. Wij gaan huiswerk maken. Hij gaat bellen.

Vorm vorm van aller (gaan) + heel werkwoord voorbeeldJe vais faire du shopping. Nous allons faire les devoirs. Il va téléphoner.

Volgorde onderwerppersoonsvo rm hele werkwoord rest van de zin jevaisdanseravec Luc tuvasmangerune pizza ilvaprendrele bus ellevaporterune jupe nousallonsregarderun film vousallezacheterun jean ilsvontjouerdu piano ellesvonthabiterà Paris