Conceptversie.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
§3.7 Krachten in het dagelijks leven
Advertisements

Krachten Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
Kracht.
K3 Vectoren Na de les weet je: Wat een vector is
H 7 Krachten Deel 3 Vectoren.
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 1
Momenten Vwo: paragraaf 4.3 Stevin.
Hoe je een kracht kan weergeven. De gevolgen van een kracht
Newton - VWO Kracht en beweging Samenvatting.
Kracht en beweging Versnelde en vertraagde beweging Cirkelbeweging
Newton - VWO Arbeid en energie Samenvatting.
Newton - VWO Energie en beweging Samenvatting.
Newton - VWO Arbeid en warmte Samenvatting.
Krachten.
Krachten.
Kist (massa 20 kg) staat op de grond.
In punt P werken drie krachten: Fspan in de richting van het touw Fveer 15 N schuin links omhoog Gewicht recht naar beneden Hoofdstuk 3 som 20.
Krachten De grootheid en eenheid van een kracht.
H 7 Krachten Deel 3 krachten meten.
Hoe je krachten meet Het begrip veerconstante
dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007
De wetten van Newton en hun toepassingen
Wrijvingskracht.
Krachten.
4.1 verrichten van arbeid Om arbeid te kunnen verrichten heb je energie nodig Beweging energie (kinetische energie) Warmte Elektrische energie Zwaartekracht.
Realiseer je dat in alle vier de gevallen er een Fz werkt !
Wrijvingskracht en normaal kracht toegepast
Kracht en Energie Inhoud
Opdracht 1 37 o a) 1,00 cm = 5,0 N ^ c) De lengte van F span is 5,25 cm 1,00 cm = 5 N ^ 5,25 cm = 26,5 N ^ d) De lengte van F voorwerp is 6,49 cm 1,00.
Opdracht 1 De lengte van Fres is 5,00 cm ^ 4,00 cm = 80 N ^
Opgave 1 a) b) De resulterende kracht heeft de richting van de weerstand De fiets+fietser remt af.
De tweede wet van Newton
Newton – VWO Statica Samenvatting.
Newton - HAVO Arbeid en energie Samenvatting.
Newton – HAVO Statica Samenvatting.
Kracht teken je als een pijl. Lengte pijl: grootte kracht.
1.1 Krachten Hoe werken krachten?.
1.3 Krachten ontbinden 4T Nask1 H1 Krachten.
7.WRIJVING(p189 4B).
Krachten (vectoren) samenstellen
Krachten (vectoren) samenstellen
H7 Kracht.
Aan welke 4 zaken herken je dat een kracht werkt?
4 Sport en verkeer Eigenschappen van een kracht Een kracht heeft:
De kennis van een kracht.
Cirkelbaan en gravitatiekracht
Krachten.
Zwaartekracht (Fz) Zwaartekracht is de kracht waarmee een voorwerp naar het middelpunt van de aarde wordt getrokken Fz.
Door Bas v.d. Noord & Ton Broekhuizen
Samenvatting.
Samenvatting CONCEPT.
Kracht en beweging De nettokracht of resulterende kracht F res heeft invloed op de snelheid waarmee het voorwerp beweegt: Als de nettokracht nul is, blijft.
Krachten [Luke:] “I can’t believe it” [Yoda:] “That is why you fail”
hoe kun je krachten grafisch ontbinden?
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
hoe kun je met krachten onder een hoek tekenen?
Conceptversie.
Hoofdstuk 3: Kracht en Beweging. Scalars en vectoren Grootheden kun je verdelen in 2 groepen  Scalars  alleen grootte  Vectoren  grootte en richting.
Hoofdstuk 7 Kracht en evenwicht.
Paragraaf 1 – Krachten herkennen
H1 §2 krachten meten §3 netto kracht
Massa, Kracht en gewicht.
Leerjaar 3 Nask1 H1 §1 krachten herkennen.
HV2 Pulsar hoofdstuk 4 Deel §4.1 en §4.z
Hoofdstuk 1 Krachten Wat gaan we doen vandaag? Terugblik
Verschillende Soorten krachten
Krachten samenstellen
Krachten samenstellen
Hoofdstuk 1 Krachten Wat gaan we doen vandaag? Terugblik
Transcript van de presentatie:

Conceptversie

4 Sport en verkeer Eigenschappen van een kracht F (N) Krachten | Vwo | Samenvatting Eigenschappen van een kracht Een kracht heeft: - een grootte (in newton) - een richting figuur 1 - een aangrijpingspunt Bij het tekenen gebruik je een krachtenschaal, bijv. 1 cm ≙ 100 N. Een kracht is een wisselwerking tussen twee voorwerpen, die op elkaar kracht uitoefenen, er is altijd sprake van een krachtenpaar. De krachten van een krachtenpaar: - zijn even groot - werken in tegengestelde richting - werken op twee verschillende voorwerpen, figuur 2 dus kunnen ze elkaar nooit opheffen. 7,2 cm ≙ 720 N F (N) Conceptversie

4 Sport en verkeer Soorten krachten Krachten | Vwo | Samenvatting Soorten krachten Zwaartekracht Fz = m · g valversnelling g = 9,8 m/s2 = 9,8 N/kg Veerkracht Fv = C · u veerconstante C (in N/m) geeft de stugheid van de veer weer. Spankracht Fs is ook een soort veerkracht Spierkracht Fspier Normaalkracht Fn is loodrechte (veer)kracht van de ondergrond Gewicht Fg is de kracht op de ondergrond Wrijvingskracht: hangt af van: Luchtweerstand Fw,l = ½ · cw · A · ρ · v2 stroomlijn, frontale oppervlakte, dichtheid lucht en snelheid Rolweerstand Fw,r = cr · Fn gewicht en vervorming oppervlak Schuifwrijving Fw,s= f · Fn gewicht en ruwheid oppervlakken Conceptversie

4 Sport en verkeer Krachten | Vwo | Samenvatting   Conceptversie

4 Sport en verkeer Samenstellen van krachten Krachten | Vwo | Samenvatting Samenstellen van krachten Als er twee krachten op een voorwerp werken, kun je de nettokracht of resulterende kracht bepalen door: - optellen of aftrekken (figuur 4) - berekenen met de stelling van Pythagoras: 𝑭 𝒔𝒐𝒎 = 𝑭 𝟏 𝟐 + 𝑭 𝟐 𝟐 (figuur 5) of - een parallellogramconstructie (figuur 6). figuur 4 figuur 5 figuur 6 Conceptversie

4 Sport en verkeer Samenstellen van krachten Krachten | Vwo | Samenvatting Samenstellen van krachten Als er drie krachten op een voorwerp werken, bepaal je eerst de somkracht van twee krachten en dan de nettokracht van die somkracht en de derde kracht: figuur 7 Een krachtenpaar kan nooit samengesteld worden, omdat de twee krachten elk op een ander voorwerp werken. voorbeelden: Fg Fn Fg Fs figuur 8 figuur 9 normaalkracht van een ondersteunend vlak en gewicht spankracht in een touw en gewicht Conceptversie

4 Sport en verkeer Samenstellen van krachten Krachten | Vwo | Samenvatting Samenstellen van krachten Als de krachten op een voorwerp niet in hetzelfde punt aangrijpen, verschuif je elke kracht langs de eigen werklijn tot ze in hetzelfde punt aangrijpen. Het effect van een kracht blijft dan hetzelfde. figuur 10 Als wel de somkracht bekend is en wel de richtingen van de samenstellende krachten maar niet hun groottes, dan kun je die vinden met de omgekeerde parallellogramconstructie. voorbeeld: hanglamp figuur 12 figuur 11 Conceptversie

4 Sport en verkeer Ontbinden van krachten Krachten | Vwo | Samenvatting Ontbinden van krachten Als een kracht niet in de bewegingsrichting werkt, kun je hem ontbinden in twee aparte krachten: - één in de bewegingsrichting en - één loodrecht daarop Het effect blijft hetzelfde. figuur 13 figuur 14 De verhouding Fz,x Fz is even groot als het hellingspercentage De verhouding Fz,x Fz is ook even groot als 𝐬𝐢𝐧 (𝜶) , met α = hellingshoek voorbeeld: bij een hellingshoek α = 13o , is sin (𝛼) = 0,22 en het hellingspercentage 22 % dan kun je Fz,x berekenen met : Fz,x = 0,22 · Fz figuur 16 figuur 15 Conceptversie

4 Sport en verkeer Ontbinden van krachten Krachten | Vwo | Samenvatting Ontbinden van krachten De normaalkracht staat altijd loodrecht op de ondergrond en is op een schuine helling even groot als de loodrechte component van de zwaartekracht. figuur 17 figuur 18 De verhouding Fz,𝒚 Fz is even groot als 𝐜𝐨𝐬 (𝜶) , met α = hellingshoek voorbeeld: Fz,y = cos (𝛼) · Fz bij een hellingshoek α = 25o is cos 25o = 0,91 dan kun je Fz,y berekenen met : Fz,y = 0,91 · Fz figuur 19 Conceptversie

4 Sport en verkeer Evenwicht van krachten in de afdaling Krachten | Vwo | Samenvatting Evenwicht van krachten in de afdaling Langs de helling 𝐠𝐞𝐥𝐝𝐭: Fz,x = 𝐬𝐢𝐧 (𝜶) · Fz Fw,glij = f ·FN en FN = Fz,y = 𝐜𝐨𝐬 (𝜶) · Fz Bij constante snelheid is er evenwicht van Fz,x , Fw,lucht en Fw,glij dus: 𝐬𝐢𝐧 (𝜶) · Fz = f ·𝐜𝐨𝐬 (𝜶) · Fz + Fw,lucht figuur 20 voorbeeld: Voor een speed skiër met massa m die een helling met hellingshoek α af suist, een glijweerstandscoëfficiënt f met de sneeuw heeft en een luchtweerstandscoëfficiënt k, geldt: 𝐬𝐢𝐧 (𝜶) · m · g = f·𝐜𝐨𝐬 (𝜶) ·m · g + k· v 2 Hiermee kun je v berekenen als je α, m, f, en k kent. Conceptversie