Hoofdstuk IV: Griekenland Par 3: De Godenwereld. Goden/Geloof Ook polytheïstisch Maar hun goden verschilden behoorlijk van die van de Egyptenaren –Op.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De tijdsband Door de eeuwen heen….
Advertisements

Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd Prehistorie Oudheid
De Azteekse Goden Geschiedenis 3.3.
Godsdienst en wetenschap
De oude Grieken Auteurs: Arzo en Nils.
Strijden of sporten 3.4.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 3: Griekse.
Strijden of sporten Paragraaf 2.5.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 3: Griekse.
Paragraaf 2.4 Griekse kunst.
Door:Joost Alwin en Rogier
Paragraaf 2.3 Geloven en weten..
Olympische Spelen.  Vraag 1 Vraag 1  Vraag 2 Vraag 2  Vraag 3 Vraag 3  Vraag 4 Vraag 4  Vraag 5 Vraag 5.
Paragraaf 1.4 Bouwen en graven..
Het oude egypte (deel 2) Goden in Egypte.
Symbolen in de Kunst Pieter Claes 1630.
Het Heilig Avondmaal toont ons als de vervulling van Pesach
Het oude Griekenland.
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v Chr- 500 n Chr
Het oude Egypte Door Niels en Judith.
Olympische spelen Türken & Jair.
De Griekse cultuur.
Griekse kunst 3.5A.
De gemeente: een heilige priestergemeenschap. een dubbel beeld: gemeente = tempel gemeente = priester- gemeenschap.
Egypte Godsdienst.
Mijn Familie stamboom Marijke Maarten Nel Wim marion Roelof Harold
Strijden of sporten Paragraaf 3.4.
De Olympische Spelen in de Oudheid
Hoofdstuk V: Rome Les 4 - par 3A – De Cultuur van het Rijk
Griekse mythen en wetenschap
Paragraaf 3.5 Griekse kunst.
Hoofdstuk III: Griekenland Les 7: Par 5, Griekse Kunst
De tijd van Grieken en Romeinen
Het oude Egypte Door Mayke en Jonas.
Hoofdstuk III: Griekenland Les 4: Par 3A, Geloven
Hoofdstuk III: Griekenland Les 5: Par 3B, Weten
Hoofdstuk V: Rome Les 5 - par 3B - Godsdienst en wetenschap
Renaissance en Opstand
H2 De tijd van Grieken en Romeinen
Hoofdstuk 2: Ontdekking en verovering
Terugkoppeling vorige les. Uitleg. Histoclip ‘De oude Egyptenaren.’
Terugkoppeling vorige les. Uitleg. Opdracht. Opdracht bespreken. Quiz.
De Griekse wereld.  Griekenland was niet één centraal geregeerd rijk maar bestond uit verschillende stadstaten (poleis); zelfstandige staten bestaand.
1VWO Hoofdstuk 3: de Grieken.
3.3 Geloven en Weten Wetenschap.
3.1 De Grieken Hoofdstuk 3.
3.4 Strijden of Sporten.
2.4 Een hoogontwikkelde cultuur
Krachten [Luke:] “I can’t believe it” [Yoda:] “That is why you fail”
De gelaagde samenleving
Hoofdstuk IV: Griekenland Les 2: Graecia; Perzen en Spartanen
Lieven Van Cauwenberghe. Contactgegevens Via Via internet: PowerPoint, schema’s.
Introductie bij het negende wereldwonder. De piramide van Cheops.
Johannes 3:16 Gods liefde voor wie anders verloren gaat Ga, getuig over Jezus Christus Motivatie - de liefde van God - de eer van Jezus Christus de Heer.
Hoofdstuk 5 ‘veranderend wereldbeeld’
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Begrijpend lezen.
Machtige rijken in het Midden-Oosten
Hoofdstuk 1 Meningen en argumenten
Het 24 spel.
Les 2.
Tijd van Grieken en Romeinen v.Chr. – 500 na Chr.
Hoofdstuk 10 Paragraaf 10.6.
Thema 1: Egypte.
Toegepaste vormgeving
Hoofdstuk Conflict en cultuur.
10.2 Hoe ontstaan conflicten?
Hoofdstuk IV: Griekenland Par 4: Het nieuwe denken
§2.2 Werken en leven in het Romeinse rijk
Erosie en Sedimentatie
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk IV: Griekenland Par 3: De Godenwereld

Goden/Geloof Ook polytheïstisch Maar hun goden verschilden behoorlijk van die van de Egyptenaren –Op welke wijze? Klas -Leken sterk op mensen -Halfgoden -Contact met de Goden was mogelijk -Via een orakel (Delphi) -Via een bezoekje (Zeus’ favoriete bezigheid) H4:§ 3:p

Goden/Geloof Het geloof had sterke invloed op het leven –Offers –Bouwen van tempels –(Olympische) Spelen –Goede manier van begraven De Grieken verheerlijkten het leven en niet de dood H4:§ 3:p

Stamboom der Goden

Huiswerk Lees paragraaf 3 Lees en bekijk alle bronnen bij paragraaf 3 (p.50-1)