(Ped)agogiek Werkcollege 4 Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije
Programma vandaag Vragen hoorcollege Mc vragen Verwerkingsopdrachten
Oefenen! Wat weet je nog van het hoorcollege???
Vraag 1 Welke pedagogische stroming legt nadruk op de belevingswereld van het kind zelf en de interactie tussen kind en volwassene in de opvoedingsrelatie? A. De geesteswetenschappelijke stroming B. De empirisch-analytische stroming C. De kritisch-emancipatorische stroming D. De ecologische pedagogiek
Vraag 2 Het gebruik van muzische middelen wordt binnen de hulpverlening vaak ingezet als hulpmiddel bij therapie. Bij welke stroming hoort het gebruik van muzische middelen? A. De geesteswetenschappelijke stroming B. De empirisch-analytische stroming C. De kritisch-emancipatorische stroming D. De ecologische pedagogiek
Vraag 3 Het uitgangspunt: kinderen zo opvoeden dat zij zich emanciperen en leren zelf hun situatie te onderzoeken en (mede) te bepalen hoort bij de ….. stroming? Welk woord hoort er op de stippellijn te staan? A. Geesteswetenschappelijke B. Empirisch-analytische C. Kritisch-emancipatorische D. Ecologische pedagogische
Vraag 4 Stel: Je wilt weten of kinderen die niet ontbijten later op de dag meer ongezonde snacks eten. Je voert een experiment uit in een schoolklas; 15 kinderen krijgen een ontbijt en 15 niet. Later op de dag meet je hoeveel snacks beide groepen Hebben gegeten. Op basis hiervan trek je een conclusie Binnen welke stroming past dit? A. De geesteswetenschappelijke stroming B. De empirisch-analytische stroming C. De kritisch-emancipatorische stroming D. De ecologische pedagogiek
Vraag 5 Welke stroming is vooral gericht op de rol van de omgeving van een kind en dynamische processen rondom kinderen en hun opvoeders? A. De geesteswetenschappelijke stroming B. De empirisch-analytische stroming C. De kritisch-emancipatorische stroming D. De ecologische pedagogiek
Vraag 6 De vader van Marieke heeft een slechte beoordeling gekregen van zijn baas. Hierdoor is hij in een slechte bui en wordt om het geringste boos op Marieke. Dit is een voorbeeld van invloed vanuit het: A. Microsysteem B. Mesosysteem C. Exosysteem D. Macrosysteem
Vraag 7 Het stimuleren van kinderen tot het ontwikkelen van een eigen identiteit is een: a. Opvoedingsvoorwaarde b. Opvoedingsmiddel c. Opvoedingsdoel d. Opvoedingskenmerk
Vraag 8 De opvoedingsrelatie is een voorbeeld van een: a. Opvoedingsvoorwaarde b. Opvoedingsmiddel c. Opvoedingsdoel d. Opvoedingskenmerk
Vraag 9 Straffen is een voorbeeld van een: a. Opvoedingsvoorwaarde b. Opvoedingsmiddel c. Opvoedingsdoel d. Opvoedingskenmerk
Welke afbeeldingen horen bij welke stroming? De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De kritisch-emancipatorische stroming De ecologische pedagogiek
Aflevering Puberruil In groepen van 4 Werk het micro-, meso-, exo- en macroniveau van Neeltje of Glorian uit. ncrv.nl/puberruil/seizoenen/2011xtra/
een-pak-slaag-in-zambia Wat zijn de opvoedingsdoelen Voorwaarden Middelen?
Opvoedingsspel In subgroepen van 5 Spreid de kaarten uit over de tafel Elke student kiest 4 gebeurtenissen uit: 2 waarvan je vindt dat je opvoeders er goed mee zijn omgegaan en 2 waarvan je vindt dat ze er niet goed mee zijn omgegaan Per situatie de volgende vragen beantwoorden – Welke opvoedingsdoelen hebben jouw opvoeders in deze situatie geprobeerd te bereiken? – Denk je dat er sprake was van intentioneel handelen? – Zijn er opvoedingsmiddelen ingezet? Zo ja, welke? – Wat is of was het effect op jou?