§2: politieke stromingen en partijen:

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Alleen maar Tokkies? Over de aanhang van rechts-populisten
Advertisements

Wat denken de mensen over hun medemensen?
Do’s and Don’ts presentaties
4.3 Politieke stromingen.
Politiek in Nederland Op wie stem jij?.
Liberalen, socialisten confessionelen
De staatsinrichting van Nederland.
QUIZ Katern Politiek.
Welkom bij de enige onafhanklijke en objectieve nationale kieswijzer
2.2 De overheid grijpt in.
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
de tijd van burgers en stoommachines
Ontstaan en ontwikkeling van een politieke stroming
Staatsinrichting van Nederland
Nederland in de 20ste eeuw
Historisch overzicht Nederland
1.
Politieke stromingen LiNKS RECHTS.
Hoofdstuk 4 Sociaal bewustzijn.
De staatsinrichting van Nederland.
Stromingen en partijen
Liberalisme en socialisme
Politiek.
NICOLE, BINTOU, MARYSIA. VWO 3
de tijd van burgers en stoommachines
Inleiding politieke stromingen
Politieke partijen en stromingen tot 1940
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Par 8 Opkomst van politieke partijen in de 19e eeuw
Vergelijking van dictators: veel verschillen
Analyse maatschappelijk vraagstuk
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Sociologie Cultuur en Context J /3 college 1: vrijheid 18/3 college 2: gemeenschap 25/4 college 3: ‘back to the sixties’? Sociologie.
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
Politieke stromingen De liberalen
Par. 5: Politieke opvattingen over de verzorgingsstaat
Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie
Politiek – maatschappelijke stromingen:
Hoofdstuk 3 Paragraaf 1: Wie helpt? vwo.
Workshop christelijke politiek Gegeven door:. Doel van de avond Een objectief beeld van Nederlandse christelijke partijen en hun standpunten. Discussie.
Op wie kan jij stemmen? Links: Gelijkheid/ gelijkwaardigheid Actieve overheid/ grote rol voor de staat. komen op voor mensen met een zwakke positie in.
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Ontzuiling en secularisatie
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
de tijd van burgers en stoommachines
Socialisme: wij Meer gelijkheid (einde maken aan armoede en ongelijkheid) Meer sociale rechtvaardigheid De zwakkeren in de samenleving moeten beschermd.
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Les kiezen, politieke stromingen en partijen
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Populisme in Nederland en Europa.
2. De ondermijning van het Congres van Wenen
Les politieke stromingen
Politiek Paragraaf 1-3.
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
§3.4 Politieke stromingen
Sociale veranderingen in het bindingsvraagstuk
Maatschappijwetenschappen havo 5 Hoofdstuk 11
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
§ 10.1 Industriële revolutie
Transcript van de presentatie:

§2: politieke stromingen en partijen: Deelvraag: Wat zijn de belangrijkste politieke opvattingen en welke partijen horen bij die opvattingen?

Ideologie Ideologie: “ Opvattingen over hoe de maatschappij functioneert, in de toekomst moet functioneren en wat de rol van de overheid daarbij moet zijn.” Mensen met dezelfde ideologie vormen een politieke stroming.

Ideologie → politieke partij Een politieke partij: Heeft ideeën over alle belangrijkste beleidsterreinen (programma) Stelt kandidaten bij verkiezingen NB: Binnen een ideologie ontstaan en verdwijnen politieke partijen.

§2: politieke stromingen en partijen: Links: Actieve overheid/ grote rol voor de staat. Redeneren vanuit het principe van gelijk (waardig)heid Komen op voor mensen met een zwakke positie in de samenleving Partijen met progressieve uitgangspunten. Meestal richting socialisme Rechts: zonder teveel overheidsbemoeienis/ beperkte rol voor de staat economische vrijheid partijen met conservatieve uitgangspunten Meestal richting liberaal

Links- Rechts dimensie sociaal- economisch/ sociale ongelijkheid Politiek Links Communisme Socialisme / Sociaal- democratie Politieke ‘Midden’ Christendemocratie Politiek Rechts Liberalisme Fascisme

Links en Rechts Spotjes van politieke partijen PVV   http://www.youtube.com/watch?v=K8otL4bILfk CDA   http://www.teleblik.nl/media/5406123 VVD   http://www.youtube.com/watch?v=1dpNvgDbQcM PvdA   http://www.youtube.com/watch?v=2mQWLSSgYVM GL   http://www.youtube.com/watch?v=LhcyLQ9Y4Yg   D66   http://www.d66.nl/d66nl/video/20100615/d66_tv_spot_2010  

§2: politieke stromingen en partijen: Socialisme: de staat moet het verschil in economische macht, dus arm en rijk, voorkomen. voor een eerlijke samenleving, gaat uit van een sterk overheidsingrijpen om sociale en maatschappelijke problemen op te lossen en kenmerkt zich door een sterke antipathie (afkeer) versus een (te) vrije markt. Liberalen: vrijheid en de ontwikkeling van het individu staat voorop. Het individu is verantwoordelijk voor het inrichten van zijn leven. Op economisch gebied is vrijheid ook belangrijk. Overheidsbemoeienis moet hierbij minimaal zijn.

§2: politieke stromingen en partijen: Politieke Midden Christendemocratie: Zit tussen links en rechts in hechten veel waarde aan het gezin en Christelijke normen en waarden. Progressief: is een politieke stroming gebaseerd op progressie (vooruitgang). (verandering) Conservatief: is een politieke stroming die zich grondvest op de traditie. Het begrip "conservatisme" is afgeleid van het Latijnse conservare, dat "beschermen, in ongeschonden toestand bewaren" betekent. Weinig verandering, het oude in takt willen houden

§2: politieke stromingen en partijen:

§2: politieke stromingen en partijen: Communisme: een extreme vorm van socialisme Gelijkheid staat centraal productiefactoren beheerd door de staat. Particuliere eigendom is niet toegestaan. Fascisme: Heeft zeer nationalistische en autoritaire beginselen. Keert zich tegen vrijheid, gelijkheid en tolerantie Voelen bedreigd door maatschappelijke veranderingen en ‘vreemde groepen’ Verering eigen natie en volk Agressieve rassenleer

Populisme: Politicologen kennen de volgende kenmerken toe aan populistische politici: afkeer van het partijestablishment/ gevestigde partijen; het volk staat op een voetstuk en naar haar ‘wil’ wordt constant gerefereerd; charismatisch leiderschap; er wordt een beroep gedaan op eenheid en vaderlandsliefde.

Populisme Populisme is eerder een ‘stijl’ dan een ideologie; Populistische stijl en retoriek kan op alle posities binnen het politieke landschap worden ingezet. Populisten zeggen uit naam van de bevolking te spreken, hun wil te kennen en deze (zoals de bedoeling is van een democratie) te willen verwezenlijken. Populisme verwijst constant aan de economische en sociale status van de "gewone man".

“Gevestigde politieke partijen hebben soms de neiging nieuwkomers als populistisch te bestempelen. Gewoonlijk zijn die gevestigde partijen echter ook begonnen als gevolg van stemmen uit "het volk".”