Snijpunt bepalen. Lijn p en lijn q snijden elkaar. Wat zijn de coördinaten van het snijpunt ?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Tweedegraads Verbanden
Advertisements

havo B Samenvatting Hoofdstuk 6
Assenstelsels en coördinaten
Les 4 : MODULE 1 kinematisch en statisch (on) bepaaldheid
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 3
Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging
Krachten en evenwicht voor puntdeeltjes in het platte vlak
Figuur maken met coördinaten in vier kwadranten
(11,25;10) (10,15) (10,16) Totaal 7 lijnen getekend.
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 9
Project D2: Kempenland Sander Verkerk Christian Vleugels
Project D2: Kempenland Sander Verkerk Jeffrey van de Glind
Kwadratische verbanden
Gereedschapskist vlakke meetkunde
Oefening 1.11a Vakgroep WISK-TW Evenwijdige rechten.
Herleiden (= Haakjes uitwerken)
Wat verandert in perspectief ? Wat verandert NIET ?
Constructies Passer & Liniaal, Origami en Meccano
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 1
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 12
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 13
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Kwadratische vergelijkingen
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Vergelijkingen van de vorm AB = 0, A2 = B2 en AB = AC
Lineaire vergelijkingen
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Buigpunt en buigraaklijn
1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule
havo B Samenvatting Hoofdstuk 5
Optische eigenschap van de parabool
ribWBK11t Toegepaste wiskunde Lesweek 02
havo A Samenvatting Hoofdstuk 3
Vwo C Samenvatting Hoofdstuk 15. Formules en de GR Met de GR kun je bijzonderheden van formules te weten komen. Eerst plot je de grafiek. Gebruik eventueel.
Tweedegraadsfuncties
havo B 5.1 Stelsels vergelijkingen
Lineaire formules Voorbeelden “non”-voorbeelden.
H2 Lineaire Verbanden.
Eigenschappen van hoeken
Hoofdstuk 1 Roosterpapier, hoekpunten, zijden, diagonalen
Basisconstructie VIII Terugwentelen van een punt na neerslaan. Vakgroep WISK-TW.
Hoeveelheidsaanpassing I
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Vergelijkingen oplossen
Wiskunde C, A, B of B&D?.
Oefeningen lensconstructies
Basisconstructie I Snijpunt van een rechte en een vlak Vakgroep WISK-TW.
ribWBK11t Toegepaste wiskunde Lesweek 01
Wiskunde A of B?.
Rechte lijnen: lineair verband. Een lijn is een verzameling van punten.
Verdeling van een erfenis Voorbeeld vergelijkingen.
De richtingscoëfficient. X neemt toe met 4.
Vergelijkingen.
Vergelijkingen van de tweede graad. Vergelijkingen van 2 de graad  Een vergelijking van de tweede graad geeft een verband tussen 2 onbekenden.  Bijvoorbeeld.
Stelsels van vergelijkingen H5 deel 3 Hoofdstuk 10 Opgave 61, 62, 63.
Raaklijnen en snijpunten bij cirkels een kennisclip voor 4 HAVO wiskunde B.
Hoofdstuk 3 Lineaire formules en vergelijkingen
Grafiek van lineaire formule
2.1 Oplossen met grafieken Snijpunt grafieken
Toegepast rekenen HEO Lijnen.
G9 2 Formules omvormen is vergelijkingen oplossen M A R T X I
Grafisch samenstellen van krachten
Examentraining.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Voorkennis Wiskunde Les 7 Hoofdstuk 2/3: §2.5, 3.1 en 3.2.
Transcript van de presentatie:

Snijpunt bepalen

Lijn p en lijn q snijden elkaar. Wat zijn de coördinaten van het snijpunt ?

Gegeven: De lijn q gaat door de punten (-2,8) en (4,-4) Dus de rc is -12/6 De lijn is dus: y = -2 x + b y = -2 x + 4

Gegeven: De lijn q gaat door de punten (-2,8) en (4,-4) Dus de rc is -12/6 De lijn is dus: y = -2 x + b y = -2 x + 4

Gegeven: De lijn p gaat door de punten (-4,-3) en (8,0) Dus de rc is 3/12 De lijn is dus: y = ¼ x + b y = ¼ x -2 Gegeven: De lijn q gaat door de punten (-2,8) en (4,-4) Dus de rc is -12/6 De lijn is dus: y = -2 x + b y = -2 x + 4

Gegeven: De lijn p gaat door de punten (-4,-3) en (8,0) Dus de rc is 3/12 De lijn is dus: y = ¼ x + b y = ¼ x -2 Gegeven: De lijn q gaat door de punten (-2,8) en (4,-4) Dus de rc is -12/6 De lijn is dus: y = -2 x + b y = -2 x + 4

Gegeven: De lijn p gaat door de punten (-4,-3) en (8,0) Dus de rc is 3/12 De lijn is dus: y = ¼ x + b y = ¼ x -2 Gegeven: De lijn q gaat door de punten (-2,8) en (4,-4) Dus de rc is -12/6 De lijn is dus: y = -2 x + b y = -2 x + 4

Gegeven: De lijn p gaat door de punten (-4,-3) en (8,0) Dus de rc is 3/12 De lijn is dus: y = ¼ x + b y = ¼ x -2 Gegeven: De lijn q gaat door de punten (-2,8) en (4,-4) Dus de rc is -12/6 De lijn is dus: y = -2 x + b y = -2 x + 4

Gegeven: De lijn p gaat door de punten (-4,-3) en (8,0) Dus de rc is 3/12 De lijn is dus: y = ¼ x + b y = ¼ x -2 Gegeven: De lijn q gaat door de punten (-2,8) en (4,-4) Dus de rc is -12/6 De lijn is dus: y = -2 x + b y = -2 x + 4

Gegeven: De lijn p gaat door de punten (-4,-3) en (8,0) Dus de rc is 3/12 De lijn is dus: y = ¼ x + b y = ¼ x -2 Gegeven: De lijn q gaat door de punten (-2,8) en (4,-4) Dus de rc is -12/6 De lijn is dus: y = -2 x + b y = -2 x + 4

Gegeven: De lijn p gaat door de punten (-4,-3) en (8,0) Dus de rc is 3/12 De lijn is dus: y = ¼ x + b y = ¼ x -2 Gegeven: De lijn q gaat door de punten (-2,8) en (4,-4) Dus de rc is -12/6 De lijn is dus: y = -2 x + b y = -2 x + 4

Gegeven: De lijn p gaat door de punten (-4,-3) en (8,0) Dus de rc is 3/12 De lijn is dus: y = ¼ x + b y = ¼ x -2 Gegeven: De lijn q gaat door de punten (-2,8) en (4,-4) Dus de rc is -12/6 De lijn is dus: y = -2 x + b y = -2 x + 4

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 Twee vergelijkingen met twee onbekenden oplossen

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333 Oplossen met substitutie ( eliminatie kan ook)

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333

y = ¼ x -2 y = -2 x + 4 y = ¼ x - 2 y = -2x + 4 ¼ x - 2 = -2x + 4 2¼ x = 6 x = 6 / 2¼ x = 2, y = -2 * 2, y = - 1,3333 Snijpunt( 2,666, -1,333)